34794 Advies Afdeling advisering Raad van State inzake Implementatie van de wijzigingen van de Code en aanhangsels bij het Maritiem Arbeidsverdrag 2006, die door de Internationale Arbeidsconferentie zijn goedgekeurd op 11 juni 2014 (Trb. 2016, 85)
Implementatie van de wijzigingen van de Code en aanhangsels bij het Maritiem Arbeidsverdrag 2006, die door de Internationale Arbeidsconferentie zijn goedgekeurd op 11 juni 2014 (Trb. 2016, 85)
Advies Afdeling advisering Raad van State
Nummer: 2017D26971, datum: 2017-09-26, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: J.P.H. Donner, vicepresident van de Raad van State (Ooit CDA kamerlid)
Onderdeel van zaak 2017Z12818:
- Indiener: L.F. Asscher, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- Medeindiener: M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus, minister van Infrastructuur en Milieu
- Medeindiener: S.A. Blok, minister van Veiligheid en Justitie
- Volgcommissie: vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- Volgcommissie: vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2017-09-28 13:10: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2017-10-03 16:30: Procedures en brieven (Procedurevergadering), vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2017-10-25 14:00: Implementatie van de wijzigingen van de Code en aanhangsels bij het Maritiem Arbeidsverdrag 2006, die door de Internationale Arbeidsconferentie zijn goedgekeurd op 11 juni 2014 (Trb. 2016, 85) - 34794 (Inbreng verslag (wetsvoorstel)), vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2017-11-28 16:30: Procedures en brieven (Procedurevergadering), vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2017-11-29 14:05: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2017-12-07 10:15: Hamerstuk: Implementatie van de wijzigingen van de Code en aanhangsels bij het Maritiem Arbeidsverdrag 2006, die door de Internationale Arbeidsconferentie zijn goedgekeurd op 11 juni 2014 (Trb. 2016, 85) (34 794) (Hamerstukken), TK
Preview document (🔗 origineel)
No.W12.17.0131/III 's-Gravenhage, 29 juni 2017
Bij Kabinetsmissive van 8 mei 2017, no.2017000752, heeft Uwe
Majesteit, op voordracht van de Minister van Sociale Zaken en
Werkgelegenheid, mede namens de Minister van Veiligheid en Justitie en
de Minister van Infrastructuur en Milieu, bij de Afdeling advisering van
de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het voorstel van wet
tot Implementatie van de wijzigingen van de Code
en aanhangsels bij het Maritiem Arbeidsverdrag 2006, die door de
Internationale Arbeidsconferentie zijn goedgekeurd op 11 juni 2014, met
memorie van toelichting.
Het wetsvoorstel implementeert wijzigingen van het Maritiem Arbeidsverdrag 2006 die strekken tot bescherming van zeevarenden.
De Afdeling advisering van de Raad van State adviseert het voorstel aan de Tweede Kamer te zenden, maar acht een dragende motivering of aanpassing van het voorstel aangewezen. Dit betreft de verplichting om de kosten van repatriëring van zeevarenden bij insolventie van de werkgever te verzekeren.
1. Verzekeringsplicht
Het Maritiem Arbeidsverdrag bevat een regeling die moet verzekeren dat een zeevarende die onderweg wordt achtergelaten, wordt gerepatrieerd.1 Aan het verdrag is nu toegevoegd dat de lidstaten moeten zorgen voor een stelsel van financiële zekerheid om te waarborgen dat, bij insolventie van de werkgever, de kosten van repatriëring zijn gedekt. Zo’n stelsel van financiële zekerheid kan bestaan in de vorm van een sociale-zekerheidsregeling, een verzekering of een nationaal fonds of soortgelijke regeling.2 In het wetsvoorstel is, na raadpleging van sociale partners in de maritieme sector, ervoor gekozen een verzekeringsplicht op te leggen aan de scheepsbeheerder.3 Er is overleg geweest met de Internationale Groep van P&I Clubs, een groep van onderlinge waarborgmaatschappijen die 90% van het wereld-oceaantonnage in de handelsvaart verzekeren. Zij zijn bereid gebleken om dekking te bieden voor de nieuw omschreven risico’s.4
Het voorstel roept de vraag op wat er gebeurt als de betaling van de verzekeringspremie tijdens een zeereis is onderbroken door insolventie van de werkgever. De verzekeraar zal immers de kosten van repatriëring niet hoeven te vergoeden als de verzekeringspremie niet is betaald. Deze situatie zal zich met name kunnen voordoen wanneer de werkgever tevens de scheepsbeheerder is: de verzekering is immers bedoeld om te waarborgen dat de kosten van repatriëring worden vergoed bij insolventie van de werkgever. Als de verzekeraar in zo’n situatie de kosten van repatriëring niet hoeft te vergoeden, is de vraag of met het wetsvoorstel voldaan wordt aan de verdragsverplichting om financiële zekerheid te bieden voor repatriëring van zeevarenden bij insolventie van de werkgever.5
De Afdeling adviseert in de toelichting op deze vragen in te gaan en het voorstel zo nodig aan te passen.
2. De Afdeling verwijst naar de bij dit advies behorende redactionele bijlage.
De Afdeling advisering van de Raad van State geeft U in overweging
het voorstel van wet te zenden aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal,
nadat met het vorenstaande rekening zal zijn gehouden.
De waarnemend vice-president van de Raad van State,
Redactionele bijlage bij het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State betreffende no.W12.17.0131/III
In de aanhef de vindplaats van de verdragswijziging (Trb. 2016, 85) vermelden.
Leidraad B2.5.3 daadwerkelijk implementeren, nu dat blijkens de transponeringstabel kennelijk beoogd is.
Passages in de toelichting die slechts herhalen wat in het voorstel staat schrappen.
In de toelichting vermelden dat en waarom de wijzigingen van de Code en aanhangsels van het Maritiem Arbeidsverdrag die in het voorstel worden geïmplementeerd geen parlementaire goedkeuring behoeven (Kamerstukken II 2010/11, 32 535 (R1923), nr. 3, blz. 7).
Norm A2.5, vernummerd tot A2.5.1.↩︎
Norm A2.5.2, derde lid.↩︎
Voorgestelde artikelen 737, tweede lid, en 738a, vierde lid, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek. Toelichting, hoofdstuk I (Algemeen), slotalinea.↩︎
Toelichting, hoofdstuk V (Consultatie en adviezen), onder ”International Group van P&I Clubs.”↩︎
Dit probleem zou misschien te ondervangen zijn als de scheepsbeheerder wettelijk verplicht zou zijn de premie die verschuldigd is voor een bepaalde zeereis vooraf te betalen.↩︎