[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over het Ontwerpbesluit tot wijziging van het Activiteitenbesluit milieubeheer in verband met de informatieplicht voor energiebesparende maatregelen (Kamerstuk 29383-305)

Regelgeving Ruimtelijke Ordening en Milieu

Inbreng verslag schriftelijk overleg

Nummer: 2018D49680, datum: 2018-10-17, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (nds-tk-2018D49680).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2018Z17542:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


2018D49680 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

De vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat heeft een aantal vragen en opmerkingen aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat voorgelegd over het ontwerpbesluit tot wijziging van het Activiteitenbesluit milieubeheer in verband met de informatieplicht voor energiebesparende maatregelen (Kamerstuk 29 383, nr. 305)

De voorzitter van de commissie,
Diks

De adjunct-griffier van de commissie,
Jansma

Inhoudsopgave blz.
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties 2
II Antwoord/Reactie van de Minister 5

I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie

De leden van de VVD-fractie hebben met interesse kennisgenomen van het ontwerpbesluit tot wijziging van het Activiteitenbesluit milieubeheer in verband met de informatieplicht voor energiebesparende maatregelen. Deze leden hebben hierover nog enkele vragen en opmerkingen.

De leden van de VVD-fractie merken op dat alhoewel de energiebesparingsverplichting al sinds 1993 in wetgeving is opgenomen en ruim veertig organisaties zich aan het Energieakkoord 2013 hebben verbonden voor een totale energiebesparingsdoelstelling van additioneel 100 PJ, toch blijkt dat het resultaat achterblijft. De Minister schrijft in het ontwerpbesluit dat een groot deel van dit gat wordt veroorzaakt doordat de energiebesparingsverplichting uit artikel 2.15 van het Activiteitenbesluit niet wordt nageleefd en dat het toezicht en de handhaving hierop moeilijk is. Deze leden concluderen hieruit tevens dat bedrijven vaak niet weten hoe zij deze energiebesparingsdoelstellingen moeten halen, omdat het overzicht ontbreekt en er discussie kan ontstaan over welke maatregelen nodig zijn voor het specifieke bedrijf of instelling. Het berekenen van de terugverdientijd is ingewikkeld en eenduidige en transparante informatie over het behalen van energiebesparingsdoelstellingen ontbreekt vaak. Deze leden vragen dan ook in welke mate de probleemanalyse en gekozen oplossingsrichtingen op elkaar aansluiten.

In de analyse van de Minister lezen de leden van de VVD-fractie terug dat bedrijven en instellingen vaak pas tot energiebesparing overgaan wanneer zij daarover worden geïnformeerd. Dit wordt mede veroorzaakt doordat er per inrichting discussie kan ontstaan over de te nemen maatregelen. Hoe voorziet dit ontwerpbesluit daarin met betrekking tot deze twee kanttekeningen? Op welke wijze worden bedrijven geïnformeerd gericht op hun eigen situatie?

De leden van de VVD-fractie vragen daarnaast hoe men denkt dat de informatieverplichting het knelpunt (met betrekking tot de grote interpretatieverschillen door bedrijven/instellingen en het bevoegd gezag) over de wijze waarop wordt voldaan aan artikel 2.15 zal ondervangen. Kan de Minister daarnaast toelichten waarom hij kiest voor een rapportageplicht voor bedrijven en instellingen? Deze leden willen erop wijzen dat dit de bureaucratie vergroot, terwijl de analyse laat zien dat het knelpunt elders ligt, bijvoorbeeld bij het gebrek aan goede informatievoorziening naar bedrijven toe. Deze leden zijn kritisch op dit punt.

In punt 2.3 beschrijft de Minister dat indien een bedrijf of instelling niet voldoet aan de informatieplicht, het bevoegd gezag handhavend kan optreden. Wanneer uit de rapportage blijkt dat een inrichting niet voldoet aan de rapportageverplichting en wordt aangenomen dat niet wordt voldaan aan de energiebesparingsverplichting, kan dit bij grote bedrijven of instellingen input zijn voor het eisen van een onderzoek of voor een last onder dwangsom. De leden van de VVD-fractie vragen om wat voor onderzoek dit gaat. Kan de Minister dit toelichten?

In het ontwerpbesluit lezen de leden van de VVD-fractie terug dat het bevoegd gezag wordt ondersteund door RVO.nl. Kan de Minister toelichten hoe bedrijven worden ondersteund? Ondernemers moeten daarnaast zelf online informatie aanbieden. Aan de Minister dan ook de vraag hoe de bedrijven/instellingen ontzorgd kunnen worden.

