[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Eindtekst

Wijziging van de Wet op de Europese ondernemingsraden en Titel 10 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek in verband met de implementatie van Richtlijn (EU) 2015/1794 van het Europees Parlement en de Raad van 6 oktober 2015 tot wijziging van de Richtlijnen 2008/94/EG, 2009/38/EG en 2002/14/EG van het Europees Parlement en de Richtlijnen 98/59/EG en 2001/23/EG van de Raad wat zeevarenden betreft (PbEU 2015, L 263)

Eindtekst

Nummer: 2017D12432, datum: 2017-04-20, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van zaak 2017Z01103:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


De Tweede Kamer der Staten- PRIVATE  

Generaal zendt bijgaand door

haar aangenomen wetsvoorstel

aan de Eerste Kamer.

De Voorzitter,

20 april 2017





	Wijziging van de Wet op de Europese ondernemingsraden en Titel 10 van
Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek in verband met de implementatie van
Richtlijn (EU) 2015/1794 van het Europees Parlement en de Raad van 6
oktober 2015 tot wijziging van de Richtlijnen 2008/94/EG, 2009/38/EG en
2002/14/EG van het Europees Parlement en de Richtlijnen 98/59/EG en
2001/23/EG van de Raad wat zeevarenden betreft (PbEU 2015, L 263)







VOORSTEL VAN WET



	Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins
van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het noodzakelijk is de Wet op
de Europese ondernemingsraden en Titel 10 van Boek 7 van het Burgerlijk
wetboek te wijzigen in verband met de implementatie van Richtlijn (EU)
2015/1794 van het Europees Parlement en de Raad van 6 oktober 2015 tot
wijziging van de Richtlijnen 2008/94/EG, 2009/38/EG en 2002/14/EG van
het Europees Parlement en de Raad en de Richtlijnen 98/59/EG en
2001/23/EG van de Raad wat zeevarenden betreft (PbEU 2015, L 263);

Zo is het dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord,
en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en
verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

Artikel 17 van de Wet op de Europese ondernemingsraden wordt als volgt
gewijzigd:

1. De laatste zin van artikel 17, tweede lid, vervalt. 

2. Aan artikel 17 wordt een lid toegevoegd, luidende:

3. Een lid van een bijzondere onderhandelingsgroep of van de Europese
ondernemingsraad of diens plaatsvervanger, die lid is van de bemanning
van een zeeschip, heeft het recht deel te nemen aan een vergadering van
de bijzondere onderhandelingsgroep of van de Europese Ondernemingsraad
of aan elke andere raadpleging die wordt georganiseerd, indien dat lid
of die plaatsvervanger ten tijde van de vergadering niet op zee is of
zich bevindt in een haven in een ander land dan waar de rederij is
gevestigd. Voor zover mogelijk wordt een vergadering zo gepland dat het
lid of diens plaatsvervanger op eenvoudige wijze aan de vergadering kan
deelnemen. Voor zover het lid of diens plaatsvervanger verhinderd is een
vergadering bij te wonen, wordt geprobeerd de inbreng van het lid of
diens plaatsvervanger langs andere weg te verkrijgen.

ARTIKEL II

Titel 10 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek wordt als volgt
gewijzigd:

A

Artikel 666, tweede lid, alsmede de aanduiding “1.” voor het eerste
lid vervallen.

B

Na artikel 666 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 666a

1. Deze afdeling is van toepassing op de overgang van een zeeschip als
onderdeel van de overgang van een onderneming, indien de verkrijger
onder de territoriale werkingssfeer van het Verdrag van de Europese Unie
valt of de overgegane onderneming onder die werkingssfeer blijft. 

2. Deze afdeling is niet van toepassing, indien de overgang uitsluitend
een of meer zeeschepen betreft.

ARTIKEL III

Deze wet treedt in werking met ingang van 10 oktober 2017. Indien het
Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst, wordt uitgegeven op of na 10
oktober 2017, treedt zij in werking met ingang van de dag na de datum
van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks
aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

De Minister van Veiligheid en Justitie,

 

 

 PAGE    

 PAGE   1