De manier waarop pensioenfondsen de CO2-voetafdruk van hun beleggingsportefeuille berekenen en hierover intern en extern rapporteren
Schriftelijke vragen
Nummer: 2018D52351, datum: 2018-11-02, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kv-tk-2018Z19936).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: S.P.R.A. van Weyenberg, Tweede Kamerlid (Ooit D66 kamerlid)
Onderdeel van zaak 2018Z19936:
- Gericht aan: E.D. Wiebes, minister van Economische Zaken en Klimaat
- Gericht aan: W. Koolmees, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- Indiener: S.P.R.A. van Weyenberg, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2018-2019 | Vragen gesteld door de leden der Kamer |
2018Z19936
Vragen van het lid Van Weyenberg (D66) aan de ministers van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en van Economische Zaken en Klimaat over de manier waarop pensioenfondsen de CO2-voetafdruk van hun beleggingsportefeuille berekenen en hierover intern en extern rapporteren (ingezonden 2 november 2018).
Vraag 1
Bent u op de hoogte van de verschillende «scopes» van CO2-emissie als gedefinieerd door het Greenhouse Gas Protocol, aan de hand waarvan de CO2-voetafdruk van een bedrijf berekend kan worden?
Vraag 2
Klopt het dat het grootste pensioenfonds van Nederland, het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds (ABP), bij het berekenen van de CO2-voetafdruk van een bedrijf alleen de zogeheten scope-1 en scope-2-emissies meerekent, en de scope-3-emissie buiten beschouwing laat?
Vraag 3
Bent u op de hoogte van meer Nederlandse pensioenfondsen die op deze manier de CO2-voetafdruk van bedrijven berekenen?
Vraag 4
Bent u ervan op de hoogte dat het niet meerekenen van scope-3-emissie gebruikt kan worden om ervoor te zorgen dat bijvoorbeeld producenten van fossiele brandstoffen een relatief bescheiden CO2-voetafdruk krijgen, omdat CO2-emissie ten gevolge van de verkregen en verwerkte fossiele brandstoffen niet wordt meegewogen?
Vraag 5
Bent u het ermee eens dat het niet meerekenen van deze scope-3-emissie kan zorgen voor een vertekend beeld van de daadwerkelijke bijdrage aan CO2-emissies van een bedrijf?
Vraag 6
Bent u het ermee eens dat het niet meerekenen van deze scope-3-emissie zodoende kan zorgen voor een vertekend beeld van de daadwerkelijke bijdrage aan CO2-emissies van de beleggingsportefeuille van een pensioenfonds?
Vraag 7
Bent u het ermee eens dat het onwenselijk is dat organisaties door het uitsluiten van de belangrijke scope-3-emissie, een vertekend beeld van de CO2-voetafdruk van een specifiek bedrijf of hun beleggingsportefeuille naar hun achterban en de buitenwereld kunnen presenteren? Zo nee, kunt u aangeven waarom niet? Zo ja, kunt u aangeven hoe u van plan bent deze onwenselijke situatie te verhelpen?
Vraag 8
Bent u zich ervan bewust dat het deelnemerscollectief ABP Fossielvrij al langere tijd probeert om scope-3-emissie ook mee te laten rekenen in het berekenen van de CO2-voetafdruk van bedrijven door ABP?
Vraag 9
Hoe beoordeelt u het feit dat ondanks deze inzet van haar grootste deelnemersinitiatief, ABP deze wens vooralsnog niet heeft ingewilligd?
Vraag 10
Bent u het ermee eens dat dit een voorbeeld is van een nadelig gevolg van de relatief kleine invloed van deelnemers op het beleid van hun pensioenfonds?