Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over de geannoteerde agenda JBZ-Raad 27 en 28 maart 2017 (Kamerstuk 32317-461)
JBZ-Raad
Inbreng verslag schriftelijk overleg
Nummer: 2017D07968, datum: 2017-03-21, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: L. Ypma, voorzitter van de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie (Ooit PvdA kamerlid)
- Mede ondertekenaar: J.P. Verstraten, adjunct-griffier
Onderdeel van zaak 2017Z03765:
- Indiener: S.A. Blok, minister van Veiligheid en Justitie
- Medeindiener: K.H.D.M. Dijkhoff, staatssecretaris van Veiligheid en Justitie
- Volgcommissie: vaste commissie voor Europese Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2017-03-20 14:00: JBZ-Raad op 27 en 28 maart 2017 (tevens JBZ-onderwerpen op het terrein van asiel- en vreemdelingenbeleid) (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Veiligheid en Justitie (2010-2017)
- 2017-03-23 13:35: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2017-04-19 14:30: Procedures en brieven (Procedurevergadering), vaste commissie voor Veiligheid en Justitie (2010-2017)
Preview document (🔗 origineel)
32317 JBZ-Raad Nr. Inbreng verslag van een schriftelijk overleg Vastgesteld … De vaste commissie voor Veiligheid en Justitie heeft een aantal vragen en opmerkingen voorgelegd over de geannoteerde agenda van de JBZ-Raad op 27 en 28 maart 2017 (Kamerstuk 32317, nr. 461), Verslag van de informele JBZ-Raad van 26 en 27 januari 2017 (Kamerstuk 32317, nr. 458), Fiche: Mededeling modelstatusovereenkomst inzake acties in derde landen in het kader van de verordening voor een Europese grens- en kustwacht (Kamerstuk 22112, nr. 2269), EU-voorstel: Mededeling Uitwisseling en bescherming van persoonsgegevens in een geglobaliseerde wereld (Kamerstuk 2017Z00296), Fiche: Europees actieplan tegen (reis)documentenfraude (Kamerstuk 22112, nr. 2278), Fiche: Richtlijn herstructurering en insolventie (Kamerstuk 22112, nr. 2292), Fiche: Voorstellen voor drie verordeningen ter versterking van het Schengen Informatiesysteem (Kamerstuk 22112, nr. 2296), Fiche: Voorstel voor een verordening inzake de wederzijdse erkenning en tenuitvoerlegging van bevriezingsbevelen en confiscatiebeslissingen (Kamerstuk 22112, nr. 2300), Fiche: Richtlijnvoorstel strafbaarstelling witwassen (Kamerstuk 22112, nr. 2301), Fiche: EU-verordening gegevensbescherming EU-instellingen (Kamerstuk 22112, nr. 2310) en Fiche: Mededeling Commissie bescherming persoonsgegevens in een geglobaliseerde wereld (Kamerstuk 22112, nr. 2309). Bij brief van .. heeft de regering deze vragen beantwoord. Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt. De voorzitter van de commissie, Ypma Adjunct-griffier van de commissie, Verstraten I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties INHOUDSOPGAVE A. DEEL VEILIGHEID EN JUSTITIE Terrorismebestrijding 2 Actieplan terrorismefinanciering 3 Encryptie 4 Europees Openbaar Ministerie 4 Gegevensbescherming/privacy 4 Situatie in Polen 5 Digitale interne markt – digitale inhoud en kopen op afstand 5 Witboek toekomstscenario’s Europese Unie 5 B. DEEL MIGRATIE EN ASIEL Gemeenschappelijk Europees Asielstelsel en herplaatsing 6 Visumliberalisatie 8 EU-Turkijeverklaring 8 Grensbeheer 9 Extern migratiebeleid en terugkeer 11 Overige thema’s 12 DEEL VEILIGHEID EN JUSTITIE Terrorismebestrijding Het is de leden van de PvdA-fractie bekend dat de ontwerprichtlijn terrorismebestrijding reeds in eerste lezing door het Europees Parlement is goedgekeurd. Nu deze richtlijn meer vaste vormen heeft aangenomen vragen deze leden of en in hoeverre de implementatie van die richtlijn te zijner tijd naar verwachting aanpassing van de Nederlandse wetgeving gaat vereisen. Deze leden menen dat Nederland de afgelopen jaren al veel wetgeving op het terrein van terrorismebestrijding heeft aangenomen dan wel dat er veel van dergelijke wetgeving aanhangig of in voorbereiding is. Zij wijzen daarbij op de wetgeving ten aanzien van het strafrecht, het afnemen van de nationaliteit van terroristen/jihadisten en andere bestuurlijke maatregelen die mogelijk zijn geworden of gaan worden. Welke lacune ziet de Nederlandse regering zelf nog en gaat de richtlijn Nederland dwingen tot wetgeving die het eerder zelf niet wenselijk heeft geacht? Zo ja, welke? Begrijpen de leden van de PvdA-fractie het goed dat op grond van de richtlijn ook Nederland het aanzetten tot terrorisme strafbaar moet stellen als het gaat om verheerlijking. Is de voorwaarde daarbij wel dat er door de verheerlijking van terrorisme een gevaar ontstaat dat een terroristisch misdrijf wordt gepleegd? Zo ja, hoe verhoudt zich dat tot de bestaande strafbaarstelling van opruiing vastgelegd in artikel 131 Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr)? Zo nee, waarom niet? Hoe verhoudt hetgeen in de richtlijn op dit punt is vastgelegd zich tot het voorstel van wet van het lid Keijzer tot wijziging van het Sr in verband met de strafbaarstelling van