Reactie op verzoek commissie om toestemming voor deelname aan een besloten gesprek van medewerkers van de Defensie Bewakings- en Beveiligingsorganisatie (DBBO)
Brief regering
Nummer: 2017D11803, datum: 2017-04-26, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: J.A. Hennis-Plasschaert, minister van Defensie (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van zaak 2017Z05666:
- Indiener: J.A. Hennis-Plasschaert, minister van Defensie
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Defensie
- 2017-05-10 13:00: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2017-05-11 10:30: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Defensie
- 2017-05-17 13:30: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 26 april 2017 De vaste commissie voor Defensie heeft mij in een brief van 20 april jl. verzocht toestemming te verlenen voor deelname van enige medewerkers van de DBBO aan een besloten gesprek over het ouderenbeleid en de FLO-regeling. Defensie is uiteraard bekend met de thematiek. Zoals ik meldde in mijn brief van 31 oktober 2016 (Kamerstuk 34 550 X, nr. 15) zijn de arbeidsvoorwaarden van de burgerambtenaren bij Defensie geregeld in de rechtspositieregelingen van de sector Defensie. Dit geldt ook voor het personeel van de DBBO. Het burgerpersoneel bij Defensie heeft dan ook dezelfde rechtspositie. Omdat de individuele werkgeschiedenis van werknemers bij de DBBO echter kan verschillen en Defensie aanspraken uit het verleden eerbiedigt, kunnen zich bijvoorbeeld verschillen voordoen in het moment van het functioneel leeftijdsontslag. Dit is niet het gevolg van de huidige functie, maar het gevolg van verschillende afspraken met de centrales van overheidspersoneel uit 2006. Uw Kamer heeft op 30 juni 2016 in een bijzondere procedure gesproken met enkele werknemers van de DBBO over deze kwestie. Tevens heb ik hierover in verschillende overleggen met uw Kamer van gedachten gewisseld. Zoals ik meldde in mijn brief van 17 maart jl. (Kamerstuk 24 550, nr. 80), heeft de Hoofddirecteur Personeel op 2 maart jl. namens mij met een aantal medewerkers van de DBBO gesproken. Hij heeft in dat gesprek de afspraken voor de verschillende categorieën van het personeel toegelicht. Omdat ik in beginsel niet wil tornen aan de voor deze specifieke categorie personeel gemaakte afspraken uit het verleden en omdat de inzetbaarheid van ouderen deel uitmaakt van arbeidsvoorwaardenoverleg, zie ik geen meerwaarde van een aanvullend gesprek en kan ik niet positief reageren op uw verzoek. De minister van Defensie, J.A. Hennis-Plasschaert