[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Nota naar aanleiding van het verslag

Wijziging van de Kieswet en de Tijdelijke experimentenwet stembiljetten en centrale stemopneming ter vereenvoudiging van stemmen vanuit het buitenland en verlenging van de mogelijkheid tot experimenteren

Nota n.a.v. het (nader/tweede nader/enz.) verslag

Nummer: 2018D51174, datum: 2018-10-30, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35012-6).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 35012 -6 Wijziging van de Kieswet en de Tijdelijke experimentenwet stembiljetten en centrale stemopneming ter vereenvoudiging van stemmen vanuit het buitenland en verlenging van de mogelijkheid tot experimenteren.

Onderdeel van zaak 2018Z15454:

Onderdeel van zaak 2018Z19339:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2018-2019

35 012 Wijziging van de Kieswet en de Tijdelijke experimentenwet stembiljetten en centrale stemopneming ter vereenvoudiging van stemmen vanuit het buitenland en verlenging van de mogelijkheid tot experimenteren

Nr. 6 NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG

Ontvangen 30 oktober 2018

Inhoudsopgave

1. Inleiding 1
2. Voorgestelde wijzigingen van de Kieswet 2
3. Voorgestelde verlenging van de Experimentenwet 7
4. Advies en consultatie 8

1. Inleiding

Met veel belangstelling heb ik kennisgenomen van het verslag van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken. Ik dank de leden voor hun vragen en opmerkingen. Het verheugt mij dat de leden van de VVD-fractie het een goede zaak achten dat enkele belemmeringen bij het stemmen voor Nederlandse kiezers die in het buitenland wonen worden weggenomen. Met hen spreekt ook de regering de hoop uit dat de voorgestelde maatregelen reeds ten behoeve van de verkiezing van de leden van het Europees parlement in mei 2019 van kracht kunnen zijn. Het doet mij daarnaast deugd dat de leden van de D66-fractie van mening zijn dat het wetsvoorstel stappen in de juiste richting zet ten aanzien van het wegnemen van barrières voor kiezers die in het buitenland wonen.

De leden van de D66-fractie geven aan gelezen te hebben dat het wetsvoorstel geen gevolgen heeft voor burgers. Zij vragen of de regering kan beamen dat het wetsvoorstel wel degelijk positieve gevolgen zal hebben voor kiezers in het buitenland en of zij deze voordelen uiteen kan zetten. Dit beaamt de regering uiteraard van harte. Het wetsvoorstel voorziet in diverse maatregelen om het aantal ongeldige stemmen te verminderen en het makkelijker te maken voor kiezers in het buitenland om hun stem uit te brengen. Zo regelt het voorstel onder andere dat een stem niet langer niet meetelt indien niet de meegestuurde retourenveloppe wordt gebruikt of de enveloppe onvoldoende is gefrankeerd. Ook wordt met het voorstel vastgelegd dat het briefstembewijs uiterlijk twaalf weken voor de dag van stemming wordt verzonden aan de personen die zijn geregistreerd in de permanente registratie. De passage waar de leden naar verwijzen betreft de paragraaf uit de memorie van toelichting die ziet op de administratieve en financiële lasten die voortvloeien uit het wetsvoorstel. In dat kader heeft het voorstel inderdaad geen gevolgen voor burgers.

In antwoord op de vraag van de CDA-fractie waarom in het voorstel melding wordt gemaakt van personen die kiesrecht hebben voor raadgevende referenda kan ik melden dat deze verwijzing gelet op de recente intrekking van de Wet raadgevend referendum inmiddels overbodig is. In de betreffende passage uit de memorie van toelichting wordt hier abusievelijk nog naar verwezen.

Op de specifieke vragen en opmerkingen in het verslag zal ik hierna ingaan, waarbij ik zoveel mogelijk de volgorde van het verslag aanhoud. Uit praktisch oogpunt wijk ik op een aantal plaatsen van die volgorde af om vragen van vergelijkbare strekking in samenhang te kunnen beantwoorden.

