Programma Maasroute, vertraging openstelling Vb-vaarweg
Vaststelling van de begrotingsstaat van het Infrastructuurfonds voor het jaar 2019
Brief regering
Nummer: 2018D53679, datum: 2018-11-09, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35000-A-24).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 35000 A-24 Vaststelling van de begrotingsstaat van het Infrastructuurfonds voor het jaar 2019.
Onderdeel van zaak 2018Z20679:
- Indiener: C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2018-11-13 16:00: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2018-11-21 10:15: Procedurevergadering commissie voor Infrastructuur en Waterstaat (Procedurevergadering), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2018-11-29 10:00: MIRT (Notaoverleg), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2018-12-05 14:40: Aansluitend: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2018-2019 |
35 000 A Vaststelling van de begrotingsstaat van het Infrastructuurfonds voor het jaar 2019
Nr. 24 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 9 november 2018
In mijn brief aan uw Kamer van 8 december 2017 (Kamerstuk 34 775 A, nr. 56) heb ik u aangegeven dat ik in het najaar van 2018 zou terugkomen op de vertraging die ik aan u had aangekondigd op de MIRT-mijlpaal voor het programma Maasroute. De mijlpaal die betrekking heeft op openstelling van de vaarweg voor klasse Vb-schepen staat tot op heden op 31 december 2018.
Nadat ik eerder had ingezet op het beperken van de vertraging tot eind 2020, moet ik u nu tot mijn spijt mededelen dat de openstelling moet worden uitgesteld tot eind 2023.
Rijkswaterstaat heeft gedurende ruim een jaar alles op alles gezet om de samenwerking met de marktpartij aan wie dit werk is opgedragen te kunnen continueren. Het is echter gebleken dat de samenwerking met deze marktpartij in dit contract, ondanks de vele inspanningen, niet tot afronding van de werkzaamheden gaat leiden. Daarom heeft Rijkswaterstaat tot haar grote spijt het besluit moeten nemen om de resterende werkzaamheden, voor rekening en risico van de betreffende marktpartij, aan derden op te dragen om afronding van het werk te bereiken. Conform de Europese regels voor aanbesteding van werken moeten de resterende werkzaamheden opnieuw worden aanbesteed. Dit leidt tot deze vertraging.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga