34762 Advies Afdeling advisering Raad van State inzake Wijziging van de Wet opslag duurzame energie (in verband met de vaststelling van tarieven voor 2018)
Wijziging van de Wet opslag duurzame energie (in verband met de vaststelling van tarieven voor 2018)
Advies Afdeling advisering Raad van State
Nummer: 2017D22731, datum: 2017-08-19, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: J.P.H. Donner, vicepresident van de Raad van State (Ooit CDA kamerlid)
Onderdeel van zaak 2017Z10945:
- Indiener: H.G.J. Kamp, minister van Economische Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- 2017-09-05 15:15: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2017-09-12 16:00: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Economische Zaken (2012-2017)
- 2017-09-21 14:00: Wijziging van de Wet opslag duurzame energie (in verband met de vaststelling van tarieven voor 2018) (Inbreng verslag (wetsvoorstel)), vaste commissie voor Economische Zaken (2012-2017)
- 2017-10-24 16:00: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Economische Zaken (2012-2017)
- 2017-10-31 14:20: Regeling van Werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2017-11-30 20:00: Wijziging van de Wet opslag duurzame energie (in verband met de vaststelling van tarieven voor 2018 (34762) (Plenair debat (wetgeving)), TK
- 2017-12-05 15:00: Stemmingen (Stemmingen), TK
Preview document (🔗 origineel)
No.W15.17.0156/IV
's-Gravenhage, 28 juni 2017
Aan de Koning
Bij Kabinetsmissive van 7 juni 2017, no.2017000941, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Economische Zaken, bij de Afdeling advisering van de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het voorstel van wet tot wijziging van de Wet opslag duurzame energie (in verband met de vaststelling van tarieven voor 2018), met memorie van toelichting.
Het voorstel van wet geeft de Afdeling advisering van de Raad van
State geen aanleiding tot het maken van inhoudelijke opmerkingen. De
Afdeling geeft U in overweging het voorstel van wet te zenden aan de
Tweede Kamer der Staten-Generaal.
Gelet op artikel 26, zesde lid jo vijfde lid, van de Wet op de Raad van
State, is de Afdeling van oordeel dat openbaarmaking van dit advies
achterwege kan blijven.
De waarnemend vice-president van de Raad van State,