[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Eindtekst

Wijziging van de Wet toezicht accountantsorganisaties, het Burgerlijk Wetboek en enige andere wetten op het terrein van accountantsorganisaties en het accountantsberoep in verband met het versterken van de governance van accountantsorganisaties (Wet aanvullende maatregelen accountantsorganisaties)

Eindtekst

Nummer: 2017D25789, datum: 2017-09-12, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van zaak 2017Z02314:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


De Tweede Kamer der Staten- PRIVATE  

Generaal zendt bijgaand door

haar aangenomen wetsvoorstel

aan de Eerste Kamer.

De Voorzitter,

12 september 2017



	Wijziging van de Wet toezicht accountantsorganisaties, het Burgerlijk
Wetboek en enige andere wetten op het terrein van
accountantsorganisaties en het accountantsberoep in verband met het
versterken van de governance van accountantsorganisaties (Wet
aanvullende maatregelen accountantsorganisaties)







GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET



	Wij Willem Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins
van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de
governance van accountantsorganisaties te versterken en de bevoegdheden
van de Autoriteit Financiële Markten ten aanzien van het toezicht op
accountantsorganisaties uit te breiden, alsmede enige andere wijzigingen
en verbeteringen in de wetgeving op het terrein van
accountantsorganisaties en het accountantsberoep aan te brengen;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State
gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden
en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Wet toezicht accountantsorganisaties wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 4 vervalt: 1, tweede lid,.

B

In artikel 12c, eerste lid, onderdeel b, wordt na “16” ingevoegd: ,
eerste en tweede lid,.

C

Na artikel 14 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 14a

De accountantsorganisatie draagt er zorg voor dat tekortkomingen met
betrekking tot een wettelijke controle worden hersteld.

D

Artikel 16 komt te luiden:

Artikel 16

1. Het dagelijks beleid van de accountantsorganisatie wordt in
meerderheid bepaald door accountantsorganisaties, auditkantoren of door
natuurlijke personen die voldoen aan de krachtens   HYPERLINK
"http://wetten.overheid.nl/BWBR0019468/geldigheidsdatum_17-03-2015" \l
"Hoofdstuk3_Afdeling32_Artikel25"  artikel 25  te stellen regels inzake
vakbekwaamheid van externe accountants of regels die daaraan
gelijkwaardig zijn. Indien het dagelijks beleid van de
accountantsorganisatie door twee personen wordt bepaald, voldoet ten
minste een van deze personen aan deze regels.

2. De natuurlijke personen die het dagelijks beleid bepalen van een
accountantsorganisatie met een vergunning die niet mede strekt tot het
verrichten van wettelijke controles bij organisaties van openbaar belang
zijn deskundig ten aanzien van het stelsel van kwaliteitsbeheersing van
de accountantsorganisatie.

3. De natuurlijke personen die het dagelijks beleid bepalen van een
accountantsorganisatie met een vergunning die mede strekt tot het
verrichten van wettelijke controles bij organisaties van openbaar belang
zijn geschikt in verband met de uitoefening van het bedrijf van de
accountantsorganisatie.

4. Indien een accountantsorganisatie als bedoeld in het derde lid
onderdeel uitmaakt van een netwerk, zijn de natuurlijke personen die het
dagelijks beleid bepalen van het binnen het netwerk hiërarchisch
hoogste netwerkonderdeel met zetel in Nederland dat invloed uitoefent op
het beleid van de accountantsorganisatie eveneens geschikt in verband
met de uitoefening van het bedrijf van de tot het netwerk behorende
accountantsorganisatie.

5. De personen die belast zijn met het interne toezicht, bedoeld in
artikel 22a, derde lid, zijn geschikt in verband met de uitoefening van
dit toezicht.

6. De accountantsorganisatie meldt wijzigingen ten aanzien van personen
als bedoeld in het derde, vierde en vijfde lid aan de Autoriteit
Financiële Markten. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur
kunnen regels worden gesteld ten aanzien van de daarbij te volgen
procedures en te verstrekken gegevens, alsmede regels ten aanzien van de
voorwaarden waaronder de wijzigingen ten uitvoer mogen worden gelegd.

E

Onder vernummering van artikel 16a tot 16b, wordt na artikel 16 een
nieuw artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 16a

Natuurlijke personen die het dagelijks beleid bepalen van een
accountantsorganisatie met een vergunning die mede strekt tot het
verrichten van wettelijke controles bij organisaties van openbaar
belang, verrichten geen andere werkzaamheden dan die van dagelijks
beleidsbepaler van de accountantsorganisatie, tenzij hiervoor
voorafgaande goedkeuring is verleend door het orgaan, bedoeld in artikel
22a, derde lid. 

