[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Resultaten Monitor Duurzame Agrogrondstoffen 2016

Prijsvorming in de agro-nutriketen

Brief regering

Nummer: 2018D49884, datum: 2018-10-17, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-32266-10).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 32266 -10 Prijsvorming in de agro-nutriketen .

Onderdeel van zaak 2018Z18675:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2018-2019

32 266 Prijsvorming in de agro-nutriketen

Nr. 10 BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 17 oktober 2018

Met deze brief ontvangt u zoals ieder jaar, en mede namens de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, een reactie op de resultaten van de Monitor Duurzame Agrogrondstoffen zoals opgesteld door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Deze monitor geeft inzicht in het aandeel gecertificeerd duurzame palmolie, soja, koffie en cacao in Nederland in 2016. De volledige resultaten en methodologische verantwoording zijn te vinden op de website van het CBS1. Voor koffie, palmolie en soja monitoren de brancheorganisaties de voortgang op de toezeggingen van de industrie. Voor cacao heeft het CBS zelf de voortgang gemeten.

Uit de monitor blijkt dat de duurzaamheidsdoelstelling gericht op import van 100% duurzame palmolie bijna is bereikt. Deze sector loopt zowel in haar ambities en toezeggingen als de naleving dan ook voor op de andere sectoren. Voor soja geldt dat importen ten behoeve van de Nederlandse consumptie 100% duurzaam zijn, de overige soja importen (ten behoeve van de export) voldoen aan lagere eisen en moeten minimaal legaal, dat wil zeggen volgens de wetten van het productieland, zijn geproduceerd. Voor koffie is er nog veel werk te verzetten. De cacao-sector ligt op schema, maar de doelstelling ligt verder in de tijd. De monitoring van het aandeel als duurzaam gecertificeerd hout op de Nederlandse markt wordt om de twee jaar uitgevoerd. Volgend jaar wordt u over het meetjaar 2017 geïnformeerd.

Relatie ontbossing en agrogrondstoffen

Een van de zorgen die spelen rondom de productie van agrarische grondstoffen en -producten betreft ontbossing. Landbouw is verreweg de belangrijkste aanjager van ontbossing in de tropen en subtropen2. De belangrijkste agrarische producten die bij de ontbossing zijn betrokken zijn (rund)vlees, soja, mais, palmolie, maar ook rubber, cacao en koffie. Papier is een niet-agrarische grondstof die aanzienlijk bijdraagt aan ontbossing.

De mate waarin deze agrarische producten worden geëxporteerd, varieert; van 13% rundvleesexporten uit Latijns-Amerika tot meer dan 40% exporten van palmolie en soja.

De wereldwijde vraag naar deze grondstoffen blijft stijgen. De groei zit voornamelijk in Azië. De marktvraag naar soja en palmolie van China en India is nu al aanzienlijk groter dan de vraag vanuit de Europese markt. Voor koffie en cacao is Europa de grootste afzetmarkt.

Toch is Nederland na China de grootste importeur van soja. De EU is de tweede grootste exportmarkt voor palmolie en Nederland de grootste importeur binnen de EU. Daarnaast is Nederland ‘s werelds tweede importeur van cacao en de zesde importeur van koffie.

Vanwege deze belangrijke positie als marktpartij en importeur voor bovengenoemde grondstoffen is ons land in een unieke positie om een bijdrage te leveren aan het tegengaan van ontbossing en kunnen wij meepraten over de duurzaamheid van de teelt in andere delen van de wereld en zo een gunstig hefboomeffect hebben op internationale milieu- en natuurdoelen en biodiversiteit3.

Inzet op verduurzaming van productie agrogrondstoffen

Nederland zet zich in voor de verduurzaming van de wijze waarop deze grondstoffen worden geproduceerd, en richt zich daarbij zowel op de milieuproblematiek als de verbetering arbeidsomstandigheden en naleving van mensenrechten. In dit beleid stimuleert Nederland de private sector om duurzaam geproduceerde grondstoffen in te kopen. Een beleid uitsluitend gericht op de Nederlandse markt is echter onvoldoende om de onderliggende problematiek van duurzame productie en het tegengaan van ontbossing te adresseren. Nederland spant zich daarom ook in om productie te verduurzamen en de marktvraag naar gecertificeerd duurzame en ontbossingsvrije producten binnen de Europese Unie en daarbuiten te vergroten.

In 2015 nam Nederland het initiatief voor de Amsterdam Verklaringen voor «100% duurzame palmolie in 2020» en meer algemeen «het tegengaan van ontbossing vanuit handelsketens», vooral gericht op soja, palmolie en cacao. Dit initiatief heet nu het Amsterdam Declarations Partnership en wordt inmiddels gesteund door zeven Europese landen4.

