[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [šŸ” uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Eindtekst 34723

Wijziging van de Warmtewet (wijzigingen naar aanleiding van de evaluatie van de Warmtewet)

Eindtekst

Nummer: 2018D22518, datum: 2018-03-06, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van zaak 2017Z06776:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (šŸ”— origineel)


De Tweede Kamer der Staten- PRIVATE  

Generaal zendt bijgaand door

haar aangenomen wetsvoorstel

aan de Eerste Kamer.

De Voorzitter,

	

6 maart 2018



	Wijziging van de Warmtewet (wijzigingen naar aanleiding van de
evaluatie van de Warmtewet)	







GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET



	Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins
van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is , mede naar
aanleiding van de evaluatie van de Warmtewet, wenselijk is om in de
Warmtewet enkele wijzigingen aan te brengen ten aanzien van onder andere
de reikwijdte en de reguleringssystematiek teneinde de werking van deze
wet te verbeteren;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State
gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden
en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Warmtewet wordt als volgt gewijzigd:

A

Het opschrift van Hoofdstuk 1 komt te luiden: HOOFDSTUK 1. ALGEMENE
BEPALINGEN.

B

Artikel 1 wordt vervat in een subparagraaf waarvan het opschrift komt te
luiden:

Ā§ 1.1 Begripsbepalingen

C

Artikel 1 komt te luiden:

Artikel 1

1.In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

- aansluiting: een individuele of centrale aansluiting;

- afleverset voor warmte: installatie waarmee ten behoeve van
warmtelevering aan een verbruiker energieoverdracht plaatsvindt tussen
een warmtenet en een binneninstallatie of een inpandig leidingstelsel; 

- Autoriteit Consument en Markt: de Autoriteit Consument en Markt,
genoemd in artikel 2, eerste lid, van de Instellingswet Autoriteit
Consument en Markt;

- bindende gedragslijn: een zelfstandige last die niet wegens een
overtreding wordt opgelegd;

- binneninstallatie: leidingen, installaties en hulpmiddelen, niet
zijnde de afleverset voor warmte of de meetinrichting, die zijn gelegen
in een onroerende zaak als bedoeld in artikel 16, onderdelen a en c tot
en met e, van de Wet waardering onroerende zaken van een verbruiker en
bestemd voor toeā€“ en afvoer van warmte ten behoeve van die onroerende
zaak, met uitzondering van leidingen, installaties en hulpmiddelen die
strekken tot doorlevering van warmte naar een andere onroerende zaak,
waarbij de binneninstallatie aan de zijde van het warmtenet of het
inpandig leidingstelsel is afgegrensd door:

i. de hoofdafsluiters waar de individuele afleverset gekoppeld is aan
het warmtenet of het inpandig leidingstelsel, of

ii. indien er geen hoofdafsluiters aanwezig zijn, een in de
warmteleveringsovereenkomst overeen te komen fysiek aanwijsbaar punt;

- centrale aansluiting: leidingen bestemd voor het transport van warmte
bestemd voor verbruikers aangesloten op het inpandig leidingstelsel,
gelegen tussen het warmtenet en het inpandig leidingstelsel, waarbij de
centrale aansluiting:

i. aan de zijde van het inpandig leidingstelsel is afgegrensd door: 

- de hoofdafsluiters waaraan de collectieve afleverset voor warmte of
het inpandig leidingstelsel gekoppeld is, of

- indien er geen hoofdafsluiters aanwezig zijn, een in de
warmteleveringsovereenkomst overeen te komen fysiek aanwijsbaar punt, en

ii. aan de zijde van het warmtenet is afgegrensd door:

- de aftakking van het warmtenet, waarna de leidingen en daaraan
verbonden hulpmiddelen bestemd zijn voor het transport van warmte naar
het inpandig leidingstelsel, of

- indien er geen aftakking aanwezig is, een in de
warmteleveringsovereenkomst overeen te komen fysiek aanwijsbaar punt.

