Eindtekst
Wijziging van de Wet ruimtelijke ordening en de Invoeringswet Wet ruimtelijke ordening (afschaffing actualiseringsplicht bestemmingsplannen en beheersverordeningen)
Eindtekst
Nummer: 2018D03890, datum: 2018-02-01, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Onderdeel van zaak 2017Z01246:
- Indiener: M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus, minister van Infrastructuur en Milieu
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2017-01-31 15:30: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2017-02-08 10:15: Procedurevergadering commissie voor Infrastructuur en Milieu (Procedurevergadering), vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu (2010-2017)
- 2017-03-30 10:15: Extra procedurevergadering Infrastructuur en Milieu (groslijst controversieel verklaren) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu (2010-2017)
- 2017-04-11 15:05: Stemmingen (Stemmingen), TK
- 2017-04-12 10:15: Procedurevergadering commissie voor Infrastructuur en Milieu (Procedurevergadering), vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu (2010-2017)
- 2017-04-18 15:00: Stemmingen (Stemmingen), TK
- 2017-05-10 10:15: Procedurevergadering commissie voor Infrastructuur en Milieu (Procedurevergadering), vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu (2010-2017)
- 2017-05-17 12:00: Wijziging van de Wet ruimtelijke ordening ivm afschaffing actualiseringsplicht (Inbreng verslag (wetsvoorstel)), vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu (2010-2017)
- 2017-12-20 10:15: Procedurevergadering commissie voor Infrastructuur en Waterstaat (Procedurevergadering), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2018-01-18 11:30: Procedurevergadering commissie Binnenlandse Zaken (Procedurevergadering), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2018-01-24 13:20: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2018-02-01 10:15: Hamerstuk: Wijziging van de Wet ruimtelijke ordening en de Invoeringswet Wet ruimtelijke ordening (afschaffing actualiseringsplicht bestemmingsplannen en beheersverordeningen) (34 666) (Hamerstukken), TK
Preview document (🔗 origineel)
De Tweede Kamer der Staten- PRIVATE Generaal zendt bijgaand door haar aangenomen wetsvoorstel aan de Eerste Kamer. De Voorzitter, 1 februari 2018 Wijziging van de Wet ruimtelijke ordening en de Invoeringswet Wet ruimtelijke ordening (afschaffing actualiseringsplicht bestemmingsplannen en beheersverordeningen) VOORSTEL VAN WET Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: Alzo Wij in overweging genomen hebben dat het wenselijk is dat de verplichting om bestemmingsplannen en beheersverordeningen als bedoeld in de Wet ruimtelijke ordening binnen tien jaar te actualiseren vervalt in verband met de verwachte inwerkingtreding van de Omgevingswet, waarin geen vergelijkbare verplichting is opgenomen; Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: ARTIKEL I De Wet ruimtelijke ordening wordt als volgt gewijzigd: A Na artikel 3.1 wordt een artikel ingevoegd, luidende: Artikel 3.1a Artikel 3.1, tweede, vierde en vijfde lid, is niet van toepassing op bestemmingsplannen die elektronisch raadpleegbaar zijn. B Na artikel 3.38 wordt een artikel ingevoegd, luidende: Artikel 3.38a Artikel 3.38, tweede lid, is niet van toepassing op beheersverordeningen die elektronisch raadpleegbaar zijn. ARTIKEL II Artikel 9.1.4, derde en vierde lid, en artikel 9.2.5, derde lid, van de Invoeringswet Wet ruimtelijke ordening vervallen. ARTIKEL III Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip. Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden. Gegeven De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, PAGE PAGE 2