[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [šŸ” uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

34453, bijgewerkt t/m nr. 13 (2e NvW d.d. 18 januari 2017)

Bijgewerkte tekst

Nummer: 2017D01256, datum: 2017-01-17, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van zaak 2016Z07879:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (šŸ”— origineel)


Bijgewerkt t/m nr. 13 (Tweede NvW d.d. 18 januari 2017)



	34 453	Wijziging van de Woningwet, de Wet algemene bepalingen
omgevingsrecht en het Burgerlijk Wetboek in verband met de invoering van
een nieuw stelsel van kwaliteitsborging voor het bouwen en de
versterking van de positie van de bouwconsument (Wet kwaliteitsborging
voor het bouwen)







Nr. 2	VOORSTEL VAN WET



	Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins
van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het in verband met de
verbetering van de bouwkwaliteit wenselijk is te regelen dat voor het
bouwen van aan te wijzen categorieƫn bouwwerken gebruik wordt gemaakt
van een toegelaten instrument voor kwaliteitsborging, dat voor die
categorieƫn bouwwerken de beoordeling door het bevoegd gezag of het
bouwen van het bouwwerk waarop de aanvraag om een omgevingsvergunning
betrekking heeft, voldoet aan de bij of krachtens artikel 2 of 120 van
de Woningwet gestelde voorschriften wordt vervangen door een beoordeling
of voldaan wordt aan voor de toepassing van het instrument voor
kwaliteitsborging gestelde eisen, en dat de privaatrechtelijke positie
van de opdrachtgever wordt versterkt;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden
en verstaan bij deze:

ARTIKEL I 

De Woningwet wordt als volgt gewijzigd:

A

Na artikel 7a van de Woningwet wordt een afdeling ingevoegd, luidende:

AFDELING 1A. KWALITEITSBORGING VOOR HET BOUWEN

Paragraaf 1. Instrumenten voor kwaliteitsborging

Artikel 7aa 

In deze afdeling wordt verstaan onder:

a. instrument voor kwaliteitsborging: beoordelingsmethodiek die tot doel
heeft vast te stellen of er een gerechtvaardigd vertrouwen bestaat dat
het bouwen van een bouwwerk voldoet aan de voorschriften die zijn
gesteld bij of krachtens een algemene maatregel van bestuur als bedoeld
in artikel 2, eerste lid, aanhef en onder a, en vierde lid, of artikel
120;

b. toelatingsorganisatie: toelatingsorganisatie kwaliteitsborging bouw
als bedoeld in artikel 7ak;

c. instrumentaanbieder: natuurlijk persoon of rechtspersoon die een
aanvraag tot toelating van een instrument voor kwaliteitsborging tot het
stelsel van kwaliteitsborging voor het bouwen indient bij de
toelatingsorganisatie;

d. kwaliteitsborger: natuurlijk persoon of rechtspersoon die met
toestemming van de instrumentaanbieder een toegelaten instrument voor
kwaliteitsborging toepast.

Artikel 7ab 

1. Bij algemene maatregel van bestuur worden categorieƫn bouwwerken
aangewezen ten aanzien waarvan het bouwen wordt onderworpen aan een
instrument voor kwaliteitsborging.

2. De aanwijzing van de categorieƫn bouwwerken geschiedt met
inachtneming van de bij of krachtens de algemene maatregel van bestuur,
bedoeld in het eerste lid, vastgestelde gevolgklassen voor de
verschillende typen bouwwerken.

3. Voor het bouwen van een bouwwerk dat onder een categorie bouwwerken
als bedoeld in het eerste lid valt, wordt door een kwaliteitsborger een
door de toelatingsorganisatie tot het stelsel van kwaliteitsborging
toegelaten instrument voor kwaliteitsborging toegepast dat afgestemd is
op de gevolgklasse waaronder het type bouwwerk valt.