- collectieve afleverset voor warmte: een afleverset voor warmte waarmee
ten behoeve van warmtelevering aan verbruikers energieoverdracht
plaatsvindt tussen een warmtenet en een inpandig leidingstelsel; 

- garantie van oorsprong voor warmte uit hernieuwbare energiebronnen:
gegevens op een rekening die betrekking hebben op warmte uit
hernieuwbare energiebronnen en waarmee wordt aangetoond dat een
producent met zijn installatie een hoeveelheid warmte uit hernieuwbare
energiebronnen heeft opgewekt;

- gebouweigenaar: de eigenaar van een gebouw of, in het geval van
gedeeld eigendom, de eigenaars verenigd in een vereniging van eigenaars
of een daarmee vergelijkbare rechtsvorm;

- hernieuwbare energiebronnen: hernieuwbare energiebronnen als bedoeld
in artikel 2 van de richtlijn 2009/28/EG van het Europees Parlement en
de Raad van 23 april 2009 ter bevordering van het gebruik van energie
uit hernieuwbare bronnen en houdende wijziging en intrekking van
Richtlijn 2001/77/EG en Richtlijn 2003/30/EG (Pb EU 2009, L 140);

- individuele aansluiting: Ć©Ć©n of meer leidingen en daarmee verbonden
hulpmiddelen bestemd voor transport van warmte tussen een
binneninstallatie van een individuele verbruiker en een warmtenet of een
inpandig leidingstelsel, waarbij de individuele aansluiting:

i. aan de zijde van de binneninstallatie is afgegrensd door:

- de hoofdafsluiters waaraan de individuele afleverset voor warmte of de
binneninstallatie gekoppeld is, of

- indien er geen hoofdafsluiters aanwezig zijn, een of meerdere in de
warmteleveringsovereenkomst overeen te komen fysiek aanwijsbare punten,
en

ii. aan de zijde van het warmtenet of het inpandig leidingstelsel is
afgegrensd door:

- de aftakking van het warmtenet of het inpandig leidingstelsel, waarna
de leidingen en daaraan verbonden hulpmiddelen bestemd zijn voor de
warmtelevering aan de individuele verbruiker, of

- indien er geen aftakking aanwezig is, een in de
warmteleveringsovereenkomst overeen te komen fysiek aanwijsbaar punt.

- individuele afleverset voor warmte: afleverset voor warmte waarmee ten
behoeve van warmtelevering aan een verbruiker energieoverdracht
plaatsvindt tussen een warmtenet en een binneninstallatie; 

- inpandig leidingstelsel: Ć©Ć©n of meer van een gebouw deel uitmakende
leidingen en daarmee verbonden hulpmiddelen ten behoeve van transport
van warmte tussen een centrale aansluiting van een gebouw op een
warmtenet of een productie-installatie en de individuele aansluiting van
een onroerende zaak als bedoeld in artikel 16, onderdeel c, van de Wet
waardering onroerende zaken;

- meetbedrijf: een organisatorische eenheid die zich bezig houdt met het
collecteren, valideren en vaststellen van meetgegevens betreffende
warmte;

- leverancier: een persoon die zich bezighoudt met de levering van
warmte;

- levering van warmte: de aflevering van warmte aan verbruikers;

- netbeheerder: degene die een warmtenet beheert;

- Onze Minister: Onze Minister van Economische Zaken;

- producent: een persoon die zich bezighoudt met de productie van
warmte;

- representatieve organisatie: een rechtspersoon die de belangen
vertegenwoordigt van producenten, leveranciers of verbruikers in de
warmtesector;

- verbruiker: een persoon die warmte afneemt van een warmtenet of een
inpandig leidingstelsel en:

i.een individuele aansluiting heeft van maximaal 100 kilowatt, of

ii.een centrale aansluiting heeft van meer dan 100 kilowatt, warmte
levert aan een verbruiker als bedoeld onder i en tevens:

1Āŗ optreedt als verhuurder voor een verbruiker als bedoeld onder i, of 

2Āŗ een vereniging van eigenaars of een daarmee vergelijkbare rechtsvorm
is waarbij een verbruiker als bedoeld onder i is aangesloten;

- vergunninghouder: de houder van een vergunning als bedoeld in artikel
9;

- verhuurder: een eigenaar van een voor verhuur bestemde woonruimte of
bedrijfsruimte in Nederland, of degene die door die eigenaar
gevolmachtigd is namens hem op te treden;

- warmte: thermische energie die ten behoeve van ruimteverwarming of
verwarming van tapwater wordt geleverd door middel van transport van
water;

