[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Eindtekst

Uitvoering van de op 28 juni 2006 te Wenen tot stand gekomen Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen betreffende de procedures voor overlevering tussen de lidstaten van de Europese Unie en IJsland en Noorwegen (Pb EU L 292)

Eindtekst

Nummer: 2016D36676, datum: 2016-09-29, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van zaak 2015Z24685:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


De Tweede Kamer der Staten- PRIVATE  

Generaal zendt bijgaand door

haar aangenomen wetsvoorstel

aan de Eerste Kamer.

De Voorzitter,

29 september 2016





	Uitvoering van de op 28 juni 2006 te Wenen tot stand gekomen
Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek IJsland en het
Koninkrijk Noorwegen betreffende de procedures voor overlevering tussen
de lidstaten van de Europese Unie en IJsland en Noorwegen (Pb EU L 292)







VOORSTEL VAN WET



	Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins
van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het noodzakelijk is enige
wettelijke voorzieningen te treffen teneinde uitvoering te kunnen geven
aan de op 28 juni 2006 te Wenen tot stand gekomen Overeenkomst tussen de
Europese Unie en de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen
betreffende de procedures voor overlevering tussen de lidstaten van de
Europese Unie en IJsland en Noorwegen (Pb EU L 292); 

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State
gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden
en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel 1

Overlevering tussen Nederland, enerzijds, en Noorwegen of IJsland,
anderzijds vindt plaats 

met in achtneming van het bepaalde in:

de op 28 juni 2006 te Wenen tot stand gekomen Overeenkomst tussen de
Europese Unie en de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen
betreffende de procedures voor overlevering tussen de lidstaten van de
Europese Unie en IJsland en Noorwegen;

a. de door Nederland afgelegde verklaringen bij de in onderdeel a
genoemde overeenkomst;  

b. de Overleveringswet, zoals nader aangegeven in artikel 3, en

c. deze wet.

Artikel 2

1. Overlevering wordt niet toegestaan indien het aanhoudingsbevel een
strafbaar feit betreft dat:

a. naar Nederlands recht geacht wordt geheel of ten dele op Nederlands
grondgebied of buiten Nederland aan boord van een Nederlands vaartuig of
luchtvaartuig te zijn gepleegd; of

b. buiten het grondgebied van de uitvaardigende staat is gepleegd,
terwijl naar Nederlands recht geen vervolging zou kunnen worden
ingesteld indien het feit buiten Nederland zou zijn gepleegd.

2. Op vordering van de officier van justitie wordt afgezien van een
weigering van de overlevering uitsluitend krachtens het eerste lid,
onder a of b, tenzij naar het oordeel van de rechtbank de officier niet
in redelijkheid tot zijn vordering heeft kunnen komen.

Artikel 3

1. Artikel 1 en afdeling 2 van hoofdstuk II, alsmede de hoofdstukken III
tot en met V van de Overleveringswet zijn van overeenkomstige 
toepassing op de behandeling van aanhoudingsbevelen als bedoeld in de op
28 juni 2006 te Wenen tot stand gekomen Overeenkomst tussen de Europese
Unie en de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen betreffende de
procedures voor overlevering tussen de lidstaten van de Europese Unie en
IJsland en Noorwegen.

2. Uitsluitend met het oog op de in het eerste lid bedoelde toepassing
van artikel 1 van de Overleveringswet wordt tevens verstaan onder:

a. overleveringsovereenkomst: de op 28 juni 2006 te Wenen tot stand
gekomen Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek IJsland en
het Koninkrijk Noorwegen betreffende de procedures voor overlevering
tussen de lidstaten van de Europese Unie en IJsland en Noorwegen (Pb EU
L 292);

b. Europees aanhoudingsbevel: een aanhoudingsbevel als bedoeld in
artikel 2, vijfde lid, van de overleveringsovereenkomst;

c. overlevering: de wederzijdse terbeschikkingstelling op grond van de
overleveringsovereenkomst van een persoon door de justitiële
autoriteiten van respectievelijk Nederland, Noorwegen of IJsland ten
behoeve van hetzij een in respectievelijk Nederland, Noorwegen of
IJsland tegen hem gericht strafrechtelijk onderzoek, hetzij de
tenuitvoerlegging van een hem in respectievelijk Nederland, Noorwegen of
 IJsland opgelegde vrijheidsbenemende straf of maatregel; 

d. opgeëiste persoon: de persoon op wie een aanhoudingsbevel, een
signalering in het Schengen-informatiesysteem of via Interpol strekkende
tot aanhouding en overlevering op grond van de overleveringsovereenkomst
betrekking heeft;

e. uitvaardigende justitiële autoriteit: de justitiële autoriteit van
respectievelijk Nederland, Noorwegen of IJsland, krachtens het nationale
recht bevoegd tot het afgeven van een  aanhoudingsbevel als bedoeld in
artikel 2, vijfde lid, van de overleveringsovereenkomst;

f. uitvaardigende staat: de staat waar de Nederlands, Noorse of
IJslandse uitvaardigende justitiële autoriteit werkzaam is;

g. uitvoerende justitiële autoriteit: de justitiële autoriteit van
respectievelijk Nederland, Noorwegen of IJsland, krachtens het nationale
recht bevoegd tot het nemen van de beslissing tot overlevering op basis
van een aanhoudingsbevel, als bedoeld in artikel 2, vijfde lid, van de
overleveringsovereenkomst;

h. uitvoerende staat: de staat waar de uitvoerende Nederlandse, Noorse
of IJslandse justitiële autoriteit werkzaam is.

Artikel 4

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen
tijdstip.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks
aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

De Minister van Veiligheid en Justitie,

 

 

 PAGE    

 PAGE   1