Eindtekst
Wijziging van de Wet op het financieel toezicht, de Faillissementswet en enige andere wetten in verband met het herstel van gebreken en omissies bij de implementatie van Europese regelgeving op het terrein van de financiële markten (Herstelwet financiële markten 2017)
Eindtekst
Nummer: 2017D10995, datum: 2017-04-13, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Onderdeel van zaak 2016Z24210:
- Indiener: J.R.V.A. Dijsselbloem, minister van Financiën
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Financiën
- 2016-12-21 14:40: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2017-01-18 15:30: Procedurevergadering Financiën (Procedurevergadering), vaste commissie voor Financiën
- 2017-02-09 14:00: Herstelwet financiële markten 2017 (Inbreng verslag (wetsvoorstel)), vaste commissie voor Financiën
- 2017-03-29 15:30: Extra procedurevergadering Financiën (groslijst controversieel verklaren) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Financiën
- 2017-03-30 14:30: Procedurevergadering Financiën (Procedurevergadering), vaste commissie voor Financiën
- 2017-04-05 12:45: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2017-04-13 10:15: Hamerstuk: Wijziging van de Wet op het financieel toezicht, de Faillissementswet en enige andere wetten in verband met het herstel van gebreken en omissies bij de implementatie van Europese regelgeving op het terrein van de financiële markten (Herstelwet financiële markten 2017) (34 634) (Hamerstukken), TK
Preview document (🔗 origineel)
De Tweede Kamer der Staten- PRIVATE Generaal zendt bijgaand door haar aangenomen wetsvoorstel aan de Eerste Kamer. De Voorzitter, 13 april 2017 Wijziging van de Wet op het financieel toezicht, de Faillissementswet en enige andere wetten in verband met het herstel van gebreken en omissies bij de implementatie van Europese regelgeving op het terrein van de financiële markten (Herstelwet financiële markten 2017) GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het noodzakelijk is in de Wet op het financieel toezicht, de Faillissementswet en in enige andere wetten op het terrein van de financiële markten enige omissies en gebreken te herstellen in verband met de implementatie van Europese regelgeving; Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: ARTIKEL I De Wet op het financieel toezicht wordt als volgt gewijzigd: A Artikel 1:1 wordt als volgt gewijzigd: 1. De definitie van “afwikkeling” vervalt. 2. Er worden in de alfabetische volgorde drie definities ingevoegd, luidende: beëindigingsrecht: een recht om een overeenkomst te beëindigen of om verplichtingen uit hoofde van een overeenkomst te versnellen, voortijdig te beëindigen of te verrekenen, dan wel een soortgelijk beding dat een verplichting van een partij bij de overeenkomst opschort, wijzigt of nietig verklaart of een beding dat het ontstaan belet van een verplichting uit hoofde van de overeenkomst die anders zou zijn ontstaan; beleggingsonderneming in de zin van de verordening kapitaalvereisten: een beleggingsonderneming die een beleggingsonderneming is als bedoeld in artikel 4, eerste lid, punt 2, van de verordening kapitaalvereisten; verordening (EU) nr. 1093/2010: verordening (EU) nr. 1093/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Bankautoriteit), tot wijziging van Besluit nr. 716/2009/EG en tot intrekking van Besluit 2009/78/EG van de Commissie (PbEU 2010, L 331); 3. In de definitie van richtlijn depositogarantiestelsels wordt “(PbEU L 2014, 173)” vervangen door: (PbEU 2014, L 173). 4. In de definitie van “saneringsmaatregel” wordt na “aantast” ingevoegd:, met inbegrip van de toepassing van een afwikkelingsinstrument of de uitoefening van een afwikkelingsbevoegdheid als bedoeld in de richtlijn herstel en afwikkeling van banken en beleggingsondernemingen. 5. In de definitie van “verbonden agent” wordt de zinsnede “de onderdeel a, d of e van de definitie van verlenen van een beleggingsdienst in artikel 1:1” vervangen door: onderdeel a, d, e of f van de definitie van verlenen van een beleggingsdienst. 6. De definitie van “vordering uit hoofde van verzekering” komt te luiden: vordering uit hoofde van verzekering: a. een rechtstreekse vordering op de verzekeraar van een verzekerde, verzekeringnemer, begunstigde of benadeelde, met inbegrip van een vordering ter zake van voor deze personen gereserveerde bedragen, zo lang nog niet alle elementen van de vordering bekend zijn; b. een vordering tot teruggave van premies die een verzekeraar heeft ontvangen in de niet beantwoorde verwachting dat een overeenkomst van verzekering zou worden afgesloten dan wel heeft ontvangen op grond van een verzekering die is ontbonden of vernietigd; of c. een vordering uit hoofde van een overeenkomst tot kapitalisatieverrichtingen of tot beheer over collectieve pensioenfondsen als bedoeld onder punten 6 en 7 van de opsomming betreffende het bedrijf van levensverzekeraar in de Bijlage branches bij deze wet, met inbegrip van een vordering tot teruggave van betalingen voor verrichtingen die een verzekeraar heeft ontvangen in de niet beantwoorde verwachting dat een overeenkomst tot kapitalisatieverrichtingen of tot beheer over collectieve pensioenfondsen zou worden gesloten dan wel heeft ontvangen op grond van een overeenkomst tot kapitalisatieverrichtingen of beheer die is ontbonden of vernietigd; B Artikel 1:25d, derde lid, komt te luiden: 3. Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing op de leden van het bestuur en, indien van toepassing, de leden van het toezichthoudend orgaan, alsmede de werknemers van: a. het Depositogarantiefonds, genoemd in artikel 3:259a; b. het Afwikkelingsfonds, genoemd in artikel 3A:86; c. een overbruggingsinstelling als bedoeld in artikel 3:159t, tweede lid, of 3A:37; d. een rechtspersoon als bedoeld in artikel 3A:38; e. een entiteit voor activa- en passivabeheer als bedoeld in artikel 3A:41; alsmede op: f. een curator als bedoeld in artikel 1:76; g. een bijzondere bewindvoerder als bedoeld in artikel 1:76a; h. een bijzondere bestuurder als bedoeld in artikel 3A:49. C Artikel 1:51c, eerste lid, komt te luiden: 1. De Nederlandsche Bank kan de toezichthoudende instantie van een andere lidstaat die toezicht houdt op geconsolideerde basis op een in Nederland gelegen bijkantoor van een bank of beleggingsonderneming met zetel in een andere lidstaat of, indien geen toezicht op geconsolideerde basis wordt uitgeoefend, de toezichthoudende instantie van de lidstaat van de zetel van de bank of beleggingsonderneming, verzoeken dat bijkantoor als significant aan te merken. D In artikel 1:51d, eerste en tweede lid, wordt “artikel 3:278b, onderdeel c,” telkens vervangen door: artikel 3:278b, eerste lid, onderdeel c,. E Artikel 1:55a, onderdeel a, komt te luiden: a. de aan het verzekeringsrichtlijngroepstoezicht, bedoeld in artikel 3:285, onderworpen verzekeraar;. F Artikel 1:75 wordt als volgt gewijzigd: 1. Het eerste lid, onderdeel h, vervalt. 2. Het laatste lid wordt vernummerd tot vijfde lid. 3. In het vijfde lid (nieuw) wordt “Het derde lid” vervangen door: Het vierde lid. G Artikel 1:76b wordt als volgt gewijzigd: 1. Het eerste lid, onderdeel b, komt te luiden: b. grond voor uitoefening van een beëindigingsrecht; 2. In het vierde lid, onderdeel b, wordt “een aangewezen systeem of systeemexploitant” vervangen door: een systeem of systeemexploitant als bedoeld in onderdeel a. H Artikel 1:90 wordt als volgt gewijzigd: 1. In artikel 1:90, eerste lid, aanhef, wordt na “de andere toezichthouder” ingevoegd: , het Depositogarantie fonds, genoemd in artikel 3:259a, het Afwikkelingsfonds, genoemd in 3A:68,. 2. Het laatste lid wordt vernummerd tot negende lid. I Aan artikel 1:93, eerste lid, wordt, onder de vervanging van de punt aan het slot van onderdeel h door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende: i. een clearinginstelling of afwikkelonderneming, voor zover de vertrouwelijke gegevens of inlichtingen betrekking hebben op het in gebreke blijven van een marktdeelnemer of de voorzienbare mogelijkheid daartoe en verstrekking in het belang is van het functioneren van de clearinginstelling of afwikkelonderneming. J Artikel 1:105, eerste lid, onderdeel e, vervalt, onder vervanging van “; en” aan het slot van onderdeel d door een punt. K In artikel 1:107, tweede lid, onderdeel a, onder 9°, wordt “artikel 4:37f, tweede lid” vervangen door: artikel 4:37m, tweede lid,. L Het opschrift van paragraaf 2.2.4.1. komt te luiden: § 2.2.4.1. Vergunningplicht en -eisen voor verzekeraars met beperkte risico-omvang met zetel in Nederland. M In de artikelen 2:97, vijfde lid, 2:98, tweede lid, onderdeel c, 4:100a, eerste lid, en 4:100c wordt “onderdeel a, d of e van de definitie van het verlenen van een beleggingsdienst in artikel 1:1” telkens vervangen door: onderdeel a, d, e of f van de definitie van verlenen van een beleggingsdienst in artikel 1:1. N In artikel 3:18a, eerste lid, onderdeel a, vervalt “financiële”. O In artikel 3:57, zesde lid, wordt “een beleggingsonderneming, clearinginstelling, kredietunie, premiepensioeninstelling of bank” vervangen door: een afwikkelonderneming, clearinginstelling, kredietunie of premiepensioeninstelling. P Artikel 3:75 komt te luiden: Artikel 3:75 Een bank met zetel in een andere lidstaat die haar bedrijf uitoefent vanuit een in Nederland gelegen bijkantoor, voert in Nederland een afzonderlijke boekhouding met betrekking tot dat bijkantoor. Q Artikel 3:77, eerste volzin, komt te luiden: Indien de Nederlandsche Bank daarom verzoekt, verstrekt een bank met zetel in een andere lidstaat die haar bedrijf uitoefent vanuit een in Nederland gelegen bijkantoor, al dan niet periodiek, staten als bedoeld in artikel 3:72, eerste lid, met betrekking tot het bijkantoor. R Aan artikel 3:95 wordt een lid toegevoegd, luidende: 4. In afwijking van het eerste lid dient een verklaring van geen bezwaar met betrekking tot een gekwalificeerde deelneming in een bank die in staat van faillissement is verklaard of ten aanzien waarvan de noodregeling, bedoeld in afdeling 3.5.5, is uitgesproken, te worden verkregen van de Nederlandsche Bank. S Artikel 3:110 wordt als volgt gewijzigd: 1. In het eerste lid wordt “dochtermaatschappij” vervangen door: dochteronderneming. 