Aanschaf beoogde resterende drie F-35 toestellen
Behoeftestelling vervanging F-16
Brief regering
Nummer: 2018D49939, datum: 2018-10-17, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-26488-444).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: B. Visser, staatssecretaris van Defensie (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 26488 -444 Programma doorontwikkeling F-35.
Onderdeel van zaak 2018Z18686:
- Indiener: B. Visser, staatssecretaris van Defensie
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Defensie
- 2018-10-30 15:30: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2018-11-08 10:30: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Defensie
- 2018-11-14 14:10: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2018-2019 |
26 488 Behoeftestelling vervanging F-16
Nr. 444 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 17 oktober 2018
In deze brief informeer ik u over mijn besluit over te gaan tot de aanschaf van de beoogde resterende drie F-35 toestellen voor de Nederlandse vloot. De bestelling van deze toestellen in LOT 15 zal uiterlijk eind oktober 2018 bij het Joint Program Office (JPO) worden bevestigd om de Full Operational Capability (FOC), gepland voor 2024, te garanderen. Een vertraging van de FOC heeft operationele en financiële gevolgen, omdat we dan langer moeten doorvliegen met de F-16. Met deze bestelling heeft Nederland straks 37 toestellen bevestigd (zie tabel 1).
Besteld | LOT 11 (8 toestellen) te leveren in 2019 |
Besteld | LOT 12–14 (24 toestellen) te leveren in 2020–2022 |
Te bestellen in oktober 2018 | LOT 15 (3 resterende toestellen) te leveren in 2023 |
Op basis van de nieuwe overeengekomen lagere stuksprijs voor LOT 11, de nieuwe plandollarkoersen en de risicoreservering van € 120,8 miljoen is op dit moment de aanschaf van de resterende drie F-35 toestellen in LOT 15 financieel inpasbaar binnen het projectbudget. Tabel 2 geeft inzicht in de financiële inpasbaarheid. De eerste kolom, stand september 2018, geeft het financiële beeld weer uit de reeds met Prinsjesdag verstuurde negentiende jaarrapportage (bijlage bij Kamerstuk 26 488, nr. 443). In de tweede kolom, de stand na september 2018, is het beeld van de eerste kolom geactualiseerd op basis van de nieuwe stuksprijs voor LOT 11 en de nieuwe plankoersen 1,17–1,271.
In de laatste kolom wordt vervolgens de financiële inpasbaarheid gegeven bij een maximaal benodigde risicoreservering van € 120,8 miljoen. Elk jaar wordt de maximale benodigde risicoreservering bepaald op basis van risicosessies bij de Nederlandse Organisatie voor Toegepast-Natuurwetenschappelijk Onderzoek (TNO). De uitkomst van de risicosessies bij TNO afgelopen juli is, gezien de realisatiefase waarin het project zich momenteel bevindt, dat voor het project een risicoreservering van maximaal € 120,8 miljoen nodig is2. Met de € 120,8 miljoen risicoreservering komt het projectbudget met de bestelling van de resterende drie toestellen uit op een saldo van € 73,4 miljoen.
Gehanteerde plankoers | 1,22–1,24 | 1,17–1,27 | 1,17–1,27 |
Projectbudget | 4.863,2 | 4.863,2 | 4.863,2 |
Projectraming | 5.171,1 | 5.150,8 | 4.789,8 |
Waarvan raming investeringskosten | 4.446,4 | 4.361,1 | 4.361,1 |
Waarvan risicoreservering | 415,7 | 481,8 | 120,8 |
Waarvan overheveling naar exploitatie | 309,0 | 307,9 | 307,9 |
Saldo | – 307,9 | – 287,6 | + 73,4 |
Er wordt nog € 11,7 miljoen aan prijspeilbijstelling aan het projectbudget toegevoegd, zoals reeds vermeld in de negentiende jaarrapportage. Met de toevoeging van € 11,7 miljoen komt het projectbudget met de bestelling van de resterende drie toestellen uit op een saldo van € 85,1 miljoen.
Zoals bekend streeft het F35 Joint Program Office (JPO) naar lagere prijzen. Dit gebeurt op drie afzonderlijke manieren. Ten eerste is sprake van een kostendaling wegens hogere aantallen en de toegenomen ervaring (learning curve). Ten tweede worden investeringen gedaan om de productiekosten te laten dalen (Cost Reduction Initiatives). Ten derde heeft een meerjarige aanschaf (Block Buy en straks Multi Year Buy) een positieve invloed op de stuksprijs.
In de komende jaren zal duidelijk worden tegen welke dollarkoers de nog aan te gane verplichtingen worden afgesloten. De valutareserve van Defensie biedt hierbij een mogelijkheid om schokken in de Defensiebegroting als gevolg van valutaschommelingen te kunnen opvangen. Daarbij biedt het besluit om, gezien de realisatiefase waar het project zich momenteel in bevindt, het in 2013 vastgestelde aparte financiële kader te laten vervallen tevens flexibiliteit om de bestelling van de resterende drie toestellen financieel in te passen. Het project Verwerving F-35 wordt nu als een regulier investeringsproject beschouwd. Financiële mee- of tegenvallers bij het project (waaronder valutaschommelingen) zullen opgevangen worden via de risicoreservering, de valutareserve van Defensie en het investeringsprogramma van Defensie.
De kostenramingen van de resterende drie van de 37 toestellen die Defensie aanschaft, zijn commercieel vertrouwelijk en worden toegelicht in een afzonderlijke brief die u gelijktijdig met deze ontvangt3.
De Staatssecretaris van Defensie,
B. Visser
De plandollarkoers is gebaseerd op ramingen van het CPB (CEP en MEV). De koers die in deze brief is gehanteerd volgt uit een technisch gewijzigde ramingssystematiek. Deze systematiek is gewijzigd omdat het CPB – anders dan voorheen – de dollarkoers nu systematisch enkele jaren vooruit raamt, terwijl tot voor kort alleen bij het begin van een kabinetsperiode een nieuwe meerjarige raming beschikbaar kwam. De gehanteerde koersen in deze brief zijn: 1,17 voor 2019, 1,23 voor 2020, 1,25 voor 2021, 1,27 voor 2022 en vanaf 2023 geldt een meerjarig gemiddelde koers van 1,24. In de jaarrapportage is een plandollarkoers van 1,22 gehanteerd voor de jaren 2019–2023 en een gemiddelde koers van 1,24 voor de jaren vanaf 2024, volgens de destijds laatste publicatie van het CPB.↩︎
In de negentiende jaarrapportage (Kamerstuk 26 488, nr. 443) is de maximaal benodigde risicoreservering van € 120,8 miljoen reeds genoemd.↩︎
Ter vertrouwelijke inzage gelegd, alleen voor de leden, bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.↩︎