Reactie op verzoek commissie over de uitvoering van de Wabeke-aanbeveling met betrekking tot beleggingsverzekeringen
Brief regering
Nummer: 2017D07698, datum: 2017-03-15, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: J.R.V.A. Dijsselbloem, minister van Financiƫn (Ooit PvdA kamerlid)
Onderdeel van zaak 2017Z03738:
- Indiener: J.R.V.A. Dijsselbloem, minister van Financiƫn
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Financiƫn
- 2017-03-23 13:35: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2017-03-29 15:30: Extra procedurevergadering Financiƫn (groslijst controversieel verklaren) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Financiƫn
- 2017-03-30 14:30: Procedurevergadering Financiƫn (Procedurevergadering), vaste commissie voor Financiƫn
Preview document (š origineel)
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 15 maart 2017 Bij brief van 25 november 2016 heeft de Tweede Kamer mij een brief van een derde (de heer R.G.) van 6 november 2016 toegestuurd over de uitvoering van de Wabeke-aanbeveling met betrekking tot beleggingsverzekeringen. De Tweede Kamer heeft mij verzocht om op deze brief te reageren en daarbij tevens in te gaan op de vraag of ik bekend ben met de in de brief vermelde toepassing van een alternatief op de Wabeke-aanbeveling. Verder werd gevraagd of de in de brief geschetste benadering ter vervanging dient van de Wabeke-aanbeveling en of deze benadering nu de standaard is geworden voor de afhandeling van lopende beleggingsverzekeringen. In reactie hierop bericht ik u hierbij als volgt. Methode van de heer R.G. Naar aanleiding van voormeld verzoek is de heer R.G. uitgenodigd voor een gesprek op het ministerie van FinanciĆ«n. In dat gesprek heeft de heer R.G. aangegeven dat hij een compensatiemethode inbrengt in overleggen met separate verzekeraars ter beĆ«indiging van een geschil met een individuele polishouder. Hij beschouwt deze compensatiemethode als alternatief voor de Wabeke-aanbeveling. De heer R.G. noemt de methode die hij gebruikt het āG6-alternatief op maatā. De G6-methode van de heer R.G. gaat uit van een kostenmaximum verbonden aan de beleggingsverzekering. Deze methode houdt in dat de verzekeraar, al dan niet via een rechter of geschillenbeslechter, wordt gevraagd maximaal 5% Ć 6% van de netto premie-inleg, zijnde alle betaalde premies minus de overlijdensrisicoverzekeringspremies, als kosten bij de klant in rekening te brengen. Betaalde kosten die de 5% of 6% overstijgen worden aan de klant geretourneerd. De heer R.G. heeft aangegeven deze methode in een beperkt aantal schikkingen met verzekeraars over individuele casussen te hebben gebruikt. Het is onbekend welke gebreken in de casussen zijn geconstateerd. Vervanging Wabeke-aanbeveling De heer R.G. heeft in zijn brief aan de Tweede Kamer vermeld dat hij door āde meest relevante vertegenwoordiger van de verzekeraarsā is gevraagd op te treden als informateur voor het Wabeke-alternatief. Tijdens voornoemd gesprek op het ministerie van FinanciĆ«n heeft de heer R.G. aangegeven dat hij hiermee doelt op het Verbond van Verzekeraars (het Verbond). Het Verbond heeft laten weten zich hierin niet te herkennen. Een aanbeveling van de heer Wabeke lag aan de basis van gesprekken tussen verzekeraars en consumentenstichtingen over compensatie van kosten bij beleggingsverzekeringen. De algemene akkoorden die hierover zijn gesloten (en inmiddels uitgevoerd) bieden een generieke financiĆ«le tegemoetkoming voor alle klanten met een beleggingsverzekering waarvan de kosten boven de in de akkoorden overeengekomen maxima uitkomen. Ik zie geen aanleiding om aan deze akkoorden, die destijds met steun van betrokken partijen, zoals de Vereniging Eigen Huis en de Vereniging van Effectenbezitters, tot stand zijn gekomen, te tornen. De akkoorden laten onverlet dat er in individuele polissen gebreken kunnen bestaan waarvoor in de akkoorden geen compensatie is geboden. Bijvoorbeeld als er ernstige gebreken in de informatieverstrekking aanwezig waren. In dergelijke situaties kan het Kifid of de rechter bepalen of die klant recht heeft op (aanvullende) compensatie. Personen of organisaties die klanten bijstaan in geschillen zoals die over beleggingsverzekeringen vervullen een nuttige rol. Het kabinet hecht eraan dat gedupeerden hun rechten kunnen verwezenlijken en dat de kwaliteit van dit soort organisaties gewaarborgd blijft. Hiertoe heeft het kabinet recent een voorstel ingediend ter introductie van een collectieve schadevergoedingsactie in het Burgerlijk Wetboek. In de jurisprudentie zie ik op dit moment onvoldoende aangrijpingspunten voor het in meer algemene zin toepassen van aanvullende compensatie bij beleggingsverzekeringen. Uiteraard kan de heer R.G. zich namens (individuele) polishouders, al dan niet via het Kifid of de rechter, tot (separate) verzekeraars wenden om ā (al dan niet) onder verwijzing naar zijn āG-6 alternatief op maatā ā tot afronding van lopende geschillen te komen. Stand van zaken beleggingsverzekeringen Naast voormelde generieke compensatie overeengekomen in akkoorden tussen verzekeraars en consumentenstichtingen, is het flankerend beleid van verzekeraars verbeterd en zijn er verschillende (rechts)zaken gevoerd en nog aanhangig over specifieke problemen bij klanten met een beleggingsverzekering. Op dit moment wordt vanuit de overheid vooral de nadruk gelegd op de nazorg voor klanten met een beleggingsverzekering. Nazorg is van belang voor een toekomstgerichte verbetering van de positie van de klant. Onderdeel hiervan is het activeren van klanten teneinde te bewerkstelligen dat klanten een bewuste keuze maken over hoe zij met hun beleggingsverzekering verder willen. Om het nazorgbeleid kracht bij te zetten heb ik in 2015 aan de hand van concrete activeringsdoeleinden de verplichting voor verzekeraars om klanten met een beleggingsverzekering te activeren ook in regelgeving vastgelegd. Dit stelt de Autoriteit FinanciĆ«le Markten (AFM) in staat handhavend op te treden als blijkt dat verzekeraars onvoldoende resultaat boeken met het activeren van klanten. Bij brief van 12 juli 2016 heb ik de Tweede Kamer geĆÆnformeerd over de voortgang met betrekking tot de nazorg door verzekeraars en overige ontwikkelingen op het beleggingsverzekeringendossier, waaronder transparantie van schikkingen met betrekking tot beleggingsverzekeringen. Openheid over schikkingen biedt de beste waarborg voor gelijke behandeling van klanten. In dit kader is het van belang op te merken dat verzekeraars hebben toegezegd geen geheimhoudingsbepalingen meer op te nemen in een schikking met betrekking tot een beleggingsverzekering en dat ze hebben toegezegd zich niet te beroepen op in het verleden opgenomen geheimhoudingsbepalingen in schikkingen over beleggingsverzekeringen. De minister van FinanciĆ«n, J.R.V.A. Dijsselbloem Op uw verzoek en verzoek van de heer R.G. worden in deze brief slechts zijn initialen gebruikt. Wetsvoorstel wijziging van het Burgerlijk Wetboek en het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering teneinde de afwikkeling van massaschade in een collectieve actie mogelijk te maken, Kamerstukken II 20116/17, 34 608. Kamerstukken II 2015/16, 29 507, nr. 141. www.verzekeraars.nl/schikken.