34883 Advies Afdeling advisering Raad van State inzake Regels ter implementatie van richtlijn (EU) 2016/1148 (Cybersecuritywet)
Regels ter implementatie van richtlijn (EU) 2016/1148 (Cybersecuritywet)
Advies Afdeling advisering Raad van State
Nummer: 2018D05549, datum: 2018-02-15, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: J.P.H. Donner, vicepresident van de Raad van State (Ooit CDA kamerlid)
Onderdeel van zaak 2018Z02746:
- Indiener: F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2018-02-20 15:10: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2018-02-21 14:30: Procedures en brieven (Procedurevergadering), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2018-03-15 14:00: Regels ter implementatie van richtlijn (EU) 2016/1148 (Cybersecuritywet) (34883) (Inbreng verslag (wetsvoorstel)), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2018-04-26 11:30: Procedures en brieven (Procedurevergadering), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2018-05-15 15:30: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2018-05-24 19:00: Regels ter implementatie van richtlijn (EU) 2016/1148 (Cybersecuritywet)) (34 883) (Plenair debat (wetgeving)), TK
- 2018-05-29 15:00: Stemmingen (Stemmingen), TK
Preview document (🔗 origineel)
No.W16.17.0371/II 's-Gravenhage, 4 januari 2018 Bij Kabinetsmissive van 20 november 2017, no.2017001997, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Justitie en Veiligheid, bij de Afdeling advisering van de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het voorstel van wet houdende regels ter implementatie van Richtlijn 2016/1148/EU (Cybersecuritywet), met memorie van toelichting. De voorgestelde Cybersecuritywet (hierna: Csw) strekt ter uitvoering van richtlijn 2016/1148 over netwerk en informatiebeveiliging (hierna: Nib-richtlijn). De samenleving is in grote mate afhankelijk van elektronische informatiesystemen, die bovendien onderling verweven zijn. Om het economisch welzijn te bevorderen, is het van belang dat aanbieders van essentiële diensten en digitale dienstverleners maatregelen nemen om de kans op incidenten te minimaliseren en de impact van eventuele incidenten te mitigeren. De Nib-richtlijn ziet daarom op het brengen van eenheid en samenhang in het Europees beleid voor netwerk- en informatiebeveiliging, door het vergroten van de digitale paraatheid en het verkleinen van de gevolgen van cyberincidenten. De Afdeling advisering van de Raad van State adviseert het voorstel aan de Tweede Kamer te zenden, maar acht aanpassing van het voorstel aangewezen wat de verstrekking van vertrouwelijke gegevens door Nederlandsche Bank N.V. (hierna: DNB) betreft. 1. Verstrekking van vertrouwelijke gegevens door DNB Het wetsvoorstel wijst de DNB aan als bevoegde autoriteit in de zin van de Nib-richtlijn voor de sectoren bankwezen en infrastructuur voor financiële markten. Als bevoegde autoriteit is DNB verantwoordelijk voor het toezicht op de naleving van de Csw voor die sectoren. Uit de toelichting blijkt dat daartoe bij DNB een bijzonder (afgescheiden) organisatieonderdeel zal worden ingericht (hierna: DNB-Cybertoezicht). Andere organisatieonderdelen van DNB houden toezicht op naleving van de Wet op het financieel toezicht (Wft), samen met de Stichting Autoriteit Financiële Markten (AFM). Het wetsvoorstel wijzigt de Wft zodanig, dat de toezichthouders op de Wft gegevens die uit hoofde van de toezichtstaak worden verkregen kunnen delen met DNB-Cybertoezicht en de Minister van Justitie en Veiligheid (Minister van JenV). Het gaat daarbij om gegevens die dienstig zijn voor de uitoefening van de taken die de Minister van JenV of DNB-Cybertoezicht hebben op grond van de Csw. In de Csw zelf wordt voorgesteld dat DNB de bij haar beschikbare toezichtsinformatie kan delen met de Minister van JenV. Daarbij gaat het om informatie die verkregen is in het kader van zowel het toezicht op de Wft als op de Csw, en “dienstig is aan het bevorderen van maatregelen ter voorkoming of beperking van een verstoring van het maatschappelijk verkeer”. Daarnaast regelt de Csw dat DNB onder omstandigheden incidenten openbaar kan maken als publieke bewustwording noodzakelijk wordt geacht. De Afdeling merkt hierover het volgende op. a. Geheimhoudingsplichten van AFM en DNB In de Wft is een groot aantal richtlijnen en verordeningen geïmplementeerd. In die richtlijnen en verordeningen worden beperkingen gesteld aan de mogelijkheid om aan derden vertrouwelijke gegevens te verstrekken die toezichthouders bij het toezicht op de naleving van die richtlijnen en verordeningen hebben verkregen. De richtlijnen en verordeningen gaan uit van een gesloten systeem van publicatie van gegevens. Vertrouwelijke gegevens worden door de toezichthouder geheim gehouden, behalve in de in die regelingen met name genoemde uitzonderingsgevallen. In die gevallen mag de toezichthouder de vertrouwelijke informatie niet verdergaand of anders gebruiken, of daaraan verder of anders bekendheid geven, dan voor de uitvoering van zijn taak in het kader van het toezicht