Preview document (🔗 origineel)

---

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 19 mei 2017

Graag bied ik u hierbij de reactie aan op het verzoek van de vaste
commissie voor Buitenlandse Zaken van 6 april 2017 burgerbrieven over de
situatie van een Nederlandse gevangene in Cambodja.

De in de burgerbrieven genoemde persoon is bekend bij het ministerie van
Buitenlandse Zaken en ontvangt op zijn verzoek consulaire bijstand. Om
redenen van persoonsgegevensbescherming zoals bepaald in de Wet
bescherming persoonsgegevens (Wbp) kan ik u geen nadere mededelingen
over deze persoon doen.

Een in het buitenland gedetineerde Nederlander kan één contactpersoon
aanwijzen die door het ministerie van Buitenlandse Zaken op de hoogte
wordt gehouden van de situatie van de gedetineerde. Om voornoemde
redenen van persoonsgegevensbescherming en om misverstanden tegen te
gaan, verstrekt het ministerie zonder toestemming van betrokkene geen
informatie aan andere personen, inclusief (naaste) familieleden, dan de
door de gedetineerde aangewezen contactpersoon. De briefschrijfster is
door de gedetineerde niet aangewezen als contactpersoon en zij ontvangt
om hogergenoemde redenen geen inhoudelijke informatie. 

De minister van Buitenlandse Zaken, 

A.G. Koenders