F

Na artikel 22 worden twee artikelen ingevoegd, luidende:

Artikel 22a

1. Een accountantsorganisatie die een vergunning heeft om wettelijke
controles te verrichten bij een organisatie van openbaar belang beschikt
over een stelsel van onafhankelijk intern toezicht op het beleid en de
algemene gang van zaken van de accountantsorganisatie.

2. Indien een accountantsorganisatie als bedoeld in het eerste lid
onderdeel uitmaakt van een netwerk, wordt het in het eerste lid bedoelde
stelsel van onafhankelijk intern toezicht zodanig ingericht dat het ook
betrekking heeft op het binnen het netwerk hiërarchisch hoogste
netwerkonderdeel met zetel in Nederland dat invloed uitoefent op het
beleid van de accountantsorganisatie.

3. Het stelsel van onafhankelijk intern toezicht, bedoeld in het eerste
lid, omvat ten minste een orgaan dat belast is met het interne toezicht,
dat bestaat uit ten minste drie natuurlijke personen. Daalt het aantal
leden beneden de drie, dan neemt het orgaan onverwijld maatregelen tot
aanvulling van zijn ledental.

4. De natuurlijke personen die deel uitmaken van het orgaan dat belast
is met het interne toezicht zijn onafhankelijk ten opzichte van de
personen die het dagelijks beleid van de accountantsorganisatie bepalen
of stemrechten in de accountantsorganisatie houden, en, indien het
stelsel van onafhankelijk intern toezicht overeenkomstig het tweede lid
is ingericht, de personen die het dagelijks beleid bepalen van het
onderdeel van het netwerk waarop het stelsel van onafhankelijk intern
toezicht ook betrekking heeft en stemrechten in dat onderdeel houden.

5. Indien een accountantsorganisatie als bedoeld in het eerste lid
onderdeel uitmaakt van een netwerk, mag ten hoogste één persoon die
deel uitmaakt van het orgaan dat belast is met het interne toezicht
gelieerd zijn aan een onderdeel van het netwerk dat niet in Nederland
gevestigd is. Deze persoon kan niet tot voorzitter van het orgaan worden
benoemd.

6. De personen die het dagelijks beleid van de accountantsorganisatie,
bedoeld in het eerste lid, bepalen of de personen die het dagelijks
beleid bepalen van het onderdeel van het netwerk waarop overeenkomstig
artikel 22a, tweede lid, het stelsel van onafhankelijk intern toezicht
eveneens betrekking heeft, worden benoemd uit een voordracht van het
orgaan belast met het interne toezicht, tenzij artikel 162 of artikel
272 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek van toepassing is. Indien de
voordracht wordt afgewezen, doet het orgaan belast met het interne
toezicht een nieuwe voordracht voor de benoeming.

7. Het in het derde lid bedoelde orgaan dat belast is met het interne
toezicht heeft de volgende taken en bevoegdheden:

a. houdt toezicht op het stelsel van kwaliteitsbeheersing van de
accountantsorganisatie;

b. staat de personen die het dagelijks beleid bepalen van de
accountantsorganisatie of, indien het stelsel van onafhankelijk intern
toezicht overeenkomstig het tweede lid is ingericht, de personen die het
dagelijks beleid bepalen van het binnen het netwerk hiërarchisch
hoogste netwerkonderdeel met zetel in Nederland, met raad ter zijde;

c. is bevoegd de personen die het dagelijks beleid van de
accountantsorganisatie bepalen, of de personen die het dagelijks beleid
bepalen van het onderdeel van het netwerk waarop overeenkomstig het
tweede lid het stelsel van onafhankelijk intern toezicht eveneens
betrekking heeft te allen tijde te schorsen en te ontslaan;

d. andere bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te bepalen
taken en bevoegdheden.

8. De Autoriteit Financiële Markten kan op aanvraag ontheffing verlenen
van het zesde lid indien de accountantsorganisatie aantoont dat zij
daaraan niet kan voldoen en dat de doeleinden die het stelsel van
onafhankelijk intern toezicht beogen te bereiken anderszins worden
bereikt. Aan de ontheffing kunnen voorschriften worden verbonden en
beperkingen worden gesteld. De ontheffing kan worden gewijzigd of
ingetrokken.

9. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden nadere regels
gesteld met betrekking tot het in het eerste en derde lid bedoelde
stelsel van onafhankelijk intern toezicht. Deze regels hebben in elk
geval betrekking op:

a. de inrichting van het stelsel van onafhankelijk intern toezicht en de
in dat verband aan de onafhankelijkheid van de leden van het orgaan te
stellen eisen;

b. de onderwerpen waarover het orgaan dat belast is met het interne
toezicht dient te worden geïnformeerd.

