Reactie op het verzoek van het lid Kops, gedaan tijdens de Regeling van werkzaamheden van 27 september 2018, over subsidies voor windmolenparken
Structuurvisie Windenergie op Zee (SV WoZ)
Brief regering
Nummer: 2018D50037, datum: 2018-10-18, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-33561-45).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: E.D. Wiebes, minister van Economische Zaken en Klimaat
Onderdeel van kamerstukdossier 33561 -45 Structuurvisie Windenergie op Zee (SV WoZ).
Onderdeel van zaak 2018Z18731:
- Indiener: E.D. Wiebes, minister van Economische Zaken en Klimaat
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- 2018-10-30 15:30: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2018-10-30 16:30: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- 2019-03-04 00:00: Dertigledendebat over subsidies voor windmolenparken (Plenair debat (dertigledendebat)), TK
- 2020-01-15 14:35: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2018-2019 |
33 561 Structuurvisie Windenergie op Zee (SV WoZ)
Nr. 45 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 18 oktober 2018
Hierbij stuur ik u een brief naar aanleiding van het verzoek van het lid Kops (PVV) tijdens het ordedebat van 27 september jl. over het rapport «Focus op kosten windenergie op zee» van de Algemene Rekenkamer (Handelingen II 2018/19, nr. 6, item 6). Daarbij wil ik uw Kamer ook wijzen op de reactie die ik al aan de Algemene Rekenkamer1 heb gegeven.
Het Nederlandse deel van de Noordzee zal een grote rol spelen in het verduurzamen van de elektriciteitsvoorziening. In de routekaart windenergie op zee 2030 (Kamerstukken 33 561 en 30 196, nr. 42) heb ik aangegeven op welke wijze het kabinet invulling geeft aan de ambitie om windenergie uit te breiden naar 11,5 GW in 2030.
Over de (subsidie)kosten van het net op zee is uw Kamer meermaals uitgebreid geïnformeerd (zie bijvoorbeeld Kamerstuk 31 510, nr. 49 en Kamerstuk 33 561, nr. 11). Bij de uitslag van de eerste tender voor de windparken Borssele I en II (Kamerstukken 33 561 en 31 239, nr. 31) werden de kosten van netaansluiting van circa 1,4 cent per kilowattuur opgeteld bij de kosten van de windparken van gemiddeld 7,27 cent per kilowattuur, samen in totaal circa 8,7 cent per kilowattuur. Hiermee werd de in het Energieakkoord als doelstelling opgenomen kostenreductie van 40% al in 2016 gerealiseerd.
Met de uitslag van de derde tender voor de windparken Hollandse Kust (zuid) III en IV (Kamerstuk 33 561, nr. 41) is de bouw van het windpark, de windmolens en de kabels naar het net op zee subsidieloos. De Algemene Rekenkamer bevestigt dat in haar rapport. De overheid maakt, zoals bekend, nog wel kosten voor het net op zee en de locatieonderzoeken. Het net op zee is de afgelopen jaren, net als de tenders voor de kavels voor windenergie op zee, bekostigd uit de SDE+.
Voor windenergie op zee streeft het kabinet ernaar om toekomstige parken subsidieloos te realiseren. Ik ben dan ook een traject gestart om de Wet windenergie op zee aan te passen, zodat nog beter kan worden ingespeeld op de ontwikkeling van de kosten van windenergie op zee en marktomstandigheden. Recent heb ik het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State ontvangen. Ik zal het wetsvoorstel voor het einde van het jaar aan uw Kamer aanbieden.
De Minister van Economische Zaken en Klimaat,
E.D. Wiebes
https://www.rekenkamer.nl/publicaties/brieven/2018/09/27/reactie-minister-van-ezk-op-rapport-focus-op-kosten-windenergie-op-zee↩︎