Verslag van de 56ste COSAC, gehouden te Bratislava, Slowakije van zondag 13 tot en met dinsdag 15 november 2016 (herdruk)
Conferentie van commissies voor Europese aangelegenheden uit de parlementen van de lidstaten van de EU en van een delegatie uit het Europees Parlement
Verslag van een bijeenkomst
Nummer: 2017D08449, datum: 2017-03-28, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 5
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-22660-65).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: M. Azmani, voorzitter van de vaste commissie voor Europese Zaken (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 22660 -65 Conferentie van commissies voor Europese aangelegenheden uit de parlementen van de lidstaten van de EU en van een delegatie uit het Europees Parlement.
Onderdeel van zaak 2017Z04086:
- Indiener: M. Azmani, voorzitter van de vaste commissie voor Europese Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Europese Zaken
- 2017-03-28 15:05: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2017-04-06 11:30: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Europese Zaken
- 2017-04-12 14:10: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Staten-Generaal | 1/2 |
Vergaderjaar 2016-2017 |
22 660 Conferentie van commissies voor Europese aangelegenheden uit de parlementen van de lidstaten van de EU en van een delegatie uit het Europees Parlement
AR/ nr. 65 HERDRUK1 VERSLAG
Vastgesteld 28 maart 2017
Van zondag 13 tot en met dinsdag 15 november 2016 vond in Bratislava, Slowakije, de plenaire Conferentie van commissies voor Europese aangelegenheden uit de nationale parlementen van de lidstaten van de Europese Unie en van een delegatie uit het Europees Parlement, hierna aangeduid als COSAC. Naast de genoemde delegaties namen ook delegaties van de nationale parlementen van de kandidaat-lidstaten van de Europese Unie deel als waarnemer, evenals delegaties van de Raad van de Europese Unie, van de Europese Commissie, de Parlementaire Assemblee van de Raad van Europa en van het Andorrese, Georgische, Monegaskische, Noorse en Zwitserse parlement. De Nederlandse delegatie naar deze conferentie werd geleid door de voorzitters van de commissies voor Europese Zaken van respectievelijk de Eerste en Tweede Kamer, de heer Van Apeldoorn (SP) en de heer Azmani (VVD). De delegatie bestond verder uit de heer Backer (D66, Eerste Kamer) en de heer Anne Mulder (VVD, Tweede Kamer). De ambtelijke begeleiding bestond uit mevrouw Van den Driessche (Eerste Kamer) en de heer Middelkoop (Tweede Kamer).
De delegatie brengt als volgt verslag uit2:
En marge van de conferentie
Op 13 november 2016 ontving de delegatie een briefing van de heer Van Rijssen, Nederlands ambassadeur te Bratislava. Naast een toelichting op de politieke, economische en historische ontwikkelingen is eveneens gesproken over de actuele politieke situatie in Slowakije en de vorderingen van het Slowaakse Voorzitterschap in de tweede helft van 2016.
COSAC-Trojkabijeenkomst, 13 november 2016
Op zondag 13 november 2016 heeft een vergadering plaatsgevonden van de delegaties van de Trojka van de COSAC. Hierin zetelden de delegaties van de commissies voor Europese Zaken van de nationale parlementen die het EU-Voorzitterschap dragen in de periode tussen 1 januari 2016 tot 30 juni 2017, alsook een delegatie van het Europees Parlement. Omdat in de eerste helft van 2016 Nederland het Voorzitterschap van de Europese Unie op zich heeft genomen, nam de Nederlandse delegatie deel aan deze Trojka-besprekingen.
Tijdens deze Trojka-bijeenkomst is gesproken over en ingestemd met de conceptagenda van de LVI plenaire COSAC-conferentie. Daarna volgde een presentatie van het halfjaarlijkse COSAC-rapport (26th Bi-annual report). De leden van de trojka bespraken vervolgens de ontwerpcontributies en de ingediende amendementen, waarna een nieuwe tekst van de ontwerpcontributies onder de overige delegaties werd verspreid. Verder zijn de ingekomen brieven besproken.