G

Na artikel 25a wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 25b

Een externe accountant herstelt de tekortkomingen met betrekking tot een
wettelijke controle.

H

Artikel 48a wordt als volgt gewijzigd:

1. In het zesde lid wordt “vierde lid” vervangen door: vijfde lid.

2. Er worden twee leden toegevoegd, luidende:

7. Indien een controledossier als bedoeld in het derde lid ziet op een
organisatie van openbaar belang, deelt de accountantsorganisatie de
voornaamste bevindingen en conclusies van de beoordeling van het
betreffende controledossier door de Autoriteit Financiële Markten mede
aan het auditcomité van de betrokken controlecliënt. De
accountantsorganisatie doet de mededeling binnen zes weken na de dag
waarop de Autoriteit Financiële Markten haar het afschrift, bedoeld in
het vijfde lid, heeft verstrekt.

8. De accountantsorganisatie stuurt onverwijld een afschrift van de
mededeling, bedoeld in het zevende lid, aan de Autoriteit Financiële
Markten.

I

Artikel 53, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. Na “14,” wordt ingevoegd: 14a,.

2. “16a,” wordt vervangen door: 16b,.

	3. Na “22,” wordt ingevoegd: 22a, eerste tot en met het zevende en
negende lid.

	4. “en 24b” wordt vervangen door:, 24b en 48a, zevende en achtste
lid.

J

Artikel 54, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. Na “14,” wordt ingevoegd: 14a,.

2. “16a,” wordt vervangen door: 16b,.

	3. Na “22,” wordt ingevoegd: 22a, eerste tot en met zevende en
negende lid,.

	4. “en 24b” wordt vervangen door:, 24b en 48a, zevende en achtste
lid.

	5. “20, eerste en derde lid” wordt vervangen door: 20, eerste,
derde en vijfde lid. 

K

Na artikel 63c wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 63cc

1. De Autoriteit Financiële Markten kan, in afwijking van artikel 63a,
eerste lid, vertrouwelijke gegevens of inlichtingen verkregen bij de
vervulling van de haar ingevolge deze wet opgedragen taak, verstrekken
aan de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst, de Belastingdienst,
de Fiscale Inlichtingen- en Opsporingsdienst, de Nationale Politie, het
Bureau Financieel Toezicht, de Financiële Inlichtingen Eenheid en het
Openbaar Ministerie, voor zover dit dienstig is voor het versterken van
de integriteit van de financiële markten of accountantsorganisaties.

2. De Autoriteit Financiële Markten verstrekt geen gegevens of
inlichtingen die herleidbaar zijn tot andere personen dan
accountantsorganisaties of externe accountants.

3. De Autoriteit Financiële Markten verstrekt geen vertrouwelijke
gegevens of inlichtingen op grond van het eerste lid indien:

a. het doel waarvoor de vertrouwelijke gegevens of inlichtingen zullen
worden gebruikt onvoldoende bepaald is;

b. het beoogde gebruik van de vertrouwelijke gegevens of inlichtingen
niet past in het kader van het toezicht op financiële markten, of het
toezicht op basis van deze wet;

c. de verstrekking van de vertrouwelijke gegevens of inlichtingen zich
niet zou verdragen met de Nederlandse wet of de openbare orde;

d. de geheimhouding van de vertrouwelijke gegevens of inlichtingen niet
in voldoende mate is gewaarborgd;

e. de verstrekking van de vertrouwelijke gegevens of inlichtingen
redelijkerwijs in strijd is of zou kunnen komen met de belangen die deze
wet beoogt te beschermen; of

f. onvoldoende is gewaarborgd dat de vertrouwelijke gegevens of
inlichtingen niet zullen worden gebruikt voor een ander doel dan
waarvoor deze worden verstrekt.

4. Voor zover de gegevens of inlichtingen, bedoeld in het eerste lid,
zijn verkregen van een toezichthoudende instantie, verstrekt de
Autoriteit Financiële Markten deze niet aan een andere toezichthoudende
instantie, tenzij de toezichthoudende instantie waarvan de gegevens of
inlichtingen zijn verkregen uitdrukkelijk heeft ingestemd met de
verstrekking van de gegevens of inlichtingen en in voorkomend geval
heeft ingestemd met het gebruik voor een ander doel dan waarvoor de
gegevens of inlichtingen zijn verstrekt.

