[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Wijziging van de Gemeentewet, de Provinciewet en de Waterschapswet in verband met het beperken van de heffingsbevoegdheid van precariobelasting voor enige openbare werken van algemeen nut

Wijziging van de Gemeentewet, de Provinciewet en de Waterschapswet in verband met het beperken van de heffingsbevoegdheid van precariobelasting voor enige openbare werken van algemeen nut

Eindtekst

Nummer: 2017D06239, datum: 2017-02-22, bijgewerkt: 2024-05-15 13:13, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van zaak 2016Z13130:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)




De Tweede Kamer der Staten- PRIVATE  

Generaal zendt bijgaand door

haar aangenomen wetsvoorstel

aan de Eerste Kamer.

De Voorzitter,

21 februari 2017



	Wijziging van de Gemeentewet, de Provinciewet en de Waterschapswet in
verband met het beperken van de heffingsbevoegdheid van
precariobelasting voor enige openbare werken van algemeen nut



	GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET



	Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins
van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de
heffingsbevoegdheid van precariobelasting op enige openbare werken van
algemeen nut te beperken en daartoe de Gemeentewet, de Provinciewet en
de Waterschapswet te wijzigen;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State
gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden
en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

Artikel 228 van de Gemeentewet wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding “1.” geplaatst.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

2. Geen belasting wordt geheven ter zake van:

a. de infrastructuur, bedoeld in artikel 7, derde lid, van de
Drinkwaterwet;

b. een net als bedoeld in artikel 20, eerste lid, van de
Elektriciteitswet 1998;

c. een gastransportnet als bedoeld in artikel 39a van de Gaswet, of

d. werken als bedoeld in artikel 38 van de Warmtewet.

ARTIKEL II

Artikel 222c van de Provinciewet wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding “1.” geplaatst.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

2. Geen belasting wordt geheven ter zake van:

a. de infrastructuur, bedoeld in artikel 7, derde lid, van de
Drinkwaterwet;

b. een net als bedoeld in artikel 20, eerste lid, van de
Elektriciteitswet 1998;

c. een gastransportnet als bedoeld in artikel 39a van de Gaswet, of

d. werken als bedoeld in artikel 38 van de Warmtewet.

ARTIKEL III

Artikel 114 van de Waterschapswet wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding “1.” geplaatst. 

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

2. Geen belasting wordt geheven ter zake van:

a. de infrastructuur, bedoeld in artikel 7, derde lid, van de
Drinkwaterwet;

b. een net als bedoeld in artikel 20, eerste lid, van de
Elektriciteitswet 1998;

c. een gastransportnet als bedoeld in artikel 39a van de Gaswet, of

d. werken als bedoeld in artikel 38 van de Warmtewet.

ARTIKEL IV 

1. In afwijking van artikel 228, tweede lid, van de Gemeentewet kunnen
gemeenten waarin op 10 februari 2016 een belastingverordening gold voor
het heffen van precariobelasting voor enige openbare werken van algemeen
nut, die belasting blijven heffen tot 1 januari 2022, tot ten hoogste
het in die verordening vastgestelde tarief.

2. In geval van een wijziging van gemeentegrenzen als bedoeld in de Wet
algemene regels herindeling wordt het ten hoogste in het gehele gebied
van de gemeente te heffen tarief met ingang van de datum van herindeling
als volgt berekend:

a. in een nieuwe gemeente: per overgaand gebied wordt het aantal meter
openbare werken vermenigvuldigd met het voor de datum van herindeling
per meter geldende tarief, waarna de som wordt gedeeld door het totale
aantal meter openbare werken in de nieuwe gemeente;

b. in een bestaande gemeente waaraan een of meer gebieden worden
toegevoegd: het aantal meter openbare werken in die gemeente en in het
toegevoegde gebied onderscheidenlijk de toegevoegde gebieden wordt
vermenigvuldigd met het voor de datum van herindeling per meter geldende
tarief, waarna de som wordt gedeeld door het totale aantal meter
openbare werken in het gebied van de gemeente na de datum van
herindeling.

3. Voor de toepassing van het tweede lid wordt het tarief in een gebied
waar geen belasting als bedoeld in het eerste lid wordt geheven geacht
nul euro per meter te bedragen.

ARTIKEL V 

1. In afwijking van artikel 222c, tweede lid, van de Provinciewet kunnen
provincies waarin op 10 februari 2016 een belastingverordening gold voor
het heffen van precariobelasting voor enige openbare werken van algemeen
nut, die belasting blijven heffen tot 1 januari 2022, tot ten hoogste
het in die verordening vastgestelde tarief.

2. In geval van een wijziging van provinciegrenzen als bedoeld in de Wet
algemene regels herindeling wordt het ten hoogste in het gehele gebied
van de provincie te heffen tarief met ingang van de datum van
herindeling als volgt berekend:

a. in een nieuwe provincie: per overgaand gebied wordt het aantal meter
openbare werken vermenigvuldigd met het voor de datum van herindeling
per meter geldende tarief, waarna de som wordt gedeeld door het totale
aantal meter openbare werken in de nieuwe provincie;

b. in een bestaande provincie waaraan een of meer gebieden worden
toegevoegd: het aantal meter openbare werken in die provincie en in het
toegevoegde gebied onderscheidenlijk de toegevoegde gebieden wordt
vermenigvuldigd met het voor de datum van herindeling per meter geldende
tarief, waarna de som wordt gedeeld door het totale aantal meter
openbare werken in het gebied van de provincie na de datum van
herindeling.

3. Voor de toepassing van het tweede lid wordt het tarief in een gebied
waar geen belasting als bedoeld in het eerste lid wordt geheven geacht
nul euro per meter te bedragen.

ARTIKEL VI 

1. In afwijking van artikel 114, tweede lid, van de Waterschapswet
kunnen waterschappen waarin op 10 februari 2016 een belastingverordening
gold voor het heffen van precariobelasting voor enige openbare werken
van algemeen nut, die belasting blijven heffen tot 1 januari 2022, tot
ten hoogste het in die verordening vastgestelde tarief.

2. In geval van de instelling van een waterschap of wijziging van het
gebied van een waterschap wordt het ten hoogste in het gehele gebied van
het waterschap te heffen tarief met ingang van de datum van die
instelling of die wijziging als volgt berekend:

a. in een nieuw waterschap: per overgaand gebied wordt het aantal meter
openbare werken vermenigvuldigd met het voorafgaand aan de datum van de
instelling van het waterschap per meter geldende tarief, waarna de som
wordt gedeeld door het totaal aantal meter openbare werken in het nieuwe
waterschap;

b. in een bestaand waterschap waaraan gebied wordt toegevoegd: het
aantal meter openbare werken in dat waterschap en in het toegevoegde
gebied onderscheidenlijk de toegevoegde gebieden wordt vermenigvuldigd
met het voorafgaand aan de datum van de wijziging van het gebied van een
waterschap per meter geldende tarief, waarna de som wordt gedeeld door
het totaal aantal meter openbare werken in het gebied van het waterschap
na de datum van de toevoeging van gebied.

3. Voor de toepassing van het tweede lid wordt het tarief in een gebied
waar geen belasting als bedoeld in het eerste lid wordt geheven geacht
nul euro per meter te bedragen.

ARTIKEL VII

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen
tijdstip. 

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks
aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

De Minister van Infrastructuur en Milieu,

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

De Minister van Infrastructuur en Milieu,

 

 

 PAGE    

 PAGE   1