Artikel 7ac 

1. Een instrument voor kwaliteitsborging is gericht op de integrale
beoordeling van het bouwen van een bouwwerk aan de voorschriften die
zijn gesteld bij of krachtens een algemene maatregel van bestuur als
bedoeld in artikel 2, eerste lid, aanhef en onder a, en vierde lid, of
artikel 120, en beschrijft op welke wijze de kwaliteitsborging bij het
bouwen dient te worden ingericht en uitgevoerd om ervoor te zorgen dat
in overeenstemming met deze voorschriften wordt gebouwd.

2. De instrumentaanbieder ziet erop toe dat de toepassing van het
instrument voor kwaliteitsborging plaatsvindt overeenkomstig de in het
instrument gestelde eisen aan de beoordeling en de beschrijving, bedoeld
in het eerste lid, en treft de maatregelen die nodig zijn om een
onjuiste toepassing van het instrument tegen te gaan. 

3. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld
waaraan de beoordeling en de beschrijving, bedoeld in het eerste lid,
minimaal dienen te voldoen. Deze regels strekken er in ieder geval toe
dat in een instrument voor kwaliteitsborging wordt voorgeschreven: 

a. op welke wijze de kwaliteitsborger voorziet in de beoordeling,
bedoeld in het eerste lid; 

b. op welke wijze de kwaliteitsborger waarborgt dat de werkzaamheden in
het kader van kwaliteitsborging reproduceerbaar en transparant zijn;

c. in welke gevallen toestemming wordt verleend om het instrument voor
kwaliteitsborging als kwaliteitsborger toe te passen;

d. op welke wijze de onafhankelijke uitvoering van de werkzaamheden in
het kader van de kwaliteitsborging wordt gewaarborgd;

e. aan welke minimumeisen voor opleiding en ervaring de personen die de
werkzaamheden in het kader van de kwaliteitsborging uitvoeren, dienen te
voldoen;

f. op welke wijze de verantwoordelijkheid voor de toepassing van het
instrument voor kwaliteitsborging is geregeld in de administratieve
organisatie van de kwaliteitsborger;

g. welke gegevens en bescheiden beschikbaar moeten zijn voor de
toelatingsorganisatie en de instrumentaanbieder in verband met het
toezicht op de goede werking en de juiste toepassing van het instrument
voor kwaliteitsborging;

h. welke gegevens en bescheiden bij de afronding van de werkzaamheden in
het kader van de kwaliteitsborging aan de opdrachtgever dienen te worden
verstrekt;

i. op welke wijze de instrumentaanbieder toeziet op de juiste toepassing
van het instrument voor kwaliteitsborging en welke maatregelen worden
getroffen om een onjuiste toepassing van het instrument voor
kwaliteitsborging tegen te gaan.

Artikel 7ad

1. De toelatingsorganisatie beslist op aanvraag van de
instrumentaanbieder over de toelating van een instrument voor
kwaliteitsborging tot het stelsel van kwaliteitsborging voor het bouwen.
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld
met betrekking tot de wijze waarop de aanvraag om toelating van het
instrument voor kwaliteitsborging wordt gedaan, de gegevens die daarbij
van de instrumentaanbieder worden verlangd en de termijn waarbinnen de
beschikking op de aanvraag wordt gegeven.

2. De toelatingsorganisatie weigert de toelating van het instrument voor
kwaliteitsborging, indien:

a. het instrument voor kwaliteitsborging niet voldoet aan de bij of
krachtens artikel 7ac, derde lid, gestelde regels;

b. de instrumentaanbieder in faillissement of surseance van betaling
verkeert.

3. Een beschikking tot toelating van het instrument voor
kwaliteitsborging vermeldt in ieder geval de gevolgklasse en het type
bouwwerk waarop het instrument is gericht.

Artikel 7ae

1. De toelatingsorganisatie trekt de toelating van een instrument voor
kwaliteitsborging in, indien de instrumentaanbieder daarom verzoekt.