de verheerlijking van terrorisme (Kamerstuk 34466)? Het komt deze leden voor dat hetgeen het lid Keijzer strafbaar wil stellen verder gaat dan wat op grond van de richtlijn verplicht gaat worden. Het genoemde initiatiefwetsvoorstel wil de verheerlijking van terrorisme strafbaar te stellen voor zover het de openbare orde kan verstoren. Los van wat de Afdeling Advies van de Raad van State (hierna: de Afdeling) heeft opgemerkt vragen deze leden of het strafbaar stellen in het geval er verstoring van de openbare orde dreigt niet verder gaat dan het strafbaar stellen in geval van gevaar voor een terroristisch misdrijf? Kan de regering hier nader op ingaan? Voorts willen de genoemde leden graag weten wat de stand van zaken is van de informatiedeling met betrekking tot terroristen/jihadisten binnen de EU. Wederom hebben deze leden de indruk dat de discussie over de strafrechtelijke aanpak van terugkerende jihadisten nog steeds in de fase van overleg over de intensivering van samenwerking zit maar dat de daadwerkelijke samenwerking nog niet op orde is (zie raadsdocumenten 14799/16 en 7294/17). Wat is de stand van zaken betreffende een verdrag over wederzijdse rechtshulp en uitlevering bij oorlogsmisdaden, misdaden tegen de mensheid en genocide? Wat is de Nederlandse inzet daarbij? De leden van de D66-fractie lezen dat tijdens de JBZ-Raad een beleidsdebat gevoerd zal worden over terugkerende buitenlandse strijders en de beleidsopties voor een strafrechtelijke aanpak. Zij begrijpen dat de ministers van gedachten zullen wisselen over de informatiedeling met Eurojust, intensivering van de samenwerking met de Verenigde Staten en Turkije, biometrische gegevensopslag van terrorismeverdachten, de samenwerking met aanbieders van versleutelde telecommunicatiediensten, ontwikkeling van risicoanalyse-instrumenten, rehabilitatie en re-integratieprogramma’s en een aantal beleidsmaatregelen om de strafrechtelijke vervolging van IS-strijders te bevorderen, zoals het initiatief van Nederland, België, Argentinië en Slovenië inzake een verdrag over wederzijdse rechtshulp en uitlevering bij oorlogsmisdaden. Klopt dit? Kan de regering per hiervoor genoemd onderwerp de inzet van Nederland toelichten? Wat verwacht de regering qua praktische maatregelen en afspraken die worden gemaakt door de ministers? Wat wordt de inzet? Is de regering bereid opnieuw het belang van onvoorwaardelijk en dwingende informatie-uitwisseling over terreurverdachten tussen Lidstaten van de EU, zoals verwoord in de aangenomen motie-Samsom/Pechtold (Kamerstuk 29754, nr. 380), onder de aandacht te breng tijdens de JBZ-Raad? De genoemde leden lezen dat tijdens de JBZ-Raad gesproken zal worden over de ontwerprichtlijn terrorismebestrijding. Welke implementatiewetgeving verwacht de regering naar aanleiding hiervan? Welke gedragingen uit de richtlijn zijn momenteel in Nederland nog niet strafbaar en is de regering voornemens de Nederlandse wet hiertoe aan te scherpen? Hoe ziet de regering de aankondiging van de initiatiefwet van het lid Keijzer tot wijziging van het Sr in verband met de strafbaarstelling van de verheerlijking van terrorisme in verhouding tot de richtlijn? Kan de regering hierbij ingaan op de kritiek van de Afdeling op dit voorstel, dat de noodzaak van de strafbaarstelling van de verheerlijking van terrorisme niet aannemelijk is gezien de thans voorhanden zijnde strafrechtelijke instrumenten? Is de regering bereid dit standpunt van de Afdeling over te brengen in de JBZ-Raad? Is de regering bereid zich in te spannen om te realiseren dat implementatiewetgeving naar aanleiding van de richtlijn terrorismebestrijding de toets van de Raad van State, zoals verwoord in de kritiek van de Afdeling Advisering van de Raad van State op het voorstel van het lid Keijzer, zal doorstaan? Actieplan terrorismefinanciering De leden van de SP-fractie willen graag weten wat het betekent voor de controle op de rechtmatigheid van een verzoek indien strafrechtelijke bevriezings- en confiscatiebeslissingen zonder verdere administratieve handelingen in andere lidstaten kunnen worden erkend en ten uitvoer kunnen worden gelegd. Wat houdt “zonder administratieve handelingen” precies in? Leidt dit ook tot de mogelijkheid om crimineel vermogen zo snel mogelijk na de arrestatie te bevriezen zoals is verzocht in de motie-Van Nispen/Recourt (Kamerstuk 29911, nr. 144). De genoemde leden lezen dat de richtlijn een verbetering inhoudt om binnen de EU samen te werken. Op welke verbetering wordt gedoeld? Heeft de richtlijn strafbaarstelling witwassen gevolgen voor de Nederlandse strafwetgeving of voldoet Nederland al aan de eisen die daarin gesteld worden? Encryptie De leden van de D66-fractie vragen de regering te reageren op het bericht dat een woordvoerder van de Europese Commissie gezegd zou hebben dat “encryption technology should not prevent law enforcement agencies or other competent authorities from intervening in the lawful exercise of their