2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende: 9. Dit artikel is van overeenkomstige toepassing op dochterondernemingen van financiële instellingen als bedoeld in het eerste lid. T Artikel 3:111a wordt als volgt gewijzigd: 1. De aanhef van het eerste lid wordt, onder vernummering van het tweede en derde lid tot derde en vierde lid, vervangen door: 1. De Nederlandsche Bank kan aan een bank met zetel in Nederland of aan een beleggingsonderneming met zetel in Nederland, die beleggingsdiensten verleent of beleggingsactiviteiten verricht in Nederland, maatregelen opleggen indien: a. de bank of beleggingsonderneming niet voldoet aan het bepaalde ingevolge dit deel of de verordening kapitaalvereisten; b. er aanwijzingen zijn dat de bank of beleggingsonderneming binnen twaalf maanden waarschijnlijk niet zal voldoen aan het bepaalde ingevolge dit deel of de verordening kapitaalvereisten; of c. uit de evaluatie, bedoeld in artikel 3:18a, van de wijze waarop de bedrijfsvoering is ingericht, van de aangehouden liquiditeit en van het toetsingsvermogen van de bank of beleggingsonderneming, blijkt dat een degelijk beheer en een solide dekking van de risico’s onvoldoende is gewaarborgd. 2. De maatregelen, bedoeld in het eerste lid, zijn de volgende:. 2. In het vierde lid (nieuw) wordt “de aanhef van het eerste lid onderscheidenlijk het tweede lid” vervangen door: het eerste of derde lid. 3. Er wordt een lid toegevoegd, luidende: 5. De maatregelen, bedoeld in het tweede lid, kunnen ter uitoefening van het toezicht op geconsolideerde basis ingevolge deel 1, titel II, van de verordening kapitaalvereisten tevens aan een financiële holding of gemengde financiële holding worden opgelegd. U In artikel 3:159ta, derde lid, wordt “artikel 3:195t, tweede lid,” vervangen door: artikel 3:159t, tweede lid,. Ua Aan artikel 3:248 wordt een lid toegevoegd, luidende: 3. Voor de toepassing van het eerste lid op een saneringsmaatregel met betrekking tot een verzekeraar, wordt onder gereglementeerde markt mede verstaan een in een staat die geen lidstaat is gelegen financiële markt die aan de volgende voorwaarden voldoet: a. de markt is, in geval van een verzekeraar met zetel in Nederland of van een verzekeraar met een bijkantoor in Nederland en met zetel in een staat die geen lidstaat is, aangewezen door Onze Minister of is, in geval van een verzekeraar met zetel in een andere lidstaat, erkend door een daartoe bevoegde autoriteit van die lidstaat en voldoet voorts aan vereisten die vergelijkbaar zijn met die van de richtlijn markten voor financiële instrumenten 2014; en b. de financiële instrumenten die op de markt worden verhandeld, zijn van een kwaliteit die vergelijkbaar is met die van de instrumenten die worden verhandeld op de gereglementeerde markten van Nederland, onderscheidenlijk de markten van de andere lidstaat. V In artikel 3:259a wordt “depositogarantiefonds” telkens vervangen door: Depositogarantiefonds. W In artikel 3:260, tweede lid, wordt “artikel 3:259a, eerste lid” vervangen door: artikel 3:259, eerste lid. X Artikel 3:261 wordt als volgt gewijzigd: 1. Het eerste lid komt te luiden: 1. Bij de toepassing van een vangnetregeling kent de Nederlandsche Bank overeenkomstig het bepaalde ingevolge artikel 3:259, derde lid, onderdeel b, vergoedingen toe aan beleggers of depositohouders. 2. Het derde lid komt te luiden: 3. De Nederlandsche Bank kent vergoedingen uit hoofde van het depositogarantiestelsel toe binnen een bij algemene maatregel van bestuur te bepalen termijn. Het Depositogarantiefonds maakt de door de Nederlandsche Bank toegekende vergoedingen binnen die termijn beschikbaar voor uitkering overeenkomstig het ingevolge artikel 3:259, derde lid, onderdeel b, bepaalde. 3. In het vierde lid vervalt telkens “of depositohouder”. 4. Er wordt een lid toegevoegd, luidende: 5. Het Depositogarantiefonds treedt in de rechten die een depositohouder ter zake van een vordering op een betalingsonmachtige bank heeft voor zover het Depositogarantiefonds een vergoeding als bedoeld in het eerste lid aan die depositohouder heeft uitgekeerd. Y In artikel 3:261a, tweede lid, wordt “de Nederlandsche Bank” vervangen door: het Depositogarantiefonds. Z Artikel 3:264 komt te luiden: Artikel 3:264 Onverminderd artikel 4:19, tweede lid, beperkt een financiële onderneming die in een reclame-uiting vermeldt dat een vangnetregeling van toepassing is zich tot vermelding van de toepasselijkheid en een feitelijke beschrijving van de werking van de vangnetregeling. AA Artikel 3:265 vervalt. BB Artikel 3:265e komt te luiden: Artikel 3:265e 1. Indien de toepassing door de Nederlandsche Bank van een afwikkelingsinstrument als bedoeld in artikel 3A:1 ertoe strekt dat depositohouders toegang houden tot hun deposito’s, wordt, overeenkomstig artikel 79 van de verordening gemeenschappelijk afwikkelingsmechanisme, ten laste van het depositogarantiestelsel, bedoeld in artikel 3:259, tweede lid, een bedrag beschikbaar gesteld ten behoeve van de afwikkeling. Het beschikbaar te stellen bedrag bedraagt ten hoogste het bedrag van de ingevolge het depositogarantiestelsel gegarandeerde deposito’s die worden aangehouden bij de bank in afwikkeling. 