Schriftelijke antwoorden op vragen gesteld tijdens de eerste termijn van de begrotingsbehandeling van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit op 31 oktober 2018
Brief regering
Nummer: 2018D51891, datum: 2018-11-01, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (Ooit ChristenUnie kamerlid)
Onderdeel van zaak 2018Z19715:
- Indiener: C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (2017-2024)
- 2018-11-01 19:50: Begroting Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (35000-XIV) (voortzetting) (Plenair debat (wetgeving)), TK
- 2018-11-07 11:15: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (2017-2024)
- 2018-11-14 14:10: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2018-11-21 13:40: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (š origineel)
Bijlage: schriftelijke beantwoording van gestelde vragen in de eerste termijn van de behandeling van de begroting van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit 2019.
Hieronder treft u de beantwoording van een selectie van de gestelde vragen per woordvoerder.
De overige gestelde vragen worden mondeling beantwoord.
Madlener (PVV)
Waarom is de regering niet bereid schuld te erkennen in de Fipronilaffaire en de gedupeerde pluimveehouders (deels) te compenseren?
Zoals ik eerder aan uw Kamer heb aangegeven, bijvoorbeeld in reactie op recente berichtgeving over de steunmaatregelen aan pluimveehouders in Belgiƫ naar aanleiding van de fipronilcrisis (Kamerstuk 26991, nr. 518), is compensatie door de overheid niet aan de orde als schade is veroorzaakt door het handelen van private partijen. In die reactie heb ik ook aangegeven dat terughoudendheid is geboden vanwege een lopende juridische procedure tegen de Staat. Over het rapport van de Commissie Sorgdrager wordt binnenkort in uw Kamer gesproken.
Madlener (PVV)
Wat gaat u doen aan oneerlijke concurrentie door plofkipstallen in OekraĆÆne waar door anders labelen de regels worden omzeild?
Ik heb aan de Europese Commissie aangegeven zorgen te hebben over deze onvoorziene invoer. Het gaat over de invoer van een nieuwe categorie van kippenborst met delen van vleugeltjes, die onder tarieflijn met code 02 07 13 70 van de Gecombineerde Nomenclatuur. De Commissie heeft dit onderzocht en geconstateerd dat deze export onder een heffingvrije tarieflijn uit OekraĆÆne legaal is, op basis van de afspraken die in het associatieakkoord met OekraĆÆne zijn gemaakt. De Commissie is in overleg met OekraĆÆne om een oplossing te vinden, omdat het gebruik van deze tarieflijn voor dit product niet was voorzien.
Over het correct etiketteren van de invoer uit OekraĆÆne geldt dat al het vlees dat de EU binnenkomst moet voldoen aan de Europese eisen op het gebied van voedselveiligheid en etikettering.
De Europese Verordening nr. 1337/2013 bepaalt het vermelden van het land van oorsprong bij vers, gekoeld of bevroren vlees. In dit geval moet vermeld worden dat het dier gehouden en geslacht is in OekraĆÆne. Bij inspectie door Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit (NVWA) in 2017 en 2018 bij de Nederlandse importeur zijn geen tekortkomingen geconstateerd op de etikettering en de herkomstvermelding.
Ik volg dit dossier nauwlettend, maar de Commissie heeft het mandaat voor marktonderhandelingen met derde landen. De bal ligt dus nu bij de Commissie en deze zal de lidstaten op de hoogte stellen van de besprekingen met OekraĆÆne.
Madlener (PVV)
Gaat u in Brussel er een stokje voor steken dat onze bijdragen aan Europa via het nieuwe GLB minder bij Nederlandse boeren en meer in Oost-Europa terechtkomen?
Over de hoogte van de begroting van de Europese Unie (EU) en de verdeling van het geld over de verschillende uitgavencategorieƫn, zoals het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB), wordt onderhandeld in het kader van de discussie over de meerjarenbegroting van de EU. Die verantwoordelijkheid ligt bij de minister van Buitenlandse Zaken (BZ) en in laatste instantie bij de minister-president.
Ik ben tegen een herverdeling van GLB-middelen van Nederland naar lidstaten waar het steunbedrag per hectare onder het Europese gemiddelde ligt. Een dergelijke externe convergentie is niet gerechtvaardigd, want de arbeidskosten en prijzen van landbouwgrond liggen in Nederland veel hoger dan in veel andere lidstaten.
In de Landbouw- en Visserijraad verzet ik mij, samen met een aantal andere lidstaten, daarom met kracht tegen een dergelijke overdracht van middelen. De minister van BZ neemt dezelfde positie in bij de onderhandelingen over het Meerjarig Financieel Kader (MFK).
Madlener (PVV)
De EU sluit een sojadeal met Trump. De fosfaatbalans slaat daardoor nog negatiever uit.Ā Wat is het Nederlandse standpunt hierover?
Commissievoorzitter Juncker heeft met president Trump afgesproken om te werken aan het verhogen van de handel tussen de EU en de Verenigde Staten (VS) in een aantal categorieĆ«n goederen, waaronder sojabonen. Er is dit jaar een hogere import van sojabonen door de EU vanuit de VS, omdat de prijs van soja uit de VS lager is dan die van soja uit andere landen. Sojabonen worden in Nederland niet verbouwdĀ en worden onder andere gebruikt voor veevoer.
Nederland wil in Europa toe naar meer regionale productie vanĀ onder andere soja en andere eiwithoudende gewassen. En daarmee komt ook minder fosfaat, in veevoer, van buiten Europa naar Europa en Nederland.
Madlener (PVV)
In buitenland wordt wel gecompenseerd voor de schade door de droogte, Nederland doet dit als enige niet. Gaat u opkomen voor onze boeren?
De Nederlandse overheid komt zeker op voor de boeren in verband met de droogte. U bent hierover op 2 augustus jl. geĆÆnformeerd (Kamerstuk 27625, nr. 450). Dit betrof maatregelen op het vlak van bijvoorbeeld uitvoering van mestbeleid en het GLB. Verder stimuleer ik dat agrarische bedrijven weerbaarder worden tegen calamiteiten als weerschade en dat wordt gewerkt aan klimaatadaptatie. Daarnaast bestaat de mogelijkheid van het sluiten van een brede weersverzekering waarvoor subsidie op de premie wordt gegeven. Ook wordt gekeken naar het aantrekkelijker maken van de brede weersverzekering, zoals conform het afschaffen van de assurantiebelasting conform de motie-Van der Staaij ā Van Haersma-Buma (Kamerstuk 35000, nr. 36). Binnenkort zal ik uw Kamer informeren over de stand van zaken over de droogte.
Madlener (PVV)
In Nederland worden gewasbeschermingsmiddelen verboden maar in andere landen niet. Ook hier is sprake van oneerlijke concurrentie omdat producten uit het buitenland goedkoop in de Nederlandse supermarkten zal liggen. Wat is de reactie van de minister hierop?
Waar het lid Madlener vermoedelijk op doelt is de mogelijkheid die de verordening biedt aan de lidstaten om tijdelijke vrijstellingen te verlenen voor de periode van maximaal 120 dagen voor het gebruik van niet-toegelaten gewasbeschermingsmiddelen. Wanneer een vrijstelling is verleend wordt deze samen met een onderbouwing van de betreffende lidstaat altijd genotificeerd aan de Commissie. Zo moet onder andere aangetoond zijn dat sprake is van een landbouwkundige noodsituatie, dus rekening houdend met de omstandigheden in de betreffende lidstaat. Verder gelden de Europese regels betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen voor alle EU landen gelden.
Bovendien volg ik wat betreft de goedkeuring van werkzame stoffen de wettenschappelijke advies van European Food and Safety Authority (EFSA) en het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb).
Graus (PVV)
Wilt u een reactie geven op initiatief om dierrechten in de Grondwet te zetten?
Met het verbod op mishandeling en verwaarlozing en de overige bepalingen ter bescherming van het dierenwelzijn in de Wet dieren en het Besluit houders van dieren acht ik het welzijn van dieren voldoende geborgd in Nederland. Ik zie een initiatiefwetsvoorstel van uw Kamer met interesse tegemoet.
Graus (PVV)
Wilt u zorgen voor hogere straffen bij dierenmishandeling? Daarbij denk ik aan gevangenisstraffen en een levenslang houdverbod.
