Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over de reactie transparantie-initiatief Eurogroep (Kamerstuk 21501-20-1355)
Europese Raad
Inbreng verslag schriftelijk overleg
Nummer: 2018D48751, datum: 2018-10-11, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 4
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: F. van Oosten, voorzitter van de vaste commissie voor Europese Zaken (Ooit VVD kamerlid)
- Mede ondertekenaar: H.P.C. Buisman, adjunct-griffier
Onderdeel van zaak 2018Z13911:
- Indiener: W.B. Hoekstra, minister van Financiën
- Volgcommissie: vaste commissie voor Financiën
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Europese Zaken
- 2018-09-04 15:05: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2018-09-06 11:30: Procedurevergadering (GEANNULEERD) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Europese Zaken
- 2018-09-12 15:30: Procedurevergadering Financiën (Procedurevergadering), vaste commissie voor Financiën
- 2018-09-25 16:10: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Europese Zaken
- 2018-10-10 12:00: Reactie transparantie-initiatief Eurogroep (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Europese Zaken
- 2020-01-15 14:35: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Kamerstuk ….. , nr. …
VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Vastgesteld … oktober 2018
Binnen de vaste commissie voor Europese Zaken bestond bij een aantal fracties de behoefte om aan de minister van Financiën enkele vragen en opmerkingen voor te leggen met betrekking tot de brief van het kabinet inzake de reactie transparantie-initiatief Eurogroep, (Kamerstuk 21501-20 nr. 1355), ontvangen op 10 juli 2018.
De minister van Financiën heeft op de vragen en opmerkingen geantwoord bij brief van ... oktober 2018. De vragen en opmerkingen van de fracties en de antwoorden van het kabinet zijn hieronder afgedrukt.
De voorzitter van de vaste commissie voor Europese Zaken,
Van Oosten
Adjunct-griffier van de vaste commissie voor Europese Zaken,
Buisman
Algemeen
De leden van de CDA-fractie hebben enkele vragen en opmerkingen over de brief van het kabinet inzake de reactie transparantie-initiatief Eurogroep en de reactie van Eurogroepvoorzitter Centeno aan het Nederlandse en Deense parlement als reactie op het rapport ‘Opening up closed doors’.
De leden van de GroenLinks-fractie maken zich zorgen over de wijze waar op de Eurogroep zich controleerbaar opstelt.
Transparantie Eurogroep
De leden van de CDA-fractie hebben vragen over de brief van Eurogroepvoorzitter Centeno aan het Nederlandse en Deense parlement als reactie op het rapport ‘Opening up closed doors’, in bijlage 1. De Eurogroepvoorzitter geeft aan dat de Eurogroep volgens de verdragen een informeel lichaam van de EU is. De leden van de CDA-fractie merken op dat de Eurogroep vergaande besluiten neemt over bijvoorbeeld reddingsprogramma’s en verzoeken het kabinet in te gaan op het opstellen van een intern statuut waarin wordt vastgelegd dat de transparantiebepalingen van de Europese Unie worden nageleefd en dan vooral de transparantierichtlijn en het opnemen van de posities van de individuele lidstaten in de notulen. Deelt het kabinet die mening, zo vragen de leden van de CDA-fractie? Zo het kabinet deze mening niet deelt, hoe kunnen de leden van de parlementen en het publiek dan controleren hoe miljardensteun verschaft wordt?