2. De toelatingsorganisatie kan de toelating van een instrument voor
kwaliteitsborging intrekken, indien:

a. de gegevens die met het oog op de toelating zijn verstrekt, zodanig
onjuist of onvolledig blijken, dat op de aanvraag om toelating een
andere beslissing zou zijn genomen, indien bij de beoordeling daarvan de
juiste omstandigheden volledig bekend waren geweest;

b. het toegelaten instrument voor kwaliteitsborging niet meer voldoet
aan de bij of krachtens artikel 7ac, derde lid, gestelde regels;

c. de instrumentaanbieder handelt in strijd met het bepaalde in artikel
7ac, tweede lid, of met een of meer andere uit de toelating van een
instrument voor kwaliteitsborging voortvloeiende verplichtingen;

d. de instrumentaanbieder failliet is verklaard.

3. Indien de toelating van een instrument voor kwaliteitsborging wordt
ingetrokken, blijft het instrument geldig gedurende zes maanden na de
datum waarop de beschikking tot intrekking van de toelating is gegeven,
in de gevallen waarin de kwaliteitsborging met toepassing van dat
instrument voor die datum is aangevangen. De toelatingsorganisatie kan
een kortere termijn vaststellen of bepalen dat de toepassing van het
instrument voor kwaliteitsborging terstond wordt beƫindigd, indien de
kwaliteitsborging met toepassing van het betreffende instrument leidt
tot strijdigheden met de voorschriften, die zijn gesteld bij of
krachtens een algemene maatregel van bestuur als bedoeld in artikel 2,
eerste lid, aanhef en onder a, en vierde lid, of artikel 120. 

Artikel 7af

1. De toelatingsorganisatie kan de toelating van een instrument voor
kwaliteitsborging schorsen voor een door haar vast te stellen termijn.

2. De toelating van een instrument voor kwaliteitsborging wordt in ieder
geval geschorst, indien de instrumentaanbieder in surseance van betaling
verkeert.

3. De toelatingsorganisatie vermeldt in de beschikking tot schorsing:

a. de reden van schorsing;

b. de termijn waarbinnen geconstateerde tekortkomingen moeten zijn
hersteld, en

c. de gevolgen van het achterwege blijven van herstel.

4. Het instrument voor kwaliteitsborging kan gedurende de termijn van
schorsing worden toegepast in de gevallen waarin de kwaliteitsborging
met toepassing van dat instrument voor de datum waarop de beschikking
tot schorsing is gegeven, is aangevangen. De toelatingsorganisatie kan
een kortere termijn vaststellen of bepalen dat de toepassing terstond
wordt beƫindigd, indien de kwaliteitsborging met toepassing van het
betreffende instrument leidt tot strijdigheid met de voorschriften, die
zijn gesteld bij of krachtens een algemene maatregel van bestuur als
bedoeld in artikel 2, eerste lid, aanhef en onder a, en vierde lid, of
artikel 120.

Artikel 7ag

1. De toelatingsorganisatie kan de instrumentaanbieder een waarschuwing
geven, inhoudende dat door de toelatingsorganisatie geconstateerde
tekortkomingen bij de toepassing van het instrument voor
kwaliteitsborging worden onderzocht en dat aan de toelatingsorganisatie
wordt gerapporteerd over de oorzaken van die tekortkomingen en de wijze
waarop deze worden hersteld. 

2. In de beschikking tot het geven van de waarschuwing vermeldt de
toelatingsorganisatie de termijn waarbinnen aan de waarschuwing gevolg
moet zijn gegeven. 

Artikel 7ah

1. De instrumentaanbieder van een toegelaten instrument voor
kwaliteitsborging verstrekt de toelatingsorganisatie de volgende
gegevens:

a. aan welke kwaliteitsborgers hij toestemming heeft verleend het
instrument toe te passen;

b. welke kwaliteitsborgers een waarschuwing hebben gekregen in verband
met tekortkomingen bij de toepassing van het instrument; en

c. ten aanzien van welke kwaliteitsborgers de toestemming om het
instrument toe te passen is geschorst of ingetrokken.

