[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Voorstel van de rapporteurs van het groot project EHS met een voorstel voor een vervolgvraag over de monitoringssystematiek

Brief lid / fractie

Nummer: 2017D14351, datum: 2017-05-23, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2017Z06779:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Aanleiding

De commissie Economische Zaken (EZ) heeft in 2014 besloten dat het groot project Ecologische Hoofdstructuur (EHS) kan worden beëindigd als de staatssecretaris duidelijkheid geeft over de zogenoemde monitoringssystematiek.1 Op 6 april jl. heeft de staatssecretaris een brief aan de Tweede Kamer gestuurd waarin hij hierop ingaat.2

Als rapporteurs van het groot project EHS hebben wij geanalyseerd in hoeverre de staatssecretaris in zijn brief antwoord geeft op de eerder door de commissie gestelde vragen. Tevens leggen wij u een voorstel voor.

Voorstel

  • De staatssecretaris verzoeken te verduidelijken hoe de kwalitatieve natuurdoelen via de monitoringssystematiek worden gemeten op basis van eenduidige definities.

Kernpunten

  • De staatssecretaris geeft nu duidelijkheid over de wijze waarop de kwantitatieve natuurdoelen gemeten worden. Hij heeft het tot nu toe onverklaarde verschil (omvang van beheer, verwerving en inrichting van gronden) tussen de huidige voortgangsrapportages natuur en de vroegere voortgangsrapportages EHS opgehelderd. Als rapporteurs van het groot project EHS zijn wij van mening dat de staatssecretaris heeft voldaan aan de door de commissie gestelde vragen over de monitoring van kwantitatieve doelen.

  • Voor ons is echter nog niet duidelijk hoe via de monitoringssystematiek de kwalitatieve natuurdoelen zullen worden gemeten c.q. in hoeverre is geborgd dat de provincies bij deze kwalitatieve doelen dezelfde definities hanteren. Deze zijn van belang, aangezien de Europese richtlijnen doelen stellen ten aanzien van een “gunstige staat van instandhouding”.

  • Wij zijn van mening dat de tijd is aangebroken om – cf. het eerdere besluit van de commissie, maar na ontvangst van een antwoord op de vraag naar de kwalititatieve monitoring – de procedure in gang te zetten om het groot project EHS te beëin­digen. Gezien de controversiële status van de brief over de monitoringssystematiek zijn wij voornemens de commissie hiertoe een voorstel te doen na de verschijning van een nieuw Regeerakkoord.

Nadere toelichting

  1. Voorwaarde beëindiging Groot Project: nieuwe monitoringssystematiek

  • Sinds 2007 is de Ecologische Hoofdstructuur een groot project van de Tweede Kamer. De commissie EZ heeft in 2014 besloten dat het groot project EHS kan worden beëindigd als de staatssecretaris duidelijkheid geeft over onder meer de totstandkoming van een eenduidige monitoringssystematiek. Tevens besloot de commissie om na beëindiging van het groot project een rapporteur Natuur te benoemen, die de informatiepositie op het dossier Natuur kan bewaken.3

  • In maart 2016 concludeerde de commissie EZ echter dat een eenduidige, samenhangende monitoringssystematiek op dat moment nog niet bestond.

  1. Monitoring kwantitatieve doelen nu duidelijk

  • De commissie heeft in maart 2016 meer duidelijkheid gevraagd over cijfermatige verschillen tussen de 1e Voortgangsrapportage Natuur en de 7e voortgangs­rapportage EHS; de cijfers over de omvang van beheer, verwerving en inrichting van gronden kwamen niet overeen in de verschillende rapportages.4

  • Op 6 april 2017 heeft de Tweede Kamer de Tweede Monitoringsrapportage Natuur ontvangen, inclusief een begeleidende brief daarbij waarin hij een verklaring geeft voor de verschillen.5 Als rapporteurs van het groot project EHS zijn wij van mening dat de staats­secre­taris de (tot op heden onverklaarde) verschillen in deze brief voldoende toelicht en daarmee voldoet aan de door de commissie gestelde vragen over kwantitatieve natuurdoelen.

  1. Informatie verduidelijken over monitoring van kwalitatieve doelen

  • De Kamer heeft in 2015 aan de staatssecretaris verzocht er zorg voor te dragen dat het monitoringssysteem naast kwantitatieve doelen eveneens aandacht heeft voor kwalitatieve doelen.6 Deze zijn vereist voor internationale rapportageverplichtingen.

  • Op 22 maart 2016 heeft de staatssecretaris in algemene zin op het verzoek gereageerd, waarbij hij voornamelijk heeft aangegeven welke experts betrokken zijn bij het opstellen van een monitoringssysteem (zoals vertegenwoordigers van Particuliere Gegevensbeherende Organisaties, het PBL en het CBS).7

  • In het algemeen overleg Ecologische Hoofdstructuur / Natuur van 23 maart 2016 gaf de staatssecretaris aan dat er bij de ontwikkeling van een monitoringssystematiek nog geen eenduidigheid is in de gebruikte definities.8

  • Zoals weergegeven in paragraaf 2 van deze notitie zijn wij van mening dat de staatssecretaris hierover nu voldoende duidelijkheid heeft gegeven ten aanzien van de kwantitatieve doelstellingen. De staatssecretaris zou nog kunnen verduidelijken hoe de kwalitatieve natuurdoelen via de monitoringssystematiek worden gemeten op basis van eenduidige definities.


  1. Procedurevergadering commissie EZ d.d. 3 juni 2014, agendapunt 37 (2014D20439).↩︎

  2. Zie Kamerstuk 33576, nr. 99 met bijbehorende Tweede Voortgangsrapportage Natuur (2017D09407). De Tweede Kamer heeft deze brief controversieel verklaard (zie stukken onder nummer 34707-2017P05826).↩︎

  3. Zie de notitie van de rapporteurs EHS aan de commissie EZ d.d. 15 februari 2016 (2016D09082), het besluit in de procedurevergadering van de commissie EZ d.d. 3 juni 2014, agendapunt 37 (2016A00256) en de inbreng van de rapporteurs in het algemeen overleg Natuurbeleid van 23 maart 2016 (Kamerstuk 30825, nr. 215).↩︎

  4. Zie voetnoot 5.↩︎

  5. Kamerstuk 33576, nr. 99 met bijbehorende Tweede Voortgangsrapportage Natuur (2017D09407). De Tweede Kamer heeft deze brief controversieel verklaard (zie stukken onder nummer 34707-2017P05826).↩︎

  6. Zie de motie Van Veldhoven c.s. d.d. 25 juni 2015 (Kamerstuk 33348, nr. 146).↩︎

  7. Kamerstuk 33576, nr. 63.↩︎

  8. Kamerstuk 30825, nr. 215, p. 7.↩︎