Mede hierdoor zien we ook het belang van Europese monitoringsinitiatieven toenemen. Er is nu een Europese palmoliemonitoring en er wordt gewerkt aan een eerste Europese Soja Monitor, geïnitieerd door het Initiatief Duurzame Handel (IDH) en het Nederlands Comité International Union for Conservation of Nature and Natural Resources (IUCN) in samenwerking met de European Feed Manufacturers’ Federation (FEFAC). De resultaten van deze monitor worden in november verwacht.

Naast Europese samenwerking werkt Nederland ook samen met andere grote consumentenlanden als India en China om de mondiale vraag naar duurzame grondstoffen te vergroten.

In de belangrijkste productielanden in Azië, Latijns-Amerika en West-Afrika werkt Nederland actief aan de verduurzaming van de productie van deze grondstoffen, bijvoorbeeld door organisaties als het Initiatief Duurzame Handel (IDH) en Solidaridad te steunen. Deze organisaties helpen boeren om hun productie verder te verduurzamen en werken met overheden aan verbetering van wet- en regelgeving op dit gebied.

Palmolie

Palmolie wordt gebruikt in de voedingsmiddelen- en diervoederindustrie, in biobrandstoffen en in technische en oleochemische toepassingen5. De monitor Duurzame Agrogrondstoffen richt zich enkel op het gebruik van palmolie door de Nederlandse voedingsmiddelen- en diervoederindustrie. Binnen deze sectoren werd in 2010 afgesproken dat eind 2015 alle voor de Nederlandse markt bestemde palmolie duurzaam is geproduceerd.

De Nederlandse voedingsmiddelenindustrie gebruikte in 2016 90% Round Table for Sustainable Palm Oil (RSPO) gecertificeerde palmolie. Voor het aandeel dat op de Nederlandse markt wordt gebruikt lag het percentage op 100%.

Brancheorganisatie Nevedi (Nederlandse Vereniging Diervoederindustrie) heeft éénderde deel van de gebruikte palmolie (25.000 ton) in de Nederlandse veevoederindustrie afgedekt met de inkoop van certificaten6. Dit deel van de palmolie voor diervoeders is bestemd voor de productie van vlees, zuivel en eieren, voor de Nederlandse markt. Het overige tweederde deel van de palmolie voor diervoeders is bestemd voor de export. Een aantal Nederlandse diervoederbedrijven heeft echter ook zelf RSPO gecertificeerde palmolie ingekocht. Daardoor komt het totaal aan duurzame palmolie in de diervoederindustrie in 2016 uit op 53%. Dit is een forse toename ten opzichte van de 33% in 2015. Met ingang van 2017 kopen de diervoederbedrijven zelf hun duurzame (en reguliere) palmolie in en monitort Nevedi de voortgang van de verduurzaming.

In 2016 is de Dutch Alliance for Sustainable Palm Oil (DASPO) opgericht, een samenwerkingsverband van de in Nederland gevestigde schakels in de palmolieketen. Deze Nederlandse alliantie continueert het duurzaamheidsstreven dat in 2015 werd afgerond. Ook zet de alliantie in op het stimuleren van een verdere groei van het aandeel fysiek als duurzaam gecertificeerde palmolie en een verdere versterking van standaarden voor duurzaam geproduceerde palmolie7. Het kabinet steunt deze ambitie om de standaarden voor duurzame palmolie te versterken. Daarnaast is de DASPO een van de nationale initiatieven onder het ESPO (European Sustainable Palm Oil) project. De ESPO-doelstelling is om 100% duurzame palmolie in Europa in 2020 te realiseren. Eind vorig jaar rapporteerde ESPO dat in 2016 69% van de in de Europa geïmporteerde palmolie voor voedingsmiddelen duurzaam gecertificeerd was.8 De sector is daarmee ook Europees goed op weg richting haar doelstellingen.

Soja

Soja wordt voornamelijk verwerkt in de diervoeder- en voedingsmiddelenindustrie. In december 2011 ondertekenden de partners in de dierlijke productieketen een intentieverklaring waarmee zij zich committeerden aan de ketentransitie om vanaf 2015 in Nederland 100% duurzaam gecertificeerde soja voor de productie van vlees, zuivel, eieren en andere voedingsmiddelen. Duurzaam werd hier gedefinieerd volgens de principes van de Round Table on Responsible Soy (RTRS) of een equivalente certificering. Deze doelstelling is niet gehaald, mede doordat er buiten Nederland vrijwel geen vraag naar RTRS-gecertificeerde soja is.

Daaropvolgend hebben leden van de diervoederbrancheorganisatie Nevedi besloten om per 1 januari 2015 de eisen aan soja aan te passen naar de criteria van de European Feed Manufacturers» Federation (FEFAC) Soy Sourcing Guidelines (SSG). De SSG streeft minimaal een legaliteitsgarantie na, maar geeft geen garantie dat de productie van soja ontbossingsvrij heeft plaatsgevonden, noch borgt het kwesties op sociaal vlak. Het kabinet beschouwt de huidige eisen van de SSG daarom niet als duurzaam en spreekt met FEFAC over de mogelijkheden om de SSG-criteria te verhogen.