2. Voorgestelde wijzigingen van de Kieswet

Maatregelen om het aantal ongeldige stemmen te verminderen

De leden van de D66-fractie geven aan de maatregelen om briefstemmen minder snel ongeldig te verklaren van harte te steunen. Zij vragen of stemmen niet overal ter wereld gratis zou moeten zijn en hoe de regering aankijkt tegen het meesturen van een al voldoende gefrankeerde enveloppe bij het stembiljet. In reactie hierop kan ik melden dat nagegaan is of het mogelijk is om de enveloppe waarmee de stemmen worden geretourneerd vooraf te frankeren. Dat blijkt niet uitvoerbaar. De gemeente Den Haag zou in dat geval voor iedere kiezer afzonderlijk de retourenveloppe moeten voorzien van de juiste hoeveelheid postzegels van het land waar de kiezer de briefstem gaat posten. Als alternatief zou gekozen kunnen worden voor het opnemen van een antwoordnummer als adressering op de retourenveloppe. Dergelijke post wordt echter zowel in het buitenland als bij ontvangst in Nederland anders, en langzamer, verwerkt dan (priority) post. Dit is niet in het belang van de kiezer.

De leden van de DENK-fractie vragen of de voorgestelde maatregel dat kiezers voortaan ook een gewone enveloppe kunnen gebruiken om hun stem te retourneren geen integriteitsproblemen met zich meebrengt. Ik heb geen reden om aan te nemen dat dit het geval is. Het voorstel om het gebruik van een andere enveloppe mogelijk te maken is gelegen in de signalering van diverse kiezers dat het gebruik van de oranje retourenveloppe tot problemen leidt in het land waar zij wonen. Met de voorgestelde wijziging wordt voor deze groep kiezers een alternatief geboden waarmee die problemen kunnen worden voorkomen. Het gebruik van de oranje enveloppe blijft mogelijk voor de kiezers die daar de voorkeur aan geven.

Briefstembureaus in grensgemeenten

De leden van de VVD-fractie vragen naar de precieze taken van briefstembureaus in grensgemeenten. Deze taken zijn gelijk aan de taken van briefstembureaus bij ambassades of bij de Vertegenwoordiging van Nederland in Aruba, Curaçao en Sint Maarten. De werkzaamheden van briefstembureaus vloeien voort uit de Kieswet en houden op hoofdlijnen in dat zij tot taak hebben om te controleren of de briefstem afkomstig is van een kiesgerechtigde kiezer, om de geldigheid van de stemmen te beoordelen, om de stemmen te tellen en om proces-verbaal op te maken van hun werkzaamheden.

Gelet op de «kan-bepaling» in het voorgestelde artikel M 13, vijfde lid, vragen de leden van de VVD-fractie daarnaast in hoeverre de regering verwacht daadwerkelijk gebruik te maken van de mogelijkheid om briefstembureaus in te stellen in grensgemeenten en hoe de spreiding langs de grens eruit zal zien. De voorgestelde bepaling betreft een «kan-bepaling» zodat per verkiezing afgewogen kan worden of de instelling van briefstembureaus bij grensgemeenten nodig is. De behoefte aan het instellen van briefstembureaus in grensgemeenten alsmede de spreiding daarvan kan immers verschillen per verkiezing. Bij de verkiezing van de leden van het Europees parlement kunnen Nederlanders die woonachtig zijn in België en Duitsland er bijvoorbeeld ook voor kiezen om in die lidstaten hun stem uit te brengen. Gelet hierop voorzie ik dat de instelling van briefstembureaus bij grensgemeenten aan de orde zal zijn bij de eerstvolgende verkiezing van de leden van de Tweede Kamer.

De leden van de D66-fractie vragen naar de belasting die het opzetten van een briefstembureau vergt van een gemeente. Als de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties overgaat tot het instellen van een briefstembureau, wat alleen kan als de gemeente daarmee instemt, dan is de belasting vergelijkbaar met de belasting van het instellen van briefstembureaus bij ambassades of bij de Vertegenwoordiging van Nederland in Aruba, Curaçao en Sint Maarten. De gemeente zal een voorziening moeten treffen voor het ontvangen van de briefstemmen. Er moeten daarnaast (minimaal) drie briefstembureauleden worden benoemd die belast zijn met het uitvoeren van de taken van het briefstembureau.