2. Bij de toepassing van het instrument van bail-in draagt het depositogarantiestelsel per saldo, na voldoening van de vordering, bedoeld in het vierde lid, ten hoogste bij een bedrag bij dat gelijk is aan het bedrag waarmee door het depositogarantiestelsel gegarandeerde deposito’s zouden zijn afgeschreven om de verliezen van de entiteit te absorberen tot het punt waarop de nettowaarde van de activa van de entiteit gelijk is aan nul, indien deze gegarandeerde deposito’s in gelijke mate onderhevig zouden zijn aan afschrijving als vorderingen met een gelijke rang in faillissement. 3. Bij de toepassing van een ander afwikkelingsinstrument draagt het depositogarantiestelsel per saldo, na voldoening van de vordering, bedoeld in het vierde lid, ten hoogste een bedrag bij dat gelijk is aan het totaal aan verliezen dat houders van door het depositogarantiestelsel gegarandeerde deposito’s zouden lijden indien zij in gelijke mate verliezen zouden lijden als houders van vorderingen met een gelijke rang in faillissement. 4. Indien toepassing wordt gegeven aan het eerste lid, verkrijgt het Depositogarantiefonds een vordering op de entiteit in afwikkeling ter grootte van het beschikbaar gestelde bedrag. CC In de artikelen 3:276, eerste en tweede lid, en 3:277a, eerste lid, vervalt telkens: 3:17a,. DD Artikel 3:278b wordt als volgt gewijzigd: 1. Voor de tekst wordt de aanduiding “1.” geplaatst. 2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende: 2. De Nederlandsche Bank komt met de betrokken toezichthoudende instanties van andere lidstaten een gezamenlijke regeling overeen inzake de onderlinge coördinatie en samenwerking. In de regeling kunnen aanvullende taken voor de consoliderende toezichthouder worden vastgelegd. EE Na artikel 3:278d wordt een artikel ingevoegd, luidende: Artikel 3:279 1. De Nederlandsche Bank kan, overeenkomstig artikel 28 van verordening (EU) nr. 1093/2010, met de toezichthoudende instantie van een andere lidstaat een overeenkomst sluiten om: a. het prudentieel toezicht, of onderdelen daarvan, op een bank of een beleggingsonderneming in de zin van de verordening kapitaalvereisten, met zetel in Nederland en met een moederonderneming met zetel in de andere lidstaat, over te dragen aan de toezichthoudende instantie van die lidstaat, indien deze het toezicht op de moederonderneming uitoefent; of b. het prudentieel toezicht, of onderdelen daarvan, op een bank of beleggingsonderneming in de zin van de verordening kapitaalvereisten, met zetel in de andere lidstaat en met een moederonderneming met zetel in Nederland, over te nemen van de toezichthoudende instantie van die lidstaat, indien de Nederlandsche Bank het toezicht op de moederonderneming uitoefent. 2. Indien toepassing wordt gegeven aan het eerste lid, onderdeel b, wordt de bank of beleggingsonderneming voor de uitoefening van het prudentieel toezicht door de Nederlandsche Bank gelijkgesteld met een bank of beleggingsonderneming met zetel in Nederland. 3. Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot het eerste en tweede lid. Hierbij kunnen voorwaarden of beperkingen worden gesteld aan de overdracht of overname van het toezicht, bedoeld in het eerste lid, onderdelen a en b. FF In artikel 3:287, eerste lid, wordt “artikel 3:282, eerste of tweede lid,” vervangen door: artikel 3:285, eerste of tweede lid,. GG In artikel 3:288j, eerste lid, wordt “het verzekeringsrichtlijntoezicht” vervangen door: het verzekeringsrichtlijngroepstoezicht. HH Artikel 3:300, eerste lid, wordt gewijzigd als volgt: 1. Onderdeel a komt te luiden: a. een EU-moederinstelling met zetel in Nederland en één of meer entiteiten als bedoeld in artikel 3A:2, onderdeel a tot en met f, met zetel in een andere lidstaat; 2. Onderdeel c vervalt, onder vervanging van “; of” aan het slot van onderdeel b door een punt. II In de artikelen 3:302, tweede lid, 3:303, derde lid, en 3:305, vijfde lid, wordt “artikel 3:300, onderdelen b en c” telkens vervangen door: artikel 3:300, eerste lid, onderdeel b. JJ Artikel 3A:1 wordt als volgt gewijzigd: 1. Er wordt in de alfabetische volgorde een definitie ingevoegd, luidende: afwikkelingsautoriteit: een door een lidstaat overeenkomstig artikel 3 van de richtlijn herstel en afwikkeling van banken en beleggingsondernemingen aangewezen autoriteit of een bevoegde autoriteit van een staat die geen lidstaat is met soortgelijke bevoegdheden als een afwikkelingsautoriteit van een lidstaat;. 