5. Indien een instantie als bedoeld in het eerste lid aan de Autoriteit
Financiële Markten die de vertrouwelijke gegevens of inlichtingen op
grond van dat lid heeft verstrekt, verzoekt om die vertrouwelijke
gegevens of inlichtingen te mogen gebruiken voor een ander doel dan
waarvoor zij zijn verstrekt, willigt de Autoriteit Financiële Markten
dat verzoek slechts in:

a. indien het beoogde gebruik niet in strijd is met het eerste, tweede,
derde of vierde lid; en

b. voor zover die instantie op een andere wijze dan in deze wet voorzien
met inachtneming van de daarvoor geldende wettelijke procedures voor dat
andere doel de beschikking over die gegevens of inlichtingen zou kunnen
verkrijgen.

L

In artikel 67, eerste lid, onderdeel a, wordt “16a” vervangen door:
16b.

ARTIKEL II

Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 129a, tweede lid, komt te luiden:

2. De uitvoerende bestuurders nemen niet deel aan de beraadslaging en
besluitvorming over het vaststellen van de bezoldiging van uitvoerende
bestuurders en over de verlening van de opdracht tot onderzoek van de
jaarrekening aan een externe accountant als bedoeld in artikel 27 van de
Wet toezicht accountantsorganisaties indien de algemene vergadering niet
tot opdrachtverlening is overgegaan.

B

Artikel 239a, tweede lid, komt te luiden:

2. De uitvoerende bestuurders nemen niet deel aan de beraadslaging en
besluitvorming over het vaststellen van de bezoldiging van uitvoerende
bestuurders en over de verlening van de opdracht tot onderzoek van de
jaarrekening aan een externe accountant als bedoeld in artikel 27 van de
Wet toezicht accountantsorganisaties indien de algemene vergadering niet
tot opdrachtverlening is overgegaan.

C

In artikel 393, tweede lid, worden de tweede tot en met vierde volzin
vervangen door: Gaat deze daartoe niet over, of ontbreekt deze, dan is
de raad van commissarissen bevoegd. Ontbreekt een raad van
commissarissen, dan is het bestuur bevoegd. De aanwijzing van een
accountant wordt door generlei voordracht beperkt. De opdracht kan
worden ingetrokken door de algemene vergadering en door degene die haar
heeft verleend.

D

Artikel 427, eerste lid, komt te luiden:

1. In deze afdeling wordt onder verzekeringsmaatschappij verstaan: een
financiële onderneming met zetel in Nederland die ingevolge de Wet op
het financieel toezicht het bedrijf van verzekeraar mag uitoefenen of de
werkzaamheden van een entiteit voor risico-acceptatie mag verrichten, en
waarop artikel 2:26a, 2:27, 2:48, 2:49b of 2:54a van die wet van
toepassing is.

ARTIKEL III

De Wet tuchtrechtspraak accountants wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 22, eerste lid, vervalt “binnen drie jaar nadat klager
heeft geconstateerd of redelijkerwijs heeft kunnen constateren dat het
handelen of nalaten in strijd is met het bij of krachtens de   HYPERLINK
"http://wetten.overheid.nl/BWBR0019468/geldigheidsdatum_23-02-2015"  Wet
toezicht accountantsorganisaties  of de   HYPERLINK
"http://wetten.overheid.nl/BWBR0032573/geldigheidsdatum_23-02-2015"  Wet
op het accountantsberoep  bepaalde of met het belang van een goede
uitoefening van het accountantsberoep,” en wordt “zes jaar”
vervangen door: tien jaar.

B

In artikel 23, vierde lid, wordt “of de voorzitter van de
beroepsorganisatie” vervangen door:, het openbaar ministerie, het
Bureau Financieel Toezicht of de beroepsorganisatie.

C

In de artikelen 7, tweede lid, 8, tweede lid, 9, eerste en tweede lid,
22, tweede lid, 23, vierde lid, 30, aanhef en onderdeel b, 38, zevende
lid, 41, eerste lid, onderdeel b, 41, derde lid, 44, eerste lid,
onderdeel b, 44, derde lid en 46, eerste en tweede lid, wordt “de
voorzitter van de beroepsorganisatie” vervangen door: de
beroepsorganisatie.

ARTIKEL IV

Na artikel 3:70 van de Wet op het financieel toezicht wordt een artikel
ingevoegd, luidende: 

Artikel 3:70a

Een premiepensioeninstelling met zetel in Nederland maakt binnen zes
maanden na afloop van het boekjaar de jaarrekening en het
bestuursverslag overeenkomstig titel 9, Boek 2 van het Burgerlijk
Wetboek op, met dien verstande dat de in de artikelen 395a, 396 en 397
van genoemd wetboek geformuleerde uitzonderingen niet van toepassing
zijn.