Gelet op het feit dat kiezers die in grensgemeenten wonen ook met een kiezerspas hun stem kunnen uitbrengen in een Nederlandse gemeente of hun briefstembescheiden naar de gemeente Den Haag kunnen versturen, vragen de leden van de D66-fractie verder naar de toegevoegde waarde van het instellen van briefstembureaus in grensgemeenten. Een kiezerspas kan alleen worden aangevraagd voordat de briefstembescheiden aan de kiezer zijn toegezonden. Om met een kiezerspas te kunnen stemmen moet de kiezer hier dus vroegtijdig op bedacht zijn. Bovendien komt het voor dat kiezers de bescheiden wegens vertraging in de postbezorging pas laat ontvangen, waardoor het retourneren van de briefstem via de post niet meer haalbaar is. Als een kiezer in de buurt van de grens met Nederland woont kan een briefstembureau in een grensgemeente uitkomst bieden.

Dezelfde leden vragen voorts, onder verwijzing naar het advies van de gemeente Den Haag, naar de mogelijkheid om grensgemeenten te laten optreden als inleverpunt voor briefstemmen, zonder daadwerkelijk briefstembureaus te zijn. De briefstemmen zouden dan op de dag van de verkiezing per koerier naar Den Haag kunnen worden gestuurd en op het briefstembureau geteld kunnen worden, aldus de leden. Gekozen is voor de mogelijkheid om briefstembureaus in te stellen omdat dan een duidelijke deadline kan worden gecommuniceerd aan de kiezers. Op tijd bij het briefstembureau ontvangen betekent immers dat de stem meetelt. Dat is anders bij een inleverpunt, omdat de stemmen dan nog moeten worden overgebracht naar het briefstembureau en daar op tijd moeten aankomen. Dat is, zelfs met de inzet van een koerier, nooit te garanderen.

De leden van de DENK-fractie vragen of ook in gemeenten van andere landen briefstembureaus ingesteld kunnen worden. In reactie hierop kan ik aangeven dat briefstembureaus voor de verkiezingen van de leden van de Tweede Kamer en de leden van het Europees parlement alleen worden ingesteld bij Nederlandse overheidsinstanties zoals de Nederlandse ambassades, de Nederlandse Vertegenwoordiging in Aruba, Curaçao en Sint Maarten en in Nederlandse grensgemeenten.

Dezelfde leden verwijzen naar een conclusie van het CBS waaruit volgt dat mensen die naar het buitenland gaan het vaakst in Frankrijk, België, Denemarken, het Verenigd Koninkrijk, Noorwegen en Duitsland gaan wonen. De leden vragen of in die landen stembureaus ingesteld kunnen worden. De leden van de DENK-fractie geven daarnaast aan dat mensen met een dubbel paspoort vaak naar het land van hun tweede identiteit reizen, en vragen in dat verband of in Turkije en Marokko stembureaus ingesteld kunnen worden. Ten aanzien van briefstembureaus willen de leden van de D66-fractie weten hoeveel briefstembureaus er bij de aankomende verkiezingen van het Europees parlement zullen zijn, onder welke voorwaarden een briefstembureau wordt opgezet en hoeveel Nederlanders hier gebruik van maken (paragraaf 2.3. van het verslag). Ook vragen deze leden of de regering heeft overwogen om in plaats van briefstembureaus daadwerkelijke stembureaus in het buitenland mogelijk te maken, zoals in grote Europese steden.