functions.” (zie https://guests.blogactiv.eu/2017/02/24/is-europe-about-weaken-encryption /) Hoe ziet de regering de ontwikkeling van het debat rondom encryptie in de JBZ-Raad? Kan de regering aangeven welke landen een ander standpunt hebben dan het Nederlandse standpunt wat betreft het belang van encryptie? Verwacht de regering nog dit jaar plannen vanuit de Europese Commissie op het gebied van encryptie? Wat verstaan de genoemde lidstaten onder praktische oplossingen op het gebied van encryptie? Europees Openbaar Ministerie De leden van de SP-fractie hebben de volgende vragen over de ontwerpverordening Europees Openbaar Ministerie (hierna: EOM). Klopt het dat Zweden definitief niet deelneemt aan het EOM? Wat zijn de overwegingen daarbij? Er wordt verwacht dat meerdere landen niet zullen meedoen. Wat zijn de overwegingen daarbij? De Europese Commissie zal met de aarzelende landen de dialoog voortzetten. Betekent dit dat ook met Nederland gesproken zal blijven worden? Wat wordt de insteek van Nederland? De leden begrijpen dat er nog slechts ruimte is voor kleine aanpassingen, wat in wezen betekent dat de huidige tekst zo goed als definitief is. Betekent dit dat Nederland conform de oproep van de Kamer niet akkoord zal gaan met deelname aan het EOM? Zo nee, waarom niet? Verder lezen deze leden dat de meeste lidstaten pleiten voor versterkte samenwerking met zoveel mogelijk deelnemende lidstaten. Is inmiddels al bekend hoe deze versterkte samenwerking eruit zal komen te zien? Zo nee, waarom niet en wanneer wordt dit voornemen concreter? Hoe ziet Nederland het voor zich? De leden van de D66-fractie begrijpen dat het EOM onderdeel wordt van het Europa van meerdere snelheden. De situatie lijkt zich af te tekenen dat onze buurlanden Duitsland, België en Luxemburg wel deelnemen aan het EOM, maar Nederland niet. Kan de regering toelichten hoe dit zich verhoudt tot de steeds intensiever wordende samenwerking tussen de Benelux-landen waarin de Benelux-landen nota bene ambiëren om de koplopers te zijn in het Europa van twee snelheden? Hoe gaat Nederland zich precies opstellen bij de onderhandelingen over nauwere samenwerking inzake het EOM? Wat wordt daarbij precies verstaan onder ‘actief volgen’? Gegevensbescherming/privacy Wat betreft de richtlijn met betrekking tot de levering van digitale inhoud lezen de leden van de PvdA-fractie dat er nog onduidelijkheden bestaan over hoe die zich verhoudt tot de Algemene Verordening Gegevensbescherming (hierna: AVG). Met name op het punt dat de consument persoonsgegevens verstrekt als tegenprestatie voor de levering van digitale inhoud, blijkt verduidelijking ten opzichte van de AVG nodig. Is inmiddels bekend wat de mening van de Europese toezichthouder voor gegevensbescherming over dit onderwerp is? Zo ja, wat is die mening dan? Zo nee, mogen deze leden dan aannemen dat de definitieve besluitvorming over de richtlijn digitale inhoud dan tenminste wacht op een advies van de Europese toezichthouder voor gegevensbescherming? De genoemde leden zijn namelijk beducht op het punt dat consumenten voor het verkrijgen van digitale inhoud persoonsgegevens als tegenprestatie geven. Deze leden zijn van mening dat tot de consumentenbescherming zeker ook de bescherming van de persoonlijke levenssfeer behoort en van het grootste belang is. Deelt u deze mening? Zo ja, hoe gaat u zich hiervoor inzetten? Zo nee, waarom niet? De leden van de SP-fractie lezen dat lidstaten het belang onderstrepen van een gezamenlijke aanpak op Europees niveau waar het gaat om dataretentie. Het Maltees voorzitterschap zal het onderwerp nader agenderen. Betekent dit dat er alsnog en gezamenlijke aanpak komt in de vorm van bijvoorbeeld een richtlijn? Voornoemde leden lezen dat er een korte presentatie komt over de plannen van een werkgroep die zich buigt over de pilot voor de toepassing van Passenger Name Records (hierna: PNR) in treinen. Wie zitten er in deze werkgroep? Zijn dat ook privacy toezichthouders? Begrijpen de leden van de SP-fractie het goed als zij constateren dat bedrijven buiten de EU straks aan dezelfde privacyregels moeten voldoen als Europese bedrijven waar het gaat over Europese persoonsgegevens? Welke bedrijven zijn dit precies? Gaat het dan ook om Facebook en Google? Hoe wordt gecontroleerd of bedrijven zich aan onze regels houden en wat gebeurt er als dat niet zo is en blijft? Situatie in Polen Hebben de leden van de SP-fractie het goed gelezen dat de Europese Commissie een “systematische bedreiging van de rechtsstaat” heeft geconstateerd in Polen, maar dat Nederland in principe nog steeds op basis van wederzijds vertrouwen samenwerkt met Polen op justitieel gebied? Hoe zwaar weegt deze constatering van de Europese Commissie bij elke individuele zaak dit Nederland ter beoordeling krijgt? Vanaf wanneer zal een systematische bedreiging van de rechtstaat wél van invloed zijn op samenwerking op justitieel gebied? Hoe lang zal tot slot de dialoog met Polen