Op dit moment is drie jaar gevangenisstraf mogelijk bij overtreding van het verbod op dierenmishandeling. Diverse andere maatregelen, zoals taakstraffen en een houdverbod als bijzondere voorwaarde bij een voorwaardelijke straf zijn eveneens mogelijk. Begin oktober is een conceptwetsvoorstel op internet geplaatst. Dit wetsvoorstel bevat de aangekondigde maatregelen zoals een zelfstandig houdverbod en het tijdelijk stil kunnen leggen van een inrichting waarin het dierenwelzijn wordt geschaad, waarover de minister van JenV uw Kamer per brief van 30Ā juni 2017 mede namens mijn voorganger heeft geĆÆnformeerd (Kamerstuk 28286, nr. 921). Het toekomstige zelfstandige houdverbod is mogelijk gedurende tien jaar. De minister van JenV gaat over de hoogte van gevangenisstraffen.
Graus (PVV)
Wilt u de aanbevelingen uit het rapport Dier en Recht over maneges uit april 2018 overnemen en in wetgeving omzetten en hier voor het VAO paarden een reactie op geven?
De aanbevelingen van Dier&Recht betreffen adviespunten voor paardspecifieke wetgeving, het opleiden van handhavers en de taken van het vertrouwensloket. Zoals eerder aangegeven wil ik de sector ondersteunen in het zetten van de nodige stappen, zodat het welzijn van paarden wordt geholpen. Meer gebeurt nu via de Gids Goede Praktijken en het Keurmerk Paard en Welzijn.
Het opleiden van inspecteurs is de verantwoordelijkheid van de NVWA en die neemt haar taak serieus. Het vertrouwensloket neemt nooit de inspecties over van de NVWA, maar biedt vrijwillige hulp aan boer en dier. Het advies in het rapport is om daarbij mensen met specifieke paardenkennis in te schakelen. Ik zeg hierbij toe dat ik dit het loket zal bespreken.
Graus (PVV)
Is de minister bereid ervoor te zorgen dat het verbod op dierenmishandeling weer gewoon in het Wetboek van Strafrecht komt te staan?
Dierenmishandeling is strafbaar, ook nu het in de Wet dieren staat. Zowel de dierenpolitie als de Landelijke Inspectiedienst Dierenbescherming (LID) en de NVWA kunnen handhavend optreden tegen dierenmishandeling.
Graus (PVV)
Wilt u samen met JenV dierrechten duidelijker in de wet vastleggen zodat er normatieve grondslagen zijn?
Volgend jaar vindt een evaluatie plaats van de Wet dieren waarbij zal worden gekeken naar zowel de doeltreffendheid als de effecten van de bepalingen op het terrein van dierenwelzijn. Hierbij worden alle relevante partijen gehoord. Indien er redenen zijn de welzijnsbepalingen aan te passen dan zal ik dat dan overwegen.
Graus (PVV)
Wilt u specialistische dierenwelzijnteam NVWA onderbrengen bij JenV?
Uitplaatsing naar het ministerie van JenV zou het toezicht op dierenwelzijn niet beter maken. Binnen de NVWA wordt samengewerkt op het gebied voor dierenwelzijn, diergezondheid en de bestrijding van dierziekten zoals vogelgriep. En juist de aanwezigheid van veel kennis over veel sectoren heen heeft veel meerwaarde. Ook werken de toezichthouders samen met de bijzondere opsporingsambtenaren, het Openbaar Ministerie (OM) en de politie.
Graus (PVV)
Dierenpolitie groeit, ook al heten ze taakaccenthouders. Wilt u ervoor zorgen dat dit team wordt voortgezet?
De minister van JenV is eindverantwoordelijk voor de politie. Op dit moment is er geen intentie het aantal taakaccenthouders te verminderen.
Graus (PVV)
Wilt u er voor zorgen dat de onlangs afgestudeerde veterinair forensisch arts betrokken wordt bij het LED?
Ik ben recent samen met het lid Graus bij de opening van het Landelijk Expertisecentrum Dierenmishandeling (LED) geweest. Ik heb van nabij kennis kunnen nemen van het mooie werk dat de mensen van het LED doen voor het tegengaan van dierenmishandeling.
Ik ga echter niet over de experts die betrokken worden door het LED. Het LED kiest zelf met welke deskundigen zij werkt.
Weverling (VVD)
Naar aanleiding van onze Greenport-motie heeft de Minister onlangs de Kamer geschreven dat zij proactief werkt aan een Tuinbouw Akkoord, een uitvoeringsagenda en verschillende gesprekstafels. Kan de minister aangeven op welke termijn zij denkt een Tuinbouw Akkoord te kunnen sluiten?
Het initiatief voor een akkoord met uitvoeringsagenda komt vanuit de Greenports zelf, het bedrijfsleven en de provincies. Het Rijk is hier actief bij betrokken. Door alle partijen wordt hard toegewerkt om begin 2019 een tuinbouwakkoord te kunnen sluiten en ik heb er het volste vertrouwen in dat dat ook gaat lukken. Ik informeer u voor de zomer 2019 over de uitwerking hiervan.
Weverling (VVD)
Vanmorgen in de Volkskrant spreekt de minister zich uit over de toekomst van CrisprCas. Ik zou de minister willen uitnodigen om haar standpunt ook in haar eerste termijn hier met onze kamer te delen en tegelijkertijd aan ons uit te leggen hoe zij in Brussel denkt voor elkaar te krijgen dat de CrisprCas-technologie alsnog doorgevoerd gaat worden en wij niet op achterstand komen. Hoe denkt de minister dit aan te pakken in Brussel?
Over de inzet van het kabinet wordt u op korte termijn geĆÆnformeerd door de staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat (IenW), mede namens mijzelf en de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS).
Weverling (VVD)
De uitspraak van het Europese Hof over CrisprCas is ook schadelijk voor ons vestigingsklimaat. Nederland is van oudsher een land met veel zaadveredelingsbedrijven en dus veel kennis hierover. Kan de minister toelichten of zij signalen heeft ontvangen van bedrijven in deze sector die Nederland of de EU zouden willen verlaten vanwege deze uitspraak? Zo ja, wat gaat de minister hieraan doen?
Ik heb verschillende bedrijven en organisaties gesproken en ken deze signalen. Voor de inzet van het kabinet verwijs ik u naar de brief die uw Kamer op korte termijn zal ontvangen van de staatssecretaris van IenW, mede namens mijzelf en de minister van VWS.
Weverling (VVD)
In haar brief over Kwekersrecht van vorige week schrijft de minister āde afgelopen jaren is de financiering van deze additionele taken onder druk komen te staan (ā¦) tussen de partijen zal ik conform het advies van de Auditdienst Rijk de financiĆ«n met ingang van 2019 weer op voldoende niveau brengenā. Kan de minister toelichten wat zij bedoelt met āop voldoende niveau brengenā?
Gebleken is dat het huidige niveau van financiering van de Raad voor Plantenrassen geen recht doet aan de taken die de Raad heeft. Vandaar dat ik besloten heb, in overleg met de Raad, met ingang van de begroting 2019 hier binnen mijn begroting meer middelen voor vrij te maken. Voldoende niveau betekent voor mij dat we in Nederland in staat zijn een wereldwijde toppositie te blijven innemen op het gebied van kwekersrecht onderzoek en de overige wettelijke taken die de Raad uitvoert.
Weverling (VVD)
Kan de Minister mondeling toelichten waaruit nu precies haar afspraak bestaat met Almere m.b.t. de Floriade? Wanneer is de Floriade in Almere ook voor het kabinet geslaagd? En kan de minister toezeggen de Kamer jaarlijks te informeren over de voortgang van de innovatieve projecten en de daaraan gekoppelde financiƫn?
Er is in de afgelopen periode door betrokken partijen een gezamenlijke agenda opgesteld voor de voorbereiding van de Floriade. Deze partijen betreffen de gemeente Almere, Floriade Almere 2022 BV, de beoogde ontwikkelaar van het Floriade-terrein en de toekomstige woonwijk, en betrokken ministeries. Tevens is met deze partijen een niet-limitatieve lijst van innovatieve projecten opgesteld waarmee wordt beoogd om op grote schaal nieuwe oplossingen voor duurzame stedelijke ontwikkeling toe te passen.
Het Rijk heeft in 2015 aangegeven dat het zich inzet om ā¬ 5 tot 10 miljoen beschikbaar te stellen voor een gezamenlijke inhoudelijke en innovatieve agenda. Aan de gemeente Almere is nu een bedrag van ā¬ 2,5 miljoen beschikbaar gesteld om de voorbereiding van innovatieve projecten ter hand te kunnen nemen. Almere en anderen kunnen daar voorstellen voor doen. Voor de voorbereidingskosten van dergelijke gemeentelijke projectvoorstellen wordt 10% van het betreffende projectbudget als voorbereidingskosten van de gemeente Almere aangemerkt. Met betrokken partijen wordt een convenant gesloten over de invulling van de rest van het bedrag. Ik heb uw Kamer hierover geĆÆnformeerd middels mijn brief van 30 oktober jl.