- warmtenet: het geheel van tot elkaar behorende, met elkaar verbonden
leidingen, bijbehorende installaties en overige hulpmiddelen dienstbaar
aan het transport van warmte, behoudens voor zover deze leidingen,
installaties en hulpmiddelen zijn gelegen in een inpandig
leidingstelsel, een binneninstallatie of een gebouw of werk van een
producent en strekken tot toe- of afvoer van warmte ten behoeve van dat
inpandig leidingstelsel, die binneninstallatie of dat gebouw of werk van
een producent;

- warmte uit hernieuwbare energiebronnen: warmte die is opgewekt in een
productie-installatie die uitsluitend gebruik maakt van hernieuwbare
energiebronnen of is opgewekt met hernieuwbare energiebronnen in een
hybride productie-installatie die ook gebruik maakt van fossiele
energiebronnen;

- zelfstandige last: de enkele last tot het verrichten van bepaalde
handelingen, bedoeld in artikel 5:2, tweede lid, van de Algemene wet
bestuursrecht, ter bevordering van de naleving van wettelijke
voorschriften.

2. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen soorten installaties worden
aangewezen die niet worden aangemerkt als een ā€œafleverset voor
warmteā€.

D

Na artikel 1 worden de volgende subparagrafen aan hoofdstuk 1
toegevoegd:

Ā§ 1.2 Reikwijdte

Artikel 1a

1. Deze wet is van toepassing op levering van warmte aan verbruikers,
met uitzondering van levering van warmte door een leverancier die:

a. tevens optreedt als verhuurder voor de verbruiker aan wie hij warmte
levert ten behoeve van de door hem aan de verbruiker verhuurde woon- of
bedrijfsruimte;

b. tevens de vereniging van eigenaars of een daarmee vergelijkbare
rechtsvorm is waarbij:

i. de verbruiker aan wie warmte geleverd wordt als lid is aangesloten,
of

ii. een verhuurder als bedoeld in onderdeel a als lid is aangesloten, of

c. tevens een vereniging van eigenaars is waarbij meerdere verenigingen
van eigenaars of daarmee vergelijkbare rechtsvormen als bedoeld in
onderdeel b zijn aangesloten

2. In afwijking van het eerste lid zijn de artikelen 8, tweede tot en
met vierde, zesde, zevende en negende lid, en 8a van toepassing op
leveranciers als bedoeld in het eerste lid. 

Ā§ 1.3 Experimenten

Artikel 1b

1. Onze Minister kan, met inachtneming van bindende besluiten van de
Raad van de Europese Unie, van het Europees Parlement en de Raad
gezamenlijk of van de Europese Commissie, bij wege van experiment een
ontheffing verlenen van het bepaalde bij of krachtens deze wet, voor
zover:

a. het een experiment betreft op het gebied van hernieuwbare energie,
energiebesparing, reductie van COĀ² uitstoot of efficiĆ«nt gebruik van
een warmtenet, of

b. een experiment ten doel heeft het opdoen van praktijkkennis over
marktmodellen of tariefreguleringssystematiek.

2. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden nadere regels
gesteld over:

a. welke afwijkingen van het bepaalde bij of krachtens de wet zijn
toegestaan;

b. de groep verbruikers waarvoor de ontheffing geldt;

c. de ten hoogste toegestane tijdsduur van die ontheffingen en het
moment en de wijze waarop wordt besloten of de voortzetting van een
ontheffing, anders dan als experiment, wenselijk is;

d. de situaties of het aantal situaties waarin een ontheffing is
toegestaan;

e. de aanvraagprocedure en de termijn waarbinnen op een aanvraag wordt
beslist;

f. het verbinden van voorschriften en beperkingen aan de ontheffing en
de wijziging of intrekking van de ontheffing, en

g. de verslaglegging van een experiment door de houder van de
ontheffing.

3. Onze Minister zendt uiterlijk drie maanden na de beƫindiging van een
experiment een verslag over de doeltreffendheid en de effecten ervan,
alsmede een standpunt inzake de voortzetting ervan anders dan als
experiment, aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal.

4. De voordracht voor een krachtens het tweede lid vast te stellen
algemene maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier weken
nadat het ontwerp aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd.

E

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het tweede lid komt te luiden:

2. Een leverancier verstrekt de verbruikers:

a. ten minste eenmaal per jaar een volledige en voldoende
gespecificeerde nota met betrekking tot de door hem geleverde diensten,
en

b. een volledige en voldoende gespecificeerde nota na beƫindiging van
de leveringsovereenkomst.