kunnen duren voordat de Raad sancties zal kunnen opleggen? Digitale interne markt – digitale inhoud en kopen op afstand De leden van de SP-fractie zijn benieuwd naar de uitkomsten van het overleg met belanghebbenden, zoals de Consumentenbond, VNO-NCW en MKB-Nederland over de digitale interne markt. Wat is nu de inzet van de regering op dit punt? Hoe denkt de regering over het voorstel van de rapporteur van het Europees Parlement om de scope van het richtlijnvoorstel over tastbare goederen uit te breiden zodat de regels voor online- en offlineverkoop van goederen gelijk wordt getrokken? Kan de regering ook ingaan op de opinie van de European Data Protection Supervisor (hierna: EDPS) inzake het voorstel over levering van digitale inhoud? Witboek toekomstscenario’s Europese Unie De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van het door de voorzitter van de Europese Commissie voorgestelde witboek met toekomstscenario’s van de EU. Zij menen dat ieder scenario gevolgen heeft voor de manier waarop de EU in de toekomst omgaat met onderwerpen op het JBZ-terrein, zoals migratie, veiligheid en justitie. Kan de regering nader ingaan op de vijf gestelde scenario’s en specifiek de voor- en nadelen van de geschetste scenario’s voor Nederland op het terrein van veiligheid en justitie? Welk scenario of welke scenario’s geniet(en) de voorkeur wat betreft de regering? Hoe gaat de regering zich tijdens de JBZ-Raad uitspreken en opstellen wat betreft deze scenario’s? DEEL MIGRATIE EN ASIEL Gemeenschappelijk Europees Asielstelsel en herplaatsing De leden van de PvdA-fractie maken zich zorgen ten aanzien van het Gemeenschappelijk Europees Asielstelsel (hierna: GEAS) over de manier waarop het belang van het kind gewogen wordt in het nieuwe asielsysteem. Dat het benoemd wordt is een verbetering, maar zonder concrete maatregelen hoe dit belang gewogen wordt, kan het een dode letter worden. Kan de regering zich tijdens de komende JBZ-Raad sterk maken voor de ontwikkeling van gestandaardiseerde procedures om het belang van het kind in asiel- en migratieprocedures in de lidstaten vast te stellen en deze – gedocumenteerd – af te wegen? De leden van de PvdA-fractie willen een opmerking maken over de herplaatsing. Zij zijn voorstander van sancties richting lidstaten die de afspraken omtrent herplaatsing en hervestiging niet nakomen. Wat vindt de regering van de suggestie van de Europese Commissie dat juridische stappen worden overwogen tegen lidstaten die hun verplichtingen omtrent herplaatsing niet nakomen? Op welke manier gaat Nederland hier gevolg aan geven en welke juridische en praktische ruimte is er? De leden van de SP-fractie wijzen op de motie-Gesthuizen c.s. (Kamerstuk 19637, nr. 2250), waarin de regering is verzocht de kwestie van vermiste alleenstaande minderjarige vreemdelingen (hierna: amv’ers) te agenderen voor de eerstvolgende JBZ-Raad en voor een gemeenschappelijk plan van aanpak te pleiten. Tot op heden hebben deze leden hier geen verslag van gelezen. Graag lezen deze leden hoe hierop gereageerd werd door de andere lidstaten en wat nu het gemeenschappelijk plan van aanpak wordt. Met betrekking tot het hervatten van dublintransfers naar Griekenland hebben de leden van de SP-fractie al meerdere malen aangegeven daar geen voorstander van te zijn nu het niveau van opvang in Griekenland nog lang niet voldoende is. Toch is er gestart met het hervatten van dublintransfers. Welke sturing is er vanuit het European Asylum Support Office (hierna: EASO) dan wel de Europese Commissie en op welke manier worden kwetsbare asielzoekers in dezen extra beschermd? Is Nederland van plan ook te starten met het hervatten van dublintransfers naar Griekenland? Zo ja, wanneer? Is de regering bereid om, als er nog geen concreet tijdpad bekend is, de Kamer hierover tijdig te informeren wanneer hier wel zicht op is? Voornoemde leden horen graag de mening van de regering over de uitgelekte notitie van Frankrijk en Duitsland over een crisisbestendig GEAS die een model gelijk aan het Australische model voorstelt. Wat is de status van deze notitie en welk standpunt zal de regering hierover innemen? De leden van de D66-fractie vragen de regering of zij bekend is met de Frans-Duitse GEAS notitie. Deelt de regering de mening dat de GEAS-standaarden niet verlaagd mogen worden? Voorts vragen de genoemde leden naar de tijdsplanning voor behandeling van het GEAS-pakket. Hoe kan Nederland bijdragen aan een ambitieuze tijdsplanning onder het Maltees voorzitterschap? Deelt de regering de inzet dat het GEAS als één samenhangend pakket behandeld moet worden? Deze leden constateren dat volgens de voortgangsrapportage over de herplaatsing uit Italië en Griekenland slechts twee lidstaten op schema liggen met hun aandeel in de herplaatsingsoperatie. Waarom is Nederland niet een van die twee lidstaten? Waarom schrijft de regering dat uit deze rapportage blijkt dat Nederland zijn verantwoordelijkheid neemt terwijl we