Preview document (🔗 origineel)

---

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 12 juni 2017

U heeft mij op 30 mei 2017, verzocht met een reactie te komen op de
ingezonden brief van de heer J. B. uit V. van 12 mei 2017. Hierin vraagt
hij naar de mogelijkheid om consumenten beter te beschermen tegen de
willekeur in het vaststellen van de prijs voor meer- en minderwerk bij
de bouw van nieuwbouwwoningen door projectontwikkelaars.

Door middel van deze brief voldoe ik aan uw verzoek.

Met de heer B. heeft op 7 juni jongstleden een gesprek plaatsgevonden
waarin hij zijn brief heeft toegelicht. Vanuit mijn departement is
aangegeven, dat consumentenbescherming tegen de sterke positie van
bouwende partijen een belangrijk uitgangspunt is in mijn beleid. Om de
prestaties van bouwbedrijven meer inzichtelijk te maken voor
bouwconsumenten, werk ik met marktpartijen aan de opzet van een systeem
van benchmarking. Dit systeem beoogt de prestaties van bouwbedrijven
inzichtelijk te maken voor bouwconsumenten en opdrachtgevers. Het
transparant maken van de wijze waarop bouwbedrijven omgaan met het
beprijzen van meer- en minderwerk kan van dit systeem onderdeel
uitmaken. Bij de verdere uitwerking en opzet van dit benchmarkingsysteem
zal de problematiek van beprijzing van meer- en minderwerk worden
betrokken. 

De heer B. heeft aangegeven dat hij het gesprek als nuttig heeft ervaren
en dat hij de problematiek blijft volgen.

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

R.H.A. Plasterk