COSAC-Voorzittersbijeenkomst, 14 en 15 november 2016
Opening en procedurele zaken
De COSAC-Voorzittersbijeenkomst werd geopend en voorgezeten door de voorzitter van de commissie voor Europese Zaken, de heer Ľuboš Blaha. De delegaties herdachten na de opening de slachtoffers van de aanslag in Parijs van 13 november 2015. Vervolgens kwamen enkele procedurele kwesties aan de orde en presenteerde mevrouw Christiana Fryda, permanent lid van het COSAC secretariaat, het 26e halfjaarlijks rapport. Het rapport ging in op de rol van nationale parlementen bij de totstandkoming van het trans-Atlantisch handels- en investeringspartnerschap (TTIP), de energie-unie en versterking van de rol van nationale parlementen in algemene zin.
Sessie 1: Stand van het Slowaaks EU-Voorzitterschap.
Minister-President Fico van Slowakije reflecteerde op de resultaten van het EU-Voorzitterschap. Hij memoreerde de bijeenkomst van de Europese Raad in Bratislava, de voortgang geboekt op het terrein van energie en de digitale markt en de te verwachten resultaten op de onderwerpen belastingen, het Europees OM, het klimaatakkoord en het uitbreidingsbeleid.
Tijdens het daarop volgende debat onderstreepten verschillende delegaties het belang van de voorgenomen uittreding van het Verenigd Koninkrijk en de noodzaak van het herwinnen van vertrouwen van Europese burgers. Delegaties besteden ook aandacht aan de migratiecrisis, de implementatie van de EU-Turkijeverklaring en discussies over het solidariteitsbegrip binnen Europa. Het lid Azmani vroeg de premier naar de voortgang die in de afgelopen periode door het Slowaaks Voorzitterschap is geboekt met de voorstellen voor hervormingen van het Gemeenschappelijk Europees Asielstelsel. Enkele delegaties uitten hun zorgen over de mensenrechtensituatie in Turkije na de mislukte militaire coup. Een Turks parlementslid reageerde daarop dat haar land de rechtsstaat altijd heeft gerespecteerd en dat het juist de militairen antidemocratisch hebben opgetreden.
In zijn reactie gaf premier Fico aan dat de VK-uittreding om nieuwe Brits-Europese relaties vraagt, waarbij Noorwegen en Zwitserland als model kunnen staan. De vier basisvrijheden zijn daarbij niet onderhandelbaar. De premier onderstreepte ten slotte het belang van samenwerking tussen nationale parlementen en de executieve.
De heer Ivan Korcok, permanent vertegenwoordiger van Slowakije bij de EU nam daarna de beantwoording van de vragen over. Over het onderwerp migratie zei de heer Korcok dat het grootste probleem grensbeheer is geweest. Dat was de eerste prioriteit van het Voorzitterschap. Daarna volgden het aanpakken van de grondoorzaken van migratie en het gebruik van solidariteit op een effectieve manier. Volgens de heer Korcok is een dialoog tussen Turkije en de EU nu belangrijker dan ooit te voren, niet alleen over migratie, maar ook over de rechtsstaat.
Sessie 2: Versterking van de rol van nationale parlementen in de Europese Unie
De sessie ving aan met een toespraak van Frans Timmermans, eerste vicepresident van de Europese Commissie waarin hij zei dat in de veranderende wereld met nieuwe uitdagingen voor de EU nationale parlementen betrokken moeten worden. De huidige Europese Commissie maakt volgens de vicepresident werk van goed luisteren naar nationale parlementen. Als voorbeeld gaf hij de laatste gele kaart over de detacheringsrichtlijn, waarbij de Commissie alle opgebrachte zorgen rondom subsidiariteit en andere politieke onderwerpen uitvoerig adresseerde. De heer Timmermans refereerde vervolgens aan enkele instrumenten voor betere regelgeving, zoals externe input en het REFIT-platform. Ten slotte benadrukte hij het belang van rechtsstaat, mensenrechten, democratie en respect voor minderheden en diversiteit in de EU.
De heer Martin Klus, vicevoorzitter van de commissie Europese Zaken van het Slowaaks parlement, leidde vervolgens een panel bestaande uit mevrouw Anna Birchall, vicevoorzitter van de commissie Europese Zaken van het Roemeense parlement en Gunther Krichbaum, voorzitter van de commissie Europese Zaken van de Duitse bondsdag. Mevrouw Birchall ging in op de discussie rondom een rode kaart mechanisme. Volgens haar is dat niet nodig en is er meer behoefte aan verandering in de houding richting nationale parlementen. De afwijzing van de recente gele kaart ondergraaft het vertrouwen in de bestaande mechanismes. De heer Krichbaum vroeg zich af of COSAC zijn volle potentie wel realiseert en bekritiseerde delegaties die vooraf geschreven verklaringen voorlezen in plaats van echt het debat aan te gaan. Hij riep parlementen ook op hun Europese werkwijze verder te ontwikkelen, zoals de Bondsdag dat heeft gedaan, en nauwer samen te werken met het Europees Parlement.
