[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [šŸ” uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

34607 Advies Afdeling advisering Raad van State inzake Wijziging van enkele onderwijswetten om deze meer te laten aansluiten bij de Algemene wet bestuursrecht

Wijziging van enkele onderwijswetten om deze meer te laten aansluiten bij de Algemene wet bestuursrecht

Advies Afdeling advisering Raad van State

Nummer: 2016D44360, datum: 2016-11-15, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van zaak 2016Z21365:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (šŸ”— origineel)


No.W05.16.0013/I	's-Gravenhage, 14 maart 2016

Bij Kabinetsmissive van 1 februari 2016, no.2016000167, heeft Uwe
Majesteit, op voordracht van de Minister van Onderwijs, Cultuur en
Wetenschap, bij de Afdeling advisering van de Raad van State ter
overweging aanhangig gemaakt het voorstel van wet tot wijziging van
enkele onderwijswetten om deze meer te laten aansluiten bij de Algemene
wet bestuursrecht, met memorie van toelichting.

Het wetsvoorstel beoogt de onderwijswetten beter te laten aansluiten bij
de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

De Afdeling advisering van de Raad van State adviseert het voorstel aan
de Tweede Kamer te zenden, maar heeft opmerkingen over de keuze om
alleen technische wijzigingen aan te brengen.

1. 	De Awb en de onderwijswetgeving

In 2013 heeft het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
onderzoek laten verrichten naar de mate van overeenstemming van de
onderwijswetten met de Awb. Het resultaat van dit onderzoek is het
rapport ā€œAnders, of toch nietā€. Aan de onderzoekers is gevraagd alle
afwijkingen ten opzichte van de Awb in kaart te brengen en expliciet
aandacht te besteden aan (i) de gevolgen van aanpassing van de
bekostigingsregels aan de subsidietitel van de Awb, (ii) de
wenselijkheid van invoering van een bestuurlijke boete en (iii) de
consistentie van de rechtsbescherming. Hoewel het rapport op deze drie
punten verschillende aanbevelingen tot aanpassing van de onderwijswetten
aan de Awb bevat, behelst het wetsvoorstel alleen technische wijzigingen
die zonder consequenties van inhoudelijke of uitvoeringstechnische aard
kunnen worden ingevoerd. 

In 1982 beschreef de startwerkgroep die de voorbereidingen voor het
wetgevingsproject "algemene regels van bestuursrecht" ter hand nam, de
doelstellingen daarvan als volgt: (a) eenheid binnen de
bestuursrechtelijke wetgeving, (b) systematisering en vereenvoudiging
van deze wetgeving, (c) codificatie van bestuursrechtelijke
ontwikkelingen en (d) het treffen van voorzieningen over onderwerpen die
zich naar hun aard niet voor regeling in een bijzondere wet lenen. Deze
doelstellingen hebben hun waarde bewezen en zijn tot op vandaag bepalend
voor de verhouding van de Awb tot bijzondere wetten. In het kort komt
deze verhouding erop neer dat de wetgever met de Awb beoogt regels te
geven die, omdat ze evenwichtig en algemeen toepasbaar zijn, voor het
gehele bestuursrecht behoren te gelden. Afwijking van de Awb in een
bijzondere wet is mogelijk, maar alleen indien wordt aangetoond dat de
algemene regel op dit specifieke terrein tot onevenwichtige resultaten
leidt. 

Omdat onnodige verschillen tussen de onderwijswetten en de Awb moeten
worden vermeden en het rapport onder meer op de hiervoor genoemde drie
punten relevante aanbevelingen bevat, acht de Afdeling het aangewezen in
de toelichting nader in te gaan op de voornaamste aanbevelingen van het
rapport, en deze te voorzien van een reactie. Hoewel in het wetsvoorstel
een niet onaanzienlijk aantal technische wijzigingen wordt voorgesteld,
is het onwenselijk indien het daarbij zou blijven en zou gestreefd
moeten worden naar een optimale aansluiting bij de Awb. Dit heeft
bovendien als voordeel dat de onderwijswetten zoveel mogelijk in
samenhang worden aangepast.

De Afdeling adviseert in de toelichting hierop nader in te gaan en
inzicht te geven in de vervolgstappen.   

2.	De Afdeling verwijst naar de bij dit advies behorende redactionele
bijlage.

De Afdeling advisering van de Raad van State geeft U in overweging het
voorstel van wet te zenden aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal,
nadat aan het vorenstaande aandacht zal zijn geschonken.

De waarnemend vice-president van de Raad van State,

Redactionele bijlage bij het advies van de Afdeling advisering van de
Raad van State betreffende no.W05.16.0013/I

In artikel I, onder A, een onderdeel toevoegen, dat als volgt luidt:

3. Onderdeel c komt als volgt te luiden: een samenwerkingsschool: de
stichting, bedoeld in artikel 53d.

In artikel 40, achtste lid, van de WPO, ā€œartikel 8:4, onder eā€
vervangen door: artikel 8:4, derde lid, onder b. 

In artikel 85a, eerste lid, van de WPO ā€œverzoekā€ steeds vervangen
door: aanvraag. In het tweede lid ā€œhet verzoekā€ steeds vervangen
door: de aanvraag.

Artikel 140, vijfde lid, van de WPO laten vervallen.   

Artikel 28j, achtste lid, laatste volzin, van de WEC als volgt
formuleren: De Algemene wet bestuursrecht is niet van toepassing op
beslissingen van de stichting die de samenwerkingsschool in stand houdt,
tenzij het beslissingen betreft die zowel in het kader van het bijzonder
onderwijs als in het kader van het openbaar onderwijs een besluit als
bedoeld in artikel 1:3, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht
opleveren.

In artikel 40, veertiende lid, van de WEC, ā€œartikel 8:4, onder eā€
vervangen door: artikel 8:4, derde lid, onder b. 

Artikel 134, vijfde lid, van de WEC laten vervallen. 

In artikel 64, zesde lid, WVO-BES ā€onderscheidenlijkā€ steeds
vervangen door: respectievelijk.

 	J.A. de Boer, F.C.M.A. Michiels,  W. den Ouden,  P.J.J. Zoontjes,
Anders, of toch niet? Een onderzoek naar de mogelijkheden van meer
Awb-conforme onderwijswetgeving, Tilburg/Leiden, maart 2013.

 	Kamerstukken II 1988/89, 21 221, nr. 3, blz.17 e.v.

 	Bij wijze van voorbeeld wijst de Afdeling op de regeling van het
klachtrecht die voor elke onderwijssector met uitzondering van het hoger
onderwijs los staat van de Awb en op het unicum van invoering van een
bestuurlijke boete voor niet-bekostigde instellingen in de WHW
(Kamerstukken II 2015/16, 34 412, nr. 4). 

 PAGE   1 

  PAGE  2 

 PAGE   I 

........................................................................
...........

AAN DE KONING