op de naleving van die verordeningen en richtlijnen is vereist. De richtlijnen bepalen voorts dat slechts geaggregeerde informatie openbaar mag worden gemaakt, waarbij die informatie niet tot individuele instellingen herleidbaar mag zijn. De Nib-richtlijn bepaalt dat informatie die “krachtens uniale en nationale voorschriften als vertrouwelijk worden beschouwd” uitsluitend met de Commissie en andere autoriteiten worden uitgewisseld, indien die uitwisseling noodzakelijk is voor de toepassing van de Nib-richtlijn. Dergelijke uitwisseling mag alleen indien die beperkt is tot hetgeen relevant is voor en evenredig is met het doel van de uitwisseling; de vertrouwelijkheid van de informatie wordt gewaarborgd, evenals veiligheids- en commerciële belangen. De Csw maakt informatiedeling door de financiële toezichthouders met onder andere de Minister van JenV mogelijk. Die informatiedeling kan ook betrekking hebben op gegevens die financiële toezichthouders verkrijgen bij de uitvoering van het financieel toezicht. Daarnaast kan DNB het publiek over incidenten informeren. Het wetsvoorstel sluit niet uit dat het hierbij gaat om informatie die op grond van de Wft vertrouwelijk is, bijvoorbeeld omdat zij herleidbaar is tot individuele financiële instellingen. Uit het wetsvoorstel blijkt niet dat de voorgestelde informatiedeling van financiële toezichthouders met de Csw-toezichthouder en het centraal contactpunt beperkt wordt tot uitsluitend dat wat “relevant is voor en evenredig is met het doel van die uitwisseling”. Ook is niet bepaald dat daarbij de vertrouwelijkheid, evenals veiligheids- en commerciële belangen, gewaarborgd blijven. De Afdeling adviseert de artikelen 22 en 31 van het voorstel overeenkomstig het voorgaande aan te passen. Onverminderd het voorgaande merkt de Afdeling het volgende op. b. Uitvoering van twee uiteenlopende bepalingen over informatiedeling De hiervoor genoemde bepaling in de Csw en de voorgestelde wijziging van de Wft zien beide op het delen van informatie met de Minister van JenV. In zoverre regelt het wetsvoorstel in zowel de Wft als de Csw dezelfde materie. De wijziging van de Csw en de wijziging van Wft stroken echter niet geheel met elkaar. In de Wft wordt geregeld dat DNB informatie mag delen enkel voor zover dat “dienstig is voor de Minister bij diens uitvoering van de Csw”. In de Csw wordt geregeld dat DNB informatie mag delen als dat “dienstig is voor de Minister bij het voorkomen of beperken van verstoring van het maatschappelijk verkeer”. Niet wordt toegelicht waarom dit onderscheid is aangebracht, of op welke wijze DNB gelijktijdig uitvoering aan deze verschillende bepalingen dient te geven. De Afdeling adviseert in de toelichting in te gaan op het vorenstaande en het wetsvoorstel zo nodig aan te passen. 2. De Afdeling verwijst naar de bij dit advies behorende redactionele bijlage. De Afdeling advisering van de Raad van State geeft U in overweging het voorstel van wet te zenden aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal, nadat met het vorenstaande rekening zal zijn gehouden. De vice-president van de Raad van State, Redactionele bijlage bij het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State betreffende no.W16.17.0371/II Artikel 1, achtste gedachtestreepje wijzigen in: - digitaledienstverlener: rechtspersoon die een digitale dienst aanbiedt en gelet op artikel 18, eerste en tweede lid, van de NIB-richtlijn onder de jurisdictie van Nederland valt; Artikel 20, tweede lid, onder c en artikel 21, tweede lid, onder c: voorzie in een samenloopbepaling voor het geval de Wet op de Inlichtingen en Veiligheidsdiensten 2017 (Stb. 2017, 317) later in werking treedt dan deze wet; In de transponeringstabel de richtlijnbepalingen (eerste kolom) uitsplitsen naar artikelleden en onderdelen daarvan. Richtlijn (EU) 2016/1148 van het Europees Parlement en de Raad van 6 juli 2016 houdende maatregelen voor een hoog gemeenschappelijk niveau van beveiliging van netwerk- en informatiesystemen in de Unie (PbEU 2016, L 194). Artikel 4, eerste lid, van het wetsvoorstel. Zie artikel 1:1 van de Wft. Artikel 31, van het wetsvoorstel. Artikel 31, van het wetsvoorstel. Artikel 22, derde lid, van het wetsvoorstel. Zie artikel 23, van het wetsvoorstel. Zie ook Kamerstukken II 2017/18, 34 769, nr. 4, blz. 3 e.v. Het gaat om bijvoorbeeld: richtlijnen 2013/36/EU (CRD IV), 2009/138/EG (Solvency II), 2002/47/EG, 2002/92/EG, 2004/109/EG, 2003/71/EG, 2007/64/EG, 2002/87/EG, 2013/34/EU, 2014/17/EU, 2009/65/EG, 2011/61/EU, 2014/92/EU, 2014/59/EU, 2014/65/EU (MiFID), en verordeningen 575/2013, 596/2014 (Verordening marktmisbruik) en 909/2014. Zie voor implementatie artikel 89 e.v., van de Wft. Zie bijvoorbeeld artikel 68 Solvency II, artikel 56 en 57 CRD IV, artikel 81 Mifid en artikel 27, tweede lid, Verordening marktmisbruik. Artikel 1, vijfde lid, van de Nib-richtlijn. Zie artikel 31 Csw. Artikel 1, vijfde lid, van de Nib-richtlijn. PAGE 1 PAGE 2 PAGE I ........................................................................ ........... AAN DE KONING