34870 Advies Afdeling advisering Raad van State inzake Regels met betrekking tot de begroting en verantwoording van de kosten van het toezicht van de Autoriteit Financiële Markten en de Nederlandsche Bank en de financiering van de toezichtkosten (Wet bekostiging financieel toezicht 2019)
Regels met betrekking tot de begroting en verantwoording van de kosten van het toezicht van de Autoriteit Financiële Markten en de Nederlandsche Bank en de financiering van de toezichtkosten (Wet bekostiging financieel toezicht 2019)
Advies Afdeling advisering Raad van State
Nummer: 2018D02577, datum: 2018-01-25, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: J.P.H. Donner, vicepresident van de Raad van State (Ooit CDA kamerlid)
Onderdeel van zaak 2018Z01274:
- Indiener: W.B. Hoekstra, minister van Financiën
- Medeindiener: W. Koolmees, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- Volgcommissie: vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Financiën
- 2018-01-30 15:30: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2018-02-07 15:30: Procedurevergadering Financiën (Procedurevergadering), vaste commissie voor Financiën
- 2018-03-08 14:00: Wet bekostiging financieel toezicht 2019 (Inbreng verslag (wetsvoorstel)), vaste commissie voor Financiën
- 2018-04-26 15:45: Procedurevergadering Financiën (Procedurevergadering), vaste commissie voor Financiën
- 2018-05-15 13:15: Procedurevergadering Financiën (Procedurevergadering), vaste commissie voor Financiën
- 2018-05-16 14:30: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2018-06-06 15:35: Wet bekostiging financieel toezicht 2019 (34870) (Plenair debat (wetgeving)), TK
- 2018-06-12 15:05: Stemmingen (Stemmingen), TK
Preview document (🔗 origineel)
No.W06.17.0350/III 's-Gravenhage, 24 november 2017
Bij Kabinetsmissive van 19 oktober 2017, no.2017001793, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Financiën, mede namens de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, bij de Afdeling advisering van de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het voorstel van wet houdende regels met betrekking tot de begroting en verantwoording van de kosten van het toezicht van de Autoriteit Financiële Markten en de Nederlandsche Bank en de financiering van de toezichtkosten (Wet bekostiging financieel toezicht 2019), met memorie van toelichting.
Het wetsvoorstel voorziet in de vervanging van de Wet bekostiging financieel toezicht (Wbft). De wet wordt in het geheel opnieuw vastgesteld om deze ook overigens beter te structureren en inzichtelijker te maken.
De Afdeling advisering van de Raad van State adviseert het voorstel aan de Tweede Kamer te zenden, maar maakt een opmerking over het kostenkader.
Het kostenkader
Het uitgangspunt van volledige doorberekening van de toezichtkosten van De Nederlandsche Bank N.V. en de Stichting Autoriteit Financiële Markten wordt in het wetsvoorstel niet aangepast. Wel wordt voorgesteld om, anders dan in de huidige Wbft, de uitwerking van de heffingen te delegeren naar lagere regelgeving. Daarnaast wordt voorgesteld de maximale hoogte van de begroting van de toezichthouders in het vierjaarlijks vast te stellen kostenkader voor te schrijven, in plaats van het thans gehanteerde systeem waarbij de voorlaatste begroting de basis is voor de begroting voor het volgend jaar.
Het wetsvoorstel regelt over het kostenkader dat het totale bedrag aan toezichtkosten in enig jaar niet hoger mag zijn dan een maximum dat vierjaarlijks in het Kostenkader wordt voorgeschreven.1 Doel van het kostenkader is het beheersen van de ontwikkeling van de toezichtkosten.
De Afdeling onderschrijft het belang van beheersing van de toezichtkosten. Zij merkt evenwel op dat uit de toelichting niet duidelijk wordt hoe de totale hoogte van het kader wordt vastgesteld. Weliswaar wordt rekening gehouden met loon- en prijsmutaties en met de naar kosten herleide mutaties in de taken van de toezichthouder, maar niet duidelijk is hoe de kosten van het toezicht in het verleden werden en thans worden bepaald. Mede gelet op het feit dat alle kosten van het toezicht moeten worden opgebracht door de onder toezicht gestelde instellingen, is het van belang dat inzicht wordt gegeven in de wijze waarop de toezichthoudende instellingen de kosten van het toezicht bepalen, en hoe deze kosten begrensd worden. Meer inzicht daarin kan bijdragen aan een effectieve beheersing van de toezichtkosten. Het wetsvoorstel, noch de toelichting daarop, bieden dit inzicht. Ook de toelichting op het kostenkader dat in 2016 is vastgesteld voor de jaren 2017-2020, biedt dit inzicht niet.2
De Afdeling adviseert in de toelichting op het bovenstaande in te gaan.
2. De Afdeling verwijst naar de bij dit advies behorende redactionele bijlage.
De Afdeling advisering van de Raad van State geeft U in overweging
het voorstel van wet te zenden aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal,
nadat aan het vorenstaande aandacht zal zijn geschonken.
De vice-president van de Raad van State,
Redactionele bijlage bij het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State betreffende no.W06.17.0350/III
In artikel 2, eerste lid na “Deze wet is van toepassing op de bij of krachtens enige wet” invoegen: betreffende het financieel toezicht.
In artikel 4, eerste lid, verduidelijken hoe een meerjarig kader zich verhoudt tot enig jaar, en de te verwachten loon-, prijs- of takenmutaties.
In artikel 4, eerste lid, onderdeel b “de taken” vervangen door: het takenpakket.