2. In de definitie van “gestructureerde financieringsregeling” wordt “gedekte obligaties” vervangen door: geregistreerde gedekte obligaties. KK In artikel 3A:2, onderdeel g, wordt voor “bijkantoren” ingevoegd: in Nederland gelegen. LL Artikel 3A:6, eerste lid, komt te luiden: 1. Een besluit ingevolge dit hoofdstuk, met uitzondering van afdeling 3A.2.2, alsmede de voorbereiding en uitvoering van dat besluit, is niet onderworpen aan enig instemmingsvereiste ingevolge de wet, de statuten of tussen de entiteit en haar aandeelhouders of leden overeengekomen regelingen ten aanzien van de besluitvorming door de algemene vergadering, met uitzondering van het vereiste van instemming van de verkrijger bij overgang van eigendomsinstrumenten, activa of passiva. MM Aan de artikelen 3A:9, vierde lid, en 3A:10 wordt telkens een volzin toegevoegd, luidende: De Nederlandsche Bank neemt hierbij de overwegingen, bedoeld in artikel 11, derde lid, onderdelen a tot en met d, van die verordening in aanmerking. NN Na artikel 3A:11 wordt een artikel ingevoegd, luidende: Artikel 3A:11a Maatregelen t.a.v. afwikkelbaarheid binnen SRM Indien de Afwikkelingsraad of de Nederlandsche Bank op grond van artikel 10, tiende lid, van de verordening gemeenschappelijk afwikkelingsmechanisme oordeelt dat de door de entiteit of moederonderneming voorgestelde maatregelen de vastgestelde belemmeringen voor afwikkelbaarheid niet in voldoende mate zullen verminderen of wegnemen, beschikt de Nederlandsche Bank over de bevoegdheid om, indien van toepassing op instructie van de Afwikkelingsraad, aan de entiteit of groep maatregelen op te leggen als bedoeld in artikel 10, elfde lid, van die verordening, met inachtneming van het dertiende lid van dat artikel. OO Artikel 3A:13, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd: 1. “Een entiteit” wordt vervangen door: Een entiteit als bedoeld in artikel 3A:2, onderdelen a tot en met f,. 2. Na “artikel 212ra, eerste lid, onderdelen a of b,” wordt ingevoegd: van de Faillissementswet. PP Aan artikel 3A:21, eerste lid, onderdeel c, wordt voor de punt ingevoegd: van die entiteit, van een moederonderneming van die entiteit die zelf een entiteit is als bedoeld in artikel 3A:2, onderdelen a tot en met e, of van een overbruggingsinstelling waaraan activa of passiva van die entiteit worden overgedragen. QQ Artikel 3A:24 komt te luiden: Artikel 3A:24 Vermindering hoofdsom kapitaalinstrument Bij vermindering van de hoofdsom van een relevant kapitaalinstrument ingevolge artikel 3A:21, eerste lid: a. is de vermindering van deze hoofdsom permanent, behoudens artikel 3A:25a; b. resteert voor de houder van het relevante kapitaalinstrument geen vordering in verband met het gedeelte van de hoofdsom dat is afgeschreven, met uitzondering van alle reeds opeisbare vorderingen en vorderingen die zijn ontstaan uit een beroep ingesteld ter betwisting van de rechtmatigheid van de uitoefening van de bevoegdheid tot afschrijving; en c. worden houders van de relevante kapitaalinstrumenten niet gecompenseerd, onverminderd de bevoegdheid, bedoeld in artikel 3A:21, eerste lid, om relevante kapitaalinstrumenten om te zetten in rechten op nieuw uit te geven kernkapitaalinstrumenten of eigendomsinstrumenten. RR Artikel 3A:25 wordt gewijzigd als volgt: 1. In het opschrift wordt “Volledige afschrijving” vervangen door: Volledige of gedeeltelijke afschrijving 2. Het eerste lid, komt te luiden: 1. Onverminderd artikel 3A:25a wordt, indien de Nederlandsche Bank op grond van artikel 3A:21, eerste lid, de hoofdsom of het uitstaande verschuldigde bedrag van een verplichting van een entiteit tot nihil vermindert, de verplichting als voldaan beschouwd evenals eventuele verplichtingen of vorderingen die daaruit voortvloeien en die niet opeisbaar waren op het moment waarop de bevoegdheid werd uitgeoefend. 3. In het tweede lid wordt na “reduceert” ingevoegd: onverminderd artikel 3A:25a. SS Na artikel 3A:25 wordt een artikel ingevoegd, luidende: Artikel 3A:25a Verhoging verminderde hoofdsom 1. De Nederlandsche Bank kan, indien na toepassing van artikel 3A:21 op basis van een voorlopige waardering als bedoeld in artikel 20, tiende lid, van de verordening gemeenschappelijk afwikkelingsmechanisme, uit de definitieve waardering, bedoeld in artikel 20, eerste lid, van de verordening gemeenschappelijk afwikkelingsmechanisme, blijkt dat met een beperktere vermindering van de hoofdsom van een eigendomsinstrument of relevant kapitaalinstrument had kunnen worden volstaan, de hoofdsom verhogen in overeenstemming met de definitieve waardering. 2. Indien de Nederlandsche Bank op grond van het eerste lid besluit tot verhoging van de hoofdsom van een eigendomsinstrument of relevant kapitaalinstrument die zij aanvankelijk had verminderd tot nihil, is vanaf het tijdstip van inwerkingtreding van dat besluit artikel 3A:25, tweede lid, van overeenkomstige toepassing. TT In artikel 3A:26 vervalt telkens “de Europese Centrale Bank onderscheidenlijk”. TTa Artikel 3A:30 komt te luiden: Artikel 3A:30 Verzoek tot faillissement Indien de Nederlandsche Bank besluit tot overgang van gedeelten van de activa of passiva van een entiteit in afwikkeling, verzoekt zij de rechtbank Amsterdam binnen een redelijke termijn het faillissement van de entiteit uit te spreken, tenzij het voortbestaan van het overgebleven deel van de entiteit nodig is om de afwikkelingsdoelstellingen te verwezenlijken of om aan de beginselen, bedoeld in artikel 14, onderscheidenlijk