Het kabinet acht de Floriade geslaagd als met deze wereldtentoonstelling vooruitstrevende Nederlandse oplossingen voor stedelijke ontwikkeling in de praktijk zijn toegepast op de thema's klimaat en energie, voeding, gezondheid, circulariteit en mobiliteit. Daarmee kunnen deze aan het (internationale) publiek worden getoond en kan aan nationale en internationale relaties de innovatiekracht van Nederland getoond worden.
Ik ben bereid om de Kamer jaarlijks te informeren over de voortgang van de Floriade.
Weverling (VVD)
Wie is er verantwoordelijk is voor Toezicht en Handhaving in natuurgebieden, zijn dat de grondeigenaren en natuurbeheerders of is dat de overheid? En wie betaalt de opruimkosten? Het kan toch niet zo zijn dat de natuurorganisaties dit zelf moeten betalen? Is de minister bereid om tot een plan van aanpak te komen dat ook echt samen met de natuurorganisaties is opgesteld?
Met het plan van aanpak āVersterking toezicht en handhaving in het buitengebiedā dat op 30 oktober jl. naar uw Kamer is gestuurd willen de minister van JenV en ik samen met alle betrokken partijen het toezicht en de handhaving in het buitengebied versterken, de illegale activiteiten in het buitengebied terugdringen en de veiligheid van de boswachters en andere toezichthouders vergroten.
Dit plan van aanpak biedt daartoe alle mogelijkheid en partijen in het veld zijn hierover ook geconsulteerd. Het lijkt me dan ook niet juist een nieuw plan van aanpak te maken. Onze ambitie is om het plan nu verder uit te werken met alle betrokken partijen, waaronder natuurlijk ook de natuurorganisaties. Daarmee nemen we uiteraard alle signalen uit de praktijk en ook de punten die de VVD-fractie noemt mee. Een afspraak voor een eerste bijeenkomst, dit jaar nog, is al gemaakt.
Het lid Weverling vroeg ook naar de verantwoordelijkheidsverdeling. Net als op vele andere gebieden is het in het algemeen zo dat de eigenaren/beheerders verantwoordelijk zijn voor het toezicht en de handhaving op hun eigen terrein. Maar het plan van aanpak beoogt hen daarbij wel te ondersteunen. Daarnaast ligt uiteraard de generieke verantwoordelijkheid voor openbare orde en veiligheid in de veiligheidsketen (politie, OM en de rechtelijke macht).
Over de opruimkosten in geval van drugsdumping hebben de staatssecretaris van IenW en de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelatie (BZK) toegezegd een brief naar uw Kamer te sturen voor de begrotingsbehandeling van het ministerie van JenV.
Weverling (VVD)
Kan de minister toezeggen om voor de begroting 2020 wel aandacht te hebben voor de doelstellingen, prestaties en middelen, en wat de effecten zijn van gevoerd beleid en te gaan werken met prestatie-indicatoren, om daarmee uitvoering te geven aan de motie Weverling van 4 juli 2017?
Tijdens het wetgevingsoverleg (WGO) over het jaarverslag 2017 heb ik al aangegeven dat ik bekijk hoe ik de begroting 2020 zo kan aanpassen, uiteraard indachtig de motie van het lid Weverling. We zullen dat doen aan de hand van de beleidsprioriteiten. Dat heeft ook een relatie met de LNV-visie.
Geurts (CDA)
Het kabinet investeert in de landbouw met een fonds voor jonge boeren en met het ondersteunen van een sanering van de varkenshouderij in veedichte gebieden. Daarvoor gaat dit kabinet de positie van boeren in de keten versterken door oneerlijke handelspraktijken aan te pakken en samenwerking tussen boeren makkelijker te maken. In 2019 moeten al deze plannen tot uitvoering komen? Wat is het tijdspad voor het jonge boerenfonds? Wanneer kunnen varkensboeren zich melden voor sanering, en wanneer ligt het mededingingsrechtpakket voor in de Kamer?
Jonge boerenfonds?
Ik zal uw Kamer zeer binnenkort informeren over hoe ik met het Bedrijfsovernamefonds Jonge Boeren startende agrarische ondernemers extra financiƫle ruimte wil geven om op het moment van bedrijfsovername te investeren in bedrijfsverbetering en duurzaamheid. Begin volgend jaar zal ik een regeling openstellen die het eigen vermogen, en daarmee het leenvermogen van de startende boer of boerin versterkt.
Sanering varkensboeren
Intussen ben ik het gemaakte Hoofdlijnenakkoord omtrent Sanering en Verduurzaming Varkenshouderij (Kamerstuk 28973, nr. 200) aan het uitwerken. Daar hoort uiteraard het saneringsspoor bij, dat vorm wordt gegeven in een saneringsregeling van het Rijk. Deze regeling hopen wij in het vroege voorjaar te publiceren. Vanaf dat moment kunnen boeren bezien of zij deel willen en kunnen deelnemen. Dat vergt een goede afweging, want stoppen met je bedrijf doe je niet zo maar. Steun en begeleiding bij het nemen van je beslissing (flankerend beleid in provincies en gemeenten) is cruciaal en vergt de nodige tijd. Daarom zullen we de regeling pas in de zomer open gaan stellen in een eerste tranche, zo is voorzien. De planning is dan vervolgens om een tweede tranche in de zomer van 2020 open te stellen (een jaar later).
Mededingingsrechtpakket
De staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat (EZK) werkt op dit moment in nauwe samenwerking met het ministerie van LNV aan een wetsvoorstel tot aanpassing van de Mededingingswet om uitzonderingen op de Mededingingswet voor de land- en tuinbouwsector op te nemen. Deze aanpassing zal de mogelijkheden die volgen uit het Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie (VWEU) en het GLB beter inzichtelijk maken voor ondernemers. De verwachting is dat in het voorjaar van 2019 de internetconsultatie geopend kan worden. Het streven is om de aangepaste wet in 2020 in werking te laten treden.
Geurts (CDA)
Wanneer gaat de minister de knoop doorhakken over het reguliere pachtbeleid? We zouden graag zien dat de inzet van de staatssecretaris van BZK om agrarische gronden van het Rijksvastgoedbedrijf in langdurige pacht te gaan uitgeven als voorbeeld hiervoor dient.
Ik zal op korte termijn ā in ieder geval nog dit jaar ā in een brief aan uw Kamer uiteenzetten op welke wijze ik de herziening van het pachtbeleid vorm wil geven.
Geurts (CDA)
Het CDA pleit voor een sterke marktpositie voor een duurzaam geteeld product. Van de andere kant zien we dat door een afnemend middelenpakket belangrijke teelten die ook van groot economisch belang zijn dreigen te verdwijnen. In hoeverre wordt de sector de tijd gegund om aan nieuwe doelstellingen te voldoen?
In de LNV-visie heb ik als doel opgenomen dat de sector in 2030 de gewasbescherming uitvoert volgens de principes van de geĆÆntegreerde gewasbescherming, zoveel mogelijk gebruik makend van weerbare plant en teeltsystemen, preventieve maatregelen en, indien nodig, gebruik makend van laagrisico gewasbeschermingsmiddelen. Dit zie ik als haalbaar, maar nog meer als noodzaak, omdat ik voorzie dat het huidig beschikbare middelenpakket zal afnemen door herbeoordelingen van werkzame stoffen, economische afwegingen van toelatinghouders en maatschappelijke ontwikkelingen. Het gaat dus niet zozeer over de tijd die de overheid de sector gunt, maar de urgentie waarmee de sector, waar mogelijk geholpen door de overheid, toewerkt naar dat doel. Daartoe werk ik met sectororganisatie aan een nieuwe visie voor gewasbescherming voor het einde van dit jaar, gevolgd door een uitvoeringsprogramma voor komende zomer.
Geurts (CDA)
Mestverwerking, slim mestgebruik en kunstmestvervangers zijn nodig om verstedelijking op te vangen. Daarom het voorstel dat als er agrarische gronden onttrokken worden voor grootschalige stedelijke woningbouw, de overheden een financiƫle bijdrage leveren aan een fonds voor innovatief en slim mestgebruik. Kan de minister hier een reflectie op geven?
Ik besef dat het wegvallen van landbouwgronden de plaatsingsruimte voor mest in Nederland doet afnemen. Mestverwerking en kunstmestvervanging die deze afname aan plaatsingsruimte kunnen opvangen worden nu al op meerdere manieren gestimuleerd zoals via SDE+-subsidies, pilotprojecten in kader van het zesde Actieprogramma Nitraatrichtlijn en de realisatie van het Centrum voor Mestverwaarding.
