[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Inbreng van een schriftelijk overleg over de opzet beleidsdoorlichting Reisdocumenten en Basisadministratie personen (artikel 6.5 van hoofdstuk VII van de Rijksbegroting) (Kamerstuk 30985-28)

Beleidsdoorlichting Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Inbreng verslag schriftelijk overleg

Nummer: 2018D53309, datum: 2018-11-08, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (nds-tk-2018D53309).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2018Z15804:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


2018D53309 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken heeft enkele vragen en opmerkingen over de brief van de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties dd. 11 september 2018 (Kamerstuk 30 985, nr. 28) over de beleidsdoorlichting van artikel 6.5 (Reisdocumenten en Basisadministratie personen) van Hoofdstuk VII van de Rijksbegroting.

De voorzitter van de commissie,
Ziengs

De waarnemend griffier van de commissie,
Hendrickx

De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de opzet voor de beleidsdoorlichting reisdocumenten en basisadministratie personen (Kamerstuk 30 985, nr. 28). Graag willen de leden de regering hierover vragen stellen en diverse opmerkingen maken.

Vraagstelling

De vraagstelling in de beleidsdoorlichting: «in hoeverre zijn de gegevens in de BRP juist en volledig en in hoeverre is de BRP daarmee een waarheidsgetrouwe afspiegeling van de werkelijkheid?» De VVD-fractie wil graag naast de vraag over de juistheid en volledigheid ook de doeltreffendheid en doelmatigheid van het beleid betrekken. Kan er in de vraagstelling ook betrokken worden in hoeverre de basisregistratie personen haar functie als basisregistratie ook vervult in de zin dat zij voor andere overheidsinstanties toegankelijk genoeg is?

Afbakening

De beleidsdoorlichting wordt breder dan de opzet in 2014. Waarom is dat? Wordt er in de beleidsdoorlichting ook gekeken naar de samenwerking met andere overheidsinstanties zoals andere ministeries en uitvoeringsorganisaties? Zo ja, hoe? Wordt er ook een tevredenheidsonderzoek gedaan? Wordt er ook gekeken hoe, hoe vaak andere ministeries en uitvoeringsorganisaties gebruik maken van BRP? Zo ja, wat is daarvoor de aanpak? Is het aanpakken van fraude met persoons- en adresgegevens onderdeel van de beleidsdoorlichting? Worden ook de mate waarin de BRP burgers regie over hun eigen persoonsgegevens geeft ook onderzocht? Zo ja, wordt hoe burgers regie op hun eigen persoonsgegevens uit de BRP die door derden gebruikt worden bekeken? Zijn daarvoor vaste procedures? Wat zijn de ervaringen van de diverse betrokken partijen?

Methodiek en opzet

De VVD-fractie vindt het positief dat in de opzet van het onderzoek ook interviews met gebruikers van het BRP en een onderzoek onder burgers opgenomen zijn. Is er ruimte om de interviews onder gebruikers zoals andere overheidsinstellingen en burgers en het onderzoek onder burgers te verbreden? De VVD-fractie wil graag weten waarom er gekozen is voor efficiëntie van het BRP-beleid als hoofdvraag in plaats van ook elementen als gebruiksgemak van het systeem?

Planning

De VVD-fractie vraagt zich gezien de opzet van de beleidsdoorlichting af in hoeverre de huidige tijdsplanning niet sneller kan zodat er bijvoorbeeld na een half jaar nog voldoende ruimte en tijd is voor aanvullend onderzoek waar dit nodig wordt geacht.

De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de vraagstelling en de onderzoeksopzet van de beleidsdoorlichting over begrotingsartikel 6.5.

Deze leden onderschrijven het uitgangspunt, dat het voor een efficiënte dienstverlening door de overheid noodzakelijk is dat de gegevens in de Basisregistratie Personen (BRP) betrouwbaar, volledig en juist zijn. Deze leden achten het vanzelfsprekend dat in het kader van onderzoek naar een efficiënte dienstverlening door de overheid ook onderzoek onder burgers wordt gedaan. In dit verband vragen deze leden de regering nader in te gaan op de problematiek van staatlozen, van wie er in Nederland vele juist niet geregistreerd worden in de BRP.

De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van de opzet beleidsdoorlichting reisdocumenten en basisadministratie personen. Zij hebben enkele vragen hierover.

Zij merken op dat de centrale vraag die in de beleidsdoorlichting centraal staat is: «in hoeverre zijn de gegevens in de BRP juist en volledig en in hoeverre is de BRP daarmee een waarheidsgetrouwe afspiegeling van de werkelijkheid?» Kan de Staatssecretaris toelichten in hoeverre deze vraag ziet op de doeltreffendheid en doelmatigheid van het beleid? De leden van de D66-fractie vragen of dit niet meer ziet op rechtmatigheid?

Wordt ook bekeken in hoeverre de vastgestelde doelen voor de BRP, zoals het verstrekken van burgergegevens aan overheidsorganen, worden bereikt? Waarom komen deze doelen niet terug in de centrale vraagstelling?

Wordt er ook onderzoek gedaan onder burgers of de dienstverlening op basis van de BRP specifiek voor burgers efficiënter is geworden, zo vragen deze leden?

Daarnaast vragen de leden van de D66-fractie in hoeverre in de beleidsdoorlichting aandacht wordt besteed aan de verantwoordelijkheid van de Staatssecretaris om toezicht te houden op de uitvoering van de paspoortwet en de uitvoering van de wet BRP en de ondersteuning van gemeenten die voor deze uitvoering verantwoordelijk zijn? Wordt ook meegenomen welk beleid de Staatssecretaris voert om fraude met persoons- en adresgegevens tegen te gaan en is dit doelmatig en doeltreffend?

Wordt ook in de beleidsdoorlichting rekening gehouden met de impact van de EU-dimensie, zoals wellicht e-ID en eIDAS, op het BRP-systeem?

Tot slot vragen de leden van de D66-fractie of er voldoende tijd is om nog eigen aanvullend literatuuronderzoek te doen, gezien de relatief snelle deadline voor opleveren van het onderzoek?