Tot slot hebben de leden van de VVD-fractie nog een vraag over de evaluatie. De Minister schrijft in het ontwerpbesluit dat de voorgestelde wijziging eind 2020 geëvalueerd zal worden en noemt hierbij een aantal onderwerpen waar naar gekeken zal worden. Valt hier ook een evaluatie van de rapportageplicht onder?

Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie

De leden van de D66-fractie hebben met enthousiasme kennis genomen van het ontwerpbesluit tot wijziging van het Activiteitenbesluit milieubeheer. Met deze wijziging wordt uitvoer gegeven aan de motie Van der Lee/Jetten (Kamerstuk 34 775 XIII, nr. 71). Met deze motie is het kabinet opgeroepen de energiebesparingsverplichting onder de Wet milieubeheer te verbeteren en aan te vullen. De leden van de D66 fractie benadrukken het belang van energiebesparing bij onder meer bedrijven, kantoren en scholen om de klimaatambities te realiseren. In het verlengde van deze motie zijn er nog enkele vragen over het wijzigingsbesluit en het achterliggende doel. Deze leden benadrukken dat het inwerkingtreden van deze wijziging in het kader van de klimaatuitdaging op 1 juli 2019 van belang is.

De leden van de D66-fractie merken op dat met de wijziging van het activiteitenbesluit bedrijven verplicht worden om inzicht te geven in hun energiebesparende maatregelen. In de nota van toelichting (bijlage bij Kamerstuk 29 383, nr. 305) geeft de Minister aan dat de informatieplicht zal leiden tot een stimulans voor bedrijven en instellingen om te voldoen aan het Energieakkoord (2013) en het Activiteitenbesluit milieubeheer. Uit de Nationale Energieverkenning van 2017 (NEV 2017) blijkt dat het totale resultaat voor energiebesparing nog 25 PJ achterblijft op het doel zoals dit gesteld is in het Energieakkoord. Het grootste deel van dit gat wordt veroorzaakt doordat de energiebesparingsverplichting uit artikel 2.15 van het Activiteitenbesluit niet wordt nageleefd.

Het PJ-potentieel wordt door de Minister op 16,5 PJ geschat, wanneer 60–90% van de bedrijven en instellingen eind 2020 aan de huidige Wet milieubeheer voldoet. Kan de Minister toelichten hoe de doelstelling van 100 PJ energiebesparing wordt gewaarborgd? Verwacht de Minister dat er verdere maatregelen getroffen moeten worden om de energiebesparing doelstelling van 2020 te behalen? Is de informatieplicht afdoende om bedrijven te stimuleren om aan energiebesparing te doen?

De leden van de D66-fractie lezen in het besluit dat de Activiteitenregeling verder uitgewerkt zal worden en met de regeling de uniforme berekeningsmethode, om vast te stellen wat investeringen zijn met terugverdientijd van minder dan vijf jaar, vorm zal krijgen. Hoe betrekt de Minister de sectoren en op welke wijze wordt de Kamer over de uitkomsten hiervan geïnformeerd?

De leden van de D66-fractie lezen in de nota van toelichting dat de Erkende Maatregelen Lijst (EML) centraal staan in het uitvoeren van de informatieplicht. Deze lijsten zijn destijds in het verlengde van het Energieakkoord opgesteld. Op welke wijze worden er nu bruikbare lijsten opgesteld voor de (deel)sectoren die nu nog geen EML hebben?

De leden van de D66-fractie lezen in het wijzigingsbesluit dat inrichtingen met een energieverbruik van 200.000 kilowatt uur aan elektriciteit, of groter dan 75.000 kubieke meter aardgasequivalenten aan brandstoffen, verplicht kunnen worden door het bevoegd gezag om binnen een bepaalde termijn onderzoek te verrichten of te laten verrichten waaruit blijkt of aan artikel 2.15 wordt voldaan. Kan de Minister toelichten waarom deze grens wordt gebruikt aan energieverbruik en waarom deze niet toepasbaar is op alle bedrijven die vallen onder de energiebesparingsverplichtingen van de Wet milieubeheer?

De leden van de GroenLinks-fractie hebben met interesse kennisgenomen van het Ontwerpbesluit tot wijziging van het Activiteitenbesluit milieubeheer in verband met de informatieplicht voor energiebesparende maatregelen en hebben hier nog enkele vragen en opmerkingen over.

