Preview document (🔗 origineel)

---

Tweede Kamer der Staten-Generaal	2
Vergaderjaar 2018-2019

35 000 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Justitie en Veiligheid (VI) voor het jaar 2019

Nr. 8 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 29 oktober 2018

Hierbij bied ik u, mede namens de Minister voor Rechtsbescherming en de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, het Werkprogramma 2019 van de Inspectie Justitie en Veiligheid (hierna: de Inspectie) aan¹.

Doel van het toezicht van de Inspectie is bijdragen aan een rechtvaardige en veilige samenleving. Het toezicht richt zich op de verbetering van de kwaliteit van de taakuitvoering van de organisaties binnen het domein justitie en veiligheid. In het Meerjarenprogramma 2018–2020 (Kamerstuk 34 775 VI, nr. 21) heeft de Inspectie haar koers voor de komende jaren bepaald. Hoofdlijnen van de koers zijn:

1. lerend vermogen bevorderen;

2. focus op ketens en netwerken;

3. vanzelfsprekende rol bij onderzoek incidenten;

4. leveren van periodieke beelden.

Dit Werkprogramma 2019 is een concrete uitwerking van het Meerjarenprogramma 2018–2020 voor het jaar 2019.

In het domein justitie en veiligheid staan organisaties samen aan de lat om de maatschappelijke opgaven te realiseren en in te spelen op strategische uitdagingen. In het programma «JenV verandert» staan daarom onder andere het opgavegericht werken en focus op netwerken en ketens centraal. Toezicht signaleert successen, maar ook problemen en risico’s in de uitvoering. In het kader van de maatschappelijke opgaven van het Ministerie van Justitie en Veiligheid richt de Inspectie haar toezicht nadrukkelijk meer op ketens en netwerken. Zo onderzoekt de Inspectie of zij met haar toezicht kan bijdragen aan het verbeteren van doorlooptijden in de strafrechtketen en de kwaliteit van de taakuitvoering in de justitiële jeugdstrafrechtketen.

Daarnaast start de Inspectie met een aantal nieuwe toezichttaken. Met de inwerkingtreding van de Wet Computercriminaliteit III (Kamerstuk 34 372) start de daadwerkelijke uitvoering van het toezicht op de bevoegdheid van de politie om onder

voorwaarden geautomatiseerde werken binnen te dringen. Bij het toezicht op cybersecurity richt de Inspectie zich op de vraag in hoeverre organisaties binnen het domein justitie en veiligheid zijn voorbereid en weerbaar zijn tegen cyberdreigingen.

In het Meerjarenprogramma kondigde de Inspectie aan in toenemende mate periodieke beelden en «Staten van» te willen publiceren. Zo publiceert de Inspectie in 2019 een periodiek beeld over het hoofdproces opsporing. Het Jaarbeeld Politieonderwijs zal ook in dat teken staan. In 2018 is voor de multidisciplinaire taakuitvoering van de veiligheidsregio’s een toetsingskader vastgesteld. Dit wordt gehanteerd voor de onderzoeken die leiden tot het Periodiek beeld rampenbestrijding en crisisbeheersing 2016–2018.

In het Werkprogramma 2019 geeft de Inspectie aan wat zij van plan is om in 2019 te doen. De ervaring leert dat gedurende het jaar incidenten en actuele onderwerpen opkomen die vragen om onderzoek door de Inspectie. Zij bepaalt in zo’n situatie opnieuw de prioriteit van de onderzoeken uit haar werkprogramma. De Inspectie legt hierover verantwoording af in haar Jaarbericht.

De Inspectie heeft in 2018 belangrijke stappen gezet in de doorontwikkeling van de organisatie en gaat hier in 2019 mee door. Hierbij staan professionaliteit, kwaliteit, onafhankelijkheid en de borging daarvan centraal. Met deze ontwikkelingen kan de Inspectie een nog effectievere bijdrage leveren aan de maatschappelijke opgave waar ze voor staat.

De Minister van Justitie en Veiligheid,
F.B.J. Grapperhaus

---

1. Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl↩︎