34933, eindtekst
Wijziging van de Pensioenwet en de Wet verplichte beroepspensioenregeling in verband met de implementatie van Richtlijn 2014/50/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 betreffende minimumvereisten voor de vergroting van de mobiliteit van werknemers tussen de lidstaten door het verbeteren van de verwerving en het behoud van aanvullende pensioenrechten (PbEU 2014, L 128)
Eindtekst
Nummer: 2018D39143, datum: 2018-07-05, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Onderdeel van zaak 2018Z06971:
- Indiener: W. Koolmees, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2018-04-17 15:20: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2018-04-24 16:30: Procedures en brieven (Procedurevergadering), vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2018-05-16 14:00: Wijziging van de Pensioenwet en de Wet verplichte beroepspensioenregeling in verband met de implementatie van Richtlijn 2014/50/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 betreffende minimumvereisten voor de vergroting van de mobiliteit van werknemers tussen de lidstaten door het verbeteren van de verwerving en het behoud van aanvullende pensioenrechten (PbEU 2014, L 128) - 34933 (Inbreng verslag (wetsvoorstel)), vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2018-06-05 16:30: Procedures en brieven (Procedurevergadering), vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2018-06-06 14:45: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2018-06-19 15:00: Stemmingen (Stemmingen), TK
- 2018-07-05 14:20: AANVANG MIDDAGVERGADERING: STEMMINGEN (over alle onderwerpen van 3 en 4 juli) (Stemmingen), TK
Preview document (🔗 origineel)
De Tweede Kamer der Staten- Generaal zendt bijgaand door haar aangenomen wetsvoorstel aan de Eerste Kamer. De Voorzitter, 5 juli 2018 |
|
Wijziging van de Pensioenwet en de Wet verplichte beroepspensioenregeling in verband met de implementatie van Richtlijn 2014/50/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 betreffende minimumvereisten voor de vergroting van de mobiliteit van werknemers tussen de lidstaten door het verbeteren van de verwerving en het behoud van aanvullende pensioenrechten (PbEU 2014, L 128) | |
VOORSTEL VAN WET | |
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het ter implementatie van Richtlijn 2014/50/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 betreffende minimumvereisten voor de vergroting van de mobiliteit van werknemers tussen de lidstaten door het verbeteren van de verwerving en het behoud van aanvullende pensioenrechten (PbEU 2014, L 128) noodzakelijk is de Pensioenwet en de Wet verplichte beroepspensioenregeling te wijzigen;
Zo is het dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
ARTIKEL I. WIJZIGING VAN DE PENSIOENWET
Aan artikel 14, tweede lid, van de Pensioenwet wordt een zin toegevoegd, luidende:
Indien een werknemer bij de beëindiging van zijn arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht of publiekrechtelijke aanstelling nog niet in de pensioenregeling is opgenomen, maar er door of namens hem een bijdrage is betaald, dan wordt de som van de bijdragen aan hem terugbetaald of wordt, in geval de werknemer het beleggingsrisico draagt, de som van de gestorte bijdragen of de met deze bijdragen gerealiseerde beleggingswaarde aan hem terugbetaald.
ARTIKEL II. WIJZIGING VAN DE WET VERPLICHTE BEROEPSPENSIOENREGELING
Aan artikel 22, derde lid, van de Wet verplichte beroepspensioenregeling wordt een zin toegevoegd, luidende: Indien een gewezen beroepsgenoot nog niet in de beroepspensioenregeling is opgenomen, maar er door of namens hem een bijdrage is betaald, dan wordt de som van de bijdragen aan hem terugbetaald of wordt, in geval de gewezen beroepsgenoot het beleggingsrisico draagt, de som van de gestorte bijdragen of de met deze bijdragen gerealiseerde beleggingswaarde aan hem terugbetaald.
ARTIKEL III. INWERKINGTREDING
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip en kan terugwerken tot en met een in dat besluit te bepalen tijdstip.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,