2. Het derde lid komt te luiden:

3. Ten aanzien van de levering van warmte brengt de leverancier ten
hoogste in rekening:

a. de maximumprijs voor de levering van warmte, bedoeld in artikel 5,
eerste lid;

b. het maximumtarief voor het in gebruik nemen van de afleverset voor
warmte, bedoeld in artikel 8, eerste lid;

c. de eenmalige aansluitbijdrage, bedoeld in artikel 6, eerste lid;

d. het tarief voor afsluiting, bedoeld in artikel 4a, eerste lid, en

e. het tarief voor de meting van het warmteverbruik door middel van
individuele meters, bedoeld in artikel 8, vijfde lid, de redelijke
kosten voor de meting van het warmteverbruik door middel van individuele
warmtekostenverdelers als bedoeld in artikel 8a, eerste lid, of de
redelijke kosten voor het berekenen van het warmteverbruik door middel
van een kostenverdeelsystematiek, als bedoeld in artikel 8a, tweede lid.

F

Artikel 3 komt te luiden:

Artikel 3

1. Een in Nederland gevestigde leverancier verstrekt een verbruiker, in
aanvulling op de gegevens bedoeld in artikel 230m, eerste lid, van Boek
6 van het Burgerlijk Wetboek, voordat de verbruiker gebonden is aan een
overeenkomst tot levering van warmte op duidelijke en begrijpelijke
wijze de volgende informatie:

a. een duidelijke en volledige omschrijving van de te leveren goederen
en diensten en de overeengekomen kwaliteitsniveaus daarvan, welke in
ieder geval betrekking hebben op de minimum- en maximumtemperatuur van
de te leveren warmte, alsmede de prijzen en voorwaarden waaronder deze
goederen en diensten worden geleverd;

b. een omschrijving van de terugbetalingsregelingen als de geleverde
goederen en diensten niet aan de overeengekomen kwaliteitsniveaus
voldoen, en

c. de eisen waar de binneninstallatie van een verbruiker aan moet
voldoen om veilig gebruik te kunnen maken van de door de leverancier
geleverde warmte.

2. Artikel 230m, eerste lid, van boek 6 van het Burgerlijk Wetboek is
van overeenkomstige toepassing op een overeenkomst tot levering van
warmte tussen een leverancier een verbruiker die handelt in de
uitoefening van een beroep of bedrijf. 

3. Artikel 230v van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek is van
overeenkomstige toepassing op de informatieverplichtingen voor
leveranciers bedoeld in het eerste en het tweede lid.

G

Na artikel 3 worden vier nieuwe artikelen ingevoegd, luidende:

Artikel 3a

1. De leverancier keert aan een verbruiker een compensatie uit bij een
ernstige storing in de levering van warmte waarvan de oorzaak gelegen is
in:

a. het warmtenet van de leverancier of de netbeheerder;

b. de afleverset voor warmte, indien deze het eigendom is van de
leverancier;

c. de aansluiting, of

d. het inpandig leidingstelsel van de gebouweigenaar.

2. De leverancier is niet verplicht tot het uitkeren van een compensatie
als bedoeld in het eerste lid, indien de storing, bedoeld in dat lid:

a. het gevolg is van een extreme situatie die niet aan de leverancier of
netbeheerder kan worden toegerekend, of

b. minder dan 24 uur duurt en in een periode van 12 maanden voorafgaand
aan de storing zich geen storingen hebben voorgedaan in:

i. hetzelfde warmtenet van de leverancier of de netbeheerder, 

ii. dezelfde afleverset voor warmte, indien deze het eigendom is van de
leverancier;

iii. dezelfde aansluiting, of

iv. hetzelfde inpandig leidingstelsel van de gebouweigenaar.

3. Bij ministeriƫle regeling worden regels gesteld over:

a. het bestaan van een ernstige storing als bedoeld in het eerste lid;

b. de hoogte van de compensatie bij een ernstige storing in de levering
van warmte als bedoeld in het eerste lid, die voor storingen van
verschillende tijdsduur verschillend kan worden vastgesteld;

c. het moment van aanvang en beƫindiging van de verplichting tot het
betalen van compensatie bij een ernstige storing in de levering van
warmte als bedoeld in het eerste lid, en

d. het bestaan van een extreme situatie die niet aan de leverancier of
verbruiker kan worden toegerekend als bedoeld in het tweede lid,
onderdeel a.

