[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

34253, eindtekst

Wijziging van de Faillissementswet in verband met de versterking van de positie van de curator (Wet versterking positie curator)

Eindtekst

Nummer: 2016D50900, datum: 2016-12-20, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van zaak 2015Z14043:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


De Tweede Kamer der Staten- PRIVATE  

Generaal zendt bijgaand door

haar aangenomen wetsvoorstel

aan de Eerste Kamer.

De Voorzitter,

20 december 2017



	Wijziging van de Faillissementswet in verband met de versterking van de
positie van de curator (Wet versterking positie curator)







GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET



	Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins
van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. 

Allen die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben dat het wenselijk is de positie
van de curator te versterken ten behoeve van de bestrijding van
faillissementsfraude  en de bestrijding van de maatschappelijke schade
van faillissementen door zowel de informatiepositie van de curator te
verbeteren door de inlichtingen- en medewerkingsplichten alsmede de
plicht tot het overleggen van de administratie in faillissementen te
verduidelijken en te versterken, als door te voorzien in een
vervolgprocedure voor de gevallen waarin de curator onregelmatigheden in
een faillissement signaleert; 

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State
gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden
en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I 

De Faillissementswet wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 67, eerste lid, derde volzin, wordt na “60, derde lid,”
ingevoegd: 68, tweede lid,.

B

Onder vernummering van het tweede tot derde lid, wordt in artikel 68 een
lid ingevoegd, luidende:

2. De curator: 

a. beziet bij het beheer en de vereffening van de failliete boedel of er
sprake is 

van onregelmatigheden die het faillissement, althans mede, hebben
veroorzaakt, de vereffening van de failliete boedel bemoeilijken of het
tekort in het faillissement hebben vergroot;

b. informeert hierover de rechter-commissaris vertrouwelijk; en

c. doet, zo hij of de rechter-commissaris dit nodig acht, melding of
aangifte van onregelmatigheden bij de bevoegde instanties. 

C

Aan artikel 69, eerste lid, wordt een volzin toegevoegd, luidende: 
Niettemin staat geen beroep open tegen de beslissing van de curator om
al dan niet melding of aangifte van onregelmatigheden te doen, als
bedoeld in artikel 68, tweede lid, onder c.

D

Aan artikel 71 wordt een lid toegevoegd, luidende: 

3. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels
worden gesteld over de financiering van de werkzaamheden van de curator,
bedoeld in artikel 68, tweede lid. 

E

In artikel 72, tweede lid, wordt “artikel 68, tweede lid,” vervangen
door: artikel 68, derde lid,.

F

Aan artikel 73a wordt een derde lid toegevoegd, luidende: 

3. In zijn verslag geeft de curator aan hoe hij zich heeft gekweten van
zijn taak, bedoeld in artikel 68, tweede lid, onder a en c. 

G

Artikel 105 komt te luiden:

Artikel 105 

1. De gefailleerde is verplicht de curator, de schuldeiserscommissie en
de rechter-commissaris alle inlichtingen te verschaffen als dit van hem
wordt verlangd, op de wijze als daarbij is bepaald. De gefailleerde
licht de curator eigener beweging in over feiten en omstandigheden
waarvan hij weet of behoort te weten dat deze voor de omvang, het beheer
of de vereffening van de boedel van belang zijn. 

2. De gefailleerde die in het buitenland vermogensbestanddelen heeft,
zoals banktegoeden of onroerend goed, is verplicht: 

a. de curator daarover in te lichten; en

b. alle medewerking te verlenen, waaronder zo nodig de verschaffing van
een

volmacht, om de curator de beschikking te geven over die buitenlandse
vermogensbestanddelen. 

3. Indien de gefailleerde in enige gemeenschap van goederen is gehuwd of
in enige gemeenschap van goederen een geregistreerd partnerschap is
aangegaan, rust de plicht om inlichtingen te geven op ieder van de
echtgenoten onderscheidenlijk van de geregistreerde partners voor zover
het faillissement de gemeenschap betreft.

H

Na artikel 105 worden twee artikelen ingevoegd, luidende:

Artikel 105a

1. De gefailleerde verleent de curator alle medewerking aan het beheer
en de vereffening van de boedel. 

2. De gefailleerde draagt terstond de administratie en de daartoe
behorende boeken, bescheiden en andere gegevensdragers volledig en
ongeschonden aan de curator over. Zo nodig stelt de gefailleerde de
curator alle middelen ter beschikking om de inhoud binnen redelijke
termijn leesbaar te maken.

