[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Rechtsongelijkheid ten aanzien van PTSS

Brief regering

Nummer: 2017D16190, datum: 2017-06-06, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2017Z07665:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 6 juni 2016

Met uw brief van 26 januari 2017 vraagt u mij om te reageren op een door
u ontvangen brief van de heer G.C.A.B te S.

Met de brief van de heer G.C.A.B van 8 januari 2017 vraagt de
briefschrijver aandacht voor zijn dringende behoefte aan antwoorden op
zijn vragen over het aanmerken van PTSS als een beroepsziekte en aan een
eerlijk proces.

Bij brief van 7 februari 2017 en van 8 maart 2017 heeft de
plaatsvervangend hoofddirecteur van de Dienst Justitiële Inrichtingen
namens de minister van Veiligheid en Justitie de heer G.C.A.B geantwoord
op zijn vragen die hij op respectievelijk 31 oktober 2016 en 17 februari
2017 via de website van de rijksoverheid heeft gesteld.

Over het al dan niet aanmerken van PTSS bij de heer G.C.A.B is een
juridische procedure gevoerd die is afgesloten met een uitspraak van de
Centrale Raad van Beroep.

De staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,

K.H.D.M. Dijkhoff