2. De instrumentaanbieder van een toegelaten instrument voor
kwaliteitsborging informeert de toelatingsorganisatie onverwijld over
zijn door de rechtbank uitgesproken faillissement of surseance van
betaling.

3. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden nadere regels
gesteld met betrekking tot het verstrekken van de gegevens, bedoeld in
het eerste lid.

Artikel 7ai

1. De toelatingsorganisatie houdt een register bij van:

a. toegelaten instrumenten voor kwaliteitsborging, met vermelding van de
gevolgklassen en de typen bouwwerken waarop de instrumenten zijn
gericht; 

b. instrumentaanbieders van de toegelaten instrumenten voor
kwaliteitsborging; 

c. door de instrumentaanbieder bij of krachtens artikel 7ah, eerste en
derde lid, verstrekte gegevens;

d. aan instrumentaanbieders krachtens artikel 7ag gegeven
waarschuwingen; 

e. schorsingen van de toelating van instrumenten voor kwaliteitsborging
krachtens artikel 7af;

f. intrekkingen van de toelating van instrumenten voor kwaliteitsborging
krachtens artikel 7ae. 

2. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden nadere regels
gesteld met betrekking tot de in het register op te nemen gegevens en de
verwerking van die gegevens.

3. Het register wordt kosteloos langs elektronische weg ter beschikking
gesteld aan een ieder. 

Artikel 7aj

1. De instrumentaanbieder is een vergoeding verschuldigd voor de kosten
die samenhangen met:

a. het behandelen van een aanvraag om toelating van een instrument voor
kwaliteitsborging tot het stelsel van kwaliteitsborging voor het bouwen
als bedoeld in artikel 7ad; en 

b. het bijhouden van de gegevens in het register, bedoeld in artikel
7ai, eerste lid, onder a tot en met c. 

2. De instrumentaanbieder is een bijdrage verschuldigd in de kosten die
verband houden met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of
krachtens artikel 7ac en artikel 7ah. 

3. De toelatingsorganisatie stelt de vergoedingen en de bijdrage,
bedoeld in het eerste en tweede lid, alsmede de wijze van betaling van
deze vergoedingen en bijdrage, vast.

4. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld
met betrekking tot de toepassing van het eerste tot en met derde lid. 

Paragraaf 2. Toelatingsorganisatie

Artikel 7ak 

1. Er is een toelatingsorganisatie kwaliteitsborging bouw.

2. De toelatingsorganisatie heeft de volgende taken:

a. het beslissen op aanvragen om toelating van instrumenten voor
kwaliteitsborging tot het stelsel van kwaliteitsborging voor het bouwen;

b. het houden van toezicht op de naleving van het bepaalde bij of
krachtens artikel 7ac en artikel 7ah;

c. het geven van waarschuwingen met betrekking tot de toepassing van
toegelaten instrumenten voor kwaliteitsborging, het schorsen of het
intrekken van toelatingen als bedoeld in onderdeel a; 

d. het bijhouden van het register, bedoeld in artikel 7ai;

e. het vaststellen van de vergoedingen en de bijdrage, bedoeld in
artikel 7aj, eerste en tweede lid;

f. het geven van voorlichting over de toepassing van de regels met
betrekking tot de toelating van instrumenten voor kwaliteitsborging tot
het stelsel van kwaliteitsborging voor het bouwen;

g. het monitoren en evalueren van het functioneren van het stelsel van
kwaliteitsborging voor het bouwen.

3. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels
worden gesteld over de uitoefening van de taken, bedoeld in het tweede
lid, en kunnen aan de toelatingsorganisatie andere taken dan de taken,
genoemd in het eerste lid, worden opgedragen. 

