[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Eindtekst

Wijziging van het Wetboek van Strafvordering in verband met de regeling van het vastleggen en bewaren van kentekengegevens door de politie

Eindtekst

Nummer: 2016D43157, datum: 2016-11-10, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van zaak 2013Z02700:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


De Tweede Kamer der Staten- PRIVATE  

Generaal zendt bijgaand door

haar aangenomen wetsvoorstel

aan de Eerste Kamer.

De Voorzitter,

8 november 2016



	Wijziging van het Wetboek van Strafvordering in verband met de regeling
van het vastleggen en bewaren van kentekengegevens door de politie







GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET



	Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins
van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is in het
Wetboek van Strafvordering regels te stellen voor het vastleggen en
bewaren van kentekengegevens;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State
gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden
en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: 

ARTIKEL I

Het Wetboek van Strafvordering wordt als volgt gewijzigd. 

Na titel VE van het Eerste Boek wordt een titel ingevoegd, die luidt: 

TITEL VF VASTLEGGEN EN BEWAREN VAN KENTEKENGEGEVENS  

Artikel 126jj

1. Een opsporingsambtenaar als bedoeld in artikel 141, onder b en c, is
bevoegd op of aan de openbare weg kentekengegevens van voertuigen als
bedoeld in het tweede lid met behulp van een technisch hulpmiddel vast
te leggen, teneinde deze gegevens met toepassing van het derde lid te
kunnen raadplegen. De aanwezigheid van het technisch hulpmiddel wordt op
duidelijke wijze kenbaar gemaakt. 

2. Het kenteken, de locatie en het tijdstip van vastlegging, en de
foto-opname van het voertuig worden vier weken na de datum van
vastlegging vernietigd. 

3. De gegevens, bedoeld in het tweede lid, kunnen, bij bevel daartoe van
de officier van justitie, door een daartoe door Onze Minister van
Veiligheid en Justitie geautoriseerde opsporingsambtenaar worden
geraadpleegd uitsluitend:  

a. in geval van verdenking van een misdrijf als omschreven in artikel
67, eerste lid, ten behoeve van de opsporing van dat misdrijf of 

b. in geval van een voortvluchtige persoon als bedoeld in artikel 564
ter aanhouding van deze persoon. 

De raadpleging vindt slechts plaats door politiegegevens die voor één
van deze doelen worden verwerkt, geautomatiseerd te vergelijken met de
gegevens, bedoeld in het tweede lid, teneinde vast te stellen of de
gegevens overeenkomen. Als de gegevens overeenkomen kunnen ze voor het
desbetreffende doel verder worden verwerkt. 

4. Het bevel is schriftelijk en vermeldt: 

a. het doel waarvoor de gegevens worden geraadpleegd;

b. in het kader van welk opsporingsonderzoek dan wel ten behoeve van
welke voortvluchtige de raadpleging plaatsvindt; 

c. het misdrijf en indien bekend de naam of anders een zo nauwkeurig
mogelijke aanduiding van de verdachte dan wel de voortvluchtige;

d. de feiten of omstandigheden waaruit blijkt dat de raadpleging
noodzakelijk is voor het doel, bedoeld in het derde lid, onder a dan wel
b;

e. het tijdstip, de locatie en, voor zover bekend, het kenteken of
anders een zo nauwkeurig mogelijke aanduiding van het voertuig waarvan
de gegevens worden geraadpleegd.

Bij dringende noodzaak kan het bevel mondeling worden gegeven. De
officier van justitie stelt in dat geval het bevel binnen drie dagen op
schrift.

5. Paragraaf 2, met uitzondering van artikel 8, eerste lid, paragraaf 3,
met uitzondering van de artikelen 17 en 17a en paragraaf 5a van de Wet
politiegegevens zijn niet van toepassing op de gegevens, bedoeld in het
tweede lid. 

6. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld
over de inzet van een technisch hulpmiddel, bedoeld in het eerste lid,
de vastlegging van de gegevens en de wijze waarop de gegevens worden
geraadpleegd. 

7. De voordracht voor een krachtens het zesde lid vast te stellen
algemene maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier weken
nadat het ontwerp aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd.

ARTIKEL Ia

In artikel 4, tweede lid, van de Wet administratiefrechtelijke
handhaving verkeersvoorschriften wordt de eerste volzin vervangen door:
De bekendmaking van de beschikking geschiedt binnen vier maanden nadat
de gedraging heeft plaatsgevonden, door toezending van de beschikking
aan het adres dat betrokkene heeft opgegeven. Indien dat niet mogelijk
is en de gedraging heeft plaatsgevonden met of door middel van een
motorrijtuig waarvoor een kenteken is opgegeven, geschiedt de
bekendmaking van de beschikking binnen acht maanden nadat de gedraging
heeft plaatsgevonden.

ARTIKEL II

1. Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen
tijdstip. 

2. Artikel 126jj van het Wetboek van Strafvordering vervalt drie jaar na
inwerkingtreding van de wet, tenzij bij koninklijk besluit anders wordt
bepaald. De voordracht voor een krachtens dit lid vast te stellen
koninklijk besluit wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het
ontwerp aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd.

3. De Minister van Veiligheid en Justitie zendt binnen drie jaar na
inwerkingtreding van deze wet aan de Staten-Generaal een verslag over de
doeltreffendheid en de effecten van deze wet in de praktijk. Het verslag
bevat in ieder geval een onderzoeksrapportage met zowel casuïstiek als
cijfers over de doeltreffendheid en de effecten van het vastleggen en
bewaren van kentekengegeven door de politie.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks
aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden. 

Gegeven

De Minister van Veiligheid en Justitie,

 

 

 PAGE    

 PAGE   3