niet op schema liggen met ons aandeel? Hoe staat het met de toezegging om alleenstaande kinderen zo snel mogelijk te herplaatsen? Hoeveel alleenstaande kinderen komen op dit moment in aanmerking voor relocatie vanuit Italië en Griekenland? Hoeveel kinderen zijn er al naar Nederland gehaald? Is de regering bereid hier meer snelheid in te brengen? De genoemde leden vragen ook naar de besteding van hulpgelden in Griekenland. Hoe gaat er gezorgd worden voor betere coördinatie en uitvoering hiervan? De leden van de GroenLinks-fractie hebben enkele vragen over de inzet van de Nederlandse regering op de JBZ-Raad van 27 en 28 maart 2017. De genoemde leden zijn benieuwd naar de opvatting van de regering over de aanbeveling van de Europese Commissie van 8 december 2016 om het toepassen van de Dublinverordening ten aanzien van Griekenland zoveel mogelijk te hervatten (zie http://europa.eu/rapid/press-release_IP-16-4281_en.htm). Deze leden zijn benieuwd hoe de regering een dergelijke hervatting productief en wenselijk acht in het licht van de nog 83844 uit te voeren relocaties van asielzoekers uit Griekenland en Italië waaraan de overige lidstaten zich hebben gecommitteerd (zie https://ec.europa.eu/home-affairs/sites/homeaffairs/files/what-we-do/pol icies/european-agenda-migration/press-material/docs/state_of_play_-_relo cation_en.pdf). Ook vernemen deze leden graag van de regering hoe zij denkt dat hervatting van de toepassing van de Dublinverordening jegens Griekenland bijdraagt aan het oplossen van de situatie in de overbevolkte opvangkampen op Lesbos, Samos en Kos. De genoemde leden vragen de regering of Nederland reeds dublintransfers naar Griekenland uitvoert en of zij voornemens is het aantal dublintransfers in lijn met de aanbeveling van de Europese Commissie op te voeren. De genoemde leden constateren dat een aantal lopende wetgevingstrajecten op het gebied van de implementatie van het GEAS worden besproken. Deze leden vragen de regering in deze voorstellen meer aandacht te bepleiten voor de specifieke belangen van het kind, zoals vastgelegd in het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind (IVRK). Specifiek vragen deze leden of de regering bereid is om harmonisatie van de wetgeving op dit punt te bepleiten zodat interpretatieverschillen zoveel mogelijk kunnen worden voorkomen. Deze leden vragen de regering te bepleiten dat overweging 15 van de preambule behorend bij de Kwalificatieverordening in lijn te brengen met overweging 20 van de preambule behorend bij de Procedureverordening, en tevens een verwijzing naar General Comment no. 14 van het VN-Kinderrechtencomité op te nemen, met het oog op het verplicht stellen van een methode voor het vaststellen en wegen van het belang van het kind. Voorts vragen de leden van de GroenLinks-fractie de regering te bepleiten dat in de onderhavige wetgeving wordt verankerd dat, in lijn met het IVRK, bij de behandeling van minderjarigen in asielprocedures wordt gewaarborgd dat individuele lidstaten in deze procedures het belang van het kind een primaire overweging laten zijn, waaronder tenminste begrepen moet worden dat landen kindspecifieke landeninformatie benutten in de beslissing op asielverzoeken van minderjarigen. Ook vragen de genoemde leden de regering om te bepleiten dat in de wetgeving wordt opgenomen dat geen grensdetentie mag worden toegepast op minderjarigen. In het kader van de GEAS-wetsvoorstellen vragen de genoemde leden of de regering kennis heeft genomen van de notitie “A crisis-resistant CEAS” (zie http://www.statewatch.org/news/2017/feb/eu-med-france-germany-note.htm) die vermoedelijk van de Franse en Duitse regeringen afkomstig zijn. In deze notitie wordt het sluiten van met de Turkijedeal vergelijkbare deals met transitlanden in Noord-Afrika geopperd als oplossing voor tijdelijk verhoogde aantallen vluchtelingen die Europa trachten te bereiken. De genoemde leden vragen de regering om een reactie op dit voorstel en hoe zij zich hiertoe zal verhouden op de JBZ-Raad. Zij vragen de regering daarbij in te gaan op de praktische, morele en juridische bezwaren die gelijksoortige deals met landen in Noord-Afrika in de weg staan. Tot slot vragen de leden van de GroenLinks-fractie of de regering zich op de JBZ-Raad wil inzetten voor het creëren van helderheid over de voortgang van GEAS, nu met name Oost-Europese lidstaten zich tegen een noodverdelingsmechanisme hebben gekeerd. Visumliberalisatie De leden van de VVD-fractie constateren dat de herziening van het opschortingsmechanisme visumvrij reizen op 28 maart 2017 in werking treedt. Met dit instrument wordt het bestaande opschortingsmechanisme aangescherpt. Zo wordt het voor de lidstaten gemakkelijker om omstandigheden te melden die tot opschorting van visumvrijdom kunnen leiden, en krijgt de Europese Commissie de mogelijkheid op eigen initiatief het mechanisme te activeren. De gronden voor het inroepen van de noodrem zijn uitgebreid met onder meer verminderde