ARTIKEL V

Bijlage I bij de Wet bekostiging financieel toezicht wordt als volgt
gewijzigd:

1. In het onderdeel “Toezichthouder: AFM” worden na de categorie
“Onderdeel Wta.05: toetsing persoon niet in combinatie met een
aanvraag/wijziging vergunning” twee categorieën met de daarbij
weergegeven codes, eenmalige toezichthandelingen en tarieven ingevoegd: 

Onderdeel 

Wta.A6: toetsing persoon in combinatie met een aanvraag/wijziging
vergunning	In het onderstaande geval Wta.A6.01, waarbij sprake is van
een aanvraag/wijziging van een vergunning of van een inschrijving,
brengt de AFM aanvullend een bedrag in rekening voor de toetsing van een
persoon

Wta.A6	Het op grond van artikel 16 van de Wet toezicht
accountantsorganisaties vaststellen van de geschiktheid van een persoon
ten behoeve van ten behoeve van de behandeling van een aanvraag tot
verlening van een vergunning als bedoeld in de onderdelen Wta.A1.01,
Wta.A1.02, Wta.A1.03

	

€ 7.000

Onderdeel Wta.A7:

toetsing persoon niet in combinatie met een aanvraag/wijziging
vergunning	In het onderstaande geval Wta.A7.01, waarbij geen sprake is
van een aanvraag/wijziging van een vergunning of van een inschrijving,
brengt de AFM een bedrag in rekening voor de toetsing van een persoon

Wta.A7	Het op grond van artikel 16 van de Wet toezicht
accountantsorganisaties vaststellen van de geschiktheid van een persoon 

	€ 7.000



	2. In het onderdeel “Toezichthouder: AFM” wordt in categorie
“Onderdeel Wta.A3: inschrijving” in de beschrijving van de eenmalige
toezichtshandeling bij code Wta.A3.03 “betrouwbaarheid en
geschiktheid” vervangen door: betrouwbaarheid.

	

	3. Aan categorie “Onderdeel Wta.A3: inschrijving” wordt een code,
eenmalige toezichthandeling en tarief toegevoegd:

Wta.A3.04	Een inschrijving van een persoon als bedoeld in artikel 16 van
de Wet toezicht accountantsorganisaties die reeds is getoetst voor de
geschiktheid	€ 1.000



ARTIKEL VI

1. Natuurlijke personen die op het tijdstip van inwerkingtreding van
artikel I, onderdeel C, van deze wet het dagelijks beleid van een
accountantsorganisatie bepalen worden tot twaalf maanden na dat
tijdstip, geacht geschikt te zijn in de zin van artikel 16, derde lid,
van de Wet toezicht accountantsorganisaties, zolang niet een wijziging
in de relevante feiten of omstandigheden een redelijke aanleiding geeft
tot een beoordeling van die geschiktheid. 

2. Natuurlijke personen die op het tijdstip van inwerkingtreding van
artikel I, onderdeel C, van deze wet het dagelijks beleid bepalen van
het netwerkonderdeel bedoeld in artikel 16, vierde lid, van de Wet
toezicht accountantsorganisaties, worden tot twaalf maanden na dat
tijdstip, geacht geschikt te zijn in de zin van dat artikel, zolang niet
een wijziging in de relevante feiten of omstandigheden een redelijke
aanleiding geeft tot een beoordeling van die geschiktheid. 

3. Personen die op het tijdstip van inwerkingtreding van artikel I,
onderdeel C, van deze wet binnen een accountantsorganisatie belast zijn
met het interne toezicht worden tot achttien maanden na dat tijdstip,
geacht geschikt te zijn in de zin van artikel 16, vijfde lid, van de Wet
toezicht accountantsorganisaties, zolang niet een wijziging in de
relevante feiten of omstandigheden een redelijke aanleiding geeft tot
een beoordeling van die geschiktheid.

4. De artikelen 14a en 25b van de Wet toezicht accountantsorganisaties
zijn van toepassing op wettelijke controles met betrekking tot
jaarrekeningen en bestuursverslagen die worden opgesteld over de
boekjaren die aanvangen op of na 1 januari 2017.

ARTIKEL VII

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen
tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan
verschillend kan worden vastgesteld.

ARTIKEL VIII

Deze wet wordt aangehaald als: Wet aanvullende maatregelen
accountantsorganisaties.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks
aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden. 

Gegeven 

De Minister van Financiën,

De Minister van Veiligheid en Justitie,

De Minister van Financiën,

De Minister van Veiligheid en Justitie,

 

 

 PAGE    

 PAGE   9