Woningbouwprojecten zijn de verantwoordelijkheid van decentrale overheden, dus ik kan niet zonder deze partijen tot deze afweging komen.
Geurts (CDA)
Vele melkveehouders zijn ook door de zogenaamde kalverfraude onterecht in een verdachte bank geplaatst. Het ging uiteindelijk om 75 boeren. En ik ben benieuwd hoeveel daarvan uiteindelijk veroordeeld zullen gaan worden. Heeft de minister plannen hoe de sector geholpen kan worden om haar imago verder te versterken?
Er worden 75 boeren strafrechtelijk vervolgd. Bij 1439 andere bedrijven bleek de administratie niet in orde te zijn, hetgeen binnen het Identificatie & Registratie (I&R)-systeem wel het geval hoort te zijn. Deze bedrijven hebben een naheffing gekregen van in totaal ā¬ 2,7 miljoen. Bedrijven die onterecht geblokkeerd zijn krijgen een brief waarin wordt aangegeven dat het bedrijf onterecht geblokkeerd was. Bedrijven uit deze groep die onterecht zijn geblokkeerd en van mening zijn dat zij door de blokkade schade hebben geleden, kunnen een schadeclaim bij de NVWA indienen. De NVWA zal dit verzoek in behandeling nemen en als er sprake is van aantoonbare schade als gevolg van de onterechte blokkade zal deze worden vergoed.
Evengoed is het ook voor mij van groot belang dat het imago van de sector wordt versterkt. Juist daarom is ook de LNV-visie die ik heb gepresenteerd zo belangrijk. Daarmee wil ik laten zien dat er toekomst is voor de landbouw in Nederland en dat er veel reden is om trots te zijn op deze sector. Door de boer en de burger weer beter in verbinding te brengen wil ik zorgen dat er weer meer waardering ontstaat voor de boer en hoe deze bijdraagt aan de productie van ons dagelijks voedsel.
Geurts (CDA)
In maart jl. werd een motie van CDA/D66 en VVD aangenomen die de regering verzocht voor de Kwaliteitskeuring Dierlijke Sector (KDS) in overleg met het bedrijfsleven een toekomstscenario uit te werken, en de Kamer voor de komende begroting daarover te informeren.
Kan de minister de stand van zaken toelichten?
Mede naar aanleiding van uw motie (Kamerstuk 33835, nr. 67) om voor de Kwaliteitskeuring Dierlijke Sector (KDS) in overleg met het bedrijfsleven een toekomstscenario uit te werken heb ik een verkenner opdracht gegeven om de verschillende opties voor KDS nogmaals te beoordelen. Rond de jaarwisseling zal deze verkenner verslag aan mij doen. Na afronding van zijn werkzaamheden zal ik uw Kamer zo spoedig mogelijk informeren over de resultaten daarvan en mijn standpunt daarover.
Futselaar (SP)
Ziet de minister aanleiding om in te grijpen in geitenaantallen nu twee provincies al een stop hebben aangekondigd?
Het VGO-onderzoek bevestigt dat rond geitenhouderijen er een licht verhoogd risico op het oplopen van een longontsteking bestaat. Nader onderzoek moet uitwijzen wat hiervoor de verklaring is. Dit onderzoek is in gang gezet. Dit onderzoeksprogramma (VGO3) moet, gezien de onzekerheden rondom de oorzaken van het verhoogde risico op longontsteking rondom geitenhouderijen, meer duidelijkheid geven over de oorzaak daarvan en mogelijkheden voor het nemen van passende maatregelen. Gelet hierop heb ik op dit moment geen aangrijpingspunt om in te grijpen in de aantallen geiten in Nederland. Het bevoegd gezag kan op grond van het omgevingsrecht uit voorzorg maatregelen nemen. Vijf provincies (Noord-Brabant, Gelderland, Utrecht, Overijssel en Zuid-Holland) en de gemeente Nederweert hebben inmiddels een tijdelijk bouwstop voor geitenstallen afgekondigd.
Futselaar (SP)
Kan de minister aangeven wat zij gaat doen om snelheid in het proces te houden van het zesde actieprogramma nitraatrichtlijn in relatie tot het feit dat de deadline van 30 juni 2018 is gemist?
Het lid Futselaar doelt op de uitvoering van de afspraken uit de bestuursovereenkomst over de aanpak van nitraatuitspoeling bij grondwaterbeschermingsgebieden. Zoals aangegeven in mijn brief van 10 oktober jl. over de stand van zaken (Kamerstuk 33037, nr. 313) verloopt de uitvoering van de overeenkomst naar wens. Het lid Futselaar heeft gelijk dat er in de opstartfase een aantal wijzigingen heeft plaatsgevonden zoals de aanpassingen in specifieke gebieden. De start lag dus niet in alle gebieden op 30 juni 2018, maar er zit weldegelijk snelheid in het proces. Begin volgend jaar zal een evaluatie uitgevoerd worden, waarna uiterlijk 30 juni 2019 in bestuurlijk overleg zal worden besloten of de uitgewerkte aanpak voldoende perspectief biedt om de uitspoeling van nitraat naar het grondwater in de betreffende gebieden afdoende te reduceren. Dit is een duidelijke stok achter de deur om de snelheid in het proces te houden. Gezien de huidige constructieve samenwerking heb ik er vertrouwen in dat de betrokken partijen hierin zullen slagen.
Futselaar (SP)
Als juridische basis voor de PAS wegvalt als het Europees Hof op 7 november met een uitspraak komt, en de provincies op 8 november zeggen geen vergunningen meer uit te kunnen geven, wat gaat de minister dan op 9 november doen?
Zoals het lid Futselaar aangeeft zal het Europese Hof van Justitie op 7 november a.s. een uitspraak doen over het PAS. De nationale rechter zal na het arrest van het Europese Hof nog een einduitspraak moeten doen (zoals ook gezegd in Kamerstuk 32670, nr. 139). Om niet vooruit te lopen op de einduitspraak van de nationale rechter, zal ik uw Kamer mijn inhoudelijke reactie pas na deze einduitspraak kunnen geven. Ondertussen werken PAS-partners gezamenlijk verschillende scenarioās uit voor de uitkomsten van de juridische procedures, waarbij ook aanpassingen aan het PAS worden verkend. Op basis van de uitspraken wordt bezien of er gevolgen zijn voor het PAS en welke dat zijn.
Futselaar (SP)
Is de minister bereid een brief te sturen met daarin de criteria voor de projecten die in aanmerking willen komen voor de regiodeals?
Op 8 juni 2018 (Kamerstuk 29697, nr. 48) heb ik uw Kamer geĆÆnformeerd over de criteria waarop de voorstellen van de regioās voor mogelijke Regio Deals zullen worden getoetst. Het afwegingskader is ook gepubliceerd in de Staatscourant (strct-2018-32735). Ook in de schriftelijke beantwoording op de feitelijke Kamervragen over de begroting van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) voor 2019 ben ik ingegaan op deze criteria (vraag 517). Op basis van deze criteria zal ik, in overleg met de minister van BZK, in het najaar besluiten welke voorstellen van de regioās, mede rekening houdend met een evenwichtige verdeling over de vier landsdelen en met de vorige tranche van de zes opgaven in het Regeerakkoord genoemde opgaven, tot Regio Deal zullen worden uitgewerkt. Ik verwacht uw Kamer binnen enkele weken hierover te kunnen informeren. De Regio Deals zullen, wanneer zij zijn ondertekend, naar uw Kamer worden verzonden.
De Groot (D66)
Waar blijft het bodempaspoort?
Zoals aangegeven in de aan uw Kamer toegezonden bodemstrategie, zijn instrumenten en indicatoren voor het bepalen van de bodemkwaliteit op bedrijfsniveau, zoals het bodempaspoort, nog niet uitontwikkeld en is de toepassing nu nog versnipperd. Prioriteit in het bodemprogramma voor 2019 is om met betrokken partijen te werken aan een eenduidige en praktisch hanteerbare set indicatoren en breed toepasbare instrumenten om bodemkwaliteit (chemisch, fysisch Ć©n biologisch) inzichtelijk en meetbaar te maken voor gebruikers. Hierbij wordt de optie voor een bodempaspoort in meegenomen.
