[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Voorstel van wet

Wijziging van Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek, Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek BES en de Wet bestrijding maritieme ongevallen in verband met de schrapping van de beperking van aansprakelijkheid voor vorderingen inzake wrakopruiming

Voorstel van wet

Nummer: 2018D51148, datum: 2018-10-29, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35061-2).

Onderdeel van kamerstukdossier 35061 -2 Wijziging van Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek, Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek BES en de Wet bestrijding maritieme ongevallen in verband met de schrapping van de beperking van aansprakelijkheid voor vorderingen inzake wrakopruiming.

Onderdeel van zaak 2018Z19325:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2018-2019

35 061 Wijziging van Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek, Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek BES en de Wet bestrijding maritieme ongevallen in verband met de schrapping van de beperking van aansprakelijkheid voor vorderingen inzake wrakopruiming

Nr. 2 VOORSTEL VAN WET

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben dat het wenselijk is Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek, Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek BES en de Wet bestrijding maritieme ongevallen aan te passen zodat de aansprakelijkheid voor vorderingen inzake wrakopruiming niet meer kan worden beperkt;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 656 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het derde lid komt te vervallen.

2. Het vierde en vijfde lid (oud) worden vernummerd tot het derde en vierde lid.

B

In artikel 750, derde lid, vervalt: e en f,.

C

In artikel 752, eerste lid, vervallen de onderdelen d en e, onder verlettering van onderdeel f tot d.

D

Aan artikel 753, eerste lid, worden, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel e door een puntkomma, twee onderdelen toegevoegd, luidende:

f. vorderingen ter zake van het vlotbrengen, verwijderen, vernietigen of onschadelijk maken van een zee- of binnenschip dat is gezonken, schipbreuk heeft geleden, gestrand of verlaten is, met inbegrip van alles wat aan boord van zulk een schip is of is geweest;

g. vorderingen ter zake van het verwijderen, vernietigen of onschadelijk maken van de lading van het schip.

E

Artikel 755 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid, komt te luiden:

1. Onverminderd het in het tweede lid bepaalde, kan de aansprakelijkheid uit hoofde van deze titel voor andere vorderingen dan die genoemd in artikel 756 die naar aanleiding van éénzelfde voorval zijn ontstaan worden beperkt tot het bedrag bepaald op grond van artikel 6, eerste lid, van het op 19 november 1976 te Londen tot stand gekomen Verdrag inzake beperking van aansprakelijkheid voor maritieme vorderingen (Trb. 1980, 23) zoals gewijzigd door artikel 3 van het Protocol van 1996, behoudens wijziging door de bijzondere amenderingsprocedure voorzien in artikel 8 van het Protocol van 1996.

2. In het vijfde en zesde lid wordt «Onze Minister van Verkeer en Waterstaat» vervangen door: Onze Minister van Infrastructuur en Waterstaat.

ARTIKEL II

Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek BES wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 615 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het derde lid komt te vervallen.

2. Het vierde en vijfde lid (oud) worden vernummerd tot het derde en vierde lid.

B

In artikel 750, derde lid, wordt «onderdelen d, e en f» vervangen door: onderdeel d.

C

In artikel 752, eerste lid, vervallen de onderdelen d en e, onder verlettering van onderdeel f tot d.

D

Aan artikel 753, eerste lid, worden, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel e door een puntkomma, twee onderdelen toegevoegd, luidende:

f. vorderingen ter zake van het vlotbrengen, verwijderen, vernietigen of onschadelijk maken van een zeeschip dat is gezonken, schipbreuk heeft geleden, gestrand of verlaten is, met inbegrip van alles wat aan boord van zulk een schip is of is geweest;

g. vorderingen ter zake van het verwijderen, vernietigen of onschadelijk maken van de lading van het schip.

E

Artikel 755 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid komt te luiden:

1. Onverminderd het in het tweede lid bepaalde, kan de aansprakelijkheid uit hoofde van deze titel voor andere vorderingen dan die genoemd in artikel 756 die naar aanleiding van éénzelfde voorval zijn ontstaan worden beperkt tot het bedrag bepaald op grond van artikel 6, eerste lid, van het op 19 november 1976 te Londen tot stand gekomen Verdrag inzake beperking van aansprakelijkheid voor maritieme vorderingen (Trb. 1980, 23) zoals gewijzigd door artikel 3 van het Protocol van 1996, behoudens wijziging door de bijzondere amenderingsprocedure voorzien in artikel 8 van het Protocol van 1996.

2. In het zesde lid wordt «Onze Minister van Verkeer en Waterstaat» vervangen door: Onze Minister van Infrastructuur en Waterstaat.

F

Het eerste lid van artikel 756 komt als volgt te luiden:

1. Wat betreft vorderingen ontstaan naar aanleiding van éénzelfde voorval ter zake van dood of letsel van passagiers van een schip kan de reder zijn aansprakelijkheid beperken tot het bedrag bepaald in artikel 7 van het op 19 november 1976 te Londen tot stand gekomen Verdrag inzake beperking van aansprakelijkheid voor maritieme vorderingen (Trb. 1980, 23) zoals gewijzigd door artikel 4 van het Protocol van 1996, behoudens wijziging door de bijzondere amenderingsprocedure voorzien in artikel 8 van het Protocol van 1996.

ARTIKEL III

Artikel 26 van de Wet bestrijding maritieme ongevallen wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt «voor het bedrag waartoe zijn aansprakelijkheid is beperkt, berekend overeenkomstig artikel 755, eerste lid, onder b, van Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek» vervangen door: voor het bedrag berekend in overeenstemming met artikel 6, eerste lid, onderdeel b, van het op 19 november 1976 te Londen tot stand gekomen Verdrag inzake beperking van aansprakelijkheid voor maritieme vorderingen (Trb. 1980, 23), zoals gewijzigd.

2. In het tweede lid wordt «voor het bedrag waartoe zijn aansprakelijkheid is beperkt, berekend overeenkomstig artikel 755, eerste lid, onder b, van Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek,» vervangen door: voor het bedrag berekend in overeenstemming met artikel 6, eerste lid, onderdeel b, van het op 19 november 1976 te Londen tot stand gekomen Verdrag inzake beperking van aansprakelijkheid voor maritieme vorderingen (Trb. 1980, 23), zoals gewijzigd.

ARTIKEL IV

In Titel 9 van de Overgangswet nieuw Burgerlijk Wetboek wordt na artikel 256 een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 256a

De wet tot wijziging van Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek, Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek BES en de Wet bestrijding maritieme ongevallen in verband met de schrapping van de beperking van aansprakelijkheid voor vorderingen inzake wrakopruiming is slechts van toepassing ten aanzien van aansprakelijkheid voortvloeiende uit een maritiem ongeval dat zich na de inwerkingtreding van die wet heeft voorgedaan.

ARTIKEL V

In Titel 8 van de Overgangswet nieuw Burgerlijk Wetboek BES wordt na artikel 174 een artikel toegevoegd, luidende:

Artikel 174a

De wet tot wijziging van Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek, Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek BES en de Wet bestrijding maritieme ongevallen in verband met de schrapping van de beperking van aansprakelijkheid voor vorderingen inzake wrakopruiming is slechts van toepassing ten aanzien van aansprakelijkheid voortvloeiende uit een maritiem ongeval dat zich na de inwerkingtreding van die wet heeft voorgedaan.

ARTIKEL VI

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,

De Minister voor Rechtsbescherming,