[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

34325, eindtekst

Voorstel van wet van het lid Karabulut tot wijziging van de Participatiewet en enkele andere wetten in verband met de invoering van een verdringingstoets (Wet verdringingstoets)

Eindtekst

Nummer: 2017D06410, datum: 2017-02-21, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van zaak 2015Z19534:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


De Tweede Kamer der Staten-

Generaal zendt bijgaand door

haar aangenomen wetsvoorstel

aan de Eerste Kamer. Zij heeft 

het lid Karabulut opgedragen het 

voorstel in die Kamer te verdedigen.

De Voorzitter,

21 februari 2017



	Voorstel van wet van het lid Karabulut tot wijziging van de
Participatiewet en enkele andere wetten in verband met de invoering van
een verdringingstoets (Wet verdringingstoets)







GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET 



	

	Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins
van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. 

	Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: 

	Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is in de
Participatiewet een verdringingstoets op te nemen; 

	Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State
gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden
en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I WIJZIGING VAN DE AANBESTEDINGSWET 2012

	De Aanbestedingswet 2012 wordt als volgt gewijzigd:

A

	Na artikel 2.80 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 2.80a

	Indien de bijzondere voorwaarden, bedoeld in artikel 2.80, betrekking
hebben op op de arbeidsinschakeling gerichte werkzaamheden als bedoeld
in de Participatiewet, wordt tevens de verdringingstoets, bedoeld in
paragraaf 1.3 van die wet, toegepast.

B

	In artikel 2.81, eerste lid, wordt “arbeidsbescherming en
arbeidsvoorwaarden” vervangen door: de verdringingstoets,
arbeidsbescherming en arbeidsvoorwaarden.

ARTIKEL II WIJZIGING VAN DE AANBESTEDINGSWET OP DEFENSIE- EN
VEILIGHEIDSGEBIED

	De Aanbestedingswet op defensie- en veiligheidsgebied wordt als volgt
gewijzigd:

A

	Na artikel 2.70 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 2.70a

	Indien de bijzondere voorwaarden, bedoeld in artikel 2.70, betrekking
hebben op op de arbeidsinschakeling gerichte werkzaamheden als bedoeld
in de Participatiewet, wordt tevens de verdringingstoets, bedoeld in
paragraaf 1.3 van die wet, toegepast.

B

	In artikel 2.71, eerste lid, wordt “arbeidsbescherming en
arbeidsvoorwaarden” vervangen door: de verdringingstoets,
arbeidsbescherming en arbeidsvoorwaarden.

ARTIKEL III WIJZIGING VAN DE PARTICIPATIEWET

	De Participatiewet wordt als volgt gewijzigd:

A

	In artikel 1 wordt onder vervanging van de punt aan het slot van het
artikel door een puntkomma, een onderdeel waarvan de lettering aansluit
op het laatste onderdeel toegevoegd, luidende:

	#. verdringing op de arbeidsmarkt: vervanging van betaalde arbeid tegen
ten minste het wettelijk minimumloon door arbeid die wordt verricht door
personen met een uitkering op grond van deze wet of de Werkloosheidswet,
zonder loon of tegen een loon of een vergoeding dat lager is dan het
wettelijk minimumloon.

B

	Na paragraaf 1.2 wordt een paragraaf toegevoegd, luidende:

§ 1.3 Verdringingstoets

Artikel 8d. Verdringingstoets

	1. Met het oog op het tegengaan van verdringing op de arbeidsmarkt is
er een verdringingstoets.

	2. De verdringingstoets voldoet aan de volgende uitgangspunten:

	a. van verdringing op de arbeidsmarkt is sprake indien de inzet van
personen met een uitkering ertoe leidt dat de werkzaamheden goedkoper
worden verricht dan wanneer de werkzaamheden worden verricht door
personen die ten minste het wettelijk minimumloon verdienen;

	b. van verdringing op de arbeidsmarkt is sprake indien personen die ten
minste tegen het wettelijk minimumloon werkzaamheden verrichten worden
vervangen door personen die dezelfde werkzaamheden verrichten zonder of
tegen een lager loon;

	c. van verdringing op de arbeidsmarkt is sprake indien de inzet van
personen met een uitkering leidt tot aanpassing van het loon en de
overige arbeidsomstandigheden van andere personen die voor dezelfde
organisatie werkzaamheden verrichten;

