[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Reactie op een brief van een burger inzake verzoek om verandering in de kosten voor een tweede bachelor opleiding

Brief regering

Nummer: 2017D29511, datum: 2017-10-20, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2017Z13974:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 20 oktober 2017

In deze brief geef ik op uw verzoek mijn reactie op de brief van de heer
O. te U. d.d. 9 augustus 2017.

 

De heer O. volgt een tweede bachelor op het gebied van onderwijs. Hij
heeft eerder al een graad behaald in geneeskunde. De studie geneeskunde
valt onder de sector gezondheidszorg. In de wet hoger onderwijs en
onderzoek en het uitvoeringsbesluit is vastgelegd dat een student bij
het volgen van een tweede studie het wettelijk collegegeld is
verschuldigd indien:

De student de tweede studie is gestart tijdens de eerste studie.

De student een tweede studie in de sector gezondheidszorg of onderwijs
volgt indien niet eerder een graad is behaald in de sector
gezondheidszorg of onderwijs.

Hoewel ik begrijp dat de heer O. zich benadeeld voelt, is de laatste
uitzondering gemaakt om meer “handen aan het bed” en meer “voeten
voor de klas” te realiseren. Omdat deze student met zijn studie
geneeskunde al in één van deze tekortsectoren is afgestudeerd, zal hij
voor zijn tweede studie op het terrein van onderwijs helaas het
instellingscollegegeld moeten betalen. Echter, in 2015 is er door een
uitspraak van het College van beroep voor het hoger onderwijs (CBHO)
geconstateerd dat artikel 7.45a in de WHW anders kon worden
geïnterpreteerd. Hierdoor werd het tijdelijk (tot en met studiejaar
2016/17) mogelijk om een tweede studie in de gezondheidszorg te volgen
tegen wettelijk collegegeld indien eerder een graad is behaald in de
sector onderwijs, en andersom. Ik heb deze fout zo snel mogelijk
hersteld en hierover gecommuniceerd richting de instellingen in het
hoger onderwijs. Hierbij heb ik ook duidelijk kenbaar gemaakt dat de
instellingen verantwoordelijk zijn voor  adequate voorlichting aan
aankomende en reeds studerende studenten. 

Als gevolg van bovengenoemde uitspraak van het CBHO heeft de heer O. in
zijn eerste studiejaar voor zijn opleiding op het terrein van onderwijs
in 2016/17 het wettelijk collegegeld mogen betalen. Hij is echter vanaf
studiejaar 2017/18 het instellingscollegegeld verschuldigd. Ik vind het
erg vervelend dat de heer O. zich benadeeld voelt en snap zijn
ongenoegen. Wellicht kan het leven lang leren krediet een uitkomst
bieden voor deze student. Dit is vanaf collegejaar 2017/18 ingevoerd
voor iedereen tot 55 jaar oud die geen recht meer heeft op
studiefinanciering. Het krediet kan worden gebruikt voor een wettelijk
erkende opleiding en geeft de mogelijkheid om per jaar maximaal vijf
keer het bedrag aan wettelijk collegegeld of lesgeld te lenen. Dit kan
voor de duur van de studie.

Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.

De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, 

M. Bussemaker