De hoeveelheid briefstembureaus dat ingesteld gaat worden voor de komende verkiezing van het Europees parlement is nog niet bekend. Binnenkort zal de Minister van Buitenlandse Zaken in overeenstemming met de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties de locaties aanwijzen waar een briefstembureau wordt ingesteld. Van deze aanwijzing wordt mededeling gedaan in de Staatscourant. Bij de Tweede Kamerverkiezing van 2017 hebben ruim 12.000 kiezers hun stem uitgebracht bij een briefstembureau1 in het buitenland. De overige briefstemmen zijn uitgebracht bij het briefstembureau van de gemeente Den Haag. In totaal hebben bij die verkiezing ruim 61.000 kiezers per brief gestemd.

Bij de totstandkoming van het voorliggende wetsvoorstel is niet overwogen om het stemmen op ambassades en consulaten mogelijk te maken. In het Algemeen Overleg van 17 oktober jl. over het Postennet en consulaire dienstverlening heeft de Minister van Buitenlandse Zaken aan de Tweede Kamer toegezegd dat nu wel te overwegen. Binnenkort stuurt de Minister van Buitenlandse Zaken een brief over dit onderwerp aan de Tweede Kamer.

Bij de Tweede Kamerverkiezing in 2017 heeft de Minister van Buitenlandse Zaken een briefstembureau ingesteld bij de Nederlandse ambassade in Ankara.

Vooropening

De leden van de VVD-fractie verwijzen naar het onderdeel uit het wetsvoorstel dat ertoe strekt dat de termijn voor de vooropening weer vastgesteld wordt op zeven dagen. Zij vragen waarom er ooit gekozen is voor een termijn van zeven en later voor veertien dagen. Ook vragen zij om een reactie op de stelling van de gemeente Den Haag dat er nog geen verkiezing is geweest sinds de inwerkingtreding van de permanente registratie en dat de aanname dat de termijn krapper kan worden daarom onterecht is. De leden van de D66-fractie vragen in dit verband of de termijn van veertien dagen voor de vooropening niet op zijn plaats is om zo de briefstemmen nauwkeurig te verwerken.

De introductie van de zogenaamde vooropening in de Kieswet had tot doel om de gemeente Den Haag meer tijd te geven voor de administratieve verwerking van de briefstemmen. Gekozen werd toen voor een termijn van een week.2 Met de invoering van de permanente registratie op 1 april 2017 is de termijn verlengd naar veertien dagen om voldoende tijd te creëren voor het verwerken van de stemmen bij een mogelijke grote toename van het aantal stemmers.3 De permanente registratie telt op dit moment rond de 70.000 kiesgerechtigden. Dat is minder dan het aantal kiezers dat zich bij de Tweede Kamerverkiezing van 2017 had geregistreerd om te kunnen stemmen vanuit het buitenland. Gelet daarop is de regering van mening dat een periode van zeven dagen voor de vooropening toereikend is. In mijn brief van 15 juni 2018 heb ik een wetsvoorstel tot wijziging van de Kieswet aangekondigd waarin het proces van de uitslagvaststelling opnieuw vormgegeven zal worden.4 De verwachting is dat in dat wetsvoorstel ook meer tijd zal kunnen worden ingeruimd om de stemmen uit het buitenland bij de briefstembureaus te krijgen zodat die stemmen nog kunnen worden meegeteld. In dat kader zal ik opnieuw kijken naar de termijnen voor de vooropening. Het betreffende wetsvoorstel zal de Kamer volgend jaar ontvangen.

De leden van de D66-fractie vragen voorts om een nadere toelichting op het argument dat indien de termijn voor de vooropening op veertien dagen gesteld blijft, de termijn voor het aanvragen van een vervangend briefstembewijs moet worden aangepast. Zij vragen hoe deze termijnen dan precies zouden moeten worden aangepast en hoe lang deze termijn nu is. De termijnen voor het aanvragen van een vervangend briefstembewijs zijn niet opgenomen in de Kieswet maar in het Tijdelijk experimentenbesluit stembiljetten en centrale stemopneming. Artikel 10, derde en vierde lid, van dit besluit regelt dat een schriftelijk verzoek uiterlijk de twaalfde dag voor de stemming dient te zijn ontvangen en dat een mondeling verzoek uiterlijk de negende dag voor de stemming om twaalf uur dient te zijn gedaan bij de gemeente Den Haag. De vooropening dient niet aan te vangen zolang het mogelijk is om een vervangend briefstembewijs aan te vragen. Zou dat anders zijn dan is niet uit te sluiten dat de stem van een kiezer reeds door het briefstembureau is voorgeopend terwijl diezelfde kiezer nog een vervangend briefstembewijs heeft aangevraagd en ook krijgt. Dan zou de kiezer nog een tweede stem kunnen uitbrengen.

