Voorbereiding meerjarige aanpak administratieve lastenvermindering in de opsporing
Politie
Brief regering
Nummer: 2018D49652, datum: 2018-10-16, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-29628-816).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid
Onderdeel van kamerstukdossier 29628 -816 Politie.
Onderdeel van zaak 2018Z18560:
- Indiener: F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2018-10-30 15:30: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2018-11-07 14:30: Procedures en brieven (Procedurevergadering), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2018-11-14 14:10: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (đ origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2018-2019 |
29 628 Politie
Nr. 816 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16Â oktober 2018
Met deze brief informeer ik u over de stand van zaken in de aanpak van administratieve lastenvermindering binnen de opsporing zoals toegezegd in mijn brief van 12 maart 2018 (Kamerstuk 29 628, nr. 760).
Sinds die toezegging aan de Kamer is ten aanzien van de administratieve belasting door het korps onderzoek uitgevoerd naar de top 10 van irritaties in de opsporing. Tevens heeft het lid Van Dam enkele concrete voorstellen gedaan om administratieve lasten te verminderen en zijn in het onderhandelingsresultaat afspraken gemaakt t.a.v. het onderwerp lastenvermindering, waarbij elementen uit het zogeheten herstelplan van de bonden zijn betrokken.
Verder heb ik goed gekeken wat kan worden geleerd van eerdere trajecten om lasten binnen de opsporing te reduceren, laatstelijk de initiatieven die zijn ontwikkeld door het meerjarenprogramma «Minder regels» dat in 2016 werd afgesloten.1 Tevens heb ik trajecten ter vermindering van lasten in andere sectoren bestudeerd, bijvoorbeeld het recente initiatief «(Ont)regel de zorg» en in het initiatief «Aanpak regeldruk onderwijs» en het werkdrukakkoord primair onderwijs.
In de komende meerjarenaanpak wil ik mede op grond van het bovenstaande dat geborgd is dat:
â de professional als individu centraal staat. Beleving en voelbaarheid op de werkvloer â hoewel soms ongrijpbaar â zijn de belangrijkste voorwaarden om een aanpak succesvol te kunnen maken,
â in een nieuwe aanpak immateriĂ«le waarden (bedoeling, beleving, werkplezier) net zoveel of misschien zelfs meer aandacht moeten krijgen dan de bij dergelijke trajecten gebruikelijke aandacht voor werkprocessen en efficiency. Hoe dragen organisatieafspraken en inrichting bij aan de betekenis die aan het opsporingswerk kan worden ontleend, zowel op individueel als collectief niveau, is een betere invalshoek dan, â een vastgesteld materieel doel â zoals een lastenreductie in bijvoorbeeld fteâs. Dat laatste lijkt immers geen blijvend effect te sorteren,
â Een toptien aanpak, en bijbehorende focus op quick fixes in aanvulling hierop nog steeds nuttig en zinvol kan zijn.
Kort samengevat ben ik op basis van bovenstaande lessen tot de overtuiging gekomen dat een nieuwe aanpak nodig is. Een bestendige, meerjarige aanpak, die voelbaar moet zijn op de werkvloer en die sterker dan voorheen immateriële waarden centraal stelt. Een dergelijke meerjarige aanpak wordt thans met vertegenwoordigers van politie voorbereid. Ik heb dr. A. Zuurmond bereid gevonden deze aanpak vorm te geven (vanzelfsprekend binnen de ruimte die hij als Ombudsman voor Amsterdam daartoe van zijn presidium krijgt).
Dr. Zuurmond is onder andere medeoprichter van de Kafkabrigade, die is ontstaan om overbodige en disfunctionele bureaucratie op te sporen en aan te pakken. Dr. Zuurmond zal ondersteund worden door een beperkt, gezamenlijk team van JenV en politie en terzijde gestaan worden door relevante wetenschappelijke expertise.
In het hier en nu is actie nodig. De praktijk kan niet wachten op alleen een meerjarige aanpak. Recent heeft het korps een top 10 ergernissen in de opsporing geĂŻnventariseerd in het rapport «effectieve tijd voor opsporing». Uit deze top blijkt bijvoorbeeld dat «rechercheurs verbinding met collegaâs van andere teams missen omdat ze werken in verschillende systemen en ze niet meer op locatie geplaatst zijn maar op centrale werkplekken binnen de eenheid» en dat «er een veelheid aan verschoven oneigenlijke administratieve taken en werkzaamheden is». Conform het onderhandelingsresultaat zal eind 2018 een voorstel beschikbaar zijn hoe deze irritaties kunnen worden aangepakt voor zover deze door de politie zelf beĂŻnvloed kunnen worden. Zo wordt op korte termijn voortgang geboekt.
Ik zal uw Kamer in het voorjaar informeren over de verdere inrichting en eerste resultaten van deze meerjarige aanpak, inclusief de concrete aanpak om de top 10 ergernissen weg te nemen.
De Minister van Justitie en Veiligheid,
F.B.J. Grapperhaus
Bijlage bij Kamerstuk 29 628, nr. 647.â©ïž