Artikel 7al 

1. De toelatingsorganisatie bestaat uit een voorzitter en ten hoogste
twee andere leden. 

2. De leden worden benoemd voor een periode van ten hoogste vier jaar en
kunnen eenmalig worden herbenoemd. 

Artikel 7am 

Onze Minister stelt ten behoeve van de uitoefening van de in artikel
7ak, tweede lid, bedoelde taken, personeel ter beschikking van de
toelatingsorganisatie.

Artikel 7an 

1. De kosten van de toelatingsorganisatie die samenhangen met de
uitoefening van de in artikel 7ak, tweede lid, onder a en d, bedoelde
taken, worden bekostigd uit de vergoedingen, bedoeld in artikel 7aj,
eerste lid.

2. De kosten van de toelatingsorganisatie die samenhangen met de
uitoefening van de in artikel 7ak, tweede lid, onder b, bedoelde taak,
worden deels bekostigd uit de bijdrage, bedoeld in artikel 7aj, tweede
lid, en deels bekostigd door Onze Minister, volgens een bij of krachtens
algemene maatregel van bestuur te bepalen verdeelsleutel.

3. De kosten van de toelatingsorganisatie die samenhangen met de
uitoefening van de in artikel 7ak, tweede lid, onder c, f en g, bedoelde
taken worden bekostigd door Onze Minister. 

Artikel 7ao 

1. De toelatingsorganisatie stelt een bestuursreglement vast.

2. In het bestuursreglement worden de hoofdlijnen van de inrichting en
de werkwijze van de organisatie van de toelatingsorganisatie
vastgesteld. 

Artikel 7ap 

In het jaarverslag, bedoeld in artikel 18 van de Kaderwet zelfstandige
bestuursorganen, beschrijft de toelatingsorganisatie tevens de wijze
waarop het stelsel van de kwaliteitsborging voor het bouwen in dat jaar
heeft gefunctioneerd. 

B

Aan artikel 92 wordt een lid toegevoegd, luidende:

3. In afwijking van het eerste en tweede lid, zijn met het toezicht op
de naleving van het bepaalde bij of krachtens artikel 7ac en artikel 7ah
belast de bij besluit van de toelatingsorganisatie kwaliteitsborging
bouw, bedoeld in artikel 7ak, eerste lid, aangewezen ambtenaren die deel
uitmaken van het personeel, bedoeld in artikel 7am. Van een besluit als
bedoeld in de eerste volzin wordt mededeling gedaan door plaatsing in de
Staatscourant.

ARTIKEL II 

De Wet algemene bepalingen omgevingsrecht wordt als volgt gewijzigd:

A

Aan artikel 2.10 worden twee leden toegevoegd, luidende:

3. Het eerste lid, onder a, is niet van toepassing op: 

a. de categorieƫn bouwwerken ten aanzien waarvan het bouwen krachtens
artikel 7ab van de Woningwet wordt onderworpen aan een instrument voor
kwaliteitsborging;

b. bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen andere categorieƫn
bouwwerken. 

4. In de gevallen, bedoeld in het derde lid, onder a, wordt de
omgevingsvergunning geweigerd, indien uit de aanvraag en de daarbij
verstrekte gegevens en bescheiden niet blijkt dat wordt voldaan aan de
in artikel 7ab, derde lid, van de Woningwet gestelde eisen.

B

Na artikel 8.3 wordt een artikel ingevoegd, luidende: 

Artikel 8.3a

Op een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een activiteit als
bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, ingediend voor het tijdstip
van inwerkingtreding van artikel II van de Wet kwaliteitsborging voor
het bouwen, alsmede op enig bezwaar of beroep tegen een beslissing op
een dergelijke aanvraag, blijft artikel 2.10 van toepassing zoals dat
luidde op het tijdstip waarop de aanvraag is ingediend.