In het kader van de permanente registratie vragen de leden van de D66-fractie tot slot naar het potentieel aantal toekomstig geregistreerde personen. Ook vragen zij hoeveel Nederlanders er (naar schatting) in het buitenland wonen. Bij de inwerkingtreding in 2017 van de wetswijziging die permanente registratie mogelijk maakte is nagegaan hoeveel Nederlanders in de basisregistratie personen voorkwamen met een adres in het buitenland. Dat bleken er meer dan 500.000 te zijn. Die hebben allemaal een brief van de gemeente Den Haag ontvangen waarin gewezen is op de mogelijkheid om vanuit het buitenland te stemmen. Daarnaast waren er circa 250.000 Nederlanders die volgens de basisregistratie personen naar het buitenland zijn gegaan maar waarvan geen adres in de basisregistratie personen is geregistreerd. Sinds de invoering van de permanente registratie schrijft de gemeente Den Haag ook iedere Nederlander aan die naar het buitenland vertrekt en waarvan een adres in het buitenland in de basisregistratie personen is geregistreerd. Overigens worden door de gemeente Den Haag ook diverse voorlichtingsactiviteiten uitgevoerd (zie ook verderop in deze paragraaf).

Vervangend briefstembewijs

De leden van de VVD-fractie stellen een aantal vragen over het onderzoek naar de vraag of een vervangend briefstembewijs of een duplicaat van het briefstembewijs digitaal aan de kiezer beschikbaar kan worden gesteld. Ook de leden van de D66-fractie stellen hier een aantal vragen over (in paragraaf 4 van het verslag). In reactie hierop kan ik melden dat het onderzoek, dat inmiddels in gang is gezet, zich richt op het per e-mail versturen van zowel het oorspronkelijke als het vervangende briefstembewijs. Verzending van het briefstembewijs per e-mail vergt in ieder geval dat het Kiesbesluit wordt gewijzigd (artikel M 6). Van belang is dat om verzending per e-mail mogelijk te maken, maatregelen getroffen moeten worden om te voorkomen dat een kiezer het briefstembewijs meerdere malen print en langs die weg meerdere malen zijn stem probeert uit te brengen. De gemeente Den Haag zal controles moeten inbouwen om dat te voorkomen. Het onderzoek dat thans wordt uitgevoerd is mede bedoeld om die aspecten in kaart te brengen en om te bezien welke (wettelijke) maatregelen in dat geval nodig zijn. In de brief die op 15 oktober jl. aan de Tweede Kamer is gezonden heb ik aangegeven in het komend voorjaar de Tweede Kamer te zullen informeren over de uitkomsten van dit onderzoek.5

De leden van de D66-fractie verwijzen naar de passage uit de memorie van toelichting waarin is aangegeven dat het stembiljet ongeveer vijf weken voor de dag van stemming wordt vastgesteld. De leden vragen waarom hier geen termijn voor is gesteld en of een dergelijke termijn niet in de wet opgenomen zou moeten worden. De dag van de kandidaatstelling is zes weken voor de dag van stemming. Het stembiljet kan pas worden vastgesteld nadat de kandidatenlijsten onherroepelijk zijn vastgesteld. Het centraal stembureau, in geval van Tweede Kamerverkiezingen en Europees Parlementsverkiezingen is dit de Kiesraad, beslist hierover in een openbare zitting op de derde dag na de kandidaatstelling. Tegen het besluit van de Kiesraad kan binnen vier dagen beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. In de praktijk wordt vaak gebruik gemaakt van de mogelijkheid om beroep in te stellen. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State doet vervolgens uiterlijk op de zesde dag nadat het beroepschrift is ontvangen uitspraak. Pas na het verstrijken van deze termijn staat de kandidatenlijst vast en kunnen de op basis daarvan opgemaakte stembiljetten worden verzonden aan de kiezers in het buitenland. Gelet op deze termijnen kan derhalve niet op voorhand het exacte moment worden vastgesteld waarop de stembiljetten kunnen worden verzonden.