Daarbij maken we onder meer gebruik van onderzoek uit de Publiek Private Samenwerking (PPS) duurzame bodem, die is gericht op meting van de brede bodemkwaliteit. Ook is van belang het onderzoek naar duurzaam bodembeheer en koolstofvastlegging gericht op meting van koolstofvastlegging dat ik dit jaar ben gestart in het kader van de klimaatopgave.
De Groot (D66)
AVVās zijn belangrijk voor bereiken van de kringlooplandbouw, hoe gaat de minister dit doen?
De integrale Gemeenschappelijke Marktordeningsverordening (iGMO) biedt lidstaten de mogelijkheid om producentenorganisaties en brancheorganisaties te erkennen. Diezelfde iGMO maakt het mogelijk om voorschriften van, of financiĆ«le bijdragen aan, erkende organisaties onder bepaalde voorwaarden verbindend te verklaren (AVV) voor niet bij die erkende organisaties aangesloten marktdeelnemers. Nederland is Ć©Ć©n van de zeven EU-lidstaten die gebruik maakt van deze mogelijkheid. Tot op heden zijn vier onderzoeks- en innovatieprogrammaās in uiteenlopende agro-sectoren algemeen verbindend verklaard. Dergelijke onderzoeks- en innovatieprogrammaās kunnen inderdaad een belangrijke bijdrage leveren aan de omslag naar kringlooplandbouw. Ook in het nieuwe GLB zal deze mogelijkheid voor het verbindend verklaren waarschijnlijk blijven bestaan.
De Groot (D66)
De inkomenssteun van het Europese landbouwbeleid dient niet alleen zoveel mogelijk ondersteunend te zijn aan de klimaatopgave, maar ook aan de transitie naar Kringlooplandbouw. Kan de minister een heldere toezegging doen dat in uitwerking GLB begrippen klimaat en kringlooplandbouw in Ć©Ć©n adem worden genoemd?
Over mijn inzet voor het toekomstig GLB heb ik met uw Kamer de afgelopen periode veelvuldig gesproken. Daarbij is van mijn zijde steeds onderstreept dat ik het toekomstige GLB wil benutten om bij te dragen aan maatschappelijke doelen als klimaat en leefomgeving. Meer recentelijk heb ik in de LNV-visie de transitie naar kringlooplandbouw als cruciaal bestempeld om de noodzakelijke veranderingen in de landbouw te realiseren. Daarmee vormen de beide elementen die het lid de Groot in zijn vraag noemt nadrukkelijk en in samenhang prominente doelen voor mijn inzet voor het toekomstige GLB.
De Groot (D66)
Is de minister aan de slag gegaan met het verdwijnen van het koraal in ons CaraĆÆbisch gebied o.m. door haperende waterzuiveringen en dampende vuilstorten?
Het koraal in Caribisch Nederland staat onder grote druk. Dit geldt voor zowel de omvang als de kwaliteit. De belangrijkste bedreigingen zijn klimaatverandering en erosie veroorzaakt door loslopende geiten. Het tegengaan van klimaatverandering kan alleen aangepakt worden door internationale actie om de CO2 emissies vergaand te verminderen.
Ik zorg ervoor dat de volgende acties mogelijk zijn:
Ik laat monitoren en onderzoeken hoe het staat met het koraal om zo te leren welke acties nodig zijn om het koraal re beschermen.
Op Bonaire kan en moet erosie aangepakt worden zodat de gezondheid en weerstand van het koraalrif zo hoog mogelijk wordt. Door afspoeling van geƫrodeerd materiaal eutrofiƫert vertroebelt het water waardoor koraal afsterft. De belangrijkste oorzaak van deze erosie zijn de circa 30.000 loslopende geiten. Om dit aan te pakken stel ik middelen beschikbaar uit de Regio envelop als onderdeel van het project landbouwontwikkeling Bonaire (Tweede Kamer, 29697, nr 54).
Bij St Eustatius loopt een project om koraal te herstellen door middel van transplantatie: herstel vindt plaats door opgekweekt koraal uit te zetten in het bestaande koraal.
Ook in de andere landen van het Koninkrijk, Sint Maarten, CuraƧao en Aruba staat het koraal onder druk. Haperende waterzuiveringen en dampende vuilstorten kunnen daaraan bijdragen. Mijn mogelijkheden zijn beperkt om de andere landen van het Koninkrijk actie te ondernemen. Wel heb ik begrepen dat op Sint Maarten het Openbaar Ministerie een onderzoek is gestart naar de vuilstortplaats. Wat betreft CuraƧao heb ik begrepen dat de overheid op de hoogte is van de problematiek met betrekking tot waterzuivering.
In het kader van het beheer van de Exclusieve Economische Zone van de landen van het Koninkrijk wordt al zoveel mogelijk samengewerkt met de andere landen. Recentelijk heeft Sint Maarten zich hierbij aangesloten. Indien er behoefte bestaat bij de andere landen om de samenwerking uit te breiden , dan sta ik daar voor open.
De Groot (D66)
Hoe staat het met de planning van de beheerautoriteit Waddenzee? Het programma āNaar een Rijke Waddenzee, het actieplan broedvogels en Swimways Waddenzee lopen in 2018 af. Hoe neemt u dit mee in toekomstperspectief Waddenzee?
Ik verwacht dat de minister van IenW en ik u begin 2019 de contouren van de Beheerautoriteit Waddenzee kunnen schetsten.
Het programma āNaar een Rijke Waddenzeeā loopt in 2018 af. Ik ben in overleg met betrokken partijen waaronder de Waddenprovincies om afspraken te maken over een nieuwe periode vanaf 2019.
Het actieplan broedvogels en swimways Waddenzee zijn nog niet gestart. Het zijn nieuwe plannen die ingediend zijn bij het Waddenfonds waar ook een beroep wordt gedaan op mij. Ik ben met betrokken partijen in gesprek om te bezien hoe ik kan bijdragen aan beide plannen. In de trilaterale Waddenzeesamenwerking met Duitsland en Denemarken neem ik mijn verantwoordelijkheid op het terrein van vogels en vissen, zoals recent is afgesproken in de Verklaring van Leeuwarden van mei 2018 (waarover ik u heb geĆÆnformeerd met Kamerstuk 29684, nr. 162).
De Groot (D66)
Hoe voorkomt de minister dat klimaatadaptatie en de energietransitie negatieve gevolgen hebben voor natuur en landschap?
Om te voorkomen dat klimaatadaptatie negatieve gevolgen heeft voor natuur en landschap werk ik onder andere samen met de provincies en het ministerie van IenW aan het robuust maken van de natuur, zodat die veerkrachtig blijft. De natuur kan een belangrijke rol spelen bij het opvangen van klimaatverandering. Actief gebruik maken van de eigenschappen van de natuur helpt hierbij, zowel in het buitengebied als in steden. Voorbeelden zijn de ontwikkeling van nieuwe natuur in het rivierengebied in het programma āRuimte voor de rivierā en het nieuwe programma Ecologie Grote Wateren waar ik samen met het ministerie van IenW aan werk. In het kader van de Nationale klimaatadaptatiestrategie (NAS) wordt vĆ³Ć³r de zomer 2019 een actieprogramma klimaatadaptatie natuur opgesteld.
De energietransitie kan veel gevolgen hebben, ook voor natuur en landschap. In het bijzonder windmolens zullen een grote impact hebben. Ik maak mij er sterk voor deze impact zo minimaal mogelijk te houden. Bij de ruimtelijke afwegingen zullen natuur, landschap en landbouw een belangrijke rol spelen in de strategieƫn voor energie en klimaat. Bij het opstellen van het klimaatakkoord en de NOVI zal hier aandacht voor zijn.
De Groot (D66)
In de coalitie Natuurlijke Klimaatbuffers werken natuur- en milieuorganisaties samen aan klimaatbufferprojecten. Ziet de minister mogelijkheden deze projecten te ondersteunen?
De klimaatbufferprojecten worden ondersteund via het programma LIFE IP Deltanatuur van het ministerie van LNV. In dat programma werk ik samen met vele partners om onze natuurambities in de grote wateren sneller en slimmer te realiseren. Wij werken met de coalitie samen om hun initiatieven te verbinden met lopende en toekomstige uitvoeringsprogrammaās, zoals het hoogwaterbeschermingsprogramma en het Deltaprogramma.
De Groot (D66)
Ik weet dat de minister hard werkt aan de realisatie van het deel van het Regeerakkoord over Nationale Parken, maar wat is de planning?
Met de betrokken partijen wordt gezamenlijk gewerkt aan de kwaliteitssprong naar nationale parken van de toekomst, zoals bedoeld met de motie Jacobi-Van Veldhoven uit 2014 (Kamerstuk 34000, nr. 76). Er is al veel in beweging gezet, vooral door de nationale parken zelf.
