[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

34882, eindtekst

Wijziging van de Wet basisregistratie personen in verband met het opnemen van gegevens over kinderen die op het moment van de geboorte niet meer in leven zijn of omtrent wie een Nederlandse akte is opgemaakt die vermeldt dat het kind op het ogenblik van de aangifte niet in leven is

Eindtekst

Nummer: 2018D49330, datum: 2018-10-09, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van zaak 2018Z02721:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


De Tweede Kamer der Staten- PRIVATE  

Generaal zendt bijgaand door

haar aangenomen wetsvoorstel

aan de Eerste Kamer.

De Voorzitter,

9 oktober 2018



	Wijziging van de Wet basisregistratie personen in verband met het
opnemen van gegevens over kinderen die op het moment van de geboorte
niet meer in leven zijn of omtrent wie een Nederlandse akte is opgemaakt
die vermeldt dat het kind op het ogenblik van de aangifte niet in leven
is







GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET



	Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins
van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om het
mogelijk te maken dat over kinderen die op het moment van de geboorte
niet meer in leven zijn of omtrent wie een akte in Nederland is
opgemaakt die vermeldt dat het kind op het ogenblik van de aangifte niet
in leven is, op verzoek van de ouder die op het moment van de geboorte
als ingezetene was ingeschreven in de basisregistratie personen, de
gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens dan wel het
persoonsregister, bedoeld in het Besluit bevolkingsboekhouding, en in de
gemeentelijke basisadministratie personen of de basisregistratie
personen als ingezetene is of was ingeschreven, gegevens worden
opgenomen op de persoonslijst van de verzoeker;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden
en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Wet basisregistratie personen wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 2.7 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, onder a, wordt onder vernummering van de
onderdelen 2° tot en met 11° tot 3° tot en met 12° na onderdeel 1°,
een onderdeel ingevoegd, luidende:

2° gegevens over kinderen die op het moment van de geboorte niet meer
in leven zijn of omtrent wie een akte in Nederland is opgemaakt die
vermeldt dat het kind op het ogenblik van de aangifte niet in leven is;

2. In het derde lid wordt de zinsnede “het eerste lid, onder a,
onderdelen 10° en 11°” vervangen door: het eerste lid, onder a,
onderdelen 11° en 12°.

3. In het vierde lid wordt de zinsnede “het eerste lid, onder a,
onderdelen 10° en 11°” vervangen door: het eerste lid, onder a,
onderdelen 11° en 12°.

B

Na artikel 2.8 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 2.8a

1. Bij een verzoek op grond van artikel 2.56a worden de gegevens over
het kind, bedoeld in artikel 2.7, eerste lid, onder a, onderdeel 2°,
indien het feit zich in Nederland heeft voorgedaan, ontleend aan een
akte over het desbetreffende feit, die is opgenomen in het
overlijdensregister van de Nederlandse burgerlijke stand.

2. Bij een verzoek op grond van artikel 2.56a worden de gegevens over
het kind, bedoeld in artikel 2.7, eerste lid, onder a, onderdeel 2°,
dat op het moment van de geboorte niet meer in leven is, indien het feit
zich buiten Nederland heeft voorgedaan, ontleend aan een geschrift als
bedoeld onder a, bij gebreke hiervan aan een geschrift als bedoeld onder
b, bij gebreke hiervan aan een geschrift als bedoeld onder c en bij
gebreke ook hiervan aan een verklaring als bedoeld onder d, aangevuld
met een geschrift als bedoeld onder d:

a. een akte over het desbetreffende feit, die is opgenomen in het
overlijdensregister van de Nederlandse burgerlijke stand;

b. een buiten Nederland overeenkomstig de plaatselijke voorschriften
door een bevoegde instantie opgemaakte akte die ten doel heeft tot
bewijs te dienen van het desbetreffende feit;

c. een geschrift dat overeenkomstig de plaatselijke voorschriften is
opgemaakt door een bevoegde instantie, waarin het desbetreffende feit is
vermeld; 

d. een verklaring over het desbetreffende feit die de verzoeker ten
overstaan van een door het college van burgemeester en wethouders
aangewezen ambtenaar onder eed of belofte heeft afgelegd, die op schrift
is gesteld en door de verzoeker is ondertekend, zo mogelijk aangevuld
met een schriftelijke verklaring van een arts of verloskundige over het
feit.   

3. Indien op de akte of het geschrift, bedoeld in het eerste of tweede
lid, de gegevens met betrekking tot de naam van het kind, bedoeld in
artikel 2.7, eerste lid, onder a, onderdeel 2°, ontbreken, worden deze
gegevens ontleend aan de opgave van de ouder die om de opneming van die
gegevens in de basisregistratie verzoekt.  

C

Artikel 2.11 wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding ‘1.’ geplaatst. 

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

2. Het eerste lid is niet van toepassing op de persoon die een verzoek
doet als bedoeld in artikel 2.56a en was ingeschreven als ingezetene in
het persoonsregister, bedoeld in het Besluit bevolkingsboekhouding, op
het moment van de geboorte van zijn kind.

D

In artikel 2.28, derde lid, wordt de zinsnede “artikel 2.7, eerste
lid, onder a, onder 3°” vervangen door: artikel 2.7, eerste lid,
onder a, onderdeel 4°.

E

In artikel 2.36 wordt de zinsnede “artikel 2.7, eerste lid, onder a,
onderdelen 10° en 11°” vervangen door: artikel 2.7, eerste lid,
onder a, onderdelen 11° en 12°.

F

Na artikel 2.56 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 2.56a

1. Het college van burgemeester en wethouders neemt op schriftelijk
verzoek van de ouder die op het moment van de geboorte van een kind als
bedoeld in artikel 2.7, eerste lid, onder a, onderdeel 2°, als
ingezetene in de basisregistratie, de gemeentelijke basisadministratie
persoonsgegevens dan wel het persoonsregister, bedoeld in het Besluit
bevolkingsboekhouding, was ingeschreven en in de gemeentelijke
basisadministratie persoonsgegevens of de basisregistratie als
ingezetene is of was ingeschreven binnen vier weken kosteloos op zijn
persoonslijst de gegevens op over het kind. De gegevens over het kind
worden ontleend aan een akte, een geschrift, een verklaring of een
opgave als bedoeld in artikel 2.8a.

2. De ouder, bedoeld in het eerste lid, legt op verzoek van het college
van burgemeester en wethouders van een akte of een geschrift als bedoeld
in artikel 2.8a, tweede lid, een door een beëdigde vertaler
vervaardigde vertaling in het Nederlands over.  

3. Het college doet van de opneming van de gegevens terstond
schriftelijk mededeling aan de verzoeker. 

4. Het college verwijdert op schriftelijk verzoek van de ouder binnen
vier weken kosteloos van de persoonslijst van die ouder de gegevens over
het kind, bedoeld in artikel 2.7, eerste lid, onder a, onderdeel 2°.

G

In artikel 2.81 wordt de zinsnede “De artikelen 2.54, tweede en derde
lid, 2.55’ vervangen door: De artikelen 2.54, tweede en derde lid,
2.55, 2.56a, vierde lid.

ARTIKEL II

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen
tijdstip. 

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks
aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

 

 

 PAGE    

 PAGE   2