Preview document (🔗 origineel)

---

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 24 januari 2017

Bij brief van 10 maart 2016 heeft de vaste commissie voor Onderwijs,
Cultuur en Wetenschap mij een brief voorgelegd van de heer F. over de
mogelijkheid tot het afleggen van een colloquium doctum door zijn
19-jarige zoon, met het verzoek om een reactie.

Ik wil eerst graag tot uiting brengen dat ik het verhaal van de heer F.
zeer spijtig vind om te horen. Elk kind zou onderwijs moeten krijgen dat
aansluit op zijn of haar kennen en kunnen en op basis daarvan de
gelegenheid moeten hebben door te stromen naar een vervolgopleiding. 

Tegelijkertijd kan ik in de situatie van de heer F. en zijn zoon weinig
betekenen, omdat ook ik gebonden ben aan wet- en regelgeving. In dit
verband wijs ik op de vooropleidingseisen, die gelden voor de toelating
tot het hoger onderwijs. Voor het hbo geldt als vooropleidingseis het
diploma mbo, havo of vwo, voor het wo geldt als eis het diploma vwo.
Deze eisen zijn een bewuste keuze. Diploma’s garanderen immers een
bepaald niveau en vormen het bewijs dat de bezitter ervan kan
doorstromen naar een vervolgopleiding of de arbeidsmarkt. Er wordt
zekerheid geboden dat hij of zij een bepaald beginniveau heeft, zelfs in
het geval dat een student de gekozen vervolgopleiding niet afrondt. 

Als uitzondering op deze regels omtrent de toelatingseisen, schrijft de
heer F.

in zijn brief aan uw Kamer over de mogelijkheden van het colloquium
doctum. Het colloquium doctum is bedoeld voor personen die door
omstandigheden niet het juiste diploma hebben dat recht op toelating tot
het hoger onderwijs geeft, of überhaupt geen diploma hebben. Zij kunnen
door middel van een met voldoende resultaat afgelegd onderzoek bij een
instelling alsnog een opleiding bij die instelling gaan doen. Daarmee
krijgt deze groep een extra kans om naar het hoger onderwijs te gaan.
Het is niet bedoeld als een regulier traject voor leerlingen die gezakt
zijn voor hun voortgezet onderwijs. Vanuit breder maatschappelijk
perspectief is het niet wenselijk om zonder diploma door te stromen naar
het vervolgonderwijs. De wet geeft, afgezien van de wettelijke
uitzonderingen, geen mogelijkheden daarvan af te wijken. In verband
daarmee is gekozen voor de leeftijd van 21 jaar om te mogen deelnemen
aan het colloquium doctum. 

Hoe zeer ik de situatie van de heer F. en zijn zoon ook begrijp, zou
mijn advies aan de heer F. toch zijn dat zijn zoon een vwo-diploma
behaalt, mogelijk via het volwassenonderwijs. Het voortgezet algemeen
volwassenenonderwijs (vavo) is bedoeld voor personen, die 18 jaar of
ouder zijn. Via dit onderwijs kan men een diploma voor het vmbo-tl
(theoretische leerweg), havo of vwo halen. Het vavo wordt verzorgd door
mbo-instellingen (ROC’s) en wordt overdag en bij sommige instellingen
ook ‘s avonds gegeven. Voor informatie over een vavo-opleiding kan de
heer F. contact opnemen met een mbo-instelling bij hem de buurt. Ook kan
soms een opleiding – zowel op het vavo als het reguliere voortgezet
onderwijs - versneld worden gevolgd, bijvoorbeeld 2 jaar havo of vwo in
1 jaar. 

Ik hoop dat het zijn zoon toch lukt om via die weg zijn wens om een
opleiding te gaan volgen, te laten uitkomen.

De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

M. Bussemaker