artikel 15, eerste lid, van de verordening gemeenschappelijk afwikkelingsmechanisme, te voldoen. UU In artikel 3A:35, derde lid, wordt “en toegang” vervangen door: of toegang. VV In het eerste lid van de artikelen 3A:38 en 3A:42 wordt “het eigendom” telkens vervangen door: de eigendom. WW Artikel 3A:44, eerste lid, komt te luiden: 1. De Nederlandsche Bank kan tot toepassing van het instrument van bail-in het bedrag van in aanmerking komende passiva van een entiteit in afwikkeling verminderen of geheel of gedeeltelijk omzetten in rechten op nieuw uit te geven kernkapitaalinstrumenten of eigendomsinstrumenten van die entiteit, van een moederonderneming van die entiteit die zelf een entiteit is als bedoeld in artikel 3A:2, onderdelen a tot en met e, of van een overbruggingsinstelling waaraan activa of passiva van die entiteit worden overgedragen. XX Artikel 3A:46 komt te luiden: Artikel 3A:46 Overeenkomstige toepassingsregels De artikelen 3A:23 tot en met 3A:26 zijn van overeenkomstige toepassing op het instrument van bail-in, met dien verstande dat in plaats van het bepaalde in artikel 3A:24, eerste lid, onderdeel b, geldt dat voor de houder van in aanmerking komende passiva geen vordering resteert in verband met het gedeelte van de hoofdsom dat is afgeschreven, met uitzondering van eventuele verplichtingen of vorderingen die daaruit voortvloeien en die eisbaar waren op het moment waarop de bevoegdheid werd uitgeoefend en vorderingen die zijn ontstaan uit een beroep ingesteld ter betwisting van de rechtmatigheid van de uitoefening van de bevoegdheid tot afschrijving. YY In artikel 3A:49, vierde lid, wordt “De Nederlandsche Bank” vervangen door: de Nederlandsche Bank. ZZ Artikel 3A:54 wordt als volgt gewijzigd: 1. In het tweede lid wordt “de beëindigingsbevoegdheden” vervangen door: de beëindigingsrechten. 2. In het vijfde lid, aanhef, wordt “de bevoegdheden tot beëindiging” vervangen door: de beëindigingsrechten. 3. In het vijfde lid, onderdelen a en b, wordt “de beëindigingsbevoegdheden” telkens vervangen door: de beëindigingsrechten. AAA In de artikelen 3A:60 en 3A:61, derde en vijfde lid, wordt “gedekte obligaties” vervangen door: geregistreerde gedekte obligaties. BBB In artikel 3A:66 wordt “instelling in afwikkeling” vervangen door: entiteit in afwikkeling. CCC In het opschrift van paragraaf 3A.2.7.1 en de artikelen 3A:68, 3A:69, eerste lid, 3A:70, eerste lid, 3A:71, eerste lid, aanhef, artikel 3A:72, eerste lid, 3A:73, 3A:74, eerste tot en met derde lid, 3A:75, eerste en derde tot en met vijfde lid, wordt “afwikkelingsfonds” telkens vervangen door: Afwikkelingsfonds. DDD Artikel 4:26 wordt als volgt gewijzigd: 1. In het eerste lid wordt “2:68, tweede lid,” vervangen door “2:68, derde lid,” wordt “4:37c, zesde lid,” vervangen door “4:37c, zevende lid,” en vervalt “artikel 2:96c, vierde lid,”. 2. In het vijfde lid wordt “instelling voor collectieve belegging in effecten” vervangen door: icbe. EEE Artikel 4:37j, negende lid, vervalt. FFF In artikel 4:37p, eerste lid, vervalt “de bewaarder,”. FFFa In artikel 4:50 wordt, onder vernummering van het tweede lid tot derde lid, na het eerste lid een lid ingevoegd, luidende: 2. De beheerder van een icbe stelt bij het aanbieden van de rechten van deelneming of bij de schriftelijke aankondiging dat de rechten van deelneming zullen worden aangeboden, het prospectus, bedoeld in artikel 4:49, het fondsreglement of de statuten van de icbe en, voor zover openbaar gemaakt, de jaarrekening van de icbe over de twee voorafgaande jaren algemeen en kosteloos beschikbaar en publiceert deze informatie op zijn website. In iedere bekendmaking waarin deze rechten van deelneming worden aangeboden, worden de plaatsen vermeld waar het prospectus voor het publiek verkrijgbaar is. GGG Artikel 4:60 wordt als volgt gewijzigd: 1. In het derde lid wordt “het eerste tot en met derde lid” vervangen door: het eerste en tweede lid. 2. In het vierde lid wordt “het vierde lid” vervangen door: het derde lid. HHH In artikel 4:100b, eerste lid, wordt “de onderdeel a, d of e van de definitie van het verlenen van een beleggingsdienst in artikel 1:1” vervangen door: onderdeel a, d, e of f van de definitie van verlenen van een beleggingsdienst in artikel 1:1. III In artikel 5:25m, vijfde lid, wordt “bedoeld in het vijfde lid” vervangen door: bedoeld in het vierde lid. JJJ De bijlagen behorende bij de artikelen 1:79 en 1:80 worden als volgt gewijzigd: 1. In de opsomming van de artikelen uit het deel Prudentieel toezicht financiële ondernemingen wordt “3:264, eerste lid” telkens vervangen door: 3:264. 2. In de opsomming van de artikelen uit het deel Gedragstoezicht financiële markten wordt “artikel 5:25m, eerst, tweede, vijfde en zevende lid” vervangen door: 5:25m, eerste, tweede, vijfde en zevende lid. ARTIKEL II De Faillissementswet wordt als volgt gewijzigd: A Artikel 212a wordt als volgt gewijzigd: 1. De onderdelen h tot en met q worden geletterd g tot en met p. 2. Onderdeel p (nieuw) komt te luiden: p. systeemexploitant: een entiteit die wettelijk aansprakelijk is voor de werking van een systeem. B Artikel 212d, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd: 1. in de eerste volzin wordt “systeemexploitant en het onderscheiden systeem” vervangen door: systeem. 