Bijgewerkt t/m nr. 7 (nota van wijziging d.d. 2 november 2016)
Voorstel van wet van het lid Koser Kaya tot intrekking van de Zondagswet
Bijgewerkte tekst
Nummer: 2016D41485, datum: 2016-11-02, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Onderdeel van zaak 2016Z08734:
- Indiener: F. Koser Kaya, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2016-05-18 14:00: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2016-05-26 10:00: Procedurevergadering commissie Binnenlandse Zaken (Procedurevergadering), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2016-09-06 15:10: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2016-09-08 11:30: Procedurevergadering commissie Binnenlandse Zaken (Procedurevergadering), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2016-09-29 14:00: Voorstel van wet van het lid Koser Kaya tot intrekking van de Zondagswet (TK 34464) (Inbreng verslag (wetsvoorstel)), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2016-11-10 11:30: Procedurevergadering commissie Binnenlandse Zaken (Procedurevergadering), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2016-11-15 15:30: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2017-04-06 11:30: Extra procedurevergadering commissie Binnenlandse Zaken (groslijst controversieel verklaren) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2017-04-11 15:05: Stemmingen (Stemmingen), TK
- 2021-01-27 11:30: Extra procedurevergadering commissie BiZa (groslijst controversieel verklaren) (videoverbinding) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2022-05-17 15:40: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (π origineel)
Bijgewerkt t/m nr. 7 (nota van wijziging d.d. 2 november 2016) | |
34 464 | Voorstel van wet van het lid KoΕer Kaya tot intrekking van de Zondagswet |
Nr. 2 | VOORSTEL VAN WET |
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het niet tot de taken van de overheid behoort om met het oog op de viering van de zondag maatregelen te nemen ter verzekering van de zondagsrust;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
ARTIKEL I
De Zondagswet wordt ingetrokken.
ARTIKEL II
Na artikel 145 van de Gemeentewet wordt een paragraaf ingevoegd, luidende:
Β§ 7. Overige bepalingen
Artikel 146
Het gemeentebestuur stelt, op de grond dat zij plaatsvinden op een godsdienstige rustdag of feestdag, geen beperkingen aan:
a. sportbeoefening of andere vormen van ontspanning, die niet in overwegende mate als openbare vermakelijkheden zijn te beschouwen;
b. openbare vermakelijkheden van culturele aard binnen besloten ruimten, of
c. andere openbare vermakelijkheden en samenkomsten alsmede al dan niet openbare gedragingen van personen die naar hun aard niet gepaard plegen te gaan met aanmerkelijke geluids- of verkeersoverlast.
ARTIKEL IIa
De Wet openbare manifestaties wordt als volgt gewijzigd.
A
Aan artikel 2 wordt, onder plaatsing van de aanduiding β1.β voor de bestaande tekst, een lid toegevoegd, luidende:
2. In afwijking van het eerste lid kan de burgemeester met betrekking tot vergaderingen en betogingen op openbare plaatsen, voor zover dat vereist is ter voorkoming van verstoring van samenkomsten tot het belijden van godsdienst of levensovertuiging, ook voorschriften en beperkingen als bedoeld in artikel 5, eerste lid, vaststellen of aanwijzingen geven met betrekking tot:
a. de tijd, plaats en duur van die vergaderingen en betogingen en
b. het gebruik dat daarbij wordt gemaakt van geluidsapparaten en het geluidsniveau daarvan.
B
Aan artikel 3 wordt een lid toegevoegd, luidende:
5. De burgemeester draagt zorg voor een onbelemmerde toegang tot gebouwen en besloten plaatsen als bedoeld in artikel 6, tweede lid, van de Grondwet, gedurende de tijd dat daarin samenkomsten tot het belijden van godsdienst of levensovertuiging worden gehouden.
ARTIKEL III
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,