In 2016 kocht de diervoederindustrie uitsluitend soja die voldeed aan de criteria van RTRS en SSG en behaalden hiermee hun nieuwe doelstelling. Uitgaande van een totaalverbruik van 1,872 miljoen ton soja steeg het aandeel verantwoorde RTRS-soja van 48% in 2015 naar 54% in 2016.

Dit betekent ook dat in 2016 voor de productie van vlees, zuivel en eieren voor de binnenlandse markt het aandeel RTRS-soja 100% was.

Met 1 à 2% van de totaal geproduceerde soja is de wereldwijde vraag naar duurzaam geproduceerde soja9 zeer gering. Het grootste deel hiervan is RTRS gecertificeerde soja. In 2017 verbruikte Nederland 66% van alle RTRS verkochte gecertificeerde soja die wereldwijd werd verkocht10. Bij de deelnemende landen in het Amsterdam Declaration Partnership begint de vraag naar duurzame en ontbossingsvrije soja zich te ontwikkelen. In Denemarken werkt het Deense Ethical Trade Initiative aan een commitment voor duurzame soja. In Duitsland is in 2017 in het «Forum on Sustainable Protein Feed» een strategie afgesproken om te komen tot 100% duurzame soja. In Frankrijk is soja onderdeel van het in juni 2018 gelanceerde Franse initiatief «Alliance for the Preservation of Tropical Forests». In Noorwegen wordt sinds 2015 door een alliantie van de grootste soja-importeurs alleen nog maar duurzaam geproduceerde soja geïmporteerd. In het Verenigd Koninkrijk is aan het begin van dit jaar een Roundtable on Sustainable Soya gestart waar een nationale soja inspanning zal worden afgesproken. In november van dit jaar worden deze initiatieven door de deelnemers van de Amsterdam Declarations Partnership in Brussel bij elkaar gebracht om de onderlinge samenwerking te versterken.

Koffie

De monitor toont het aandeel duurzaam geproduceerde koffie11, op basis van de gegevens afkomstig van de koffiehandelaren, branders en verpakkers die lid zijn van Koffie & Thee Nederland (voorheen KNVKT). In 2016 was 41% van de koffie die door de leden van Koffie & Thee Nederland op de Nederlandse markt werd afgezet duurzaam geproduceerd. Dit betreft een daling van 5 procentpunt ten opzichte van het voorgaande jaar. Deze daling is mede een gevolg van een bredere verduurzamingsaanpak die de koffiebedrijven hanteren. Certificeringsstandaarden worden niet langer gezien als het enige middel tot verduurzaming van koffie. In toenemende mate werken bedrijven op andere manieren aan duurzame productie. Dit gebeurt bijvoorbeeld door middel van bedrijfsindividuele duurzaamheidsprogramma’s gecombineerd met een verificatiesysteem zoals 4C12.

Ook blijkt er de laatste jaren meer koffie van private labels (huismerken) op de Nederlandse markt te worden afgezet die is ingekocht bij buitenlandse koffiebranders die geen lid zijn van Koffie & Thee Nederland. Hierdoor is voor een deel van de markt de informatie over de duurzaamheid van de verkochte koffie niet beschikbaar.

Vorig jaar heeft het kabinet aangegeven in overleg te treden met het CBS en Koffie & Thee Nederland om te komen tot aanpassingen in de monitoringsopzet met als doel om een meer betrouwbare uitspraak te kunnen doen over het aandeel duurzame koffie. In 2016 is Koffie & Thee Nederland gestart met het meten van het aandeel 4C-koffie. In 2016 betrof dit 6% van de koffie die in Nederland werd afgezet. Daarnaast heeft het kabinet de verwachting uitgesproken dat de branche op korte termijn concrete ambities formuleert voor verdere verduurzaming.13. Koffie & Thee Nederland organiseert in oktober een Ronde Tafel met haar leden waar de duurzaamheidsdoelstellingen van de sector centraal zullen staan. Het kabinet spreekt de verwachting uit dat Koffie & Thee Nederland op basis van de uitkomsten van deze bijeenkomst vaart kan maken met het presenteren van nieuwe concrete ambities van haar leden voor een duurzame koffiesector. Transparantie en (onafhankelijke) verifieerbaarheid over de inzet en resultaten behoren onderdeel te zijn van die doelstellingen. Het kabinet hecht hier aan teneinde de werkelijke impact op verduurzaming van de koffiesector vast te kunnen stellen.