2. De laatste volzin vervalt. C Artikel 212g wordt als volgt gewijzigd: 1. Onderdeel d komt te luiden: d. lidstaat van herkomst: de lidstaat waar aan een bank de vergunning voor de uitoefening van haar bedrijf is verleend;. 2. Onderdeel f komt te luiden: f. bevoegde autoriteit: 1°. een bevoegde autoriteit als bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderdeel 40, van verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en beleggingsondernemingen en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 (PbEU 2013, L 176); of 2°. een afwikkelingsautoriteit in de zin van artikel 2, eerste lid, onderdeel 18, van de richtlijn 2014/59/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende de totstandbrenging van een kader voor het herstel en de afwikkeling van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen en tot wijziging van Richtlijn 82/891/EEG van de Raad en de Richtlijnen 2001/24/EEG, 2002/47/EG, 2001/35/EU, 2012/30EU en 2013/136/EU en de Verordeningen (EU) nr. 1093/2010 en (EU) nr. 648/2012, van het Europees Parlement en de Raad (PbEU 2014, L 173), met betrekking tot uit hoofde van die richtlijn genomen maatregelen;. 3. Het laatste onderdeel m wordt geletterd p. D In artikel 212hd wordt “toezichthoudende instanties” vervangen door: bevoegde autoriteiten. E In de artikelen 212j, 212n en 212mm wordt “toezichthoudende autoriteiten” telkens vervangen door: bevoegde autoriteiten. F Artikel 212ra, eerste lid, onderdeel a, komt te luiden: a. vorderingen ter zake van gegarandeerde deposito’s, met inbegrip van vorderingen van het Depositogarantiefonds die op grond van artikel 3:261, vijfde lid, van de Wet op het financieel toezicht in de rechten van de depositohouder ter zake van een vordering op de betalingsonmachtige kredietinstelling is getreden, alsmede vorderingen van het Depositogarantiefonds als bedoeld in artikel 3:265e, vierde lid, van de Wet op het financieel toezicht;. G In artikel 212bb wordt “artikel 1, onder 13, van HYPERLINK "http://wetten.overheid.nl/BWBR0001860/2016-01-01?celex=31993L0022" richtlijn nr. 93/22/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 10 mei 1993 betreffende het verrichten van diensten op het gebied van beleggingen in effecten (PbEG L 141)” vervangen door: artikel 4, eerste lid, onderdeel 21, van richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende markten voor financiële instrumenten en tot wijziging van Richtlijn 2002/92/EG en Richtlijn 2011/61/EU (PbEU 2014, L 173). H Na artikel 212nn wordt een artikel ingevoegd, luidende: Artikel 212nna Indien De Nederlandsche Bank N.V. gebruik heeft gemaakt van een bevoegdheid op grond van afdeling 3A.2.5 van de Wet op het financieel toezicht ten aanzien van een entiteit als bedoeld in artikel 3A:2, onderdelen c tot en met g, van die wet, is afdeling 11AA, met uitzondering van de artikelen 212r en 212k, van overeenkomstige toepassing op het faillissement van die entiteit. I In het opschrift van afdeling 11AB wordt “een beleggingsonderneming als bedoeld in artikel 3A:2, onderdeel b, van de Wet op het financieel toezicht” vervangen door: een beleggingsonderneming in de zin van de verordening kapitaalvereisten. J In artikel 212oo wordt “beleggingsondernemingen, bedoeld in artikel 3A:2, onderdeel b, van de wet op het financieel toezicht” vervangen door: een beleggingsonderneming in de zin van de verordening kapitaalvereisten als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht. K Artikel 213 wordt als volgt gewijzigd: 1. Onderdeel n komt te luiden: n. vordering uit hoofde van verzekering: de rechtstreekse vordering op de verzekeraar uit hoofde van een overeenkomst van verzekering of een overeenkomst tot kapitalisatieverrichtingen of beheer over collectieve pensioenfondsen als bedoeld onder punten 6 en 7 van de opsomming betreffende het bedrijf van levensverzekeraar in de Bijlage branches bij de Wet op het financieel toezicht; 2. Het eerste onderdeel q wordt geletterd r. L In artikel 213m, derde lid, onderdeel e, wordt “dat daarmee premies zijn betaald” vervangen door: dat daarmee premies dan wel vergoedingen voor verrichtingen zijn betaald. M Artikel 213w wordt als volgt gewijzigd: 1. In het eerste lid wordt “artikel 1, onder 13, van richtlijn nr. 93/22/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 10 mei 1993 betreffende het verrichten van diensten op het gebied van beleggingen in effecten (PbEG L 141)” vervangen door: artikel 4, eerste lid, onderdeel 21, van richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende markten voor financiële instrumenten en tot wijziging van Richtlijn 2002/92/EG en Richtlijn 2011/61/EU (PbEU 2014, L 173). 