	d. van verdringing op de arbeidsmarkt is sprake indien de inzet van
personen met een uitkering ertoe leidt dat werkzaamheden die tegen ten
minste voor het wettelijk minimumloon werden uitgevoerd, worden
uitgevoerd zonder betaling of tegen een bedrag lager dan het wettelijk
minimumloon;

	e. van verdringing op de arbeidsmarkt is sprake indien werkzaamheden
worden verricht door personen met een uitkering op grond van artikel 7,
eerste lid, onder a, onderdelen 1°,  4°, 5°, en 6°, of de
Werkloosheidswet, en de werkgever hiervoor een loonkostensubsidie
ontvangt die hoger is dan het verschil tussen de loonwaarde van deze
persoon en het wettelijk minimumloon.

	3. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden nadere regels
gesteld met betrekking tot de verdringingstoets. Deze hebben in ieder
geval betrekking op de wijze van totstandkoming, de wijze van toepassing
en de herziening van de verdringingstoets. 

	4. Het ontwerp van een krachtens het derde lid vast te stellen algemene
maatregel van bestuur wordt aan beide kamers der Staten-Generaal
overgelegd. De voordracht voor de vast te stellen algemene maatregel van
bestuur kan worden gedaan nadat vier weken na de overlegging zijn
verstreken, tenzij binnen die termijn door of namens een der kamers of
door ten minste een vijfde van het grondwettelijk aantal leden van een
der kamers de wens te kennen wordt gegeven dat het onderwerp van de
algemene maatregel van bestuur bij wet wordt geregeld. In dat geval
wordt een daartoe strekkend voorstel van wet zo spoedig mogelijk
ingediend.

Artikel 8e. Reikwijdte 

	1. De verdringingstoets is van toepassing op:

	a. activiteiten gericht op de arbeidsinschakeling als bedoeld in
artikel 7, eerste lid;

	b. onbeloonde maatschappelijk nuttige werkzaamheden als bedoeld in
artikel 9, eerste lid, onder c;

	c. onbeloonde additionele werkzaamheden als bedoeld in artikel 10a,
eerste lid;

d. proefplaatsen als bedoeld in artikel 76a, eerste lid, van de
Werkloosheidswet; en 

e. aanbestedingstrajecten als bedoeld in de Aanbestedingswet 2012 en de

Aanbestedingswet op defensie- en veiligheidsgebied.  

	2. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen andere voorzieningen,
trajecten of werkzaamheden worden aangewezen waarop de verdringingstoets
van toepassing is. Artikel 8d, vierde lid, is van overeenkomstige
toepassing.

Artikel 8f. Verplicht gebruik 

	1. Het college maakt bij de uitvoering van deze wet gebruik van de
verdringingstoets bij:

	a. voorzieningen als bedoeld in artikel 9, eerste lid, onder b;

	b. onbeloonde maatschappelijk nuttige werkzaamheden als bedoeld in
artikel 9, eerste lid, onder c;

	c. onbeloonde additionele werkzaamheden als bedoeld in artikel 10a,
eerste lid; en

	d. andere voorzieningen die gericht zijn op het bevorderen van
arbeidsinschakeling of sociale activering.

	2. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen andere voorzieningen,
trajecten of gevallen worden aangewezen waarop de verdringingstoets van
toepassing is. Artikel 8d, vierde lid, is van overeenkomstige
toepassing.

Artikel 8g. Voorwaarden 

	1. Ter voorkoming van verdringing op de arbeidsmarkt gelden bij het
uitvoeren van taken op het gebied van arbeidsparticipatie op grond van
deze wet in ieder geval de volgende voorwaarden:

	a. de voorzieningen, trajecten, werkzaamheden of gevallen, bedoeld in
artikel 8f, eerste en tweede lid, worden vastgelegd in een overeenkomst
tussen het college en een natuurlijke persoon of een rechtspersoon ten
behoeve waarvan die activiteiten verricht worden;

	b. de in de overeenkomst opgenomen voorzieningen, trajecten of
werkzaamheden bevatten geen activiteiten die in de drie jaar vóór de
periode waarop de overeenkomst betrekking heeft werden verricht tegen
ten minste het minimumloon; en

	c. de in de overeenkomst opgenomen activiteiten leiden niet tot
oneerlijke mededinging jegens derden.

	2. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels
worden gesteld met betrekking tot het eerste lid.