medewerking aan terugkeer, een wezenlijke toename van het percentage afgewezen overnameverzoeken en een substantiële toename van het risico voor de openbare orde of binnenlandse veiligheid van de lidstaten, en de opschorting kan sneller van kracht worden. Is er volledig tegemoet gekomen aan de wensen van de Nederlands regering inzake de aanscherping van het opschortingsmechanisme, zo vragen de genoemde leden. Zo nee, op welke punten wijkt het af? Het visumliberalisatietraject met Oekraïne bevindt zich momenteel in de onderhandelingsfase tussen de Raad en het Europees Parlement. Beoogd wordt het onderhandelingstraject in mei 2017 af te ronden. Voornoemde leden hebben eerder zorgen geuit over het nog niet voldoen aan alle criteria voor visumliberalisatie door Oekraïne. Bijvoorbeeld op het terrein van biometrische paspoorten, migratiemanagement, veiligheid en corruptiebestrijding. Wat zijn de vorderingen op deze terreinen? Voor wat betreft de kwestie rond reciprociteit op visumgebied raakt dit met name de Verenigde Staten. De Verenigde Staten hanteert een visumplicht voor vijf lidstaten en op basis van de afspraken ligt er voor de Europese Commissie de bevoegdheid om met een gedelegeerde handeling te komen voor het tijdelijk opschorten van visumvrijstelling voor reizigers die vanuit de Verenigde Staten naar de Europese Unie komen, conform het reciprociteitsbeginsel. De Europese Commissie beraadt zich op een standpunt en publiceert naar verwachting in juni 2017 een rapport. Wat is de houding van de Nederlands regering in dezen? EU-Turkijeverklaring De leden van de VVD-fractie hebben enkele vragen over de EU-Turkijeverklaring. Welke houding neemt de Nederlandse regering aan inzake de recente dreigingen van Turkije om de afspraken met Griekenland en Europa op te zeggen als het gaat om aanpak van migratie en opvang van vluchtelingen? Om de situatie op de Griekse eilanden en de procedures in Griekenland verder te verbeteren wordt een gezamenlijk Actieprogramma uitgevoerd. Hoe wordt thans gewaarborgd dat er onvoorwaardelijke steun is, en betrokkenheid wordt getoond, van alle lidstaten bij de uitvoering van dit Actieprogramma? De leden van de PVV-fractie vragen de regering helderheid te geven over de berichtgeving dat er een herenakkoord is gesloten bij de vluchtelingendeal met Turkije, waarbij premier Rutte en bondskanselier Merkel zouden hebben beloofd om jaarlijks tussen de 150.000 en 250.000 Syrische vluchtelingen naar de EU te laten komen. Klopt het dat premier Rutte aan de vooravond van de EU-Turkije Top op 6 maart 2016 deze afspraak heeft gemaakt met de toenmalige Turkse premier Davutoglu? Is er in ruimere zin (formeel of informeel) overleg gevoerd met Turkije over hervestiging van vluchtelingen in EU landen? Zo ja, wanneer heeft dit overleg plaatsgevonden, over welke aantallen is gesproken en tot welke afspraken heeft dit geleid? Grensbeheer Als het gaat om het EU Travel Information and Authorisation System (hierna: ETIAS) is het nu aan het Maltees voorzitterschap om op basis van de ambtelijke behandeling compromisvoorstellen uit te werken ter verdere bespreking in de Raad. De leden van de VVD-fractie vragen wanneer deze zijn te verwachten? Verder zette een meerderheid van de lidstaten, waaronder Nederland, vanuit veiligheidsperspectief vraagtekens bij de geldigheidsduur van de reisautorisatie van vijf jaar. Wat verwacht Nederlandse regering ten aanzien van dit onderwerp? De leden van de VVD-fractie lezen dat als het gaat om de Europese grens- en kustwacht vermeld wordt dat nog niet alle lidstaten hebben bijgedragen aan de personele en technische pools van Frontex. Dit geldt ook voor de gegevens die lidstaten moeten leveren ten behoeve van de kwetsbaarheidsanalyses. Nederland vindt het van belang dat alle lidstaten hun verplichtingen ten aanzien van Frontex nakomen. Hoe kan dit alsnog bewerkstelligd worden? Wat is de inzet van de Nederlandse regering in dezen? Deze leden kunnen zich overigens geheel vinden in het standpunt van de regering inzake de Mededeling modelstatusovereenkomst inzake acties in derde landen in het kader van de verordening voor een Europese grens- en kustwacht (Frontex). De leden van de PvdA-fractie vragen de regering een appreciatie te geven van de uitkomsten van de onderhandelingen in de Raad over het EES-systeem. De leden van de SP-fractie willen graag een toelichting op de plannen in het actieplan tegen (reis)documentenfraude om het gebruik van biometrie in bevolkingsadministraties te onderzoeken en de afname en gebruik van biometrie te stimuleren en verbeteren. Kan de regering nader toelichten op welke specifieke punten zij kritisch is met betrekking tot voorstellen die gaan over opslag van biometrie en onderzoek van de Europese Commissie daarover? Welke consequenties hebben deze voorstellen voor de Nederlandse werkwijze met betrekking tot de opslag van biometrie? Ten aanzien van de nieuwe voorstellen omtrent het Schengen Informatie Systeem (hierna: SIS) en het daarin opnemen van de terugkeerbesluiten van immigranten delen de leden van de SP-fractie de zorg van de regering dat de toegevoegde waarde hiervan wellicht niet opweegt tegen de juridische en uitvoeringstechnische consequenties en het belang van privacy. Graag lezen de leden van de SP-fractie hoe overige lidstaten hierover denken en welke ruimte de regering hier nog ziet. Daarnaast vragen deze leden waarom er niet voor is gekozen ook inreisverboden op te nemen in SIS en hoe de overige lidstaten hiertegen aan kijken. Welke juridische en uitvoeringstechnische bezwaren zijn er mogelijk tegen het opnemen van deze verboden en waarom is de inzet van de regering dat deze wel worden opgenomen? De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van het actieplan voor het tegengaan van fraude met reisdocumenten. Kan de regering aangeven of, en op welke wijze, implementatie van dit actieplan zou kunnen leiden tot aanpassing van de Nederlandse wet- en regelgeving? Op welke wijze zou een dergelijk actieplan succesvol kunnen zijn met betrekking tot voortvluchtige terreurverdachten, zoals het geval was bij aanslagpleger Anis A., die ongezien door de EU kon reizen met behulp van zes valse paspoorten? De leden zijn voorts positief over de terughoudendheid van de regering ten opzichte van opslag van biometrie. Kan zij aangeven of het actieplan ertoe zou leiden dat Nederland de huidige regelgeving zal moeten aanpassen wat betreft opslag van biometrie? Op welke wijze zal de regering haar terughoudende houding hiertoe tijdens de JBZ-Raad tot uiting brengen? Is zij bereid hierbij in te brengen dat Nederland niet zal overgaan tot versoepeling van de huidige regelgeving omtrent de opslag van biometrie? Voorstellen voor drie verordeningen ter versterking van het Schengen Informatiesysteem De genoemde leden hebben met belangstelling kennisgenomen van de voorstellen voor drie verordeningen ter versterking van het SIS. De leden zijn positief over de voorstellen om beter gebruik te maken van deze databank door informatie-uitwisseling te bevorderen en de databank te vullen met informatie over illegaal verblijvende derdelanders tegen wie een terugkeerbesluit is uitgevaardigd, terrorisme gerelateerde signaleringen en signaleringen ten behoeve van opsporing en vervolging. Het blijft echter een uitdaging om, gezien de nationale databanken die door de lidstaten nog steeds voorkeur genieten in het gebruik, van het SIS een volwaardige databank te maken waarvan de lidstaten de prioriteit inzien om deze te vullen met informatie. Deze leden zijn daarom van mening dat ingezet moet worden op de juiste vorm van consultatie van de beschikbare informatie. Kan de regering toelichten hoe bevorderd zal worden dat Lidstaten ook werkelijk het SIS zullen vullen met de genoemde informatie en dit niet alleen in hun nationale databank behouden? De leden zijn van mening dat bij grenscontroles alleen het SIS gecheckt zou moeten worden in plaats van nationale databanken, zodat lidstaten de prikkel ervaren om hun nationale gegevens in het SIS in te voeren. Deelt de regering deze mening? Is de regering het eens dat informatie over illegaal verblijvende derdelanders tegen wie een terugkeerbesluit is uitgevaardigd, terrorisme gerelateerde signaleringen en signaleringen ten behoeve van opsporing en vervolging relevant voor nationale databanken, net zo goed relevant voor andere lidstaten is? Hoe gaat de regering zich inzetten om van het SIS een volwaardige databank te maken, naast de overige databanken die de Europese Unie al kent, zoals het EES en het ETIAS? Kan de regering voorts aangeven welke afspraken worden gemaakt over het actief delen van informatie over terrorisme gerelateerde signaleringen in het SIS? De leden van de D66-fractie hebben een aantal vragen over het EES-voorstel. Hoe denkt de regering dat dit systeem een concrete bijdrage gaat leveren aan zwarte georganiseerde criminaliteit en terrorisme? Wat kan er gedaan worden met overstayers die worden gesignaleerd? Worden deze actief opgespoord? Zo ja hoe? Wat zijn de kosten voor dit voorstel? In hoeverre is de privacy van mensen gewaarborgd in dit systeem? Hoe verhoudt deze database zich tot andere databases zoals SIS, ETIAS en Eurodac? De genoemde leden lezen dat het doel is om eind 2017 een akkoord tussen het Europees Parlement en de Raad te bereiken over het ETIAS-voorstel. Hoe zou het ETIAS-systeem binnen de Europese grens- en kustwacht functioneren? Kan de regering verder toelichten waarom er de voorkeur is om de lidstaat van het ingevoerde alert verantwoordelijk te maken voor afhandeling van de aanvraag? Wat houdt dit precies in? Deze leden hopen voorts dat de Europese grens- en kustwacht spoedig operationeel wordt. Gaat de regering zich ervoor inzetten dat er zo snel mogelijk voldoende capaciteit beschikbaar is? Extern migratiebeleid en terugkeer De leden van de VVD-fractie lezen dat de Raad, in aanwezigheid van de geassocieerde