Toezegging tijdens het algemeen overleg Brandweer d.d. 18 oktober 2018 inzake blusinstructie vuurwerk
Veiligheidsregio's
Brief regering
Nummer: 2018D53061, datum: 2018-11-07, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-29517-147).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid
Onderdeel van kamerstukdossier 29517 -147 Veiligheidsregio's.
Onderdeel van zaak 2018Z20307:
- Indiener: F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2018-11-13 16:00: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2018-11-21 14:30: Procedures en brieven (Procedurevergadering), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2018-12-19 10:00: Nationale veiligheid en crisisbeheersing (Algemeen overleg), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2018-12-20 15:15: Aansluitend aan de stemmingen: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (ð origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2018-2019 |
29 517 Veiligheidsregioâs
Nr. 147 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 7Â november 2018
Tijdens het Algemeen Overleg brandweer van 18Â oktober jongstleden, heb ik toegezegd uw Kamer nader te informeren over de blusinstructie vuurwerk. Uw Kamer uitte zorgen over de veiligheid van brandweermensen bij incidenten met vuurwerk. Met deze brief geef ik aan deze toezegging gevolg.
De veiligheidsregioâs zijn verantwoordelijk voor de rampenbestrijding, crisis-beheersing en brandweerzorg in Nederland. Zij doen dit binnen de kaders van de Wet veiligheidsregioâs en onderliggende regelgeving. Aanvullend wordt gewerkt op basis van handleidingen en handreikingen waarmee uniformiteit in werkwijze wordt bewerkstelligd en waarin door de branche opgedane ervaringen zijn verwerkt. Nieuwe ontwikkelingen, kennis en ervaring kunnen voor Brandweer Nederland aanleiding zijn om handleidingen en handreikingen te ontwikkelen of bestaande te actualiseren.
Lang voor de inwerkingtreding van de vigerende Wet veiligheidsregioâs heeft de toenmalige Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties de circulaire «Optreden van de brandweer bij een vuurwerkbrand» van 29 november 2005, gepubliceerd. Er is voor de brandweer geen reden geweest om deze wel als blusinstructie vuurwerk geduide handreiking te wijzigen. Bij een vuurwerkbrand baseren de 25 veiligheidsregioâs hun acties op die blusinstructie; voor opleidingen neemt de brandweerbranche die instructie nog steeds als basis.
Bij het optreden van de brandweer bij incidenten met vuurwerk staat de veiligheid van het personeel voorop. Legaal vuurwerk is ingedeeld in vier gevarenklassen 1.1. t/m 1.4. Daarbij wordt het grootste gevaar aangeduid met 1.1 en het laagste met 1.4. Wanneer voor de brandweer niet duidelijk is om welk type vuurwerk het gaat wordt, vanuit veiligheidsperspectief, altijd uitgegaan van de zwaarste gevarenklasse.
Het handelingsperspectief voor de brandweer is afhankelijk van de genoemde gevarenklassen en betrokken stoffen. Bij de gevarenklasse 1.3 en 1.4 kan blussen bij een beginnende brand nog ingezet worden. In andere gevallen zal blussen gericht zijn op het beperken en voorkomen van branduitbreiding in de omgeving. Bij hogere gevarenklassen wordt ingezet op ontruiming en het evacueren van de omgeving. Ook de brandweer houdt vanuit veiligheidsoverwegingen afstand, waarmee vanzelfsprekend niet â of op grote afstand â geblust kan worden.
Bij elk incident met vuurwerk wordt een adviseur gevaarlijke stoffen (AGS) gevraagd om een deskundig advies voor de aanpak van het incident. Hiertoe behoort tevens het advies aangaande de in te zetten blusstoffen zoals water, stoom, blusschuim, bluspoeder, Argonite en Imergen. Omdat ieder incident uniek is vereist dit dat handelingsinstructie handvatten bieden, maar tegelijkertijd ook enige ruimte bieden aan de professionaliteit van de brandweer, ook ten aanzien van het al dan niet blussen. Daarbij staat uiteraard de veiligheid van het brandweerpersoneel voorop.
De Minister van Justitie en Veiligheid,
F.B.J. Grapperhaus