Uitspraak Centrale Raad van Beroep betreffende het beschikken in een te behalen resultaat ‘schoon huis’
Zorg en maatschappelijke ondersteuning
Brief regering
Nummer: 2018D52858, datum: 2018-11-06, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-29538-278).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Onderdeel van kamerstukdossier 29538 -278 Zorg en maatschappelijke ondersteuning.
Onderdeel van zaak 2018Z20179:
- Indiener: H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2018-11-08 14:30: Aansluitend aan de Stemmingen: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2018-11-21 10:15: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2019-06-26 18:00: Wmo (Algemeen overleg), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2019-06-27 14:35: Aansluitend aan de Stemmingen: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2018-2019 |
29 538 Zorg en maatschappelijke ondersteuning
Nr. 278 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 6 november 2018
Op 8 oktober (gepubliceerd 23 oktober) heeft de Centrale Raad van Beroep, de hoogste bestuursrechter voor Wmo-zaken, een uitspraak gewezen over het – door een specifieke gemeente – beschikken van huishoudelijke ondersteuning in een te bereiken resultaat1. Het beschikken in een te behalen resultaat houdt in dat een cliënt, die op grond van de Wmo 2015 is aangewezen op ondersteuning, een beschikking van de gemeente ontvangt met daarin opgenomen het te behalen resultaat (in dit geval) een schoon huis, in plaats van het aantal uren huishoudelijke ondersteuning.
Deze uitspraak kan mogelijk van invloed zijn op het beleid van andere gemeenten en roept voor hen – op dit moment – de nodige vragen op. Reden voor mij om u te informeren over deze uitspraak en over de door VNG, in afstemming met mij, in te zetten ondersteunende activiteiten richting gemeenten.
De Centrale Raad van Beroep overweegt dat de betreffende gemeente in strijd heeft gehandeld met het rechtszekerheidsbeginsel door niet in de beschikking of het leveringsplan het aantal uren huishoudelijke ondersteuning te benoemen waar de cliënt recht op heeft. Evenmin heeft de zorgaanbieder de cliënt hierover geïnformeerd. Daarnaast oordeelt de Centrale Raad van Beroep, met een verwijzing naar haar uitspraken uit mei 20162, dat beleidsregels gebaseerd dienen te zijn op objectieve criteria, steunend op deugdelijk onderzoek.
De verwachting is dat de Centrale Raad van Beroep in december, in een zaak waarin een andere gemeente betrokken is, een uitspraak doet die veel raakvlakken heeft met de thans voorliggende uitspraak. Op basis van beide uitspraken kunnen naar verwachting de bredere effecten voor regelgeving en gemeentelijk beleid worden beoordeeld.
De VNG heeft in overleg met mij de lijn gekozen om de (in december verwachte) uitspraak van de Centrale Raad van Beroep af te wachten voordat gemeenten concreter worden geïnformeerd en geadviseerd over de eventueel noodzakelijke vervolgstappen. Zo spoedig mogelijk na de gewezen uitspraak zal VNG, in overleg met mij, ondersteunende activiteiten organiseren richting gemeenten.
Ik hecht eraan te benadrukken dat het voor de cliënt op dit moment het belangrijkste is dat de zorg en ondersteuning gewaarborgd blijft. Het zetten van overhaaste, onvoldoende met elkaar doordachte, stappen, aanpassingen in beleid of bijvoorbeeld opschorting van lopende aanbestedingsprocedures, kan de bedoelde continuïteit schaden.
Uiteraard zal ik uw Kamer waar relevant informeren over de ontwikkelingen.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
H.M. de Jonge