Schengenlanden van gedachten zal wisselen over recente ontwikkelingen en bijeenkomsten met betrekking tot de externe aspecten van het Europese migratiebeleid. Zo zullen aanwezige ministers van gedachten wisselen over de Verklaring van Malta van 3 februari 2017. Wat zal de inbreng namens Nederland zijn? Als onderdeel van de Europese Migratieagenda heeft de Europese Commissie op 2 maart 2017 een hernieuwd Actieplan inzake terugkeer gepresenteerd. Het actieplan en de aanbevelingen zien met name op verbetering van toepassing van de bestaande juridische, operationele en financiële Europese terugkeerinstrumenten door de lidstaten. Wat onvoldoende naar voren komt is een gezamenlijke EU-aanpak jegens weigerachtige landen van herkomst inzake terugkeer van hun eigen onderdanen. De leden van de VVD-fractie willen weten waarom de Europese Commissie hierin niet voortvarend het voortouw neemt? Juist nu ontstaan er bilaterale afspraken tussen een lidstaat en land van herkomst, waarbij het risico ontstaat dat lidstaten tegen elkaar worden uitgespeeld. Wat is de appreciatie van de Nederlandse regering in dezen? De leden van de PvdA-fractie merken op dat op de agenda onder meer het hernieuwde Actieplan inzake terugkeer van de Europese Commissie staat. Het Actieplan en de aanbevelingen van de Europese Commissie zijn bedoeld om de uitvoering van de Terugkeerrichtlijn te verbeteren en het uitzettingspercentage van uitgeprocedeerde asielzoekers te verhogen. De aanbevelingen betreffen onder andere de termijnen van de asielprocedure, het risico op het onttrekken aan toezicht en voorwaarden voor detentie. De genoemde leden hebben een aantal vragen over de toepassing van vreemdelingendetentie. De Europese Commissie heeft een lijst gepresenteerd van omstandigheden om het risico van onttrekking aan toezicht vast te stellen. Kan de regering aangeven hoe wordt gewaarborgd dat automatische detentie tegen wordt gegaan? Voornoemde leden hebben daarnaast ernstige twijfels over de mogelijkheid die de Europese Commissie biedt om publieke instanties in te zetten om migranten aan te houden. Dat is in strijd met de richtlijnen inzake aanhouding van migranten van het EU-grondrechtenagentschap FRA. Hoe beoordeelt de regering deze instructies? De leden van de SP-fractie vinden het goed dat er Europees wordt samengewerkt om mensen op Europese wateren te redden. Ten aanzien van de modelstatusovereenkomst tussen Frontex en derde landen hebben deze leden nog enkele vragen. Hoe wordt bepaald met welke derde landen een overeenkomst zal worden gesloten en wie bepaalt of het land in kwestie mensenrechten voldoende eerbiedigt en de kans klein is dat teamleden mensenrechten zullen schenden? Hoe wordt vervolgens gemonitord en wie heeft de bevoegdheid de overeenkomst te beëindigen? Hoe wordt daarnaast bepaald wie er in het team plaatsneemt en wie is voor hen verantwoordelijk? Daarnaast zien deze leden graag een uiteenzetting van hoe men zich richt op het redden van mensen in plaats uitsluitend de Europese grenzen te bewaken. De leden van de D66-fractie vragen om een regulier BNC-fiche over het hernieuwde actieplan inzake terugkeer. Zij delen de prioriteit die gegeven wordt aan terugkeer, maar hebben nog wel enkele vragen. Waarom wordt er niet meer aandacht besteedt aan diplomatieke druk in Europees verband als het gaat om terugkeer? Hoe valt de aanbeveling van de Europese Commissie om meer vreemdelingendetentie in te zetten te rijmen met de Terugkeerrichtlijn? Hoe zien de aanscherpingen op het gebied van zelfstandige terugkeer eruit? Kan de regering verder toelichten hoe het terugkeerbureau van de Europese grens- en kustwacht opereert? De genoemde leden constateren met zorg dat de Europese Commissie oproept de mogelijkheid van detentie van minderjarigen in nationale wetgeving niet uit te sluiten. Deelt de regering het standpunt van deze leden dat kinderen niet in de cel horen? Voornoemde leden vragen hoe er door de regering en de andere lidstaten wordt omgegaan met terugkeer van uitgeprocedeerde asielzoekers naar Turkije. In hoeverre wordt er rekening gehouden met de aanhoudende onrust aldaar? Is de regering bereid het Ambtsbericht Turkije te actualiseren en tot die tijd een vertrek-moratorium voor Turkije in te stellen? Overige thema’s De leden van de D66-fractie spreken hun zorgen uit over de nieuwe asielwet in Hongarije. Deelt de regering het standpunt dat deze wet niet in lijn is met de standaarden van Europese wetgeving? Is de regering voornemens de Hongaarse regering hierop aan te spreken en zich hard te maken voor een Europese reactie? De leden van de GroenLinks-fractie vragen de regering om op de JBZ-Raad landen aan te spreken op het onrechtmatig detineren van vreemdelingen, waarvan momenteel sprake is in Hongarije (zie https://euobserver.com/migration/137243). Zij vragen of de regering bereid is om op de JBZ-Raad te pleiten voor het inzetten van sancties bij dergelijke onrechtmatige detentie. PAGE \* MERGEFORMAT 1