37 deelnemers intervenieerden vervolgens in het debat. Het lid Anne Mulder stelde voor om de samenwerking tussen parlementen verder te verbeteren door op regelmatige basis zogenaamde «Brussel-dagen» te organiseren, waarbij parlementariërs rondom een vooraf bepaald thema in gesprek gaan met de Europese Commissie. Andere delegaties onderstreepten ook het belang van goede samenwerking en een goed ontwikkelde Europese werkwijze.
Eerste vicepresident Timmermans reageerde dat de balans tussen de instituties opnieuw moet worden vastgesteld, omdat nationale parlementen en nationale regeringen soms tegengestelde opvattingen in Brussel ten gehore brengen. De heer Timmermans sprak zich uit tegen de rode kaart, omdat dit volgens hem het einde van de gemeenschapmethode en een verschuiving terug naar intergouvernementele besluitvorming zou betekenen. Uiteindelijk zouden nationale parlementen daarmee hun invloed verliezen. Hij riep daarom op tot meer wederzijds begrip en zei dat ondanks het gebrek aan vertrouwen, duidelijk is dat burgers het EU-beleid ondersteunen. Dat zou voor hem het vertrekpunt van het debat moeten zijn.
Sessie 3: TTIP en zijn uitdagingen, kansen en risico’s
De sessie werd ingeleid door de heer Hiddo Houben, plaatsvervangend hoofdonderhandelaar van TTIP voor de Europese Commissie en mevrouw Susan George, voorzitter van het Transnational Institute. De heer Houben bracht het verloop van het onderhandelingsproces tot nu toe in herinnering en benadrukte dat handel een van de kernbeleidsterreinen is van de EU. De Europese Commissie heeft als doel om het niveau van consumentenbescherming voor beide economieën te verhogen, hoewel er wel verschillen op het terrein van voedselveiligheid en gebruik van chemicaliën blijven bestaan. Het technische werk is nu over de helft en zou kunnen worden afgerond voor het einde van de ambtstermijn van Barack Obama. Echter, tijdens de lastige periode die nu aanbreekt zal de Europese Commissie binnen de EU draagvlak moeten creëren. Hij slot af met de opmerking dat het fair is om te accepteren dat nationale parlementen een rol hebben bij de totstandkoming van handelsverdragen.
Mevrouw George presenteerde 10 argumenten tegen de sluiting van TTIP, met daarbij de opmerking dat zij niet tegen het idee van vrijhandel is. Ze noemde geheimhouding, de grote betrokkenheid van multinationale ondernemingen bij de onderhandelingen, het voorspelde verlies van honderdduizenden banen, bescherming van Europese landbouwers, erkenning van herkomst van producten in de VS, de macht van ondernemingen om staten voor een internationaal tribunaal te dagen, en verwachte negatieve effecten op het klimaat.
Na deze inleidingen werd een panel van parlementariërs gevraagd een eerste reactie te geven. Mevrouw Danuta Hübner, voorzitter van de EP commissie voor constitutionele zaken, bracht in dat inkomend president Donald Trump niet de enige is die beslist over het al dan niet staken van de onderhandelingen. Met name het Amerikaanse bedrijfsleven zal hier een belangrijke stem in hebben volgens haar. Ze concludeerde dat de Europese instituties niet goed hebben laten zien dat globalisering ten behoeve van burgers is. De tweede panelist, mevrouw Güler Turan van de Belgische senaat zei dat ook haar kritiek niet voortkwam uit weerstand tegen vrijhandel, maar vooral het gebrek aan transparantie. Volgens haar wordt globalisering door bedrijven gedreven en is dit uit de hand gelopen. Zij riep op tot een nieuwe start voor handelsovereenkomsten met hoge standaarden tegen bedrijfsbelangen.
