[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Aanpak vermijdbare sterfte ziekenhuizen en patiëntveiligheid

Ziekenhuiszorg

Brief regering

Nummer: 2018D50746, datum: 2018-10-24, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-31016-111).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 31016 -111 Ziekenhuiszorg.

Onderdeel van zaak 2018Z19086:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2018-2019

31 016 Ziekenhuiszorg

Nr. 111 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR MEDISCHE ZORG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 24 oktober 2018

Met deze brief stuur ik u het plan van aanpak van de veldpartijen met een aanvullende notitie (hierna addendum) en de aanbiedingsbrief op het gebied van patiëntveiligheid in ziekenhuizen en het verminderen van vermijdbare gezondheidsschade en sterfte1.

In mijn brief van 20 april 20182 heb ik u geïnformeerd over mijn gesprekken met veldpartijen3 over de aanpak van vermijdbare schade en sterfte in ziekenhuizen. Aanleiding was de uitkomst van de «Monitor Zorggerelateerde schade 2015/2016 ziekenhuizen» van het NIVEL/EMGO+ instituut die ik u op 28 november 20174 met mijn reactie heb toegezonden. Op 1 oktober 2018 hebben de partijen volgens afspraak hun aanpak voor het verder verbeteren van de patiëntveiligheid en zorggerelateerde schade in ziekenhuizen toegestuurd en op 10 oktober 2018 hebben zij, samen met de Patiëntenfederatie, hun plan aan mij en de betrokken hoofdinspecteur van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd toegelicht. Zowel de IGJ als ikzelf hebben in dit gesprek onze waardering uitgesproken dat partijen gezamenlijk een aanpak voor patiëntveiligheid hebben ontwikkeld, maar wij hebben ook kritische kanttekeningen geplaatst waar het de concreetheid van de ambitie en de wijze van verantwoording betreft. Samen met de IGJ heb ik partijen daarom gevraagd een concretere ambitie en concretere (tussen)doelstellingen te formuleren en meer in te gaan op de verantwoording. De veldpartijen hebben in reactie op deze kanttekeningen een addendum opgesteld, waarmee zij een aanscherping aanbrengen in hun voorstellen.

Ik ben van mening dat het plan van partijen samen met het addendum een goede aanpak kan zijn om de zorggerelateerde vermijdbare gezondheidsschade en sterfte in ziekenhuizen substantieel en structureel te verminderen en daarmee de patiëntveiligheid verder te verbeteren. Ik vertrouw er op dat de veldpartijen nu snel starten met de uitvoering van het plan. Dat de veldpartijen dit plan dragen vind ik belangrijk.

Voor de IGJ geldt dat zij met haar toezicht al jaren bijdraagt aan het verbeteren van patiëntveiligheid en de komende jaren die inzet voortzet. Wanneer in ziekenhuizen de ontwikkeling naar een positieve veiligheidscultuur wordt doorgezet, zal ook het toezicht van de inspectie meebewegen. Deels heeft de IGJ die verandering al ingezet, bijvoorbeeld doordat zij aandacht heeft voor cultuur in relatie tot goed bestuur en in dialoog gaat met zorgaanbieders over het verminderen van regeldruk.

Het staat buiten kijf dat ik groot vertrouwen heb in en waardering heb voor de professionals die onze zorg dragen, als het gaat om hun deskundigheid, hun betrokkenheid bij patiënten en hun intrinsieke motivatie om goede en veilige zorg te verlenen. Hun dagelijkse inzet in een complexe werkomgeving verdient veel respect. Ik zie ook dat er in de Nederlandse ziekenhuizen goed functionerende kwaliteits- en veiligheidssystemen zijn en dat de koepels en veldpartijen doorlopend werken aan de randvoorwaarden, zoals veldnormen en richtlijnen voor steeds betere zorg. Dat alles maakt dat onze zorg bij de beste van de wereld hoort. Ik heb er vertrouwen in dat het mogelijk is om de noodzakelijke (cultuur)veranderingen te bewerkstelligen die leiden tot substantiële verbetering van veiligheid voor patiënten.

Tot slot constateer ik dat het plan geen nadere uitwerking bevat als het gaat om de onderbouwing van de geschatte kosten en de bekostiging daarvan. Ik heb begrepen dat partijen hierover nog met elkaar in beraad zijn. Zoals eerder aangegeven, ben ik in principe bereid om in beperkte mate bij te dragen. Hierbij ga ik ervan uit dat partijen naast hun inzet in natura in deze fase zelf de belangrijkste financiële gevolgen van hun plan van aanpak voor hun rekening nemen. Immers patiëntveiligheid is hun eigen verantwoordelijkheid.

Ik neem het commitment van partijen uiterst serieus en de ontwikkelingen blijf ik met veel belangstelling en nauwgezet volgen, waarbij het toezicht van de IGJ ook een rol zal spelen.

De Minister voor Medische Zorg,
B.J. Bruins


  1. Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl↩︎

  2. Kamerstuk 31 016, nr. 107↩︎

  3. Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen, Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra, Verzorgenden en Verpleegkundigen Nederland en de Federatie Medisch Specialisten.↩︎

  4. Kamerstuk 31 016, nr. 104↩︎