De leden van de GroenLinks-fractie zijn verheugd met het feit dat met deze wijziging er meer duidelijkheid voor alle betrokken partijen zal komen en dat er meer uniformiteit zal zijn. Niet alleen de doelen van het Energieakkoord komen hierdoor dichterbij, maar deze maatregelen zijn ook in het eigenbelang van de bedrijven gezien de kostenbesparingen voor de wat langere termijn. Veel laaghangend fruit zal hiermee worden geplukt. Ook zijn deze leden blij dat er haast wordt gemaakt met de uitvoering van dit besluit. Gezien het Energieakkoord en het klimaatdoel voortkomend uit het Urgendavonnis is haast geboden.

De leden van de GroenLinks-fractie vinden wel het wel opvallend dat de regeling pas geldt vanaf een behoorlijk verbruik, terwijl energiebesparing ook relevant is voor bedrijven met een lager verbruik. Hoe bent u tot de grens van 200.000 kilowattuur en 75.000 kubieke meter aardgasequivalenten gekomen? Kan de tussengroep (met inrichten die een elektriciteitsverbruik hebben tussen de 200.000 en de 50.000 kilowattuur) wellicht wel alvast worden aangeschreven maar nog geen verplichting opgelegd krijgen? Dan kan het midden- en kleinbedrijf (mkb) hier langzaam aan wennen en alvast maatregelen nemen.

De leden van de GroenLinks-fractie lezen dat de EML onlangs is geactualiseerd. Wanneer wordt deze lijst opnieuw geactualiseerd? Tevens lezen deze leden dat er een aantal maatregelen van de lijst is afgehaald die niet meer voldoen aan het criterium dat de maatregel kan worden teruggewonnen. Is het mogelijk om een aparte optionele lijst te maken waarop maatregelen staan die een iets langere terugverdientijd hebben dan vijf jaar, niet verplicht zijn, maar wel aantrekkelijk voor bedrijven? Het is waarschijnlijk eenvoudiger voor bedrijven om in één keer meerdere maatregelen te nemen. Op deze manier wordt extra energiebesparing gestimuleerd.

Vragen en opmerkingen van de leden van de PvdD-fractie

De leden van de fractie van de Partij voor de Dieren hebben kennisgenomen van het ontwerpbesluit, gericht op de informatieplicht voor energiebesparende maatregelen.

De leden van de PvdD-fractie constateren dat Nederland nog steeds slecht scoort op het gebied van energiebesparing. We horen bij de hekkensluiters van Europa. Meer dan 100.000 bedrijven weten al 25 jaar te ontkomen aan hun wettelijke verplichting om energiebesparende maatregelen te nemen die ze binnen vijf jaar terug kunnen verdienen. De afspraken uit het Energieakkoord uit 2013 hebben hier geen verandering in weten te brengen.

Met het voorliggende ontwerpbesluit wordt een informatieplicht voor bedrijven geïntroduceerd; bedrijven moeten rapporteren welke energiebesparende maatregelen zij hebben getroffen. De Borgingscommissie sprak eerder dit jaar over deze maatregel als «een doorbraak». De leden van de PvdD-fractie delen deze mening niet. Zij betreuren het vooral dat de overheid het 25 jaar heeft nagelaten om te handhaven op de Wet milieubeheer, waarin de besparingsplicht is in opgenomen. Een goed voorbeeld van wat wel een doorbraak zou kunnen zijn, aldus deze leden, is het versneld sluiten van de Nederlandse kolencentrales.

De leden van de PvdD-fractie hebben nog enkele vragen en opmerking over de informatieplicht. Kan de Minister aangeven welke andere maatregelen hij neemt om energiebesparing bij bedrijven af te dwingen? Deelt de Minister de mening dat een informatieplicht niet hetzelfde is als een energiebesparingsverplichting? Hoe wordt voorkomen dat bedrijven enkel aan de informatieplicht voldoen en dat energiebesparende maatregelen alsnog uitblijven?

De leden van de PvdD-fractie vragen hoe bedrijven bewust worden gemaakt van hun energiebesparingspotentieel. Hoe wordt voorkomen dat er door interpretatieverschillen onduidelijkheid ontstaat of bedrijven alle mogelijke energiebesparingsmaatregelen hebben genomen?

De leden van de PvdD-fractie merken op dat verschillende gemeenten en omgevingsdiensten in de consultatie hebben aangegeven weinig inspanning te steken in handhaving van de energiebesparingsverplichting. Is het realistisch om te verwachten dat een informatieplicht bij bedrijven hier verandering in gaat brengen? Zo ja, hoe? Hebben gemeenten en omgevingsdiensten genoeg capaciteit om te handhaven? Deelt de Minister de mening dat het teleurstellend is dat uit de praktijk blijkt dat veel bedrijven pas overgaan tot het nemen van energiebesparende maatregelen wanneer concrete handhaving dreigt?

II Antwoord/Reactie van de Minister