2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende: 3. Voor de toepassing van het eerste lid op een liquidatieprocedure met betrekking tot een verzekeraar, wordt onder gereglementeerde markt mede verstaan een in een staat die geen lidstaat is gelegen financiële markt die aan de volgende voorwaarden voldoet: a. de markt is, in geval van een verzekeraar met zetel in Nederland of een verzekeraar met zetel in een staat die geen lidstaat is met een bijkantoor in Nederland, aangewezen door de Minister van Financiën of is, in geval van een verzekeraar met zetel in een andere lidstaat, erkend door een daartoe bevoegde autoriteit van die lidstaat en voldoet voorts aan vereisten die vergelijkbaar zijn met die van richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende markten voor financiële instrumenten en tot wijziging van Richtlijn 2002/92/EG en Richtlijn 2011/61/EU (PbEU 2014, L 173); en b. de financiële instrumenten die op de markt worden verhandeld, zijn van een kwaliteit die vergelijkbaar is met die van de instrumenten die worden verhandeld op de gereglementeerde markten van Nederland, onderscheidenlijk de markten van de andere lidstaat. ARTIKEL III Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek wordt als volgt gewijzigd: A In het derde lid van artikel 115 wordt “in afwijking van lid 2” vervangen door: in afwijking van leden 1 en 2. B Het vierde lid van artikel 119 komt te luiden: 4. Indien de oproeping van de algemene vergadering plaatsvindt onder toepassing van een bepaling in de statuten als bedoeld in artikel 115 lid 3, hebben, in afwijking van leden 1 en 2, voor de toepassing van artikel 117 leden 1 en 2 en artikel 117a leden 1 en 4 als stem- of vergadergerechtigde te gelden zij die op een in de statuten te bepalen dag van registratie die rechten hebben en als zodanig zijn ingeschreven in een door het bestuur aangewezen register, ongeacht wie ten tijde van de algemene vergadering de rechthebbenden op de aandelen of certificaten zijn. C In de artikelen 2:362, zesde lid, 2:452, tweede lid, onderdeel b, en 2:454, vierde lid, onderdeel b, wordt “artikel 5:25m, zesde lid” vervangen door: artikel 5:25m, vijfde lid. ARTIKEL IV Artikel 1 van bijlage 2 bij de Algemene wet bestuursrecht in de zinsnede met betrekking tot de Wet op het financieel toezicht wordt als volgt gewijzigd: 1. Onderdeel c te luiden: c. artikel 3:159u 2. Het tweede onderdeel d wordt geletterd e. ARTIKEL V Artikel IV van de Implementatiewet wijziging richtlijn icbe’s komt te luiden: ARTIKEL IV Op bewaarders die voor 18 maart 2016 zijn aangesteld door een beheerder van een beleggingsinstelling of icbe blijft, in uitzondering op het bepaalde bij of krachtens de artikelen 2:3g, 3:53 en 4:14, tweede lid, aanhef en onderdeel a, van de Wet op het financieel toezicht, tot en met 17 maart 2018 van toepassing het bepaalde bij of krachtens de artikelen 3:53 en 4:14, tweede lid, aanhef en onderdeel a, van die wet, zoals die artikelen luidden op 17 maart 2016. ARTIKEL VI In artikel 1a, eerste lid, van de Wet toezicht financiële verslaggeving wordt “met een nominale waarde per eenheid van ten minste € 100.000” vervangen door: en waarvan de nominale waarde per eenheid ten minste € 100 000 bedraagt of de tegenwaarde daarvan, op de datum van uitgifte, in een andere munteenheid. ARTIKEL VII Artikel I, onderdeel IJ, van de Wet bijzondere maatregelen financiële ondernemingen vervalt. ARTIKEL VIII Artikel 54 van de Wet op het accountantsberoep wordt als volgt gewijzigd: 1. Het eerste lid, onderdeel a, komt te luiden: a. beschikt over een bewijsstuk waaruit blijkt dat hij als wettelijke auditor als bedoeld in artikel 2, onderdeel 2, van richtlijn 2006/43/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 mei 2006, betreffende de wettelijke controles van jaarrekeningen en geconsolideerde jaarrekeningen, tot wijziging van de Richtlijnen 78/660/EEG en 83/349/EEG van de Raad en houdende intrekking van Richtlijn 84/253/EEG van de Raad (PbEU 2006, L 157/87), is toegelaten tot het verrichten van controles als bedoeld in artikel 2, onderdeel 1, van voornoemde richtlijn, in een andere lidstaat van de Europese Unie of in een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte; of. 2. In het tweede lid wordt na “Accountants-Administratieconsulent,” ingevoegd: of in het openbaar register, bedoeld in artikel 11, eerste lid, van de Wet toezicht accountantsorganisaties als externe accountant die een wettelijke auditor is als bedoeld in artikel 27 van die wet. ARTIKEL IX Artikel 47 van de Wet toezicht accountantsorganisaties wordt als volgt gewijzigd: 1. Onderdeel b komt te luiden: b. maken gedurende de periode dat zij deel uitmaken van het bestuur van de Autoriteit Financiële Markten geen deel uit van het bestuur, de dagelijkse leiding of het orgaan dat belast is met het interne toezicht van een accountantsorganisatie, noch hebben zij hiervan in de drie onmiddellijk aan deze periode voorafgaande jaren deel uitgemaakt; 2. Onderdeel c vervalt, waarbij de onderdelen d en e worden geletterd c en d. ARTIKEL X Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld. ARTIKEL XI Deze wet wordt aangehaald als: Herstelwet financiële markten 2017. Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden. Gegeven De Minister van Financiën, PAGE PAGE 20