De leden van de CDA-fractie vragen het kabinet eveneens of hij de uiting van Eurogroepvoorzitter Centeno deelt dat de Eurogroep veel heeft gedaan om beter begrepen te worden door de burgers en daarbij aan te geven welke initiatieven dat volgens het kabinet zijn. Bovendien vragen deze leden of het kabinet van mening is dat de Eurogroep, en alle formele Europese instituties, niet de plicht hebben om zichzelf te presenteren bij de burger en inzichtelijk te zijn voor alle controlerende lichamen, zoals nationale parlementen, welke een rol spelen in de Europese democratie. In maart 2016 heeft de Eurogroep besloten dat alle documenten, onder drie voorwaarden, gepubliceerd moeten worden. De leden van de CDA-fractie vragen het kabinet om aan te geven om hoeveel documenten dat gaat en welk percentage niet wordt gepubliceerd? De Eurogroepvoorzitter stelt dat de implementatie van de transparantieregels uit 2016 telkens verbeterd moeten worden. De leden van de CDA-fractie vragen het kabinet welke verbeteringen volgens hem gemaakt kan worden en vragen het kabinet om de Eurogroepvoorzitter uit te nodigen in het Nederlandse parlement wanneer hij zijn onderzoek ter verbetering van transparantie heeft afgerond.
De leden van de CDA-fractie vragen het kabinet ten slotte om nadrukkelijk onze dank over te brengen voor de ontvangen brief en dat de voorzitter van de eurogroep de aanbevelingen in overweging neemt. Immers, ondanks alle tekortkomingen in deze brief, wachten de leden nog steeds op een antwoord van de voorzitter van de Europese Raad de heer Tusk.
Tot slot verzoeken de leden van de CDA-fractie het kabinet het stuk opnieuw te agenderen bij de Eurogroep en te bewerkstelligen dat er een nieuw statuut komt, dat de transparantierichtlijn wordt nageleefd, dat de individuele posities van lidstaten vermeld worden. Is het kabinet daartoe bereid zo vragen de leden van de CDA-fractie?
De voorzitter van de Eurogroep, Mario Centeno, deelde over de vergadering van 7 september 2018 te Wenen het volgende, zo lazen de leden van de GroenLinks-fractie: ‘I have also informed ministers of my intention to review the transparency initiative adopted by the Eurogroup in 2016 and consider further improvements.’1 Wanneer verwacht het kabinet dat hierover gesproken zal worden? Wat zal Nederland bijdragen aan het gesprek over transparantie? Welke voorstellen tot verbetering van transparantie kunnen worden gedaan op korte termijn? En hoe verwacht Nederland dat de andere Eurolanden zich zullen opstellen, zo vragen de leden van de GroenLinks-fractie.
Het kabinet benoemt de Eurogroep als intergouvernementeel gremium, zo lezen de leden van de GroenLinks-fractie in Kamerstuk 21 501-20 nr. 1355. De Eurogroep wordt genoemd in het verdrag van Lissabon, zo constateren deze leden. Deelt het kabinet de mening dat de Europese waarden, verworven in het verdrag van Lissabon, integraal van toepassing zijn op de Eurogroep? Zo nee, waarom niet? Ziet het kabinet een meerwaarde van het erkennen van de Eurogroep als EU-instelling in de toekomst, zo vragen de leden van de GroenLinks-fractie? Zo ja, zet Nederland zich hiervoor in om dit te realiseren? Zo nee, waarom niet? Is de politieke verantwoording van de Eurogroep nu gewaarborgd in alle landen van de Eurozone? Zou in dit verband niet de rol van het Europees Parlement moeten worden versterkt?
Er zijn signalen dat het juridisch kader sterk afwijkt van de politieke realiteit, zo menen de leden van de GroenLinks-fractie. Zo wordt benoemd dat de Eurogroep geen beslissingsorgaan is (zie bijvoorbeeld C-105/15 P - Mallis and Malli v Commission and ECB, paragraaf 47). Neemt de Eurogroep beslissingen? Zo ja, hebben deze beslissingen juridisch effect op derde partijen? Zo nee, zou naar de mening van Nederland de Eurogroep een beslissingsbevoegdheid moeten krijgen?
Eurogroup, The President, ‘Eurogroup meeting of 7 September 2018’ <https://www.consilium.europa.eu/media/36401/summing-up-letter-eurogroup-7-september.pdf> geraadpleegd op 10 oktober 2018↩︎