Artikel 3b

1. Verbruikers kunnen geschillen die voortvloeien uit een overeenkomst
tot levering van warmte, onverminderd de bevoegdheid van de burgerlijke
rechter, voorleggen aan een onafhankelijke geschillencommissie.

2. De procedure bij de geschillencommissie, bedoeld in het eerste lid,
dient snel, transparant, eenvoudig en goedkoop te zijn.

Artikel 3c

1. Een overeenkomst tot levering van warmte kan door een verbruiker door
middel van een opzegging worden ontbonden.

2. Aan een opzegging hoeft door de leverancier geen gevolg te worden
gegeven in gevallen waarin:

a. het technisch niet mogelijk is de levering van warmte aan die
verbruiker geheel te beƫindigen, of 

b. beƫindiging van de levering leidt tot aanzienlijk blijvend nadeel
voor een andere verbruiker.

3. Een leverancier reageert schriftelijk op een opzegging als bedoeld in
het eerste lid, en motiveert daarin in voorkomend geval waarom de
beƫindiging niet kan plaatsvinden.

Artikel 3d

1. Een gebouweigenaar die eigenaar is van een inpandig leidingstelsel
dat wordt gebruikt voor het leveren van warmte aan verbruikers is
verplicht:

a. het inpandig leidingstelsel en de individuele aansluiting van de
verbruiker op het inpandig leidingstelsel zodanig te onderhouden dat
betrouwbare levering van warmte gewaarborgd is, tenzij de gebouweigenaar
en de leverancier hierover andere afspraken maken, en

b.medewerking te verlenen aan het verzoek van een leverancier om een
verbruiker die is aangesloten op zijn inpandig leidingstelsel af te
sluiten van het inpandig leidingstelsel door:

i. zorg te dragen voor de afsluiting van de verbruiker van het inpandig
leidingstelsel, of

ii. de leverancier toestemming te geven zorg te dragen voor de
afsluiting van de verbruiker van het inpandig leidingstelsel.

2. Wanneer zich een storing als bedoeld in artikel 3a, eerste lid,
onderdeel d, voordoet in het inpandig leidingstelsel van de
gebouweigenaar:

a. ontvangt de verbruiker een compensatie als bedoeld in artikel 3a,
eerste lid, van de leverancier, en

b. vergoedt de gebouweigenaar de leverancier de kosten van de op grond
van onderdeel a aan de verbruiker betaalde compensatie , tenzij de
gebouweigenaar en de leverancier op grond van het eerste lid, onderdeel
a, afspraken hebben gemaakt over het onderhoud van het inpandig
leidingstelsel en de individuele aansluiting van de verbruiker daarop
die tot gevolg hebben dat de leverancier verantwoordelijk is voor het
onderhoud van het inpandig leidingstelsel en de individuele aansluiting
van de verbruiker daarop.

H

Na artikel 4 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 4a

1. Indien een leverancier een aansluiting afsluit van een warmtenet of
een inpandig leidingstelsel of gedeeltelijk afsluit van een systeem als
bedoeld in artikel 5, vierde lid, brengt hij daarvoor ten hoogste een
door de Autoriteit Consument en Markt vast te stellen tarief in
rekening.

2. Het tarief, bedoeld in het eerste lid, kan verschillen voor
verschillende situaties, afhankelijk van de voor die situaties benodigde
inspanning van de leverancier. 

3. Indien de afsluiting van een inpandig leidingstelsel, bedoeld in
artikel 3d, eerste lid, onderdeel b, wordt uitgevoerd door de
gebouweigenaar die eigenaar is van het inpandig leidingstelsel waarop de
binneninstallatie van de verbruiker is aangesloten betaalt de
leverancier de gebouweigenaar het tarief, bedoeld in het eerste lid.

	4. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels
gesteld over: 

	a. de berekening van de hoogte van het tarief voor afsluiting van een
aansluiting van een warmtenet of een inpandig leidingstelsel in de
verschillende situaties bedoeld in het tweede lid;

	b. de kosten die een leverancier in rekening kan brengen voor het
gedeeltelijk afsluiten van een aansluiting op systemen als bedoeld in
artikel 5, vierde lid.

I

Artikel 5 komt te luiden:

Artikel 5

1. De Autoriteit Consument en Markt stelt de maximumprijs vast die een
leverancier ten hoogste zal berekenen voor de levering van warmte. Van
het besluit tot vaststelling van een maximumprijs wordt mededeling
gedaan in de Staatscourant.