Ik ondersteun het stelsel van nationale parken via de financiering van het nationale parkenbureau en met geld voor educatie. Het bureau ondersteunt tot en met 2022 de parken met marketing, kennisuitwisseling en implementatie van de standaard die als werkkader is opgesteld.
Veel parken zijn hier inmiddels mee aan de slag.
Ik ben met de gezamenlijke provincies in overleg over de mogelijke gezamenlijke aansturing van het bureau, de positie van de standaard en wat hiervan de financiƫle consequenties zijn.
Zodra er meer bekend is, zal ik uw Kamer hierover informeren.
Ik zie overigens veel positieve ontwikkelingen bij parken. Ik heb net het gebied Nieuw Land als 21e nationale park aangewezen. In andere provincies zie ik parken in oprichting, zoals de gebieden Hollandse Duinen, NL Delta en Van Gogh.
Moorlag (PvdA)
Is de minister bereid die stappen te zetten, om de ruimte voor ruimte regeling meer ruimte te geven, aan te jagen en tot snellere sanering veehouderij te komen?
Bij de Sanering van de Varkenshouderij hebben we afspraken gemaakt op decentraal niveau over herbestemming van vrijkomende locaties. De decentrale overheden zijn het bevoegd gezag voor het ruimtelijk ordeningsbeleid waaronder het āruimte voor ruimteā beleid.
Moorlag (PvdA)
Kan minister verzekeren dat het Rijk een redelijke bijdrage kan leveren aan de Floriade? Kan Almere zonodig aanspraak maken op een bijdrage uit de Regio- of Klimaatenveloppe?
Het Rijk zet zich er voor in om van de Floriade een succesvolle wereldtentoonstelling te maken en zal daar gedegen aan bijdragen, zoals u in mijn brief aan uw Kamer van 30 oktober jl. over de Floriade kunt lezen. Over de voorbereidingen voor de Floriade worden afspraken gemaakt tussen de samenwerkende partijen over zowel de agenda als financiƫle bijdragen. Dit gebeurt in goed overleg met gemeente Almere
Innovatieve projecten op de Floriade die bijdragen aan de realisatie van specifieke Rijksdoelen kunnen uit daarvoor beschikbare programmamiddelen worden gefinancierd, binnen de daarover geldende procedure en regels.
Dik-Faber (CU)
In juni heeft de minister een brief naar de Kamer gestuurd over versterking van de positie van de boer in de keten. Hoe staat het met de uitvoering en het versterkt toezicht door de ACM op oneerlijke machtsverhoudingen in de keten?
In mijn brief aan uw Kamer van 29 juni jl. heb ik aangegeven hoe ik de positie van boeren wil verbeteren (Kamerstuk 28625, nr. 257). Het gaat daarbij om de aanpak van de belangrijkste oneerlijke handelspraktijken, het verduidelijken en stimuleren van samenwerking, het creƫren van ruimte voor samenwerking met het oog specifiek op duurzaamheid en dierenwelzijn, en de beloning voor het voldoen aan bovenwettelijke eisen.
Met alle vier de trajecten is inmiddels een start gemaakt met de concrete uitwerking daarvan. Afhankelijk van hoe de Brusselse besluitvorming over het voorstel voor een richtlijn Oneerlijke handelspraktijken in de voedselvoorzieningsketen verloopt, streef ik er naar na de zomer van 2019 een samenhangend pakket van wetsvoorstellen naar de Raad van State te sturen voor de wettelijke verankering van verboden oneerlijke handelspraktijken, het aanwijzen van de Autoriteit Consument en Markt (ACM) als publiekrechtelijk systeemtoezichthouder op de naleving van de OHP-regelgeving en het beleggen van geschilbeslechting bij de Stichting Geschillenbeslechting Bedrijfsleven. Verder zal in 2019 bij de ACM het agro-nutri team van start gaan met de oprichting van de monitor. De eerste resultaten worden eind 2019/medio 2020 verwacht. Ten slotte wil ik in de loop van 2019 een voorstel presenteren tot wijziging van nationale mededingingswetgeving, zodat de EU-rechtelijke uitzonderingen op samenwerking tussen boeren expliciet benoemd zijn.
Over de voortgang van wetsvoorstel Ruimte voor duurzaamheidsinitiatieven zal de staatssecretaris van EZK zal uw Kamer informeren.
Dik-Faber (CU)
Is de minister bereid samen met de sector een beleidsagenda op te stellen voor versterking en professionalisering van de multifunctionele landbouw en om knellende wet- en regelgeving in beeld te krijgen en weg te nemen? Is zij ook bereid om samen met de sector en Wageningen Universiteit & Research aan de slag te gaan om meer actuele kennis te vergaren over omvang en impact van Multifunctionele Landbouw?
Ik ben bereid om samen met de sector de obstakels waar deze producenten tegenaan lopen te onderzoeken. Zo worden zij vaak geconfronteerd met regelgeving die is gebaseerd op grootschalige productiesystemen. Het is voor hen door de kosten en/of de administratieve last die hiermee gemoeid gaat soms niet mogelijk hieraan te voldoen. Daarom zal de overheid passende wet- en regelgeving ontwikkelen, zodat meer ruimte ontstaat voor versterking en professionalisering van multifunctionele landbouw.
Specifiek voor de knellende regelgeving is het Agroloket ingericht. Dit Agroloket is een jaar geleden online gegaan. Sindsdien zijn er vijf knelpunten bij dit loket gemeld. Dit waren vooral vragen over vermeende wettelijke onmogelijkheden bij voorgenomen innovaties op het bedrijf.
Onlangs is een opdracht aan Wageningen University & Research (WUR) verleend om een nieuwe meting van de structuur- en omzetontwikkeling van de multifunctionele landbouw in Nederland uit te voeren. De resultaten van deze meting zullen in 2019 worden opgeleverd.
Dik-Faber (CU)
Vorig jaar heb ik een motie van de heer Geurts mede ingediend om het World Food Center in Ede tot een gezamenlijk succes te maken. Hoe staat het met de uitvoering? Het gaat mij niet om een gebouw, maar om het concept. Juist via het World Food Center (WFC) weten boeren, wetenschap en consumenten elkaar te vinden rondom het thema voedsel. Graag een reactie.
Begin oktober heeft voor een ruim gezelschap van betrokkenen en belangstellenden de āFinale presentatie Masterplan WFCā plaatsgevonden. De volgende fase is die van het ontwerp, ook wordt verder aan de business case gewerkt en daarna volgt de fysieke realisering. In het masterplan is beschreven op welke doelgroepen het WFC zich richt: in eerste instantie op kinderen (met hun familie), scholieren, studenten en internationale bezoekers.
Centraal in het WFC staat het āExperience Centerā waar bezoekers op unieke wijze inzicht krijgen in de voedselketen en geĆÆnspireerd worden bewuste en duurzame keuzes te maken over hun voedsel. Bezoekers gaan op voedselavontuur aan de hand van vier flexibele tentoonstellingen: over het menselijke lichaam (persoonlijk voedsel kiezen dat gezond is voor de mens en duurzaam voor de aarde), de voedselwaardeketen (internationale aspect, veiligheid en kwaliteit), wereldwijde voedseluitdagingen (nieuwe manieren van voedselproductie nodig met het oog op klimaatverandering) en de vooraanstaande rol van Nederland in de wereld als belangrijke voedselproducent (belangrijkste innovaties/vooruitgang en neveneffecten van vooruitgang).
Het Rijk denkt en spreekt mee over de wijze waarop de verschillende themaās binnen het WFC een goede invulling kunnen krijgen: voedseleducatie, onderzoek naar gezond en duurzaam voedselgedrag van consumenten en het WFC als etalage van wat Nederland als vooraanstaand agrokennisland de wereld te bieden heeft.
Dik-Faber (CU)
Hoe staat het met de totstandkoming en financiering van het Deltaplan Biodiversiteit? Kan het Deltaplan Biodiversiteit financieel worden ondersteund vanuit de POP-middelen die nog op de plank blijven liggen?
Het ministerie van LNV heeft goed overleg met de kwartiermakers van het Deltaplan Biodiversiteitsherstel. De kwartiermakers verwachten eind november de contouren bekend te kunnen maken. Op basis daarvan krijgt het programma verder gestalte. Ik kijk er naar uit, omdat ook ik denk dat dit plan zeer goed aansluit bij mijn doelen uit de visie.
Ik ondersteun het proces om te komen tot een Deltaplan reeds financieel en we zijn in gesprek over de wijze waarop we de implementatie van het plan ook kunnen ondersteunen.