3. Indien de gefailleerde in enige gemeenschap van goederen is gehuwd of
in enige gemeenschap van goederen een geregistreerd partnerschap is
aangegaan, rust de plicht om medewerking te verlenen op ieder van de
echtgenoten onderscheidenlijk van de geregistreerde partners voor zover
het faillissement de gemeenschap betreft.

Artikel 105b

1. Derden met inbegrip van accountantsorganisaties en een externe
accountant, die in de uitoefening van hun beroep of bedrijf, op welke
wijze dan ook, de administratie van de gefailleerde geheel of
gedeeltelijk onder zich hebben, stellen die administratie en de daartoe
behorende boeken, bescheiden en andere gegevensdragers desgevraagd
volledig en ongeschonden aan de curator ter beschikking,  zo nodig met
inbegrip van de middelen om de inhoud binnen redelijke tijd leesbaar te
maken. 

2. In afwijking van artikel 60 kunnen derden geen beroep op een
retentierecht doen ten aanzien van de administratie van de gefailleerde
die zij in de uitoefening van hun beroep of bedrijf, op welke wijze dan
ook, onder zich hebben als de curator die administratie op grond van het
eerste lid heeft opgevraagd.

3. Elk beding dat strijdig is met het bepaalde in het eerste of tweede
lid is nietig.

I

Artikel 106 komt te luiden:

Artikel 106

1. Bij het faillissement van een rechtspersoon zijn de bepalingen van de
artikelen 87 tot en met 92, 105, eerste en tweede lid, alsmede 105a,
eerste en tweede lid, op bestuurders en commissarissen toepasselijk
alsmede op eenieder die in de drie jaar voorafgaande aan het
faillissement bestuurder of commissaris was.

2. Met een bestuurder wordt voor de toepassing van het eerste lid
gelijkgesteld: 

a. degene die het beleid van de rechtspersoon heeft bepaald of mede
heeft bepaald als ware hij bestuurder;  

b. de bestuurder van een of meer rechtspersonen alsmede de vennoot van
een of meer vennootschappen onder firma of commanditaire vennootschappen
die bestuurder is of zijn van de failliete rechtspersoon.

3. Bij het faillissement van een vennootschap onder firma of een
commanditaire vennootschap zijn de eerste twee leden van overeenkomstige
toepassing. 

J

Artikel 117 komt te luiden:

Artikel 117 

1. De in artikel 116 bedoelde verplichtingen van de gefailleerde rusten
bij het faillissement van een rechtspersoon op elk van de in artikel
106, eerste en tweede lid, bedoelde personen als zij door de curator
worden opgeroepen tot bijwoning van de verificatievergadering.

2. Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing op een vennootschap
onder firma en een commanditaire vennootschap. 

K

In artikel 327 wordt “105” vervangen door: 105b.

ARTIKEL II

1. Artikel I of onderdelen daarvan zijn na inwerkingtreding van
toepassing op 

faillissementen die zijn uitgesproken na het tijdstip van
inwerkingtreding.  

2. In het geval een faillissement binnen drie jaar na de
inwerkingtreding van artikel I, onder I, wordt uitgesproken, moet in
artikel 106, eerste lid, Fw (nieuw) in plaats van “alsmede op eenieder
die in de drie jaar voorafgaande aan het faillissement bestuurder of
commissaris was” worden gelezen: alsmede op eenieder die na de
inwerkingtreding van dit artikel bestuurder of commissaris was.  

ARTIKEL IIa

	Onze Minister zendt binnen vier jaar na inwerkingtreding van deze wet
aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en de
effecten van deze wet in de praktijk. In het verslag wordt in ieder
geval ingegaan op de gevolgen van deze wet voor het aantal
fraudemeldingen en de financiële impact op crediteuren.

ARTIKEL III

De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk
besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of
onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld. 

ARTIKEL IV

Deze wet wordt aangehaald als: Wet versterking positie curator. 

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks
aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Veiligheid en Justitie,

De Minister van Veiligheid en Justitie,

 

 

 PAGE    

 PAGE   5