2. De maximumprijs kan per aflevertemperatuur verschillen en:

a. is gebaseerd op de integrale kosten die een verbruiker zou moeten
maken voor het verkrijgen van dezelfde hoeveelheid warmte bij het
gebruik van gas als energiebron. Deze kosten worden bepaald met de
rendementsmethode;

b. is opgebouwd uit een gebruiksafhankelijk deel, uitgedrukt in een
bedrag in euro per gigajoule, en een gebruiksonafhankelijk deel
uitgedrukt in een bedrag in euro.

3. Het gebruiksonafhankelijk deel van de maximumprijs voor aansluitingen
van meer dan 100 kilowatt kan verschillen van het gebruiksonafhankelijk
deel van de maximumprijs voor aansluitingen van maximaal 100 kilowatt.

4. In afwijking van het eerste lid en het tweede lid, onderdeel a, wordt
een maximumprijs voor gebruik van een bij algemene maatregel van bestuur
aangewezen systeem dat mede dient voor levering van warmte vastgesteld
met een bij die maatregel vast te stellen methode.

5. De maximumprijs, bedoeld in het eerste en vierde lid, treedt in
werking op een door de Autoriteit Consument en Markt te bepalen datum en
geldt tot 1 januari van het jaar volgend op de datum van
inwerkingtreding van het besluit tot vaststelling van de maximumprijs.
Indien op 1 januari de maximumprijs voor dat jaar nog niet is
vastgesteld, geldt de laatst vastgestelde maximumprijs tot de datum van
inwerkingtreding van het besluit tot vaststelling van de maximumprijs
voor het volgende jaar.

6. Na de inwerkingtreding van het besluit tot vaststelling van de
maximumprijs, bedoeld in het eerste en vierde lid, worden de prijzen
voor levering van warmte die hoger zijn dan de maximumprijs van
rechtswege gesteld op die maximumprijs.

7. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden nadere regels
gesteld met betrekking tot de elementen en de wijze van berekening van
de maximumprijs, bedoeld in het eerste lid, en de indeling in
verschillende temperatuurcategorieƫn, op grond van het tweede lid.

8. De voordracht voor de algemene maatregel van bestuur, bedoeld in het
zevende lid, wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp
aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd.

J

Na artikel 5 wordt een artikel ingevoegd, luidende

Artikel 5a 

1. In afwijking van artikel 2, derde lid, onderdeel a, onder 1Ā°, kunnen
een leverancier en een verbruiker overeenkomen dat aan de verbruiker een
prijs in rekening wordt gebracht voor de levering van warmte die afwijkt
van de maximumprijs, bedoeld in artikel 5, eerste lid, indien de
leverancier de verbruiker aantoonbaar een aanbod voor levering van
warmte heeft gedaan dat in ieder geval de mogelijkheid bevat om warmte
geleverd te krijgen tegen ten hoogste de maximumprijs, bedoeld in
artikel 5, eerste lid.

2. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden nadere regels
gesteld waaraan het aanbod, bedoeld in het eerste lid, moet voldoen.

K

Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid komt te luiden:

1. Indien door een leverancier bij een verbruiker een eenmalige
aansluitbijdrage in rekening wordt gebracht voor een aansluiting op een
warmtenet, bedraagt deze bijdrage niet meer dan een door Autoriteit
Consument en Markt vast te stellen bedrag. 

2. Na het eerste lid wordt, onder vernummering van het tweede tot het
derde lid, een nieuw lid ingevoegd, luidende:

2. Het bedrag, bedoeld in het eerste lid, kan voor verschillende
categorieƫn aansluitingen verschillend worden vastgesteld afhankelijk
van de bestanddelen waarvoor de bijdrage in rekening wordt gebracht. 

3. In het derde lid (nieuw) wordt ā€˜de aansluitbijdrage en de
toepassing van het eerste lidā€™ vervangen door:

a. de verschillende categorieƫn, bedoeld in het tweede lid, en

b. de berekening van de hoogte van het bedrag, bedoeld in het eerste
lid, per categorie.

L

Artikel 8 komt te luiden:

Artikel 8

1. Een leverancier heeft, met uitzondering van gevallen waarin dit voor
de levering van warmte niet noodzakelijk is, tot taak er zorg voor te
dragen dat binnen een redelijke termijn en tegen ten hoogste een door de
Autoriteit Consument en Markt vast te stellen tarief een afleverset voor
warmte in gebruik kan worden genomen wanneer:

a. een bestaande afleverset voor warmte dient te worden vervangen;

b. een nieuwe afleverset voor warmte wordt geĆÆnstalleerd in een nieuw
gebouw.