Onder andere de heer Van Apeldoorn nam het woord tijdens het daarop volgende debat. Hij vroeg of de bezwaren van mevrouw George ook tegen het CETA verdrag gericht zijn. Aan de heer Houben vroeg hij of de Europese Commissie ervan uitging dat de nieuwe Amerikaanse administratie – na de inhuldiging van de nieuwe president – dezelfde uitgangspunten zou hanteren ten aanzien van TTIP en of de heer Houben kon bevestigen dat de Europese Commissie TTIP als een gemengde overeenkomst ziet. Een groot aantal delegaties uitten hun zorgen over het verloop en de transparantie van de onderhandelingen en de inhoud van het verdrag. Er waren ook veel parlementariërs die wel hun steun uitspraken voor TTIP.
De heer Houben merkte op dat Donald Trump zich tot dan toe niet heeft uitgelaten over TTIP, hoewel hij over het algemeen wel protectionistische uitlatingen heeft gedaan. Hij ging in op kritische opmerkingen over transparantie, productstandaarden, het handel surplus van Europese boeren en het internationaal dispuutresolutiemechanisme. Ook liet hij uitschijnen dat de Europese Commissie TTIP wellicht als een mixed agreement zou zien. Mevrouw George vond dat CETA Amerikaanse bedrijven, die veelal een vestiging in Canada hebben, nu al de mogelijkheid geeft om Europese landen aan te klagen. Beide inleiders dankten de deelnemers voor het levendige en rijke debat.
Bijeenkomst van de COSAC-voorzitters
De voorzitter informeerde de delegaties over de nieuwe ontwerptekst die is vastgesteld door de trojka en de procedure die liep voor het indienen van nieuwe amendementen. Er volgde een uitgebreide discussie over de correctheid en duidelijkheid van de gevolgde procedure. Daarna volgde een levendig debat en is er gestemd over controversiële punten, waarna overeenstemming werd bereikt.
Sessie 4: De Energie-unie in 2016
EC-Vicepresident Maroš Šefčovič verwelkomde de nieuwe energie in het partnerschap met nationale parlementen rondom de Energie-Unie. Veel voorstellen vereisen implementatie op nationaal niveau, waarbij parlementen een rol hebben. De heer Šefčovič verwelkomde het klimaatakkoord van Parijs en de ratificatie door de EU en het akkoord van 7.000 steden wereldwijd om in de publieke sector de uitstoot van broeikasgassen te verminderen. De vicepresident riep ook op tot solidariteit bij het bestrijden van energie-armoede.
De heer Šefčovič ging vervolgens in op de voorstellen uit het tweede winterpakket, waaronder energieprestaties van gebouwen, eco-design, het pakket voor hervorming van de elektriciteitsmarkt en betere integratie van duurzame energie. Dit is op Europese niveau de agenda voor 2017. Tegelijkertijd staat 2017 in het teken van implementatie op nationaal niveau van energie governance en klimaatplannen.
Een panel bestaande uit mevrouw Danielle Auroi van de Franse nationale assemblee, de heer Kalle Palling van het Estse parlement en de heer Antonio Costa Silva van de Portugese assemblee van de republiek leverde een eerste reactie op de presentatie van de heer Šefčovič. Volgens mevrouw Auroi is de EU leider in de mondiale strijd tegen door de mens veroorzaakte klimaatverandering. Ze roemde de Europese samenwerking op het gebied van duurzame energie. De heer Palling bracht in dat energiezekerheid en duurzaamheid lastig te realiseren zijn, maar wel de sleutel tot een verbonden, open, slimme en concurrerende Europese markt. Het Estse Voorzitterschap in de tweede helft van 2017 zal energie prioriteren, met name vraagstukken over marktintegratie. De heer Costa Silva merkte op dat zijn land er in 2015 in geslaagd is 20% van zijn energie uit duurzame bronnen te halen. Ook hij onderstreepte het belang van verdere integratie van de duurzame energiemarkt om zo overschotten goed te kunnen exporteren.
24 delegaties namen het woord gedurende het debat. Er werd onder meer gesproken over energierelaties met Rusland en andere derde landen, een schonere economie, de bijzondere situatie in perifere lidstaten en energie-armoede.