ARTIKEL III

Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek wordt als volgt gewijzigd:

A

Aan artikel 758 wordt een lid toegevoegd, luidende: 

4. In afwijking van het derde lid, is bij aanneming van bouwwerken de
aannemer aansprakelijk voor gebreken die bij de oplevering van het werk
niet zijn ontdekt, tenzij deze gebreken niet aan de aannemer zijn toe te
rekenen. Van dit lid kan niet ten nadele van de opdrachtgever worden
afgeweken, voor zover de opdrachtgever een natuurlijk persoon is die
niet handelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf. In andere
gevallen kan van dit lid alleen ten nadele van de opdrachtgever worden
afgeweken, indien dit uitdrukkelijk in de overeenkomst is opgenomen. 

B

Na artikel 765 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 765a

1. Voordat de opdrachtgever gebonden is aan een overeenkomst als bedoeld
in artikel 765 dan wel aan een daartoe strekkend aanbod, informeert de
aannemer de opdrachtgever schriftelijk en ondubbelzinnig of en, zo ja,
op welke wijze de nakoming van zijn verplichtingen tot uitvoering van
het werk en zijn aansprakelijkheid voor gebreken die aan hem zijn toe te
rekenen door een verzekering dan wel een andere financiƫle zekerheid is
of zal worden gedekt. Deze informatie wordt op een voor de opdrachtgever
duidelijke en begrijpelijke wijze verstrekt en ziet in ieder geval op de
omvang van de verzekering of de financiƫle zekerheid, de dekkingsgraad,
de looptijd en de som waarvoor de verzekering is afgesloten dan wel de
financiƫle zekerheid is verstrekt.

2. De in het eerste lid bedoelde informatie vormt een integraal
onderdeel van de overeenkomst. 

C

Artikel 768 wordt als volgt gewijzigd:

1. Onder vernummering van het tweede tot en met vierde lid tot derde tot
en met vijfde lid wordt een lid ingevoegd, luidende:

2. De aannemer stelt de opdrachtgever uiterlijk twee maanden na het
tijdstip van oplevering, doch niet eerder dan Ć©Ć©n maand na dat
tijdstip, schriftelijk in de gelegenheid aan te geven of hij van de in
artikel 262 van Boek 6 toegekende bevoegdheid gebruik wenst te maken. De
aannemer stuurt hiervan een afschrift aan de notaris. 

2. In het derde lid (nieuw) wordt na ā€œhet tijdstip van opleveringā€
ingevoegd: ā€œ, indien hij het afschrift, bedoeld in het tweede lid,
heeft ontvangenā€.

3. In het vierde lid (nieuw) wordt ā€œvervangende zekerheidā€ vervangen
door: een aan het depot gelijkwaardige zekerheid. 

4. In het vijfde lid (nieuw) wordt ā€œvervangende zekerheidā€ vervangen
door  ā€œgelijkwaardige zekerheidā€ en ā€œlid 2ā€ door: lid 3. 

ARTIKEL IV 

Na artikel 217 van de Overgangswet nieuw Burgerlijk Wetboek wordt een
artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 218 

1. De artikelen 758, vierde lid, en 765a van Boek 7 zijn niet van
toepassing op overeenkomsten van aanneming van werk die zijn gesloten
vĆ³Ć³r de inwerkingtreding van artikel III van de Wet kwaliteitsborging
voor het bouwen. 

2. Op overeenkomsten van aanneming van werk die zijn gesloten vĆ³Ć³r de
inwerkingtreding van artikel III van de Wet kwaliteitsborging voor het
bouwen is artikel 768 van Boek 7 van toepassing zoals dat artikel luidde
ten tijde van het sluiten van die overeenkomsten. 

ARTIKEL V 

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen
tijdstip dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan
verschillend kan worden vastgesteld. 

ARTIKEL VI

Deze wet wordt aangehaald als: Wet kwaliteitsborging voor het bouwen.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks
aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden. 

Gegeven

De Minister voor Wonen en Rijksdienst, 

De Minister van Veiligheid en Justitie, 

 

 

 PAGE    

 PAGE   1