De leden van de D66-fractie vragen daarnaast hoe de experimenten met het verzenden van het stembiljet per e-mail tot nu toe bevallen zijn en stellen hier een aantal gerichte vragen over. In reactie hierop kan ik melden dat zowel bij de verkiezing van de leden van het Europees parlement in 2014 als bij de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer in 2017 is geëxperimenteerd met een nieuw stembiljet dat per e-mail aan de kiezers in het buitenland is verzonden. De kiezer kan zelf bepalen of hij het stembiljet per e-mail of per post wil ontvangen. Beide experimenten zijn geëvalueerd. In die evaluaties zijn ook de aantallen kiezers genoemd die het stembiljet per e-mail hebben ontvangen.6 Het per e-mail versturen van het stembiljet is bij beide verkiezingen goed verlopen en uit de evaluaties is tevens gebleken dat de kiezers in het buitenland goed overweg konden met het nieuwe stembiljet.

De leden van de D66-fractie vragen voorts waarom de regering, indien de experimenten goed bevallen zijn, er niet voor gekozen heeft om dit in de wet te verankeren en dit in deze wetswijziging mee te nemen. Dezelfde leden constateren dat in een eerdere versie van het conceptwetsvoorstel bepalingen uit de Experimentenwet ten aanzien van vervangende briefstembewijzen en een nieuw model stembiljet in de Kieswet zouden worden opgenomen. Zij vragen waarom dit uit het wetsvoorstel is gehaald en waarom gekozen is voor een verlenging van de Experimentenwet in plaats van een verankering in de Kieswet. De Experimentenwet loopt af per 1 januari 2021. Dat betekent dat alleen nog bij de verkiezing van de leden van het Europees parlement in 2019 geëxperimenteerd kan worden. De wens leeft om ook bij de Tweede Kamerverkiezingen in 2021 te experimenteren. Kiezers in het buitenland kunnen sinds 1 april 2017 een verzoek indienen voor een permanente registratie. De regering houdt er rekening mee dat dit er toe leidt dat Nederlanders zich zullen registreren die niet aan de eerdere experimenten met het nieuwe stembiljet hebben deelgenomen. Gelet daarop vindt de regering het verstandig om niet alleen bij de verkiezingen voor de leden van het Europees parlement in mei 2019 nog een keer te kunnen experimenteren, maar ook bij de Tweede Kamerverkiezingen in 2021. Om deze redenen is ervoor gekozen om de betreffende bepalingen ten aanzien van briefstembewijzen en een nieuw model stembiljet op dit moment nog niet in de Kieswet te verankeren, maar in plaats daarvan een verlenging van de Experimentenwet voor te stellen.

De leden van de DENK-fractie verwijzen naar de voorlichtingsactiviteiten van de gemeente Den Haag en de rijksoverheid ten aanzien van de permanente registratie en vragen wat die activiteiten precies inhouden. De gemeente Den Haag voert jaarlijks een voorlichtingscampagne uit, met als doel de mogelijkheden van de permanente registratie onder de aandacht te brengen van Nederlanders die in het buitenland wonen en Nederlanders die van plan zijn te emigreren. Concreet gaat het om de volgende voorlichtingsactiviteiten:

– Een jaarlijkse online campagne met behulp van informatieve advertenties op diverse nieuwssites en sociale media.

– Geven van informatie op de jaarlijkse emigratiebeurs.

– Uitzenden van informatie over het stemmen vanuit het buitenland via de TV-zender «Het beste van Nederland».

