Het bericht 'Rechters te makkelijk gewraakt’
Schriftelijke vragen
Nummer: 2018D50702, datum: 2018-10-23, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kv-tk-2018Z19064).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: G. Markuszower, Tweede Kamerlid (PVV)
Onderdeel van zaak 2018Z19064:
- Gericht aan: S. Dekker, minister voor Rechtsbescherming
- Indiener: G. Markuszower, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2018-2019 | Vragen gesteld door de leden der Kamer |
2018Z19064
Vragen van het lid Markuszower (PVV) aan de Minister voor Rechtsbescherming over het bericht «Rechters te makkelijk gewraakt» (ingezonden 23 oktober 2018).
Vraag 1
Kent u het bericht «Opluchting voor rechters en OM; Rechters wraken wordt moeilijker»?1
Vraag 2
Heeft het openbaar ministerie (OM) tezamen met rechters gepleit voor het beperkter toepassen van de mogelijkheid rechters te wraken? Zo ja, was dat met uw medeweten? Zo ja, gebruikt u deze wens van leden van de rechtspraak voor uw eigen politieke agenda om zo politieke opponenten, zoals de heer Wilders, te beperken in hun recht op onafhankelijke rechtspraak?
Vraag 3
Indien het antwoord op vraag 2 ja is, bent u niet van mening dat rechters en het OM onafhankelijk van elkaar moeten opereren? Waarom is dit hier niet gebeurd?
Vraag 4
Heeft de Hoge Raad met haar recente uitspraak de waarborging van de onpartijdigheid van de rechterlijke macht zoals vastgelegd in de artikelen 512–515 Wetboek van Strafvordering (wraking en verschoning van rechters), beperkt? Zo ja, bent u van mening dat de Hoge Raad op de stoel van de wetgever is gaan zitten? Zo ja, behoeft de uitspraak van de Hoge Raad reparatie middels nieuwe wetgeving? Zo nee, waarom niet? Kunt u dit uitgebreid beargumenteren en onderbouwen?
Vraag 5
Kunt u aangeven welke beslissingen van rechters nu nog wel onder de reikwijdte van de artikelen 512–515 Wetboek van Strafvordering vallen?
Vraag 6
Wordt de ruimte om geslaagd een beroep te doen op de artikelen 512–515 SV voor de 90% van alle wrakingsverzoeken die worden gedaan omdat er gerede twijfel is aan de onafhankelijkheid van de rechter (onderzoekers stellen dat 10% van de wrakingsverzoeken worden gedaan om «zand in de machine te strooien»), nu niet beperkt? Kunt u, ook aan de hand van voorbeelden, uw antwoord op deze vraag uitgebreid beargumenteren en onderbouwen?
Vraag 7
Hebben de rechters en het OM in de zomer al aangedrongen op nieuwe regels met uw medeweten? Zo ja, waarom heeft u hier de Kamer niet over geïnformeerd?
Vraag 8
Welke maatregelen gaat u nemen zodat de rechters en het OM niet meer op de stoel van de wetgever gaan zitten?
Vraag 9
Wilt u een en ander terugdraaien? Zo neen, waarom niet?
Trouw, 18 oktober 2018↩︎