Specifiek op de inzet van middelen van het Plattelands Ontwikkelingsprogramma (POP) meld ik dat provincies en de Rijksoverheid juist afspraken gemaakt hebben om al deze middelen voor innovatie, water, jonge boeren in te zetten. Er zijn op dit moment geen vrijgevallen gelden om anders te besteden of daarover toezeggingen te doen. Provincies en de Rijksoverheid sturen hier samen op.
Dik-Faber (CU)
Kan er niet meer regie op komen op de besteding van POP-3 middelen voor agrarisch natuurbeheer, aangezien het om belangrijk innovatiegeld gaat en om geld om agrarisch natuurbeheer uit te voeren, bijvoorbeeld via het al bestaande Regiebureau POP? Kan de minister met de provincies kijken of het geld maximaal besteed wordt en hoe dat kan verbeteren?
Een goede benutting van de POP-middelen heeft de voortdurende aandacht van Rijk en provincies. Ik heb nu geen reden om aan te nemen dat er sprake zal zijn van onderuitputting. Het totale programma ligt nu meer op stoom na een langzame start. De verwachting is dat met de juiste inspanning de Europese middelen tijdig worden verplicht Ć©n gerealiseerd.
Rijk en provincies zullen de vinger aan de pols blijven houden om er voor te zorgen dat alle middelen tijdig en doelgericht worden ingezet voor de in het POP3-programma beschreven doelen. Het Regiebureau POP heeft hierin inderdaad een belangrijke rol.
Ouwehand (PvdD)
Gaat de sector alleen akkoord met ā¬ 200 miljoen voor sanering varkenshouderij als het fosfaatplafond niet naar beneden gaat? Als de mestproductie dan vrij blijft, dan schiet je hier toch niets mee op? Kan de minister dat uitleggen?
Bij de sanering van de varkenshouderij worden varkensrechten opgekocht van bedrijven die geuroverlast veroorzaken en die het besluit hebben genomen om te stoppen. Deze opgekochte varkensrechten worden definitief doorgehaald. Resultaat van de sanering is dus een krimp van de varkensstapel.
De Coalitie Vitale Varkenshouderij heeft aangegeven de ruimte binnen het fosfaatplafond van de varkenshouderij ā het zogenaamde sectorplafond ā te willen behouden, ondanks de krimp van de varkensstapel. Reden hiervoor is dat de sector voor de toekomst ruimte wil houden om nieuwe ketenconcepten te ontwikkelen die mogelijk tot een hogere fosfaatexcretie per dier kunnen leiden, bijvoorbeeld als gevolg van aangepast voer of een lagere voederconversie.
Ouwehand (PvdD)
Kan de minister zeggen hoe vaak een veehouder wordt gecontroleerd? Is het Ć©Ć©n keer in de tien jaar of is dat anders?
Toezicht op primaire bedrijven vindt voornamelijk risicogericht plaats. Het aantal controles verschilt per sector. Risicogericht toezicht betekent dat primaire bedrijven, afhankelijk van in kaart gebrachte risicoās, in een periode van tien jaar op verschillende momenten en op verschillende wijzen gecontroleerd zouden kunnen worden. Waar mogelijk vinden controles gecombineerd plaats, bijvoorbeeld gecombineerde controles op welzijn, I&R en diergeneesmiddelen. In het kader van Europese verplichtingen vinden eveneens aselecte controles plaats. In het kader van Europese verplichtingen vinden bv. aselecte controles plaats waarbij 5% van de bedrijven jaarlijks gecontroleerd dient te worden op de derogatievoorwaarden.
Ouwehand (PvdD)
Kan de minister bevestigen dat er geen dierenarts bij wordt gehaald wanneer dieren dood uit de stal komen voor individuele zorg? En ook niet voor euthanasie?
De veehouder heeft de wettelijke plicht om goed voor zijn dieren te zorgen. Dit houdt onder meer in dat hij minimaal eenmaal daags zijn dieren moet controleren en een ziek of gewond dier zo nodig moet afzonderen. Het is aan de veehouder om wel of niet een dierenarts in te schakelen of het dier zelf op een verantwoorde manier te doden. Dit is ook wettelijk toegestaan. Ā Ā
Ouwehand (PvdD)
Minister Verburg gaf 10 jaar de tijd om biggensterfte terug te dringen van 12,9% naar 10,5% eind 2018. Wat gaat de minister doen zodat op 1 januari 2019 biggensterfte is teruggebracht naar 10,5%? Is de minister bereid om nu toe te zeggen wetgeving voor te bereiden om belofte gestand te doen?
Net zoals mijn voorgangers maak ik me zorgen over de relatief hoge sterftecijfers bij biggen (en andere dieren). Het stellen van eisen in wetgeving leidt in mijn ogen niet direct tot oplossing van het probleem. De oplossing ligt erin dat alle betrokken partijen tot een gezamenlijke aanpak komen. Dat is ook de kern van de oplossing die ik voor ogen heb. Ik zie dat de sector hier sinds 2016 aan werkt. Toen heeft de varkenssector samen met veel andere partijen, dierenartsen, fokkerijorganisaties, de Dierenbescherming en voerleveranciers, een plan opgesteld om de vitaliteit van de biggen te bevorderen. Deze plannen volg ik nauwlettend. De varkenssector is ook bezig met de uitwerking van een benchmark diergezondheid waarin ook aandacht is voor de zeug en de biggen. Ik het van belang vind dat er tempo wordt gemaakt met de realisatie van de doelen op het verder terugdringen van de sterfte van de biggen. Jaarlijks rapporteert de varkenssector over de voortgang en ik zal deze ook aan uw Kamer toezenden. Deze aanpak gericht op goede zorg voor jonge dieren is een prioriteit in mijn brief dierenwelzijn van 4 oktober jl. (Kamerstuk 28286, nr. 991).
Ouwehand (PvdD)
Waren milieuregels te ruim wat betreft de sanering van de varkenshouderij? Heeft lokale bestuur iets fout gedaan? Kan de minister dit uitleggen?
De bedrijven in de varkenshouderij hebben rechtsgeldige vergunningen ontvangen op basis van de vigerende milieuregelgeving. Bevoegd gezag is daarbij de gemeente dan wel de provincie. Dit neemt niet weg dat sprake is van geuroverlast door een grote concentratie van varkensbedrijven in Zuid- en Oost-Nederland. Dit heeft een grote maatschappelijke impact. Om die reden heeft dit kabinet besloten tot een warme sanering van de varkenshouderij.
Ouwehand (PvdD)
Waarom wordt ā¬ 120 miljoen ten behoeve van de warme sanering van de varkenshouderij ingezet op verduurzaming en maar ā¬ 60 miljoen op echte sanering?
In de Kamerbrief van 7 juli jl. (Kamerstuk 28973, nr. 200) en het aangeboden Hoofdlijnenakkoord is aangegeven dat op het spoor dat ziet op de sanering en beĆ«indiging van locaties of bedrijven in de varkenshouderij een besteding is voorzien van ā¬ 120 miljoen. Voor het spoor dat ziet op de innovatie en brongerichte verduurzaming is een besteding van ā¬ 60 miljoen voorzien, waarvan ā¬ 40 miljoen voor de varkenshouderij, ā¬ 15 miljoen voor de pluimveehouderij en ā¬ 5 miljoen voor de melkgeitenhouderij.
Wassenberg (PvdD)
Is minister eens dat malafide hondenhandelaren harder en effectiever moeten worden bestreden? Wil ze daar ook extra capaciteit bij de NVWA voor vrijmaken?
Binnen de middelen die ik binnen mijn begroting voorhanden heb, en de kaders die ik daarvoor stel, wordt een gedegen afweging gemaakt over de verdeling van de capaciteit over de verschillende beleidsterreinen. De inzet voor dierenwelzijn is voor mij belangrijk, maar wordt ook afgewogen tegen andere belangrijke zaken zoals dierziekten en voedselveiligheid.
Wassenberg (PvdD)
Erkent de minister dat voor gezondheid van een hond niet mag uitmaken of de fokker bij een koepel is aangesloten en dat regels voor iedereen moeten gelden?
Fokkers moeten zo fokken dat de gezondheid en het welzijn van ouderdieren en nakomelingen niet benadeeld wordt. Dit geldt voor fokkers van alle honden, rashonden maar ook van niet-rashonden. Ongeacht of de fokkers wel of niet aangesloten zijn bij een rasvereniging die aangesloten is bij de Raad van Beheer op kynologisch gebied. Dit is opgenomen in het Besluit houders van dieren.