De gemeente Den Haag geeft ten slotte ook informatie via de website www.stemmenvanuithetbuitenland.nl. Het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties laat voor de komende verkiezing van de leden van het Europees parlement een voorlichtingscampagne uitvoeren op Aruba, Curaçao en Sint Maarten.

3. Voorgestelde verlenging van de Experimentenwet

De leden van de VVD-fractie vragen hoe de evaluatie van de Experimentenwet eruit zal zien en of de evaluatie breder zal zijn dan de standaardevaluatie die na verkiezingen wordt gehouden. Ook de leden van de CDA-fractie vragen op welke wijze de evaluatie van de experimenten zal plaatsvinden en welke criteria voor succes of falen zullen worden gehanteerd. De evaluatie zal op eenzelfde wijze plaatsvinden als bij de experimenten die in 2014 en 2017 hebben plaatsgevonden, dat wil zeggen als een bijlage bij de overall evaluatie van de verkiezing die aan de Tweede Kamer wordt gezonden. De evaluatie richt zich vooral op twee aspecten te weten:

1. Draagt het per e-mail kunnen versturen van het stembiljet bij aan de toegankelijkheid van de verkiezing doordat de kiezers het stembiljet sneller ontvangen dan per post en zo meer tijd hebben om hun stem op tijd bij het briefstembureau te krijgen?

2. Begrijpen de kiezers hoe ze het stembiljet moeten invullen om de gewenste keuze te maken en geldig te stemmen?

Ik sluit me aan bij het standpunt van de CDA-fractie dat experimenten met verkiezingen niet langer moeten voortduren dan strikt noodzakelijk is. Zoals ook hiervoor vermeld in paragraaf 2 vindt de regering het vanwege de invoering van de permanente registratie in 2017 van belang om nog een keer te kunnen experimenteren bij een verkiezing van de leden van de Tweede Kamer.

4. Advies en consultatie

De leden van de D66-fractie vragen de regering waarom er niet gekozen is voor verzending van stembescheiden per koerier met track & trace in moeilijk bereikbare gebieden. Ook vragen zij welke kosten hieraan verbonden zouden zijn. Verzending per koerier is mogelijk, echter zijn de kosten hiervan een veelvoud van de kosten van verzending via (priority)post. Dit is eerder besproken in het debat van 14 september 2017 over de evaluatie van de Tweede Kamerverkiezing.7 Opgemerkt wordt verder dat het stembiljet al per e-mail aan de kiezer kan worden gezonden. Dat is veel sneller (en ook goedkoper) dan verzending per koerier. Op dit moment wordt ook onderzocht of het (vervangende) briefstembewijs in de toekomst digitaal naar de kiezer kan worden gezonden (voor meer informatie over dit onderzoek wordt verwezen naar paragraaf 2). Zou dat mogelijk blijken te zijn dan is ook dat een goedkopere oplossing dan verzending per koerier.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
K.H. Ollongren


  1. Bij de verkiezing van de Tweede Kamer in 2017 zijn briefstembureaus ingesteld in Abu Dhabi, Afghanistan, Ankara, Aruba, Bangkok, Cairo, Canada, Canberra, Curaçao, New Delhi, Doha, Irak, Israël, Jakarta, Mali, Moskou, Muscat, Nairobi, Paramaribo, Peking, Sint Maarten, Pretoria, Singapore, Tokio, Washington en Wellington.↩︎

  2. Kamerstukken II 1996/97, 25 306, nr. 3, p. 11.↩︎

  3. Kamerstukken II 2015/16, 34 384, nr. 3, p. 25.↩︎

  4. Kamerstukken II 2017/18, 31 142, nr. 83.↩︎

  5. Kamerstukken II 2018/19, 31 142, nr. 87, p. 4.↩︎

  6. Kamerstukken II 2014/15, 31 142, nr. 46, p. 6–7 en bijlage 10 en Kamerstukken II 2016/17, 31 142, nr. 62 en bijlage blg-811016 (Kiezers buiten Nederland).↩︎

  7. Handelingen II 2016/17, nr. 103, item 5, p. 12.↩︎