[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Eindtekst 34578

Wijziging van Participatiewet en enkele andere wetten in verband met het verplichten van beschut werk en met betrekking tot het quotum van arbeidsbeperkten en het openstellen van de Praktijkroute

Eindtekst

Nummer: 2016D48467, datum: 2016-11-29, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van zaak 2016Z19151:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


De Tweede Kamer der Staten- PRIVATE  

Generaal zendt bijgaand door

haar aangenomen wetsvoorstel

aan de Eerste Kamer.

De Voorzitter,

29 november 2016



	Wijziging van Participatiewet en enkele andere wetten in verband met
het verplichten van beschut werk en met betrekking tot het quotum van
arbeidsbeperkten en het openstellen van de Praktijkroute







GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET



		Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden,
Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

	Allen die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

	Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat mensen naar vermogen moeten
kunnen meedoen op de arbeidsmarkt en maatwerk aangeboden moeten krijgen
en dat het hiervoor noodzakelijk is verschillende aanpassingen door te
voeren om de Participatiewet en de Wet banenafspraak en quotum
arbeidsbeperkten en de uitvoering hiervan door colleges van burgemeester
en wethouders verder te stroomlijnen. 

	Zo is het dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State
gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden
en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I.	WIJZIGING PARTICIPATIEWET

	Artikel 10b van de Participatiewet komt te luiden:

Artikel 10b. Participatievoorziening beschut werk

	1. Het college biedt ter uitvoering van artikel 7, eerste lid,
onderdeel a, een persoon als bedoeld in artikel 7, eerste lid, onderdeel
a, of een persoon aan wie het Uitvoeringsinstituut
werknemersverzekeringen een uitkering verstrekt, van wie het college
heeft vastgesteld dat deze uitsluitend in een beschutte omgeving onder
aangepaste omstandigheden mogelijkheden tot arbeidsparticipatie heeft,
ambtshalve of op verzoek een voorziening beschut werk aan, waarbij deze
persoon in een dienstbetrekking in een beschutte omgeving onder
aangepaste omstandigheden werkzaamheden verricht. 

	2. Om vast te stellen of een persoon uitsluitend in een beschutte
omgeving onder aangepaste omstandigheden mogelijkheden tot
arbeidsparticipatie heeft, verricht het Uitvoeringsinstituut
werknemersverzekeringen, op grond van bij of krachtens algemene
maatregel van bestuur te stellen regels, voor het college de
werkzaamheden ten behoeve van die vaststelling en adviseert het college
hierover.

	3. Onverminderd het tweede lid, verricht het Uitvoeringsinstituut
werknemersverzekeringen uitsluitend op verzoek van een persoon als
bedoeld in artikel 7, eerste lid, onderdeel a, van de wet of een persoon
aan wie het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen een uitkering
verstrekt de werkzaamheden ten behoeve van de vaststelling, bedoeld in
het eerste en tweede lid, en adviseert het college hierover. Het
Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen meldt het uitbrengen en een
weergave van de inhoud van dit advies gelijktijdig aan de betreffende
persoon.

	4. Bij ministeriële regeling kan jaarlijks per gemeente het aantal ten
minste te realiseren dienstbetrekkingen, bedoeld in het eerste lid,
worden bepaald. 

	5. De gemeenteraad kan bij verordening een hoger aantal door het
college te realiseren dienstbetrekkingen vaststellen en daarbij,
onverminderd artikel 8a, tweede lid, onderdeel a, regelen hoe deze
additionele omvang van de voorziening wordt bepaald en hoe dan de
volgorde wordt bepaald waarin de personen, bedoeld in het eerste lid,
door het college van een dienstbetrekking worden voorzien.

	6. Het eerste lid is niet van toepassing indien het aantal
dienstbetrekkingen, bedoeld in het vierde of het vijfde lid, door het
college is gerealiseerd.

	7. In de verordening, bedoeld in artikel 8a, eerste lid, onderdeel e,
stelt de gemeenteraad in elk geval vast welke voorzieningen gericht op
arbeidsinschakeling worden aangeboden om de in het eerste lid bedoelde
werkzaamheden mogelijk te maken en welke voorzieningen worden aangeboden
tot het moment dat de dienstbetrekking, bedoeld in het eerste lid,
aanvangt.

	8. De voordracht voor een krachtens het tweede lid vast te stellen
algemene maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier weken
nadat het ontwerp aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd.

	9. Het college verstrekt zo nodig ter uitvoering van het eerste lid, en
artikel 30a, derde lid, onderdeel a van de Wet structuur
uitvoeringsorganisatie werk en inkomen, loonkostensubsidie in
overeenstemming met artikel 10d aan de personen, genoemd in het eerste
lid.

ARTIKEL II. WIJZIGING VAN DE WET FINANCIERING SOCIALE VERZEKERINGEN

	De Wet financiering sociale verzekeringen wordt als volgt gewijzigd:

A 

	Artikel 38b, eerste lid, onderdeel a, komt te luiden: 

	a. die met ondersteuning bij de arbeidsinschakeling van het college van
burgemeester en wethouders op grond van artikel 7, eerste lid, onderdeel
a, van de Participatiewet naar een dienstbetrekking is of wordt
toegeleid of ten behoeve van wie loonkostensubsidie wordt verstrekt op
grond van artikel 10d, tweede lid, van de Participatiewet, en van wie
uitsluitend op verzoek van het college van burgemeester en wethouders
door het UWV is vastgesteld dat hij niet in staat is tot het verdienen
van het wettelijk minimumloon, bedoeld in artikel 2, onderdeel c, van de
Participatiewet, dan wel van wie door het college van burgemeester en
wethouders in overeenstemming met de eisen gesteld aan een
loonwaardevaststelling op grond van artikel 10d, eerste of tweede lid,
van de Participatiewet een loonwaarde is vastgesteld die bij voltijdse
arbeid minder bedraagt dan het wettelijk minimumloon, bedoeld in artikel
2, onderdeel c, van de Participatiewet.