	3. Het ontwerp van een krachtens het tweede lid vast te stellen
algemene maatregel van bestuur wordt aan beide kamers der
Staten-Generaal overgelegd. De voordracht voor de vast te stellen
algemene maatregel van bestuur kan worden gedaan nadat vier weken na de
overlegging zijn verstreken, tenzij binnen die termijn door of namens
een der kamers of door ten minste een vijfde van het grondwettelijk
aantal leden van een der kamers de wens te kennen wordt gegeven dat het
onderwerp van de algemene maatregel van bestuur bij wet wordt geregeld.
In dat geval wordt een daartoe strekkend voorstel van wet zo spoedig
mogelijk ingediend.

C

	In het opschrift van paragraaf 7.2 wordt “en gemeentelijke
toezichthouders” vervangen door: , gemeentelijke toezichthouders en
toezicht door het Rijk. 

D

	Aan artikel 76, eerste lid, wordt een volzin toegevoegd, luidende:
Onder ernstige tekortkomingen als bedoeld in de eerste volzin wordt in
ieder geval verstaan het niet naleven van het bepaalde in artikel 8f van
deze wet.

ARTIKEL IV WIJZIGING VAN DE WERKLOOSHEIDSWET

	Aan artikel 76a van de Werkloosheidswet wordt een lid toegevoegd,
luidende:

	6. De artikelen 8d tot en met 8g van de Participatiewet zijn van
overeenkomstige toepassing op de onbeloonde werkzaamheden op een
proefplaats, bedoeld in het derde lid.

ARTIKEL V EVALUATIE

Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid zendt binnen vijf
jaar na inwerkingtreding van deze wet, en vervolgens telkens na drie
jaar, aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en de
effecten van deze wet in de praktijk.

ARTIKEL VI OVERGANGSRECHT

	1. Binnen zes maanden na inwerkingtreding van artikel III, onderdeel B,
van deze wet stelt de gemeenteraad bij verordening regels vast met
betrekking tot de uitvoering van paragraaf 1.3 van de Participatiewet.

	2. Binnen een jaar na inwerkingtreding van artikel III, onderdeel B,
van deze wet past het college de verdringingstoets toe op de
voorzieningen, trajecten of werkzaamheden bedoeld in artikel 8e, die
voor inwerkingtreding tot stand zijn gekomen. Indien een voorziening,
een traject of werkzaamheden niet voldoen aan de eisen in de
verdringingstoets, streeft het college naar beëindiging van die
voorziening, dat traject of die werkzaamheden op zo kort mogelijke
termijn. 

	3. Binnen zes maanden na inwerkingtreding van artikel IV van deze wet
stelt het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen beleidsregels
vast met betrekking tot de uitvoering van artikel 76a, zesde lid, van de
Werkloosheidswet.

	4. Binnen een jaar na inwerkingtreding van artikel IV van deze wet
toetst het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen de werkzaamheden
op een proefplaats die voor inwerkingtreding van dat artikel zijn
aangevangen. Indien de werkzaamheden niet voldoen aan de eisen in de
verdringingstoets, streeft het Uitvoeringsinstituut
werknemersverzekeringen naar beëindiging van die werkzaamheden op zo
kort mogelijke termijn.

	5. Een aanbestedende dienst of speciale-sectorbedrijf die voor het
tijdstip van inwerkingtreding van artikel I dan wel artikel II van deze
wet een aankondiging van een aanbesteding heeft gedaan, dan wel een
gunningsbeslissing heeft genomen, waarvan bijzondere voorwaarden als
bedoeld in artikel 2.80 van de Aanbestedingswet 2012 dan wel artikel
2.70 van de Aanbestedingswet op defensie- en veiligheidsgebied deel
uitmaken, toetst binnen een jaar na inwerkingtreding van artikel I dan
wel artikel II, of de bijzondere voorwaarden, voor zover deze betrekking
hebben op op de arbeidsinschakeling gerichte werkzaamheden, voldoen aan
de verdringingstoets. Indien deze bijzondere voorwaarden niet voldoen
aan verdringingstoets, streeft de aanbestedende dienst of het
speciale-sectorbedrijf naar herziening van deze bijzondere voorwaarden.

ARTIKEL VII INWERKINGTREDING

	Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen
tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan
verschillend kan worden vastgesteld.

ARTIKEL VIII CITEERTITEL

	Deze wet wordt aangehaald als: Wet verdringingstoets.

	Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en
dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks
aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

  PAGE  1