Sessie 5: Grensbeheer in de context van migratie
De Slowaakse vicepremier en Minister van binnenlandse zaken Robert Kaliňák ging in op de noodzaak van bescherming van de interne veiligheid binnen de EU en bestrijding van illegale migratie binnen de Schengenzone. Om dit te bereiken zijn volgens Minister Kaliňák technische verbeteringen, vergrootte operationele capaciteit en kwalitatief goede readmissie-overeenkomsten noodzakelijk. Een succesvol terugkeerbeleid werkt daarbij demotiverend voor migranten, terwijl het huidig asielbeleid onterecht personen met voldoende middelen bevoordeelt. Met betrekking tot integratie van migranten, merkte hij op dat Europese steden grote groepen te verwerken krijgen.
Een panel bestaande uit Richárd Hörcsik, voorzitter van de commissie Europese Zaken van het Hongaarse parlement en Lucio Romano, vicevoorzitter van de commissie Europese Zaken van de Italiaanse Senaat, reageerde als eerste op de inleiding. De heer Hörcsik benadrukte het belang van een gemeenschappelijke aanpak van de migratiecrisis, waarbij lidstaten aan de buitengrenzen een speciale status zal moeten worden verleend. Hongarije heeft in de afgelopen anderhalf jaar € 60 miljoen uitgegeven aan grensbewaking. Het beschermen van de gemeenschappelijke grens is een vorm van solidariteit van Hongarije met de overige lidstaten. De heer Romano bracht in dat naast bescherming van de buitengrens, sociaaleconomische ontwikkeling in herkomstlanden sleutel is tot succesvol grensbeheer om zo de instroom van migranten in te dammen. Migratie moet worden beheerst vanaf de start van de reis en er moet daarom meer worden samengewerkt met de VN en derde landen.
32 delegaties intervenieerden daarop in de discussie. Een groot aantal delegaties gingen in op het belang van adequaat grensbeheer. Solidariteit en samenwerking met elkaar en met herkomstlanden werden ook als cruciaal beschouwd. Enkele delegaties wierpen op dat er aandacht moest worden besteed aan de kosten van opvang en de mogelijk meekomst van geradicaliseerde EU-burgers met de vluchtelingenstroom. Andere delegaties vonden juist dat er niet zonder meer een verband tussen terrorisme en migratie kan worden gelegd. Het lid Azmani benadrukte het belang van dialoog tussen de lidstaten. Hij vroeg om meer begrip voor lidstaten die aan de buitengrenzen liggen en voor lidstaten die al veel migranten hebben opgenomen. Partnerschappen met herkomstlanden zouden kunnen bijdragen aan een oplossing.
Vicepremier Kaliňák benadrukte dat de last tussen de lidstaten gedeeld moet worden, waarbij lidstaten elkaar op effectieve wijze bijstaan. De vicepremier riep op tot een open discussie over relocatie die kan rekenen op steun van alle lidstaten. Daarnaast verklaarde hij zich voorstander van meer samenwerking tussen veiligheidsdiensten binnen lidstaten. Tot slot merkte hij op dat Schengen gehandhaafd moet blijven en toetreding van alle lidstaten een prioriteit is voor de veiligheid van de EU.
Aanname van de contributies van de LVI COSAC
De ontwerpcontributies zoals voorgesteld door de vergadering van COSAC-voorzitters3, werden zonder discussie door de plenaire vergadering aangenomen. De eerder door de Eerste Kamer ingediende amendementen op de paragraaf over de Transatlantic Trade and Investment Partnership (TTIP) waren vrijwel volledig overgenomen. De voorzitter, de heer Blaha, deelde de aanwezigen mee dat twee verklaringen open liggen voor ondertekening door delegatieleden. De eerste betreft de recente aardbevingen in Italië. De tweede betreft de mensenrechtensituatie in Turkije. De verklaring over de mensenrechtensituatie in Turkije is op persoonlijke titel ondertekend door de heer van Apeldoorn.
De heer Busuttil, voorzitter van de commissie Europese Zaken van het Maltese parlement informeerde de delegaties over de aanstaande COSAC bijeenkomsten op Malta op 22 en 23 januari en op 28 tot en met 30 mei 2017.
De heer Blaha dankte tot slot alle aanwezigen voor hun deelname en zijn staf voor de ondersteuning en voorbereiding van de conferentie.
Namens de delegatie,
De voorzitter van de vaste commissie voor Europese Zaken van de
Eerste Kamer,
Van Apeldoorn
De fungerend voorzitter van de vaste commissie voor Europese Zaken
van de Tweede Kamer,
Malik Azmani