[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Advies van de Onderwijsraad over het onderwerp ‘Loopbanen van onderwijsprofessionals’ n.a.v. de adviesaanvraag van de Kamer (Kamerstuk 27923-266)

Werken in het onderwijs

Advies van andere adviesorganen

Nummer: 2018D53040, datum: 2018-11-07, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-27923-335).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 27923 -335 Werken in het onderwijs.

Onderdeel van zaak 2018Z20295:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2018-2019

27 923 Werken in het onderwijs

Nr. 335 BRIEF VAN DE ONDERWIJSRAAD

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 7 november 2018

Uw Kamer heeft de Onderwijsraad advies gevraagd over hoe de opleidings- en arbeidsstructuur in het onderwijs vormgegeven moeten worden, zodat ze op termijn bijdragen aan zowel voldoende als goede leraren (Kamerstuk 27 923, nr. 266). Met veel genoegen bieden wij u hierbij het advies Ruim baan voor leraren aan1. Het advies betreft leraren in het primair onderwijs, voortgezet onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs. Ook de voorschoolse educatie is in het advies betrokken.

De raad richt zich met dit strategische advies op de lange termijn en geeft een nieuw perspectief op het leraarschap. Dit perspectief ligt ten grondslag aan een integrale herziening van de opleidings- en arbeidsstructuur. De kern van het beroep in alle onderwijssectoren en vakken is volgens de raad het ontwikkelen en vormgeven van onderwijs, het geven van onderwijs en het toetsen en evalueren van onderwijs. Dit betekent dat voor iedere leraar didactische en pedagogische vaardigheden de basis van het beroep vormen, met daarnaast de noodzakelijke inhoudelijke kennis die nodig is voor de specifieke onderwijscontext (zoals schoolvakken).

De raad adviseert het loopbaan- en ontwikkelperspectief van leraren te verruimen. Hij bepleit een integrale herziening van de opleidings- en arbeidsstructuur: ruimere onderwijsbevoegdheden in combinatie met een ontwikkelmodel. Hierdoor kan de inzetbaarheid van leraren groter worden en ontstaan meer mogelijkheden tot mobiliteit (binnen en tussen onderwijssectoren) en variatie in de loopbaan. Daarnaast draagt verruiming van het loopbaan- en ontwikkelperspectief bij aan keuzevrijheid, differentiatie en professionalisering in het leraarschap.

Om ruimere onderwijsbevoegdheden van leraren te realiseren, adviseert de raad om in de opleidingsstructuur schotten tussen onderwijsbevoegdheden weg te halen en beveelt hij clusters van onderwijsbevoegdheden aan in combinatie met specialisaties. De clustering betreft onderwijssectoren en vakken. Verruiming van het loopbaan- en ontwikkelperspectief van leraren vraagt ook om een extra inzet op en ruimte voor de ontwikkeling van leraren. Daarom beveelt de raad aan om in de arbeidsstructuur een ontwikkelmodel voor loopbaan en professionalisering te hanteren. Startende leraren en leraren met een nieuw gekozen specialisatie moeten hun kennis en vaardigheden verder kunnen verdiepen door goede begeleiding, ook in lerarenteams.

Tot slot moeten de (financiële) consequenties van de verruiming van het loopbaan- en ontwikkelperspectief integraal bezien worden en hun weerslag vinden in toekomstig onderwijsbeleid en in de cao’s voor de verschillende sectoren.

Met beleefde groet,


H. Maassen van den Brink
Voorzitter


C. van ’t Veen
Secretaris ad interim


  1. Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl↩︎