Het tarief kan verschillen voor verschillende categorieƫn en
aanvullende functionaliteiten van afleversets voor warmte

2. Een leverancier heeft tot taak er zorg voor te dragen dat binnen een
redelijke termijn aan verbruikers en voor iedere eenheid een individuele
meter ter beschikking wordt gesteld door middel van verhuur die het
actuele warmteverbruik kan weergeven en die informatie kan geven over de
tijd waarin sprake was van daadwerkelijk verbruik, wanneer:

a. een verbruiker hierom vraagt, tenzij het ter beschikking stellen
technisch onmogelijk is of financieel niet redelijk is;

b. een bestaande meter wordt vervangen, tenzij het ter beschikking
stellen technisch onmogelijk is of niet kostenefficiƫnt is in
verhouding tot de geraamde potentiƫle besparingen op lange termijn;

c. een nieuwe aansluiting wordt gemaakt in een nieuw gebouw;

d. een gebouw ingrijpend wordt gerenoveerd.

3. Indien een meetinrichting die op afstand uitleesbaar is door een
leverancier aan een verbruiker ter beschikking wordt gesteld, kan die
verbruiker deze meter weigeren. In dat geval wordt door de leverancier
een niet op afstand uitleesbare meter ter beschikking gesteld.

4. Een leverancier leest meetgegevens van een verbruiker, die beschikt
over een meetinrichting die op afstand uitleesbaar is, niet op afstand
uit indien de verbruiker hierom verzoekt.

5. Het tarief voor de meting van het warmteverbruik door middel van een
individuele meter wordt vastgesteld op basis van het gewogen gemiddelde
van de meettarieven voor G6 aansluitingen van de gasmeter van de
netbeheerders van de gastransportnetten niet zijnde de netbeheerder van
het landelijk gastransportnet, voor het jaar t.

6. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden
gesteld omtrent:

a. de eisen waaraan een meetinrichting ten minste voldoet, waarbij ten
aanzien van meetinrichtingen die op afstand uitleesbaar zijn in ieder
geval regels worden gesteld ten aanzien van de beveiliging van
meetgegevens;

b. de berekening van de hoogte van het door de Autoriteit Consument en
Markt vast te stellen maximumtarief voor het in gebruik nemen van een
afleverset, en

c. het vaststellen van categorieƫn en aanvullende functionaliteiten van
afleversets.

7. Het is anderen dan de desbetreffende leverancier verboden een taak
uit te voeren als bedoeld in het eerste en tweede lid.

8. Een afleverset voor warmte ten behoeve van warmtelevering aan Ć©Ć©n
verbruiker wordt door middel van verhuur tegen ten hoogste het voor die
afleverset vastgestelde tarief, bedoeld in het eerste lid, ter
beschikking gesteld. 

9. Indien een gebouw waarin zich meerdere woonā€“ of bedrijfsruimtes
bevinden verwarmd wordt met behulp van een centrale productieinstallatie
voor warmte die zich in het betreffende gebouw of in een nabij gelegen
gebouw of bouwwerk bevindt, meet de leverancier de hoeveelheid warmte
die de centrale installatie produceert.

M

Artikel 8a wordt als volgt gewijzigd:

1. Het vijfde tot en met het tiende lid worden vernummerd tot het zesde
tot en met het elfde lid.

2. Na het vierde lid wordt een nieuw vijfde lid ingevoegd, luidende:

5. Indien een onroerende zaak, die is gebouwd voor inwerkingtreding van
dit lid, bestaat uit meerdere woon -of bedrijfsruimten kan de
leverancier het individueel warmtegebruik van de verbruiker, zoals
gemeten op grond van artikel 8 of artikel 8a, eerste of tweede lid,
corrigeren aan de hand van correctiefactoren die door de leverancier
zijn vastgesteld met inachtname van de daarvoor gangbare technische
normen voor:

a. de ligging van woonruimten, en

b. leidingverliezen voor transportleidingen.

