[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Rapportage van de Auditdienst Rijk (ADR) over 41e voortgangsrapportage HSL-Zuid

Nederlands deel van een hogesnelheidsspoorverbinding Amsterdam-Brussel-Parijs en Utrecht-Arnhem-Duitse grens

Brief regering

Nummer: 2018D53925, datum: 2018-11-12, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-22026-506).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 22026 -506 Nederlands deel van een hogesnelheidsspoorverbinding Amsterdam-Brussel-Parijs en Utrecht-Arnhem-Duitse grens.

Onderdeel van zaak 2018Z20790:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2018-2019

22 026 Nederlands deel van een hogesnelheidsspoorverbinding Amsterdam–Brussel–Parijs en Utrecht–Arnhem–Duitse grens

Nr. 506 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 12 november 2018

Op 27 september 2018 heeft u de 41e Voortgangsrapportage HSL-Zuid (VGR41) ontvangen. Zoals gebruikelijk heeft de Auditdienst Rijk (ADR) de VGR1 gecontroleerd. Ik bied u hierbij de ADR-rapportage aan2.

Inhoud van het ADR-rapport

De ADR heeft haar werkzaamheden overeenkomstig de wens van de Kamer gefocust op de restpunten met betrekking tot de aanleg van HSL-Zuid3 en rapporteert over de volledigheid en het proces van totstandkoming van de in de VGR41 opgenomen financiële en niet-financiële informatie. In het ADR-rapport zijn hierover geen kritische oordelen opgenomen. Ten behoeve van de VGR41 zijn met een risico-analyse de verwachte kosten van betonschade in beeld gebracht en is aangegeven hoe deze budgettair kunnen worden ingepast.

De ADR heeft in lijn met de informatiebehoefte van de Kamer de rapportage versoberd4. Dit onder meer vanwege het zeer geringe financiële belang van het restbudget in relatie tot het totale projectbudget.

Grootprojectstatus

Het beperkte financiële belang van de restpunten van het project in verhouding tot het totale projectbudget (minder dan 1%) en het gegeven dat de oplevering van het aanlegproject HSL-Zuid al jaren achter ons ligt, was bij VGR39 (2016) de belangrijkste aanleiding voor mijn ambtsvoorganger om aan uw Kamer voor te stellen de grootprojectstatus te beëindigen5. In mijn brief van 21 november 20166 heb ik aangeven dat de HSL-Zuid voldoet aan de in deze brief gestelde criteria (waaronder het risicoprofiel) om voor beëindiging van de grootprojectstatus in aanmerking te komen.

De duidelijkheid over de (geringe) financiële risico’s van de betonproblematiek en de aangepaste werkwijze van de ADR versterken mijns inziens het beeld dat het handhaven van de grootprojectstatus voor de HSL-Zuid geen toegevoegde waarde meer heeft. De voortgangsinformatie over de nu nog resterende problematiek, bijvoorbeeld over zettingen, kan worden opgenomen in de reguliere budgettaire nota’s, waarin nu ook al de informatie over de infrastructurele maatregelen ter vermindering van geluidshinder en ter verbetering van de vervoersprestaties op de HSL-Zuid staan vermeld. Over de prestaties op de HSL-Zuid informeer ik uw Kamer periodiek in de reguliere rapportages in het kader van de concessies.

Ik verzoek uw Kamer derhalve om het begin vorig jaar genomen besluit om de grootprojectstatus te handhaven7 te heroverwegen. Ik ben graag bereid daarvoor de gebruikelijke evaluatie van de grootprojectstatus HSL-Zuid te laten opstellen.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,
S. van Veldhoven-van der Meer


  1. Kamerstuk 22 026, nr. 505↩︎

  2. Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl↩︎

  3. Zie brief van de griffier van de vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu van de Tweede Kamer aan de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, d.d. 13 februari 2017.↩︎

  4. De historische financiële informatie in de VGR dit jaar niet meer gecontroleerd en geen assurance meer gegeven bij de beheersing en het beheer van het project.↩︎

  5. Kamerstuk 22 026, nr. 489↩︎

  6. Kamerstuk 34 550 A, nr. 19↩︎

  7. Zie brief van de griffier van de vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu van de Tweede Kamer aan de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu.↩︎