Cacao

In 2010 heeft de Nederlandse cacaosector een intentieverklaring getekend om in 2025 te komen tot 100% duurzaam geproduceerde cacao14 voor de Nederlandse consumptie. In 2020 zou het aandeel duurzame cacaoconsumptie op 80% moeten liggen. Het aandeel duurzaam geproduceerde cacao gemeten door middel van scannerdata (dat wil zeggen dat het keurmerk zichtbaar is op het artikel) van Nederlandse supermarkten, is voor 2016 naar schatting 66%. In 2015 bedroeg dit aandeel nog circa 58%. De cacaosector loopt daarmee in dit afzetkanaal op schema om de doelstelling voor 2020 te halen.

Belangrijke spelers in de cacaosector realiseren zich echter dat certificering alleen onvoldoende is om alle uitdagingen in de cacaoketen aan te pakken en de gehele sector te transformeren. Het is een middel voor de markt dat aangevuld moet worden met overheidsbeleid in productielanden en (andere) investeringen van het bedrijfsleven. Vanuit bedrijfsindividuele duurzaamheidsprogramma’s als ook collectieve multistakeholderinitiatieven wordt ingezet op het beter betrekken van overheden en andere actoren in producerende landen. Daarmee wordt ook geprobeerd om doelgroepen te bereiken of onderwerpen op de agenda te zetten daar waar certificering ontoereikend is gebleken. Het kabinet steunt de Chocolade Werkgroep in het bevorderen van 100% duurzame cacaoconsumptie in Nederland. Daarnaast zal het kabinet in deze werkgroep met de andere ondertekenaars van de intentieverklaring werken aan een nieuw actieplan met als doel de uitdagingen in de cacaosector zoals leefbaar loon, kinderarbeid en ontbossing meer gezamenlijk aan te pakken.

Tot slot

Het monitoren van de nationale en internationale voortgang op de duurzaamheidsdoelstellingen en het uitbannen van ontbossing bij de productie van agrarische grondstoffen blijft onverminderd belangrijk. Het bedrijfsleven, de maatschappelijke organisaties en de overheid, ieder vanuit hun eigen specifieke rol en verantwoordelijkheid, werken samen bij het realiseren van deze doelstellingen.

Op basis van de geboekte resultaten en voortgang concludeer ik dat de aanpak, waarbij het bedrijfsleven het initiatief neemt en de overheid waar nodig ondersteunt, tot op heden voortgang boekt. De rol van maatschappelijke organisaties als aanjager en bron van kennis speelt in deze samenwerking een belangrijke rol.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
C.J. Schouten


  1. https://www.cbs.nl/nl-nl/economie/landbouw/monitor-duurzame-agro-grondstoffen.↩︎

  2. FAO. 2016. State of the World’s Forests 2016. Forest and Agriculture: landuse changes and opportunities. Rom.↩︎

  3. De LNV Visie 2018. Landbouw, natuur en voedsel: waardevol en verbonden. Nederland als koploper in kringlooplandbouw.↩︎

  4. De Amsterdam Declarations Partnership bestaat nu uit de landen Denemarken, Duitsland, Frankrijk, Italië, Nederland, Noorwegen en het Verenigd Koninkrijk. https://www.euandgvc.nl/documents/publications/2015/december/7/declarations.↩︎

  5. Het gebruik van duurzame palmolie in technische toepassingen zoals smeermiddelen, verf, en oleochemische toepassingen zoals cosmetica en geneesmiddelen wordt niet gemeten.↩︎

  6. Book & Claim. Hiermee garandeert een bedrijf dat ergens ter wereld een hoeveelheid duurzame palmolie wordt geproduceerd die gelijk is aan de hoeveelheid certificaten die wordt ingekocht.↩︎

  7. Zie ook http://www.taskforceduurzamepalmolie.nl/uploads/media/Dutch_Alliance_Sustainable_Palm_ _-_nieuw_commitment.pdf.↩︎

  8. https://www.mvo.nl/media/making_sustainable_palm_oil_the_norm_in_europe_-_progress_report_2017.pdf.↩︎

  9. RTRS, ProTerra en organic/biologisch.↩︎

  10. http://www.responsiblesoy.org/wp-content/uploads/2018/05/IG-2017-ENG-low.pdf.↩︎

  11. Fairtrade, Rainforest Alliance/UTZ (gefuseerd sinds 1 januari 2018) en organic/biologisch.↩︎

  12. 4C is een wereldwijd verificatiesysteem, dat een minimale sociale en milieustandaard hanteert en als instapmodel voor koffieboeren mogelijk maakt om geleidelijk te verduurzamen en toe te werken naar een hogere en strengere standaard.↩︎

  13. Resultaten Monitor Duurzaam Agrogrondstoffen 2015, 6 juli 2017, Kamerstuk 32 266, nr. 9.↩︎

  14. Fairtrade, Rainforest Alliance/UTZ (gefuseerd sinds 1 januari 2018) en organic/biologisch.↩︎