3. In het elfde lid (nieuw) wordt ā€˜vijfdeā€™ vervangen door: zesde.

N

In artikel 8b wordt, onder vervanging van ā€˜enā€™ in onderdeel f door
een puntkomma en de punt in onderdeel g door ā€˜enā€™, een onderdeel
toegevoegd, luidende:

h. de termijn waarbinnen een nota als bedoeld in artikel 2, tweede lid,
wordt verstrekt. 

O

Artikel 12a wordt als volgt gewijzigd:

1. Het tweede lid komt te luiden:

2. De vergunninghouder publiceert een jaarrekening en een
bestuursverslag overeenkomstig titel 9 van Boek 2 van het Burgerlijk
Wetboek.

2. Onder vernummering van het derde tot het vijfde lid worden na het
tweede lid twee nieuwe leden ingevoegd, luidende:

3. Het bestuursverslag, bedoeld in het tweede lid, bevat tevens
betrouwbare en op een inzichtelijke wijze vorm gegeven informatie over:

a. de door de vergunninghouder bij verbruikers in rekening gebrachte
prijs;

b. de integrale kosten en opbrengsten die verband houden met de levering
van warmte, en

c. de duurzaamheid van de geleverde warmte. 

4. De in het bestuursverslag opgenomen informatie als bedoeld in het
derde lid, onderdeel a en b, is voorzien van een accountantsverklaring.

3. In het vijfde lid (nieuw) wordt ā€˜en tweede lidā€™ vervangen door: ,
tweede en derde lid.

P

In artikel 12c, tweede lid, wordt ā€˜De noodleverancier krijgtā€™
vervangen door: Indien de leverancier tevens netbeheerder is, krijgt de
noodleverancier.

Q

In artikel 15 wordt na ā€˜het toezicht op de naleving van deze wetā€™
toegevoegd: , met uitzondering van artikel 3d, tweede lid, onderdeel b.

R

In artikel 18, tweede lid, wordt na ā€˜bij of krachtens de artikelen 2,
5, eerste en vierde lid, 9, eerste lid, 13, 17 en 40ā€™ vervangen door:
bij of krachtens de artikelen 2, 4a, eerste lid, 5, eerste en vierde
lid, 5a, eerste lid, 9, eerste lid, 13, 17, 21, eerste tot en met derde
lid en 40.

S

Artikel 19 vervalt.

T

Na artikel 20 wordt een nieuw hoofdstuk ingevoegd, luidende:

HOOFDSTUK 6. OVERLEG OVER TOEGANG VOOR PRODUCENTEN TOT WARMTENETTEN

Artikel 21

1. Een netbeheerder en een leverancier die van diens warmtenet gebruik
maakt treden op verzoek van een producent in overleg met die producent
over toegang tot het warmtenet ten behoeve van transport van warmte.

2. Na ontvangst van een verzoek geeft de netbeheerder de verzoeker
inzicht in:

a. de beschikbare transportcapaciteit op het net;

b. in voorkomend geval de tarieven die worden gehanteerd voor het
transport van de warmte; 

c. technische kenmerken van het net, waaronder de druk en het debiet, en

d. transportprofiel dat inzicht geeft in de benodigde
transportcapaciteit op verschillende momenten.

3. Na ontvangst van een verzoek geeft de leverancier de verzoeker
inzicht in:

a. het afnameprofiel en de jaarlijkse afname op het betreffende
warmtenet, en 

b. de vraag naar warmte en de hoeveelheid daarvan waarvoor
productiecapaciteit beschikbaar is.

4. Een netbeheerder doet een verzoeker als bedoeld in het eerste lid uit
eigener beweging of op diens verzoek een deugdelijk gemotiveerde
schriftelijke beslissing toekomen over het verlenen van toegang tot het
warmtenet.

5. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld
over de eisen waaraan een verzoek als bedoeld in het eerste lid ten
minste moet voldoen, de termijn waarbinnen de informatie, bedoeld in het
tweede en derde lid, moet zijn verschaft en de termijn waarbinnen het
overleg, bedoeld in het eerste lid, wordt gestart.

U

Na artikel 42 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 42a

Artikel 3c is niet van toepassing op een overeenkomst die is gesloten is
voor inwerkingtreding van dat artikel.

ARTIKEL IA

	[vervallen]

ARTIKEL IB

	[vervallen]

ARTIKEL II

De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk
besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of
onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks
aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden. 

Gegeven

De Minister van Economische Zaken en Klimaat,

 

 

 PAGE    

 PAGE   13