Wassenberg (PvdD)
Wanneer kan de Kamer een reactie op het RDA-rapport over welzijn van vissen verwachten?
Mijn reactie op het rapport van de Raad voor Dierenaangelegenheden (RDA) ten aanzien van welzijn van vissen zal vĆ³Ć³r het Algemeen Overleg dierenwelzijn van 14 november a.s. aan uw Kamer worden gestuurd.
Wassenberg (PvdD)
Wat moet er gebeuren voordat minister maatregelen aankondigt om bedwelmen van vissen te verplichten?
Het bedwelmen van vis speelt bij viskweek en bij in het wild gevangen vis. In Nederland is de viskweek een relatief kleine sector en bestaat uit ca. dertig bedrijven. Voor de meest gekweekte vissoort aal, zijn per 1 juli jl. nationale regels voor het bedwelmen in werking getreden. Van de meerval (de tweede belangrijkste soort) wordt ca. 50% met een bedwelmingsapparaat bedwelmd op eigen initiatief van de sector. Ik juich dat initiatief van de sector toe. Ik ben van mening dat voor het slachten van kweekvis regelgeving op Europees niveau nodig is, zodat dezelfde regels gelden voor alle lidstaten.
Voor in het wild gevangen vis als tong en schol is momenteel geen wetenschappelijk onderbouwd bedwelmingssysteem beschikbaar. Momenteel loopt er onderzoek naar het bedwelmen aan boord. Kansrijke systemen moeten dan nog getoetst worden in de praktijk. Dit zal nog enkele jaren duren.
Wassenberg (PvdD)
Kan de minister duidelijk maken dat vissen van vissen die kier zijn gepasseerd niet doel van het Kierbesluit Haringvlietsluizen is?
Dat kan ik bevestigen. De kier is bedoeld voor het bevorderen van de toegang van trekvissen. Voor trekvissen geldt voor de beroepsvisserij een vangstverbod in de vorm van een visserijvrije zone.
Wassenberg (PvdD)
Hoe legt minister uit dat zwijnen worden afgeschoten in kader van Afrikaanse Varkenspest voor het bestrijden van een ziekte die verspreid wordt via mensen? Kan zij uitleggen waarom zij geen importverbod uitvaardigt?
De verspreiding van de ziekte over grote afstand wordt in het algemeen geweten aan menselijk handelen. Mensen nemen varkensvleesproducten mee uit besmette landen en laten die achter in de natuur waar wilde zwijnen deze vervolgens kunnen opeten.
Uit het advies van de Deskundigengroep Dierziekten blijkt dat hoe lager het aantal wilde zwijnen is, hoe lager de kans op introductie van Afrikaanse varkenspest. Het risico dat een wild zwijn in contact komt met door de mens achtergelaten besmette voedselresten wordt daarmee kleiner.
Dat is de reden dat ik de provincies meer mogelijkheden heb geboden het aantal zwijnen in de gebieden buiten de leefgebieden te verkleinen.
Uiteraard dienen ook varkenshouders hun verantwoordelijkheid te nemen. Zij kunnen de ziekte buiten de deur houden door onder andere goede bioveiligheidsmaatregelen te nemen. De sectorpartijen zijn op de hoogte en kennen ook hun eigen rol en verantwoordelijkheid hierin. Zoals aangegeven in mijn brief van 12 oktober jl. (Kamerstuk 29683, nr. 245) zijn veel acties ondernomen om bij verschillende doelgroepen het bewustzijn van risicoās en het belang van preventieve maatregelen te vergroten.
Voor het garanderen van veilige handel in dieren en dierlijke producten zijn standaarden opgesteld door de wereldorganisatie van diergezondheid (OIE) en is er regelgeving opgesteld in de Europese Unie. Deze schrijven voor onder welke condities wel of niet kan worden gehandeld in varkens en varkensproducten. Nederland kan en mag niet eenzijdig importbelemmeringen opwerpen, omdat dat indruist tegen de interne markt. De EU-regelgeving is ervoor om veilige handel te garanderen. Ik volg de Commissie hierin, net als de andere EU-lidstaten.
Bisschop (SGP)
Wat voegt het extra geld voor Wageningen toe als de varkensproefboerderij Sterksel sluit?
Ziet de minister het probleem en de kansen wat betreft praktijkonderzoek en wil ze dit verder stimuleren?
Door het wegvallen van de productschappen is de belangrijkste pijler onder de financiering van het praktijkonderzoek en dus ook voor de varkensproefboerderij in Sterksel weggevallen. Het lopende onderzoek wordt gecontinueerd tot 2021. Tevens verkent Wageningen Research samen met het bedrijfsleven de mogelijkheden om het wegvallen van praktijkonderzoek op te vangen. EĆ©n van de opties daarbij is praktijkonderzoek op het boerenerf.
Daarnaast ben ik binnen de context van het Groenpact met Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO), de Topsectoren en de groene hogescholen in gesprek over de gezamenlijke versterking van de groene HBO centers of expertise. Dit betreft met name praktijkgericht onderzoek. Hierbij is ook aandacht voor regionale proeftuinen (fieldlabs, livinglabs) en praktijkcentra (centra voor innovatief vakmanschap). Hiermee wil ik de doorwerking van kennis in de praktijk een impuls geven.
Bisschop (SGP)
De regels over wat een producentenorganisatie wel of niet mag doen, zijn vaag en onbekend. Bijvoorbeeld door het duidelijker in Europese regels vastleggen dat de regels voor productenorganisaties voorrang hebben op het kartelverbod. En door het vermijden van extra eisen voor producentenorganisaties in specifieke sectoren als groente, fruit en zuivel. Is de minister bereid om dit nader te onderzoeken en zelforganisatie binnen de sector te organiseren op een meer gestructureerde manier?
Zoals aangegeven in mijn brief aan uw Kamer van 29 juni jl. over de versterking van de positie van de boer in de keten (Kamerstuk 28625, nr. 257) is er onduidelijkheid onder ondernemers over de mogelijkheden die er zijn om samen te werken. Ik wil deze duidelijkheid vergroten. Daarom zullen de betreffende EU-rechtelijke uitzonderingen, waaronder die voor de land- en tuinbouw, expliciet worden opgenomen in de nationale mededingingsregelgeving. Verder zal gekeken worden hoe aanpassing van de wetgeving aangevuld kan worden met voorlichting om de mogelijkheden voor samenwerking actief onder de aandacht te brengen bij ondernemers. Verder heb ik ook kennisgenomen van het proefschrift waar het lid Bisschop aan refereerde.
Daarnaast zal ik, zoals verwoord in de Kamerbrief van 15 maart jl. over de vernieuwing van het GLB (Kamerstuk 28625, nr. 256), mij inzetten om in de toekomstige verordeningen de positie van de boer in de keten te versterken door ruimte en helderheid te bieden voor horizontale samenwerking (tussen producenten) en verticale samenwerking (in de keten) voor wat betreft de uitzonderingsmogelijkheden voor de landbouw op de Europese mededingingsregelgeving. Ten aanzien van de erkenningseisen die aan producentenorganisaties gesteld worden, zal ik in Brussel aandringen op gelijktrekking van eisen voor alle sectoren.
Bisschop (SGP)
Wat is de stand van zaken van de SGP/CDA-motie voor een vrijstelling van de assurantiebelasting voor de brede weersverzekering?
De staatssecretaris van FinanciĆ«n onderzoekt momenteel de uitwerking van de motie-Van der Staaij ā Van Haersma-Buma (Kamerstuk 35000, nr. 36) die is gericht op vrijstelling van assurantiebelasting van de verzekeringspremies Brede Weersverzekering. De Kamer wordt hierover zo spoedig mogelijk geĆÆnformeerd.
Bisschop (SGP)
Wil de minister in overleg met provincies om deze predatie van weide- en akkervogels door vossen en kraaien aan te pakken en hier stappen in te ondernemen?
Het beperken van predatie is een essentiƫle factor in het behoud van een stabiele weidevogelpopulatie. In de onlangs verstuurde brief aan de Kamer (Kamerstuk 33576, nr. 135) over de Aanpak Weidevogels ben ik ingegaan op de verschillende plannen van provincies rondom predatie.
Ik ondersteun deze plannen op verschillende manieren. Financiƫle bijdragen aan bijvoorbeeld predatiepilots dragen bij aan grondige kennis en een effectieve kennisverspreiding van de problematiek.
Daarnaast biedt de investeringsregeling die ik op verzoek van de provincies binnenkort zal openstellen ook ruimte voor inrichtingsmaatregelen door agrarische collectieven ten behoeve van de afname van predatie.