B

	Artikel 49, eerste lid, onderdeel f, komt te luiden:

	f. een persoon is die met ondersteuning bij de arbeidsinschakeling van
het college van burgemeester en wethouders op grond van artikel 7,
eerste lid, onderdeel a, van de Participatiewet naar een
dienstbetrekking is of wordt toegeleid, en van wie door het UWV is
vastgesteld dat hij niet in staat is tot het verdienen van het wettelijk
minimumloon, bedoeld in artikel 2, onderdeel c, van de Participatiewet,
dan wel van wie door het college van burgemeester en wethouders in
overeenstemming met de eisen gesteld aan een loonwaardevaststelling op
grond van artikel 10d, eerste of tweede lid, van de Participatiewet een
loonwaarde is vastgesteld die bij voltijdse arbeid minder bedraagt dan
het wettelijk minimumloon, bedoeld in artikel 2, onderdeel c, van de
Participatiewet, tenzij de dienstbetrekking is aangegaan voor 1 januari
2016; of.

C

	Aan artikel 50, tweede lid, wordt een zinsnede toegevoegd, luidende:,
dan wel artikel 122a voor zover deze personen niet als arbeidsbeperkte
als bedoeld in artikel 38b worden aangemerkt.

ARTIKEL III. WIJZIGING VAN DE WET TEGEMOETKOMINGEN LOONDOMEIN

	Artikel 2.10, eerste lid, onderdeel a, onder 3°, van de Wet
tegemoetkomingen loondomein komt te luiden:

	3°. met ondersteuning bij de arbeidsinschakeling van het college van
burgemeester en wethouders op grond van artikel 7, eerste lid, onderdeel
a, van de Participatiewet naar een dienstbetrekking is of wordt
toegeleid en van wie door het Uitvoeringsinstituut
werknemersverzekeringen is vastgesteld dat hij niet in staat is tot het
verdienen van het wettelijk minimumloon, bedoeld in artikel 2, onderdeel
c, van de Participatiewet, dan wel van wie door het college van
burgemeester en wethouders in overeenstemming met de eisen gesteld aan
een loonwaardevaststelling op grond van artikel 10d, eerste of tweede
lid, van de Participatiewet een loonwaarde is vastgesteld die bij
voltijdse arbeid minder bedraagt dan het wettelijk minimumloon, bedoeld
in artikel 2, onderdeel c, van de Participatiewet, tenzij de
dienstbetrekking is aangegaan voor 1 januari 2016;

ARTIKEL IV. WIJZIGING VAN DE ZIEKTEWET

	Artikel 29b, tweede lid, van de Ziektewet wordt als volgt gewijzigd:

	a. Onderdeel e komt te luiden:

	e. die, voorafgaand aan zijn dienstbetrekking, bedoeld in artikel 3, 4
of 5 die is aangevangen op of na 1 januari 2015, een persoon is die met
ondersteuning bij de arbeidsinschakeling van het college van
burgemeester en wethouders op grond van artikel 7, eerste lid, onderdeel
a, van de Participatiewet naar een dienstbetrekking is of werd toegeleid
of een persoon is ten behoeve van wie loonkostensubsidie wordt verstrekt
op grond van artikel 10d, tweede lid, van de Participatiewet, en van wie
door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen is vastgesteld dat
hij niet in staat is tot het verdienen van het wettelijk minimumloon,
bedoeld in artikel 2, onderdeel c, van de Participatiewet, dan wel van
wie door het college van burgemeester en wethouders in overeenstemming
met de eisen gesteld aan een loonwaardevaststelling op grond van artikel
10d, eerste of tweede lid, van de Participatiewet een loonwaarde is
vastgesteld die bij voltijdse arbeid minder bedraagt dan het wettelijk
minimumloon, bedoeld in artikel 2, onderdeel c, van de Participatiewet,
of.

	b. De slotpassage na onderdeel f komt te luiden: heeft vanaf de eerste
dag van zijn ongeschiktheid tot werken recht op ziekengeld over perioden
van ongeschiktheid tot werken wegens ziekte die zijn aangevangen na
aanvang van de dienstbetrekking. Het recht op ziekengeld van de
werknemer, bedoeld in onderdeel c, ontstaat niet eerder dan zijn recht
op een arbeidsongeschiktheidsuitkering of arbeidsondersteuning op grond
van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten. Het
recht op ziekengeld van de werknemer, bedoeld in onderdeel e, ontstaat
niet eerder dan het moment waarop hij een arbeidsbeperkte wordt als
bedoeld in artikel 38b, eerste of tweede lid, van de Wet financiering
sociale verzekeringen.

ARTIKEL IVA. WIJZIGING WET STROOMLIJNING LOONKOSTENSUBSIDIE
PARTICIPATIEWET

	Artikel III, onderdeel C, van de Wet van 17 november 2016 tot wijziging
van de Participatiewet, de Wet tegemoetkomingen loondomein, de Wet
financiering sociale verzekeringen en de Wet
arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten in verband met
stroomlijning van de loonkostensubsidie op grond van de Participatiewet
en enkele andere wijzigingen (Stb. 2016, 444) vervalt.

ARTIKEL IVB. EVALUATIE

	Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid zendt in 2019 aan de
Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van
deze wet in de praktijk.

ARTIKEL V. INWERKINGTREDING

	Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen
tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan
verschillend kan worden vastgesteld. In dat besluit wordt zo nodig
toepassing gegeven aan artikel 12 van de Wet raadgevend referendum.

 

	Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en
dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks
aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

 

 

 PAGE    

 PAGE   5