[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

35046 Advies Afdeling advisering Raad van State inzake wijziging van de Wet handhaving consumentenbescherming (implementatie Verordening (EU) 2018/302)

Wijziging van de Wet handhaving consumentenbescherming (implementatie Verordening (EU) 2018/302)

Advies Afdeling advisering Raad van State

Nummer: 2018D46398, datum: 2018-09-26, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2018Z17083:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


RAADNo.W18.18.0211/IV 's-Gravenhage, 22 augustus 2018

...................................................................................

Bij Kabinetsmissive van 18 juli 2018, no.2018001357, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, bij de Afdeling advisering van de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het voorstel van wet tot wijziging van de Wet handhaving consumentenbescherming (implementatie Verordening (EU) 2018/302), met memorie van toelichting.

Het voorstel van wet geeft de Afdeling advisering van de Raad van State geen aanleiding tot het maken van inhoudelijke opmerkingen.

De Afdeling verwijst naar de bij dit advies behorende redactionele bijlage.

De Afdeling geeft U in overweging het voorstel van wet te zenden aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal.

Gelet op artikel 26, zesde lid jo vijfde lid, van de Wet op de Raad van State, is de Afdeling van oordeel dat openbaarmaking van dit advies achterwege kan blijven.


De vice-president van de Raad van State,

Redactionele bijlage bij het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State betreffende no.W18.18.0211/IV

  • In de transponeringstabel aangeven op welke wijze invulling is gegeven aan artikel 1, zevende lid, van de Verordening op grond waarvan lidstaten er op moeten toezien dat algemene voorwaarden geen discriminatoire bepalingen bevatten (dit volgt uit art. 20, lid 2 van de Dienstenrichtlijn waarnaar wordt verwezen).